DE KIDDEK VAN VENETIë.
Gemengde berichten.
heeft ook een notulenboek, waaruit blijkt, dat
zij onafgebroken haren arbeid reeds ongeveer
3o jaar heeft voortgezet. De Latijnscbe naain
zal u minder vreemd voorkomen, als Gij ver
neemt, dat de oprichters oud studenten waren,
die op deze wijze eene uitspanning voortzetten
wellicht reeds begonnen voor bunnen studenten
tijd. Het waren studenten uit ongeveer éénen
tijd; van dezelfde Academie; in wie de herin
nering leefde aan de zelfde prettige studiejaren;
die het lö vivat op een studentenjool; eens
samen hadden aangeheven.
Het waren krijgsmakkers bovendien. Toen in
i83o de nationale geestdrift ontwaakte bracht
het Groninger en Franeker studentencorps zijn
keurbende aan en deze mannen, toen jongelingen
snelden naar de grenzen. Is het wonder dal de
avond hun dierbaar was, waarop zij hunne
herinneringen konden vernieuwen, terwijl zij hij
de beoefening der oude geliefkoosde kunst ver
gaten, dat zij ouder waren geworden! Maar ach
de dood ontsiert ook niet hunnen band. Een
hunner vrienden, ineen ik "ontdekt te hebben,
teekent jaarlijks in de Provinciale Courant de
namen der gevallenen aan en hun denknaald
siert hij met een II. 1. P. Requiescant in pace!
Dat zij rusten in vredel Rust in vrede! M. T.
M. A! met wien ik zoo menig genotvol uur in
uw bemind Declamatorium heb mogen doorbren
gen en wier mond nu voor eeuwig gesloten is!
Blijf nog lang wakker T! eeriig overgeblevene
der oprichters, opgericht in het gevoel des levens
en houden wij, met de jeugdige krachten; die
zich aan ons aangesloten hebben, den naam van
ons Declamatoriuiii hoog!
De avond in den winter, met wiens uitgangen
ik u bezig houd, geachte Hoorders! riep ons
samen in het vroegere Hof van Holland. Om
den kachel zaten we gezellig geschaard. More
majoruin (ik ben op klassiek terrein, anders had
ik gezegd, ouder gewoontë) had een der leden
een door hem gekozen voordracht gereciteerd
en al naar onze krachten deden wij dit heter
of minder goed of even goed, ingevolge de oude
instelling dat ieder vogeltje zingt, zoo als het
gebekt is. Het moet den dichters, wien het te
beurt valt dat een hunner stukken op deze wijze
voorgedragen wordt, wel om de ooren tuiten,
zoo veel woorden vallen om het kleinste
woord om een punt of een komma waar
mede een der leden niet volkomen vrede
heeft. Hoe gaarne schetste ik U een onzer ge
sprekken, waarbij goede luim gepaard gaat aan
pittigheid en scherpte, en de zaak des versiands
ook die is des gemoeds. Doch er zou te veel
gevergd zijn van mijne pen, die al aardig aun
het krassen is geweest, zoo men ook maar een
dragelijk beeld vorderde van dit wisselspel van
gedachten. Niet juist alles is voor beschrijving
vatbaar en het terug geven van eeu gesprek is
zeer zeker een hoogst moeielijke opgave Voldoe
U de mededeeling dat ook deze avond een parel
was aan de kroon mijner vermaken en dat ik
ook zonder het uitzicht dat aan het slot dezer
bijeenkomst mij geopend werd, reeds alle reden
bad om over mijn Season volkomen te treden
X1L
Peinzend, met gebalde vuist had Valerio geluisterd.
