Z 0 H 0 A Cl Alaremeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Ao. 1S79. 23ste Jaargang, No. 1250 Bekendmakingen. Nationale Militie. Oproeping tot de inschrijving voor het Jaar 1880 volgens de Wet van 19 Augustus 1861 (Staats- bl. No. 72). Onze lieAC vrouw van Partcnkirch. Dit blad verschijnt twet maal per week. Woens dag en Zaturdag avond, liij inzending tot 's mul dags 12 ure worden advertcntiën in het eerstuitkoinend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.6o. Afzonderlijke nummers 0.07 advertcntiën van een tot vijf regefs f O 73; ieder regel meer o. 1.3. Groote I.tlets naar plaatsruhntc. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar volksheil zonder déugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. POLITIE. ACHTERGEBLEVEN: te Schagen, den l3en December, een WIT LAM. Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Gemeente secretarie aldaar. Burgeihcesler en Wethouders van Scharden, brengen ter kentrs van be langhebbenden, dat de gewone mark ten in de Kerst- en daaraanvolgende week, aldaar zullen worden gehouden op Woensdagen den 24en en 3len De cember. Schagen, 9 December 1S79, Burgemeester en Wethouders voorn.,' G. LANGEN BERG. De Secretaris, DEiMJS. Art. 18. Elk die volgens Art 15. behoort te worden ingeschreven, is verolicht zich daartoe bij Burgermester en Wetbonders aan te geven tasschon den lsten en den 31sten Januarij. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstontenis is zijn vader, of is dezo overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verpligt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen tovons tor konnisse van de belanghebbenden: dat tot de iuschrijving gelegenheid zal bestaan van den lsten tot den 3lsten -Tanuarij aanstaande, ter Secretarie dez< r Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags, van des voormiddag-' 9 tot des namiddags ten 4 ure- Schagen den 16 December 1879- Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. De Secretaris- DENIJS- Burgemeester en Wethouders van Schagen, gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 j (Staatsblad No. 72), herinnoren bij deze do belang- hobbende Ingezetenen, aan hunne verpligting tot hot doen van aangifte voor de dienst bjj do Nationale Militie, met verwijzing naar bet bepaalde bij do Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 der Wot luidende Art. 15 Jaarlijks wordon voer do Militie inge schreven allo manndjjko ingezetenen, die op don Eersten Januarij van het jaar hun I9da jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: 1 llij, wiens vader, of, is dore overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens do Wet van 28 Jolij 1850 (Staatsbl. No. 44). 2. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedurende do laatste achttien maanden voorafgaando aan den lsten Januarij van het jaar der inschrijving, in Nederland verblijf hield. 3. Hij van wiens ouders de langstlevendo ingezeten was, al is zijn voogd geen iugozeten, mits hij binnen het Rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behoorende tot eencn Staat, waar de Nederlander niet aan de vcrpligte krijgsdienst is onderwerpen, of wa.tr ten aanzien der dienstpligtigheid tut beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. JAGT. De Burgemeester van Schagen, Brengt ter kennis van belanghebbenden, het volgend besluit: De Commissaris des Koning in Noord Hol land Gezien bet besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie, dd 3 December 1879, no 1; Gelet op art: n der wet tot regeling der jacht en visscherij (Staatsblad 1837 no. 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de sluiting der jagt op klein wild voor Moord Holland, is bepaald op Woensdag den 3ien December 1879 met zonsondergang en dat alzoo. op grond van het bepaalde hij bet eerste lid van art: 27 der aange haalde wet, het verkoopen, te koop uit stallen en vervoeren van wild, uiterlijk tot en met t-f Januarij 1S80 zal mogen plaats hebben. En zal dit besluit in bet provinciaal blad worden geplaatst en in iedere gemeente van Noordbollaud worden aangeplakt. Haarlem, 6 December 1879. De waarnemende Commissaris des Konings, ,(Get.) G. van TETS. Schagen, tg December 1879. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Art- 20 Dij, die eerst na hot intreden van zijn VIL Hoe het mij daarbij te moede geweest is, kunt gij 11 voorstellen..