mvwmsL Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 1IMII No. 1242 Ao. 1879. 23stc Jaargang. Bekendmakingen. Kevolking. Vermijt Onze lieve vrouw van Partenkirch. Gemengde berichten. SI HVfiER COURANT Dit blad verschijnt twee maal per week. Woens dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid dags 12- ure worden advertenti'ën in het eerste itkomend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o, Afzonderlijke nummers 0.07I. Advertentien van een tot vijf regels ƒ075; ieder regel ineer f o.iS. Groote letters naar plaatsruimte. Naar volksheil ronder deugd te dingen Is arbeid aan oen rots te biên. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. d AMKE HENDRICKS. wordt in haar belang aangemaand, zich zoo spoedig mogelijk ter Gemeente secretarie van Schagen aanteuielden. op de Markt te Schageu. den 10 Novemberj.1. een WIT SGHAAP (ram) meteen rood aard merk op den bek. Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen geven, worden vei zocht zich ter gemeente secretarie aldaar aantemelden. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen Gelet hebbende op arta65 der Wet van 29 Junij 1851 Staatsblad No. 85); Brengen ter openbare kennis, dat het door den Baad vastgestelde suppletoir kohier van den Hoojdelijken omslag en dat voor de belasting op de Honden, voor het loopende dienstjaar, gedurende acht dagen, en wel van Woensdag den 19 November tot en met Donderdag den 27 November aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, voor een ieder ter lezing is neder- gtlegd. En zal deze worden afgekondigd en aange plakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Schagen, den 19 November 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. De Secretaris DENIJS. in. 2de Hoofdstuk. .Hij is vermoeid, laat hein slapen, zeide de moeder, toen Resi naar Alois vroeg. Wat zou de zieke er niet voor gegegeven hebben, indien zij denzoon had kunnen volgen, hem had kunnen toespreken en hem helpen om dezen nieuwen last te dragen, zoo als zij dit zelve sedert jaren had moeten doen. Maar die troost was haar niet eens gegund. Waartoe moet ik leven, als ik toch niets meer doen kan dacht zij, maar schrikte het volgende oogenblik voor die zondige gedachte en nam den rozenkrans weder op, ten einde om geduld te bidden. Intusschen dekte Resi de tafel voor het avond eten. Zij had de voorzorg gehad eene flesch bier mede te brengen, bragt brood, kaas en een kouden schapenbout van 's middags op; haalde een schotel melk voor de zieke, maakte haar bed in orde en hielp haar, zich daarop neer leggen. Alles deed zij handig, stil, vriendelijk en met die opgeruimde bevalligheiddie het schoon ste sieraad der jeugd is. «Zij zal eene brave vrouw worden,, dacht de zieke, het is treurig dat zy niet met A.lois mag trouwen, en het is gelukkig dat ze zoo weinig van elkander houden Heilige moeder Gods, zoo dat eens het geval ware geweest, welk eene ellende' en bijna had ik het verdiend met mijn zwijgen en vreezen. Maar dat zal eindigen Morgen zeg ik hein alles -- Alles kan oog terecht kotnen Dit voornemen gaf baar oen rast die zij in lang niet gekend had. «Het kun alles terecht komen!, herhaalde z$ hall in drtt» droom, terwyl Resi zich met bet spinnewiel aan bet openene venster plaatste, om op Alois te wachten, ter wijl zij met liare zachte, frïsscbe stem begon te zingen, zua als de zieke dit gaarne had als zy ging slapen. By de eerstA toonen verhief Atois zich van zijne legerstede, waarop hij ligcbuUielijk vermoeid van de drie ureu gaans, op den hceten zomer namiddag en tevens naar den geest, door de angst om zijue moeder, in somber gepeins zich had neergelegd. Het was de stem van Resi, maar hoe anders als vroeger! voller, anchter, lievtv lijkerof had hij er nitnmer goed naar geluisterd? Hij kende het lied en verstond de woorden Dat ik je gaarne mag, Is gansch niet slecht, Was ik maar niet de meid, En gij de knecht Zoo gij een kluisjen hadt, Een tuintjen ik, Wat gaf de wereld ons Dan niet een ^cliik. Dat was het: een huis, een tuintje, liet te huis voor twee menschen die elkander beminnen. Niet als moeder en zoon dit gevoel dat tot uu toe zijn geheele hart vervuld had werd plotseling door een sterker gevoel verdrongen. Als een slaapwandelaar had hij tot nu toe rond