Nu keek hij op, de wang, door de lucht van het
vaste land bruin geverwd, gloeide van een donkeren
blos en vurig fiikkeiden zijne goudbruine oogeD.
rEr zou een middel vtzen! Bet volk is al die
Euttelooze vreesaanjagerij moede! Het dappere leger
schreeuwt van verraad en onwaardigheid zijner aan
voerders nooit was do tijd zoo gunstig, maak u
zeiven en Venetië vrij. Sedert lang zijn de hoven
deze trotsche, arglistige gluipers mor de, Spanje zendt
n hnlp, de keizer schei kt u zijne goedkeuring en
zegenen zou u de Paus Doge, oom, maak de oode,
geliefde Vtnetiaansehe spreuk waar: „broed in de
hut, recht in het paleisdie sedert lang ten spot
werd. hlaak Venetië vrij, terwijl gij u zeiven bevrijd!'1
Vol schrik zag Dooato Venier om zich been.
„Zwijg, om Christus' wil, zwijg! Denk aanFalieri!
Gij weet niet, of uit gindsch beeld niet een bespiedend
oog op ons nederziet, of de zuilen van gindschon
troon niet van binceD uitgehold, elk woord dat hier
gesproken wordt, verradelijk naar het oor der Capi
leidt. Spreek nooit weer zoo tot mijik heb immers
rocetcn zweren, nooit de macht van den doge nit te
breiden en zelfs degenen san te klagen, die mij zouden
willen verheffen. Reeds is het schending van mijnen.
te zijn. Ik ben verplicht U die met mij de gebeur
tenissen van dien winter herleeft, mededeeling
van dat uitzicht te doen, door het beloofde op
eene merkwaardige wijze den kring mijner
uitgangen te besluiten.
Het na de a'gemeene voordracht verplichte
vers was gelezen; de kritiek daarover had plaats
gehad; het gesprek nam meer en meer een
vrijer beloop, toten dit tot onze niet geringe
verwondering ons medelid M. het woord
vroeg ovet1 eene mededeeling.
Niet gewoon aan dergelijke officieele toespraken
spitsten we, nadat onze president den spreker
het woord verleend had, de ooren en daarop
volgde de voorlezing van een brief, geteekend
Meijer, uit Groningen, in het Duitsch geschre
ven. Aan het adres van den heer M. gericht,
had deze gemeend dat de brief het best zijne
bestemming bereiken zou, zoo hij hem aan de
leden van het Declamaiorinno voordroeg. In
dien brief werd bet plan aangekondigd voor
eene lezing in ons dorp en dat in zulk hoog
dravend Duitsch, dat ons bij het booren alles
groen en geel voor de oogen werd. Als onder
werp werd aangekondigd das Relative in 's
Absolute, of wel, ik weet bet niet meer «das
Absolute in 's Relative* in termén zoo geleerd
en zoo dik, dat w ij na de lezing elkander verbaasd
bleven aangapen. Eindelijk waagt er een te
vragen: Wie is die Meijer? Kent gij dien Meijer?
Een schouder ophalend neen was het antwoord
van ons medelid. Nu was reed» onder de lezing
van den brief een vermoeden bij mij gerezen, dat
i plotseling lot zekerheid werd- Die brief stond tot
den brief, dien ik ontvangen bad en dien ik u
daar even voorlas als de boom tot de struik, als
de man tot bet kind. Die brief moest zijn van den
beschermeling van mijn beschermeling en met
stelligheid riep ik uit: Ik weet bet! Hij is van
't Genie! «Het Genie, wien bedoelt Ge, was
natuurlijk de vraag. En daarop deelde ik de
ontmoeting mede, die ik gehad had. En o!
wonder, mijne gissing bleek na eenige woorden
wisseling waarheid- De schrijver was het ontdekte
Genie dat bij Bierhuis gewoond bad... die
jonge Duitscber... die kop van belang... die
alle talen kende... 1'bilosoof, iedere duim,
pbilnsnoiIn bel oostersch vooral zoo ver!
Welk een schoon uitzicht op een schitterend
slot aan mijn Season! Men moet ook maar in
een dorp wonen om wat bizonders te zien en
te hooren!
JVordt vervolgd.
In een den 1 7 dezer qehouden vergadering
van aandeelhouders, der Landbouw Sociëteit
Cereste Schagen werd besloten door achter-
waartschen uitbouw, die inrigting te vergrooten.
achter het beurslokaal zal eene koepelkamer;
waaronder een kelder, worden aangebouwd, ten
einde de gelegenheid open te stellen tot het
houden van openbare verkoopingen enz.
