2Ö8Ö4G
I 1MOT.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad,
Ao. 1SS0
24ste Jaargang.
i\o. 1271
Bekendmakingen.
Onze lieve vrouw van
Partcnkfrch.
Dit blad verschijnt twee maal per week. Woens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in het eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad woiden door alle
1'rijs per |aar 3.Franco per post f 3 Go.
Afzonderlijke nummers 0.075.
advertentiën van een tot vijf regels f 076; ieder
regel meer 0.15. Groote Ltteis naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar rolkslieii zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
POLITIE.
VERMIST:
feu WIT SCillUP (OverhoinUr)
gemerkt met blaanwe verf over den bek en een
bak|e nit het rechteroor.
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen geven
worden verzocht zich te vervoegen ter gemeente
secretcric van Schagen.
VERLOREN:
een met zilver gemonteerde PORTEMONNAIE,
bevattende eenig ZILVERGELD.
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen
gegeven worden verzocht zich te vervoegen ter
gemeentesecretarie vau Schagen.
HERIJK.
Rurgctneester en Wethouders van Schagen;
Gelet op het besluit van Ileeren Gedeputeerde
Staten dezer provincie, van den 7en Januarjj
1880, no. 3f> (Provinciaal blad 110. 2);
Gezien het koninklijk besluit van 26 Novem
ber 1879 (Slbld 110. 2o3), waarbij is bepaald
dat in het jaar 1880 aan den herijk zijn
onderworpen, de maten en ge wig ten
Rrengen ter kennis van de ingezetenen, dat
die herijk binnen deze gemeente zal plaats
hebben, voor de gfcwigten voorjljnere wegingen
op Zaturdag i3 Maart a.sT des namiddags "van
2 tot 4 »re; voor de overige maten en gewigten
op Maandag l5 Maart van des vooriniddags
8 lot des namiddags 4 ure, en op Dingsdag 16
Maart des voormiddags van 8 tot 11 ure; alles
in het locaal «de. Posthoorn" van Jobs. de
Reurs, wijk E 110. 27.
Schagen, den 27 Februarij 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
Jacht en Visscherij
De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat de aauvragen
ter bekoming van jagt- en vischacten en van
kostelooze vergunningen tot uitoefening der
visscherij, voor liet saizoen i88o[8i ter Secretarie
voor de belanghebbenden ter invulling ver
krijgbaar zijn, dagelijks. Zon- eu Feestdagen
uitgezonderd, des voorniiddags van 9101 12111e.
Schagen, den 27 Februarij 1880.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
liet Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der
Gemeente Schagenbrengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dier Gemeente, dat het
Kohier no. 4 van het patentregt over het
dienstjaar 1879/80, op den 28en Februarij 11.
door der Heer Provincialen Inspecteur in de
Provincie Noordholland is executoir verklaard,
en op heden aan den Heer Ontvanger der
directe belastingen binnen deze Gemeente ter
invordering is over gegeven.
leder ingezeten, welke daarbij belang hetft
wordt alzoo vermaand op de voldoening van
zijnen aanslag behoorlijk aeht te geven, ten
einde alle qeregtelijke vervolgingen welke uit
nalatigheid zouden voortvloeijen, te ongaan.
Schagen, den 4 Maart 1880.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.
G. LANGENBERG.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen
Gelet hebbende op art. 265 der Wet van 29
Junij l851 Staatsblad No. 85);
Brengen ter openbare kennis, dat het door
den Raad vastgestelde kohier van den Hoof-
delijken Omslag en dat voor de belasting op
de honden, voor het loopende diensjaar, gedu
rende acht dagen, en wel van Vrijdag den
5en tot en met Vrijdag den 12en Maart
aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente,
voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt
waar zulks te doen gebruikelijk is.
Schagen den ben Maart 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
G. LANGENBERG
De Secretaris,
DENIJS.
XVIII.
Toen de mannen, die Resi te hulp had geroepen
door de sakristij na de kerk drongen, waren
«Ie plunderaars door de Hoofddeur ontvlucht
en niemand dacht er aan ze te vervolgen. De
met bloed bedekte monnik vorderde al hunne
aandacht. Op het eerste oogenblik dachten ze
dat hij dood was maar toen overtuigden zij
zich dat zijn hart nog klopte en ze haalden
spoedig de noodige hulp-
Intusschen hadden ook'de andere Franschen
7e*vTucfit 'gfnomeh en de inwoners van Parten
kirch haustten zich naar de kerk oin het offer
van den aanval te zien.
Het eerst kwam Resi die zich weenend naast
den pleegbroeder op den grond wierp. Hans
was een der mannen geweest die hem ter hulp
waren gesneld. Ilij knielde naast hem neder en
hield zijn hoofd in de armen terwijl de barbie,.
de wonde onderzocht.
«Zal hij er van opkomen vroeg Resi. De
wondarts haalde de schouders op; de aanwezige
vrouwen barstten 111 luid geween uit.