geloopen, had niets gezien, niets begrepen. Nu was hij door de woorden van zijn vader opge. schrikt- Hart en zinuen waren ontwaakt en eiichteu met te meer onstuimigheid hun recht nu ze zoo lang gezwegen hadden. Zijne verhoudiug tot Resi werd hem eensklaps leider. Alle lichtgeraaktheid van verloopene jaren, alle wrok, alle schuwheid, was onbegrepene ielde geweest Zoo lang als hij denken kon, was Resi of hij bij haar of van baar gescheiden was, het onderwerp van zijn denken eu peinzen geweest, eo daar hij haar in bet iiait droeg lad hij nimmer aan eene andere gedacht. Geene andere kon ook bij haar vergeleken worden Resi was blijven voortzingea, Alois had dit meer gevoeld dan gehoord, en nu zy zweeg was aet hem als of eene zalige betooveriog van hem week. Hij stond op om naar haar toe te gaan Het bloed stroomde hem gloeiend door de ade ren, hij kende zich zelve niet meer. Op dit oogenblik hoorde hij een mannen voetstap in den tuin. Zoo haastig liep vader gewoonlijk niet, wie kon de rustverstoorder ziju? Alois trad aau het venster en herkende in het schemerlicht van den zomernacht, den zwarten Hans, uit Mittenwald, den oudsten Zoon vau neef Michele, zoo groot en breedschouwerig was niemand anders. Juist wilde de late gast in huis gaan, toen Resi er uit kwam. «Hans gij hier?, zeide zij op gedempten toon. «Er is toch geen ongeluk gebeurd?.... spreek zacht, moeder slaapt,, voegde zij er bij Hans vatte bare hand. «Ei Röhi, ik geju»f waarlijk dat gij beeft! Ik had nooit gedacht, dat gij schrikachtig waart. Er is uiets gebeurd.... Ik heb maar wat met Alois te bespreken, en wilde eens vragen boe het met nicht gaat.. «Zij is herstellende,, antwoordde Resi, terwijl zij hare hand Uil de zijne trok Alois is boven; gij kunt naar hem toegaan. Zij wilde in buis terugkeeren, maar Hans legde zijne hand op haax arru. «Blijf een ongeablik Resi, ik heb u wat te zeggen.. Resi stond met ter neer geslagen oogen, voor hem. «Kijk Resi,. ging hij na eeue pauze Yoort, «als ik zeg, dat ik wat met Alois te bespreken heb, zoo spreek ik hiermede geene onwaarheid^ maar hoofdzakelijk, kom ik toch om u.« Zij bleef stom ©u onbewegelijkhet hart van tien kuaap klopte geweldig, maar nu hij zoo ver gegaan was, moest hij meer weten. «Hebt gij er wel eens over gedacht wat er van u worden moet, als nicht dood is? Vroeg Hans, na eeue lange pauze. «Jahoe zal het dan gaan antwoordde Resi, dan blijf ik de huishouding van oom, besturen." «Dat mag niet.^. dat sta ik niet toe!, riep Hans uit. Ik zou geen gerust uur meer hebben als ik u allee u iu huis dacht met neet Berg- h 11 hertjij zou u kunneu dood slaan!» Neen Hau*, oom is altijd goed voor mij ge weest,* verzekerde Resi, Hij heeft mij nog nooit een kwaad woord toegevoegd,. In een bericht uit Herwen is melding gemaakt van het verdrinken van een man in een put, aan den weg gelegen. Ten onrechte zou men uit dat bericht kuunen opmaken, dat de put zóó laag was, dat een dergelijk ongaluk gemakkelijk kon voorkomen. De rand van den put is 75 centimeter boven den begauen grond en de spil 46 c^f- boven den putrand, terwijl de verongelukte meer dan t.75 M. lengte had, eoodat hij recht tegeu den pilt aanloo|»ende, onmogelijk er in vallen kon. In den put stond 1.45 M. water en het lijk werd in een half zittende, half staande houding bevonden met een schaafwonde aan den kalen schedel. Hoe de man in den ter zijde van deu weg staanden put is geraakt, is een raadsel maar zeker is het, dat hij meer dan ééne herberg had bezocht, vóór hem het ongeluk in dien slikduisteren avond overkwam. Nog moet hier bijgevoegd worden, dat het ongeluk niet te Herwen, maar in het dorp Lobith, gemeente Herwen en Aerd, gebeurd is, Eergisteren avond kwam te Bommel de stoomboot beladen met een 3o stuks runderen, benevens verscheidene passagiers, van de Gor- kumsche veemarkt, toen zij juist bij deu ingang der haven door den sterken vloed op den oostelijken berm geworpen werd en daarop dwars kwam te liggen. De passagiers en het vee werden bet laatste met veel moeite, gelost. Een groot deel van den nacht en dezen geheelen dag is men met verscheidene manschappen bezig geweest den berm onder de boot af te graven. Deze is omstreeks half acht vlot gekomen en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 1