Het voorstel van eenige leden, om de beide
kolommen in de voorzaal te doen vervallen,
om dat ze, naar hun oordeel, den billardspeler
hinderlijk warm, werd, nadat de architect cn
bouwmeester van het gebouw gehoord was, met
bijna algemeene stemmen verworpen.
erd, dat ik u wegens uwe stoute woorden niet aan
den beul overlever, u. uit wiens trouwe oogen de
eenige lichtstraal mijns levens blikt denk aan de
beide Foscari en vergeet, wat gij gezegd hebt! Ook
ik wil trachten te vergeten! Laat ons over iets anders
spreken, over de pracht van "Weenen, over zijne*
sehoone vrouwen zij waren n zeker wel genegen?"
De doge lachte Zijn gedwongen scherts stond
vreemd hij den blik, die schuw den grond zocht.
„Ja," voer de doge haastig voort, .„ik denk dat
menig schoon oog droevig staat, sedert gij er aan
ontrnkt zijt. Ik weet hettoen men n, ondanks uwe
jeugd, tot gezant koos, dacht de Raad, die immers
aan alles denkt, ook aan de zachtheid uwer rede, aan
uwe schoonheid. In de monarchiên vermochten de
vrouwen van ouds veel in dingen van politiek, en al
wijst de Raad de vrouwen van Yenetië ook streng
binneD hare perken, aan de hoven zijn de vrouwen
hem goed, zoo als zij zijn. Sierk wezen door ver
standig partij te trekken van anderer zwakheden, zoo
klinkt de leer van Fra Paolo den staatsconsultor. De
Raad is wel over u tevreden, daarom denk ik, waren
de Trouwen van bet keizerlijk hof het ook. De kei
zerin is jong en schoon, zegt men...."
Yalerio bleef ernstig bij den veelbeteekenenden
blik en den heeschen lach zijns ooms. Steeds met
meer bevreemding zag hij naar den gekroonden
grijsaard.
„Torst! voor de eerste maal is bet mp, altof ik n
Zondag "ii Februarij, zal de godsdienst
oefening bij de Hervormde Gemeente te Kolhorn
geleid worden door den Heer Scholte, predikant
te Oude Niedarp.
Een soldaat in garnizoen te Jozefstad, die
tegelijk een luitenant als oppasser bediende, bad
zich wegens een misdrijf tegenover zijn meester
te verantwoorden. De/.e schijnt van een zeer
gestrengen aard te zijn, althans de arme jongen
maakte zich zoo ongerust, dal iiij bet wanhopig
besluit nam de handen aanzichzelven te slaan.
Hij kroop in een schoorsteen der kazerne en
hing zich daar op aan een pen die de schoor
steenvegers gebruiken om er bij bet vegen den
voet oji te zetten. Wel werd zijne afwezigheid
spoedig opgemerkt, doch niemand kwam op
liet denkbeeld bet inwendige van den schoorsteen
te onderzoeken, zoodal de kommandant den
veronderstelden deserteur overal liet signaleeren.
Hij was en bleef weg tot voor eenige dagen
een schoorsteenveger het lijk van den vermiste
volkomen gaaf, maar geheel gerookt, terugvond.
Hij bad een volle vier weken in den rook ge
hangen.
Het Februarij nummer van een nieuw
Engelsch maandschrift bevat een artikel door
hem niet zelf geschreven, maar toch uit den
mond van den ex Zoeloekoning. Cetewav, waarin
allerlei merkwaardige mededeel ingen worden
gedaan. De koning houdt eenige beschouwingen
over de geschiedenis van zijn volk en doet daarna
eenige mededeel ingen omtrent de wijze, waarop
hij gewoon was zijn land te regeeren
Eens liet hij zijne manschappen pnder de
wapenen roepen, doch velen hielden zich ziek.
Dat verdroot liem, en koit en goed zond hij
een regement naar de verschillende Kraals. om
alle werkelijke cn ingebeelde zieken van kant
te maken. Zij deugden toch nergens toe.