Nu drong de pastoor door de menigte en
verzocht de mannen den gewonde bij bem te
brengen. Terwijl de wondarts het verband legde
werd eene draagbaar gehaald; voorzichtige
handen legden den nog altijd bewusteloozen man
er op; de aanwezigen sloteu zich aan.... Het
was een lijkstoet.
In de frissche nachtlucht kwam Alois weder
bij en kon in weinig woorden verhalen, wat
gebeurd was. De oude pastoor die naast de
baar liep, vouwde de handen.
«Een groot geluk, mijn broeder ter wilieder
gebenedijde, te lijden,* sprak hij.
En te sterven! fluisterde Alois terwijl hij op
nieuw de oogeu sloot.
De pastoor liet den gewonde in zijn eigen
bed leggen opdat hij niet naar boven behoefde
gedragen te worden. Op hun verzoek werden
Hans en Resi tot zijne verpleging bij hem
gelaten, terwijl de audereu zich op bevel van
den wondarts verwijderen. Ook de pastoor, een
oude zwakke man ging, nadat bij den zieke
goed verzorgd wist, op aanraden van Stasi zijne
huishoudster in het logeerkamertje, ter rust. Zij
bleef met Resi en Hans bij den gewonde.
Maar hij lag zoo stil en vereischte, zoo
weinig hulp dat de .oude Slati niettegenstaande
het goede voornemen om wakker te willen
blijven, in haar leuningstoel insluimerde. Spoedig
daarop verkondigde eete diep ademhaling van
den kachelbank dat ook Hans was ingeslapen.
Alleen Resi, die aan het voeteneinde van het
bed zat, bleef wakker door smart en zorgen.
Terwijl zij Alois beschouwde viel het haar
op dat hij er nu juist zoo bleek en uitgeteeid
zoo treurig en goedaardig uitzag als zjjue moe
der Heden morgen was er iets schuws, iels
vreemds, in zijne oogen geweest, wat haar ver
schrikt had, en toen hij met haar en Hans had
gesproken, was het niet geweest, als of hij zich
verblijdde over het wederzien zij had er
reeds zoo lang naar verlangd.
(Iet eenige wal aan haar geluk ontbrak, was
dat de pleegbroeder, die haar zoo grootmoedig,
daaraan geholpen hader zich niet in kon
verheugen. Wat had zij er zich veel van voor
gesteld, hem eens haar zoon te vertoonen
en nu lag hij daar, zoo bleek en stil alsof hij
reeds dood ware was hij het misschien?
Verschrikt stond zij op en boog zich over hem
heen.... daar opende hij de oogen.... Al het
vreemde en schuwe was er uit verdwenen. Het
was weder de ernstige, rustige, bezielde blik,
waaraan zij altijd zoo gaarne gedacht had.
«Resi, zijt gij daar werkelijk? vroeg hij met
eene zwakke stem. »Ik heb van u gedroomd,
mogelijk doe ik het nog?«
«Neen, neen, ik Jien bij u en blijf hier ook,
viel zij hem in de rede. Maar spreeknietdat is
niet goed voor u. Een der Fransehen beeft u met
zijn sabel in de borst gestoken, en nu zegt de
barbier, dat gij u rustig moet houden
Alois hief de hand op maar liet die terstond
weder zinken.
»Ja nu weet ik het weder,zeide hij;« maar
laat mij nu spreken zoo lang als ik het nog
kan.... het zal spoedig gedaan zijn.... neen,
gij inoogt niet weenen.« vervolgde hij 11a eene
pauze, terwijl Resi al hare krachten inspande
om niet in tranen uittebarsten. «Voor mij is
de dood een geluk, een nieuw wonder der ge
nade, die onze lieve vrouw van Rartenkirch mij
bewijst.»
•Spreek niet zoo! spreek niet zoo!« bad de
jonge vrouw onder een stroom van tranen.
Waarom niet Resi?« zeide hijGij zult mijn
dood gemakkelijker verdragen, wanneer gij weet
hoe zwaar mij het leven zoir geweest zijn, en
met een smartelijk lachje voer hij weder na eene
pauze voort
Gij hadt gelijk.... ik deugde niet voor mon"
nik... In bet klooster hebben ze in het begin
veel werk van mij gemaaktze meende dat
het wonder wat onze lieve vrouw aan mij ge
daan had mij lot iets buitengewoons had voor
bestemd, eo daar ik toeu dat lied had gemaakt
wat ik u Lij ons afscheid gaf in hel klooster
zingen ze het op alle NIaria dagen meenden
ze dat ik prediken en het volk vermanen moest.
Maar dat heb ik nooit klaar gekregen, ben nu
voor het minste werk goed geuoeg geweest en
heb mij mijn violen maken en nog iets an-
ders nooit uit de gedachte kunnen brengen
Kijk Resi ik heb gevast, gebeden, ik heb mij
zelve gegeeseld tot ik ziek ben geworden -
toen was alles uit! Het heimwee zat mij in het
bloed en liet mij dag noch nacht rust