Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. IS JMMRO. 1 Ao. 1880. 24stc Jaargang. No. 125 7 Bekendmakingen. Nationale Militie. Nederland en Engeland. Gemengde berichten. Dit blad verschijnt twee maal per weekFToens dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mul dags 12 ure worden advertentiën in het eerstuitkomend No. geplaatst, ingezonden stukhen een dag vroeger. Abonnementen op dit blad worden door alle kT Prijs per ^aar f 3.f'rnnco per post f 3 6o, Afzonderlijke r» tuners 0.07J. Advertentiën van een tot vijf regels f 076; ieder regel meer /'o.i5. Groote letters naar plaatsruimte. Naar volksheil tonder deugd te dingen ls arbeid aan een rots te biên. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Burgemeester en Wethouders van Schagen. noodigen bij deze belanghebbenden uit, die over den jare 1879. van de gemeente iets te vorderen hebben, hunne rekening voor of op den isten Februarij a.s. ter plaatselijke secretarie ïntele- veren. Schagen 2 Januarij 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGEN BERG. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester ee Wethouders der gemeente Schagen Brengen, ter voldoening aan de derde alinea van Art. 26 der wet op de Nationale Militie van den I9en Augustus 1861 [Staatsblad no. 72], ter kennisse van de belanghebbenden, dat bet overeenkomstig art. 25 dier wet afgesloten In schrijvings register van 1879, met de daaruit opgemaakte alphabetische naamlijst, op heden ter secretarie der gemeente voor een itder ter lezing is nedergelegd tot en inet den 21 Janu arij 1880, van des morgens 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen den i3 Januarij 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemc G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. Slechts zeer weinigen onzer lezers kennen misschien Potgieters schoone beoordeeling van Huijgens hluiswerck. Deze beoordeeling eindigt inet een treffende vergelijking tusschen den engelschen staatsman William Temple en ODzen Constantijn Huijgens, in vele opzigten gelijk, overtreft de nederlandsche dichter en geleerde den Brit in diepte en veelzijdigheid van bescha ving, maar in de woning van den engelschen geleerde leeft een klerkje (de naderhand zoo be roemde deken Swift) die bestemd 's om de traditie der engelsche beschaving op de 18e eeuw over- tebrengen en met Iluijgeus verdwijnt de laatste ster van de eerste grootte van onzen letterkun digen hemel. Achl met de 18e eeuw sterft bij ons het geslacht van krachtige mannen uit en begint het engelsche volk eerst tot waren bloei te komen. Van waar toch dat groote verschil tusschen Nederland en Engeland In het begin der 17e eeuw was ons vaderland in alles de meerdere van Brittanje, omstreeks de helft zijn gelijke, maar 5o jaren later zinkt Nederland hoe langer hoe meer voor Engeland in het niet. Welke kan toch de ware oorzaak zijn dat de Engelschen sinds dien tijd zoo verhoogd en de Nederlanders zoo vernedeid zijn? Lag het aan de beperktheid van ons zielental? maar in het begin der 17e eeuw bedroeg de bevolking van Engeland niet meer dan 2.5oo.ooo, het is juist de meerdere bloei, die den aanwas der bevolking ten gevolge heeft gehad. Lag het aan den ge ringen omvang van ons grondgebied? maar onder Fiedrik Hendrik, had onze staat gemakkelijk en zonder schending van het volkenregt een aan merkelijk gedeelte van Belgie en Duitschland bij ons grondgebied kunnen voegen. Wij hadden toen het beste en grootste leger van Europa, de best gevulde schatkist, op diplomatisch gebied het meest intebrengen, de annexatie had dus kunnen geschieden zonder schending van het vol kenregt, daar de duitsch keizerlijke troepen onder Pappenheim ons voor Maastricht hadden aangevallen. Alleen de kortzigtige Staatkunde onzer stedelijke regeeringen, voornamcntlijk van Amsterdam, was oorzaak, dat wij geen duurzame voordeelen van onze gunstige gesteldheid hebben geplukt. En zie, toen een gunstige loop der omstandigheden ons bragt, wat wij verzuimd hadden, door eigen energie te krijgen, toen de rijke belgische provinciën bij ons werden ge voegd, toen hebben wij door eene kinderachtige godsdienstige verdeeldheid ze weer van ons laten afscheuren. Dus is ook beperktheid van grondgebied alleen aan onzen schulJ te wijten- Maar zegt men misschien, Engeland was in de 17e eeuw reeds een eenig magtig koninkrijk, en onze provinciën waren toen slechts een Rijk in wording. De eenheid, die wij eerst in 1814 verkregen, bezat Engeland reeds in 1700. De Engelsche Staat is ons dus meer dan een eeuw vooruit, geen wonder dat bij den onzen verre in kracht overtreft, ook deze opmerking is slechts gedeeltelijk waar, de vereeniging met Schotland is eerst in het laatst der vorige eeuw en niet dan na bloedige opstanden volledig volbracht en ieder