Een anderen dag wilde bij een regiment.dat
zich bijzonder dapper gedragen bad, eens be-
loonen en gaf den manschappen een geheele
klasse vrouwen ten huwelijk. Zij moesten baar
onderling verdeelen. De vrouwen hadden er
echter niet veel lust in, en bragten in bef midden,
dat bet regiment veel te weinig manschappen
telde, om ben allen te onderhouden. De groot
moedige koning liet toen een ander regiment
aanrukken, maar ook dat vond geen genade in
de oogen der weinig trouwlustige vrouwen en
zij zochten nieuwe uitvluchten", doch toen gaf
Cetewayo zijn soldaten het regt, om op die
dames, welke zooveel nooten op baar zang hadden, a
in te hakken, waarbij er verscheidene gedood
werden; de overige schikten zich toen wel in
haar lot. Zoo leerde ik het vofk, vervolgt de
koning, wie de baas was.
Gisteren kwam een spoortrein uit Anda-
lusie naar Madrid. Tusscben Alcassar en Ar-
gamasilla waren de rails opgebroken en werd
de trein overvallen door een rooverbende van
16 man. Met den trein werd een bedrag van
4o,ooo pesetas in specie vervoerd. liet is mogelijk
dat de roovers dit hadden geweten en op bet
buitenkansje hadden gerekend; maar is dit zoo,
dun zijn ze bedrogen uitgekomen; want ter be
waking van het geld was een officier met eenige
gendarmes medegegaan. terwijl bovendien toe
vallig ook de maarschalk Serrano in den trein
zat. Deze liet terstond op de aanvallers vuur
geven en deed dit zelf ook. Ofschoon de roovers
insgelijks van hunne vuurwapens gebruik maak
ten, waarbij eeri gendarme ".verd gekwetst, waren
zij toch genoodzaakt het hazenpad te kiezen.
Er wordt niet gemeld of het spoor spoedig genoeg
hersteld werd om voor den trein geen lang
oponthoud te veroorzaken, maar wel dat er
bij afzending van bet bericht gendarmerie was
uitgezonden 0111 de roovers te vervolgen.
Den Heer Edward RoOze werd gisteren
door eenige ingezetenen van Kampen, gedachtig
aan zijne welgeslaagde bemoeiingen in zake de
vertegenwoordiging van Nederland'* boteren kaas
niet recht begreep, alsof hetgeen gij zegt mij «tuiten
moest. Wat de Signoria dacht, toen zij mij naar \Vee
nen zond, weet ik niet. Ik deed slechts wat zij mij
beval. Wanneer eeue wolk den vredebemel tusscnen
Venetië en den Keizer wilde betrekken, had ik den
machtigen heerscher te verklaren, dat de wereld groot
genoeg was voor hem en voor ons, dat de oncindigo
zee ruimte genoeg had voor duizend vloten. Ik zeida
hem, dat, wanneer Venetië en Oostenrijk, die bij
Lepanto naast elkander streden, elkander verscheuren,
de halve maan bloedig zal opstijgen boven do kamp
plaats en triomfeerend heen trekken over het Westen.
Zoo zeide en sprak ik slechts wat ik geloofde. Do
waarheid deed mijne woorden zegevieren en de wan-
trouwige keizer, die niemand vertrouwt, vertrouwdo
mij. Met vrouweD had mijne zending niets te maken.
Of de keizerin schoon is weet ik nauwelijks. Ik zag
haar slechts een enkelen keer bij een feest en werd
aan haar voorgesteld. Haar aangezicht stak in een
ontzettend groot kapsel en hare diamanten kroon
benam mij voor het oogenblik de kracht cm te zien
zoo schitterde zij. Ik boog neder op eene knie en
eene kleine hand in eeue wolk van kant werd uiij
aangeboden om te kussen. Ik raakte die even met do
lippen aan, daarop kwam een ander, die hetzelfde
deed. A an andere vrouwen hield ik mij steeds verre, tot
een vluchtig spel achtte ik mij te goed, en eene gade
te kiezen uit het vreemde volk is den Yenetiaanschen
'edelman door de wet verboden."