Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 0 11A 6 Ao. 1880. 24ste Jaargang. No. 1264 m Bekendmakingen. Elsje Poelstra LOTING Nationale Militie. Onze lieve vrouw van Partenkirch. CHAGE OIIRANT. Dit blad verschijnt twee maal per weekJVoens- dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid dags 12 ure worden advertentiën in bet eerstuitkomend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag voeger. Abonnementen op dit blad woiden door alle Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.6o, Afzonderlijke nnmmws f 0.07$. Advertentiën van een tot vijf regels 0 75; ieder regel meer /o.i5. Groote Ltteis naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekband-laren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd re dingen Is arbeid aan een rots le bun. lil: VOLK ING. laatst gewoond hebbende te Amsterdam wordt in haar belang aangemaand, zich zoo spoedig mogelijk ter gemeente secretarie van Schagen, te vervoegen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente Schagen, Brengen, ter voldoening aan het tvreede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). voor de tweede maal ter kennisse van de belanghebbenden, dat de Loting, van de in 1879 voor do Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvaneene aanschrijving van Zijne Excellentie den Heer Com missaris dezer Provincie, dato 2 Januarij 1880 No. 8]4 M. T., zal plaats hebben op den 23en. Februarij e. k., des voormiddags ten half 10 ure ten Raadbnizo dezer gemeente en woiden zij, welke daaraan moeten deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder of voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat overeenkomstig Art 34 van gemelde Wet dadelijk na de trekking van het Nummer, do redenen van vrijstelling, welke do Ingeschrevene mogt hebben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangenJi minuten of uren waren, bad bij niet kunnen Ook Alois was op de knieën gevallen; als in zinsverbijstering blikte bij omboog. Ja, zij was bet, bet bleeke gelaat met een stralenkrans omgeven. Het zonnige glanzige haar, de genadenrijke oogen! en zij was tot hem ge komen. bad hem in het leven teruggeroepen, terwijl hij zich 0111 eene zondige liefde, en van haar had afgewend in verlangen van aardsch geluk. Eene rilling voer hem door lichaam en ziel. »De uwe ben ik, gebenedijde!» neem mij aan! bad hij in diepe verootmoediging en toen zoo trachtte hij later bet onbeschrijfelijke te beschrijven kwam er als een hemelglans over hem, maar die glans ging van hem zelve uit' en eene stem die bij vroeger nooit gehoord bad klonk en sprak in hem, en bij .wist, dat het zijne ziel was, die liet wonder prees wat aan hem geschied was.... en over dien glans, die woorden en toonen, zweefde de Hemelscbe ko ningin en lachte hem toe. even als gisteren, toen bij in den zonneschijn ontwaakte, en rondom hel hemelscbe gelaat van kleuren fonkelde drup pelen nederruischten. Hoe lang die zinsverrukking duurde, of het wogen8 brocderdieDSt of op grond van te zijn eeniee wettige zoon, zal hij op Woensdag, den 25 Februarij, des voormiddags ten 10 uur, in het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Bur gemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de vereischle getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling wegens broederdienst, zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte acten van al zjjne nog in leven zijnde broeders. Voorts zullen door den Burgemeester bij den Kom- mandant van het korps waarbij zijne broeders dienen of gediend hebben, worden aangevraagd de bewijzen van werkelijke dionst of een uittreksel uit het Stamboek, mits hij zich biunen drie dagen na de loting ter Secretarie vervoege, ten einde aldaar de voor die aanvrage noodige opgaven te doen. Schagen den 3 Februarij 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd. G. LANGENBERG De Secretaris. DENIJS De Burgemeester van Schagen, brengt naar aanleiding van art. l5, 2e lid der wet van den 26e Mei 1870, (Staatsblad no. 82), ter kennis van belanghebbenden, dat bij ter secretarie van de gemeente, gedurende 3o dagen, ter inzage zeggen; maar een uitroep van diepen jammer riep hem op de aarde terug. Zijn vader was het die dien kreet slaakte. Nande! Nande! riep hij en trok met beide banden aan zijne verwarde grijze baren, terwijl een paar vrouwen een levenlooze gedaante in de armen bielden. Alois sprong op bet kon niet waar zijn bij vatte hare banden ze waren koudbij keek haar in de oogen ze waren gebroken Aan het leven der lijderes was een einde ge komen. Hoofdstuk VII. Twee dagen later werd vrouw Bergbuber onder grooten toeloop van inenschen begraven. Resi was met vriendeu en buren van Walgan. ge komen, en geheel Partenkirch gaf bet geleide aan de vrouw van wier laatste wonderbare lot gevallen men alleen half met eerbeid, half met angst vertelde. Hel verbaal daarvan kwam uil eene zekere bron, de oude Bergbuber, die alles 1 van Alois bad gehoord, vertelde bet omslachtig beeft nedergelegd, eene opgave van uitkomsten 0 van meting en schatting, bedoeld in de artt. l5. j aan ieder die hem op bier wilde onthalen. Eenige 23 en 43 der gemelde wet. stemmen van ongeloovigen die alles op eene Schagen 3 Februarij 1880. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. toevallige gelijkenis tusscben het beeld der moeder Gods en eene vreemde blonde vrouw wilden schuiven, werden snel lot zwijgen gebracht. Velen hadden de vreemde dame gezien, maar niemand was eene gelijkenis opgevallen. Deze vreemdelinge had met bet wonder wat Alois en zijne moeder wedervaren was niets gemeens, dan dat zij zich toevallig toen bet ge schiedde in Partenkirch bad bevonden. Dat alleen de hemelscbe Koningin bij machte was den door XIV. Thans hadden moeder en zoon het altaar bereikt. Zij wierp zich op de knieën. «Heberbarmen, HemelscheKoningin!» Smeekte den bliksem getroflen Alois uit den dood op te zij met opgeheven handen. Hier is mijn zoon. wekken, begreep elk kind, en zij alleen kon van treedt niet met ons in bet gericht!, en diep de belofte van vrouw Bergbuber weten, en kon, zuchtend wierp zij zich voorover op baar aan- zoo als aij op den morgen na bet onweder gezicht, de uitgestrekte banden naar het altaar gedaan bad, bij Alois op de vervulling daarvan gericht. aandringen. En was de dood van vrouw Berg huber ook niet een bewijs van den invloed der gebenedijde? Ofschoon zij zonder de sacramenten der stervenden was heengegaan, lag zoo als de Heer pastoor op bet eerste gezicht van het lijk gezegd bad Gods vrede op haar bij het leven steeds zoo bezorgd gelaat. Ook behoefde men Alois slechts aan te zien, om te bemerken dat de Hemelkoningin haren invloed op hem uitoefende. Dag en nacht had hij bij de lijkkist zijner moeder op de knieën gelegen, de waardiu wiide er een eed op doen dat geen spijs over zijne lippen en geen slaap in zijne oogen was gekomen, en toch was geene vermoeidheid aan hein te bespeuren. Hij weende niet, sprak weinig maar ook op zijn gelaat lag volgens de uit drukking der waardin als een lichtglans verspreid en zijne oogen zagen er uit als of zij tusschen de wolken door, in den hemel blikten. In dien toestand bleef hy ook toen bij met zijn vader en pleegzuster naar Walgan terug was gekeerd. Het grootste gedeelte vau den dag was bij boven in zij,o kamertje; Resi hoorde hem uren lang heen en weder gaan, of luid sprekeu bidden waarschijnlijk dan was weder gedurende langen tijd alles stil, en als zij ein delijk besloot hem voor den maaltijd te roepen, die bij gedurig vergat, vond zij hem meermalen op den grond liggenbet hoofd ter aarde ge bogen. v «Zoo bij maar weder kon werkenzeide zij tot zich zelve. De arbeid brengt bet best alles weder terecht,. .Maar zijn arin, die stijf en pijnlijk was, hin derde hem bierbij nog. Den eerstvolgenden Zondag ging bij des moi- gens vroeg uit en kwam gelijk bij aan Resi gezegd had eerst des avonds terug. De maan stond aan den Hemelgroepen jongens met meisjes aan den arm, gingen in de dorpstraat op en af en groeten als ze elkander voorbij gingen, met eeu lustigen danspas; uit de her berg klonk gezang en geschreeuw, bassen en violen en bet stampeii en juichen der dansenden. Alois sloeg een kruis en liep soel voorbij. Dat was de wereldscbe ijdelheid die hem bijkans van den rechten weg had afgeleid. Dan kwam bij bij de woning van den smid. Reeds, in de verte hoorde hij de twistende stem men der echtgenooten en het schreijen der kinderen. Dat was de oneenigbeid der wereld wel hem die er zich kon uitredden! En eindelijk als bij links omsloeg en zijn vaders huis zag liggen, trad hem met de berinnering aan het lijden zijner moeder, de ellende der wereld voor den geest. Maar ook het hoogste aardsche geluk«de kroon des levens, zou hem te aanschouwen gegeven worden. Toen hij het tuinpoortje bin nentrad en den overhangenden vlierbosch ter zijde boog, zag bij Resi en Hans. Zijn schoon, de maan toegewend gelaat (straalde van liefde en verrukking. Met den linker arm hield hij het jonge meisje omvat, met den rechter hief hij haar hoofdje in de hoogte. .Waarom weent gij, Resi? vroeg hij. Na is alles zoo als het zijn moet'..*, kijk daar komt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1880 | | pagina 1