weet, dat de band, die Ierland aan Engeland hecht, ook nu nog door het meerendeel der Ieren vervloekt wordt. Op de staatseenheid van Engeland valt dus niet bijzonder te roemen, zij kan niet de oorzaak van zijn grootheid en magt zijn. Montesquieu zocht, in zijn tijd, die oorzaak in Engelands constitutie, en vergeleken met Frankrijks despo- lismus, was in zijne dagen de engelsche vrijheid een hemelsche genius, maar thans is er bijna geen staat in Europa, die niet een betere grondwet en een rationeeler zamenstel van wetten dan Engeland heeft, en ondanks zijn gebrekkige constitutie blijft het de magtigste en welvarendste Staat van de wereld. Van waar dat krachtige leven in het Engelsche volk en de flaauwe polsslag in het nederlandsche? Alleen in den krachtigen openbaren geest van het engelsche volk moet de oorzaak van Eijn grootheid gezocht worden, zeker het heeft ge bleken, groote gebreken, zijn volks egoismus overtreft dat van alle natiën, het fransche volk leeft in zijn edelste oogenblikken voor de inensch- heid, het engelsche alleen voor zich zei ven, het duitsche volk heeft in zijn besten tijd gezocht naar schatten, des geestes, het engelsche meest gedorscht op stoffelijke voordeelen, maar de openbare zaak, het belang des volks, zweefde den Brit steeds voor oogen, en daarin lag zijn kracht. Reeds eeuwen achtereen heeft het engel sche volk in zijn parlement de ware vertegen woordiger van zijn belangen gezien. Men weet hoe de verkiezingen in Engeland plaatsgrijpen, de romans van Dickens hangen daarvan een alles bekoorlijk tafereel op, omkooping op groote schaal speelt er steeds een hoofdrol in, en iu vroeger eeuwen was dat nog veel erger, de toongevende leden van het parlement waren alles behalve heiligen. Walpole hield zich 20 ]aren lang voornamentlijk door omkooping staande, Fox was in vele opzigten een losbol, Burke een politie ke weerhaan, Peel liep met pak en zak naat de tegenpartij over, Chatham en Fox veroorloofden zich iu hun beroemdste speeches uitdrukkingen en personaliteiten die geen president der Tweede Ka i»er bij ons zoude geduld hebben; bij ons is alles veel fatsoenlijker, veel deftiger, helaatfi Wij verstikken onder het zware kleed van ons fatsoen. De leden van onze Kamers leven in de eerste plaats voor de Kamers, slechts in de tweede plaats voor het volk. Een lid vau het engelsche parlement zal het zich een eeretitel rekenen als men hem een volkstribuun noemt bij ons schijnt het een scheldwoord. Het lid maatschap van het parlement wordt bij onze overburen voor de grootste eer gehouden, bjj ons als een trap oin hooger te klimmen. Wie lid van de Kamer wordt, neemt het aan om na eenige jaren, commissaris des Konings, lid van den Staatsraad, van de rekeokaurer enz te worden. Alleen eeuige oude advocaten te's Gra- venhage nemen het baantje van lid der kamer zonder den prikkel naar hooger, daarbij waar. Het gehalte van de leden der vertegenwoordiging is bij ons niet minder dan dat van het pari©, ment, maar de heilige ambitie ontbreekt. Hoe weinigen onzer leden, die het bewustzijn met zich omdragen, dat zij een groot en roemrijk volk vertegenwoordigen. Immers de meesten ver tegenwoordigen toch het volk niet, maar Heen do kiesvereeniging, aan welke zij hunne benoe ming danken. Zij zijn leden der kamer geworden door een toevallige protectie vau den president of den secretaris der kiesvereeniging. I11 Engeland is het parlement het middenpunt der uationale kracht, bij ons gaat het volksleven buiten de kamers om. Wil onze natie herleven dan is voor alles een nieuw parlement noodig, eene wijziging der kieswet is dus noodzakelijk, maar daarmede is slechts eene kleine schrede op den goeden weg gedaan. In een volgend stuk hopen wij nadere middelen tot herstel aantewijzen. outvanger Door Z. M. is benoemd tot der registatrie en domeinen te Schagen de heer F. Gordon, thans in die betrekking te Beesterzwaag. Koeijen die als zij gemolken worden niet stil willen blijven staan, zijn er velen en door het vastbinden der pooten, zooals hier en daar geschied worden zij meestal nog slechts wilder. Een Duitsch blad geeft een onfeilbaar middel tegen deze la-tige gewoonte den raad 0111 de koe die gemolken wordt een natten doek op het kruis te leggen en beweert dat zij dan stil en geduldi staan blijft. Men kan zich gemakkelijk van ds juistheid der mededeeling overtuigen. L'it Den Haag wordt van particuliere zijde gemeld, dat aldaar vrij algemeen het gerucht verspreid is, dat 11. 51. Koningin Emma zich in gezegende omstandigheden bevind. Dit zou de reden zijn waarom HH. MM. hebben afgezien van het plan, ooi naar Arolsen te verrtekken, ten einde den verjaardag HDs huwelijk in den famielieknng aldaar door te brengen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1880 | | pagina 1