-. Ik had er mijn hariebloed voor gegeven, 0111 bet weder goed te maken, maar mijne gelofte breken, dat mogt ik niet doón, dat was eene doodzonde, waarvoor ik bier 19do jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste numaals zou inoelen boelen! Uw vader beeft dat naar liet .schijnt niet ingezien. Hij zeide even veel ingezetenen wordt, is verpligt zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te gev«n bij Burgemeester en V« ethouders der Ciemeeute, waar de iuschrijving, j op u te hebben als ik en indien ik uw volgens Art. 16 moet geschieden. huwelijk met Resi wilde verhinderen zou hij Art. 16. De inschrijving geschiedt: 1. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de z' le J 1 gerecht aangeven en ons huis vader, of, is deze overleden, de moeder,of, zijn beiden verpanden. Dan had ik hem en mij en ons kind "T'vaü'et gehuwd? en ?yan een weduwnaar in de tGl ^hande gebracht. Daarbij is het gebleven Gemeente waar hij woont; en het eenige wat ik gedaan heb kunnen krijgen 3. Van hem die geen vader, moeder of voogl j is hem te doen belooven er niet legen te zijn heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd J buiten 's lands gevestigd is, in do Gemeente, waar hij indien Besi met een auder wilde trouwen, en woont; u geestelijke te laten worden, indien ik de 4. A an den buiten 's lands wonenden zoon van een 1 Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een dr,e ,londerd Sulde« v°°r bet meisje kon ver vreemd land woont, in de Geme-nte, waar zijn vader schaffen. of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Art. 17, Voor de Militie wordt niet ingeschreven: 1. De in een vreemd Kijk achtergebleven zoon van een ingezet n, die geen Nederlander is. 2. De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezoten. Uw vader meende, dat ik hiervoor op de erfenis van mijne oude nicht in Meurnau rekende, maar dat die mij niets vermaakt, weet ik even goed, als hij. Ik wilde het geld verdienen en oversparen, ik heb iederen penning, drie maal omgekeerd, en halve nachten voor anderen ge naaid en gesponnen. Maar twee keer beeft Jozet mijn spaargeld gevonden en meegenomen, zoo als altijd als hij ziet dat ik wat heb, en daarna ben ik ziek geworden Moeder, heb geen zorg meer," viel Alois baar in de rede, terwijl bij bare hand tusschen de zijnen drukte, »nu geef ik aan Resi, wat haar toekomt' De zieke baalde diep adem en een lachje verhelderde baar bleek gelaat. »Ik l.eb het van u verwacht,» zeide zij en terwijl zij zich voorover boog, vervolgde zij fluisterend:» Geloof mij, Alois, de moeder Gods heeft zich nogeens outfermd, en beeft alles in bet gelijk gebracht, opdat gij geestelijke zoudt kunnen worden.... Maar boe kijkt gij mij zoo aan.... Alois, Alois gij zult toch niet....» Zij kon niet uitspreken; een vermoeden van de waarheid deed haar hart zamen krimpen en met een zucht die veel van een angstkreet had, zonk zij in haar kussen terug: Alois begreep dat hij haar nu niet durfde zeggen, hoe onmogelijk het hem was te gehoarxamen. Hij br.d haar zich kalin te houden en verzekerde, zonder iets te beloven, dat alles in orde zou koinen, en gaf haar de druppels in, die de pijn in het hart placht te verzachten. Toch gevoelde hij zich ver licht, toen zijn vader te huis kwam, zich bij de zieke nederzette en hem aandreef naar Gar- inisch op weg te gaan. Alois was spoedig gereed, toen hij afscheid van zijne moeder nam, zeide zij, terwijl zij hein hallsmeekend, halt uitvorschend in de oogeu zag: Wilt gij iets voor mij doen? Ga dan eene Ave- Maria voor het moeder Gods beeld in Partenkirch waarvan ik u verteld heb, voor mij bidden Alois beloofde het, ofschoon hein daarbij eene siddering overviel; toen ging hij met een zucht van verligting naar buiten in de frissche mor genlucht. Hoofdstuk IV. Hij was nog niet tot aan de tuindeur genaderd, toen bij vlugge, lichte schreden achter zich hoorde; hij keek om Resi kwatn vrolijk en trisch als altijd achter hem aan. Ik ga met u tot aan het Lam», zeide zij, terwijl zij te zaïnen de straat opgingen. Ik inoet een kan bier voor vader halen en jk wilde eens weten, wat Hans gisteren avond gezegd heelt.» «Hans!» herhaalde Alois, langzaam, terwijl liij zijn gelaat afwendde,» ik heb hein niet meer ingehaald... Gij weel hoe hard hij loopt.» Het doet er ook niet toe!» riep het jonge meisje en wierp het lioo.'d achter over. Waarom is hij ook terstond zoo wilt en dol. Wij zullen hein uitlachen, wat zegt gij Alois Maar wat scheelt 11? voer zij ernstig voort. Gij ziet er uit, als of gij een spook gezien hebt Is er weder iets met vader voorgevallen Hij schudde het hoofd.» •Neen, Resi, u kan ik het wel zeggen. Gij spreekt er met niemand over, ook niet met moeder.... Zij wil dat ik geestelijke word.»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 1