Gemengde berichten.
DE 1'11'DKit VAN VKKETlë.
Toen heeft de Heer Abt mij eindelijk wegge-1
zonden om tot boete den winter in bet sneeuw-
kluis op den Karwendel door te brengen....
maar onze lieve vrouw van Partenkirch heeft
medelijden gehad Kom Re>i bid met mij!
en de handen vouwende herhaalde hij het
laatste vers van zijn Maria lied
Machtige groote vrouw!
Op wie ik vol vertrouw,
Wees gij mij toevlucht, mijn hulp in den nood
Jonkvrouw naai ti alleen
Richt zich mijn uitzicht heen,
Als mijn ziel losscheurt in 't uur van den dood,
Ilelp ons verwinnen
Rij T worstelen der zinnen
Bid voor mij, bij uwen godd'lijken zoon,
Dat ik verwerve de hemelsche kroon.
Bij de laatste woorden was hij ingeslapen.
Resi die hem woord voor woord had nagezegd
wierp zich op de knieën en bad onder tranen
meer voor zicb zelve dan voor hem hij kwam
haar als een halve heilige voor.
sliep tot den morgen of liever lag in eene
halve verdooving,"toen verlangde hij te biechten.
Terwijl de sacramenten der stervenden hem
werden toegediend, verspreidde zich als eene
verklaring over zijn gelaat.... ook toen de
laatste bange strijd voorbij was.
Hij werd zoo digt mogelijk naast zijne moeder
begraven. Op zijn grafzerk, die Hans voor hem
liet oprichten stond een kort verhaal der won
deren die onze lieve vrouw van Partenkirch aan
hem gedaan had en daaronder de laatste woorden
die Resi uit zijn mond vernomen had:
«Bid voor mij bij uwen Godd'lijken zoon
Dat ik verwerve de Hemelsche kroon.
De grafzerk bestaat niet meer, ook het beeld
der Hemelkoningin is als een offer gevallen van
den brand die het oude Godshuis van Parten
kirch in 1865 vernield heeft; maar nog steeds
wordt op de Maria dagen het lied van den
Benedictijner monnik in de kerken van den
omtrek door vroome lippen gezongen.
Wonderlijk prachtige,
Heerlijke en machtige,
Liefderijke, goed'gegenadige vrouw!
Einde.
In de op den 3e dezer gehouden zitting
van den raad der gemeente Schagen werd, na
voorlezing en goedkeuring der notulen van de
voorgaande, mededeeling gedaan van een schrijven
van den hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool
alhier, waarbij deze, terugkomende op een nu
laastelijk gedaan verzoek, om zijne door hem
ontruimde woning weder voor hem beschikbaar
te houden, thans weder, om redenen in de
missive vermeld, wenscht, dat die woning worde
verhuurd en liern den gelieelen huurprijs worde
toegelegd; in welk geval, en wanneer hem wordt
veigund de woning zelf te verhuren, bij zicb
bereid verklaart de kleine reparatiën, mits een
bedrag van f 10 niet fe boven gaande voor
zijne rekening te nemen; omtrent welk scbiijven
na eenige discussie wordt besloten, de vroegere,
door den hoofdonderwijzer goedgekeurde, be
paling te handhaven, namelijk: dat de woning
door de gemeente zal worden verhuurd, en den
XV.
„Ik zweer het 0!" verzekerde don Alvarez gedachtig
aan het hem door den Raad gegeven bevel.
„Wacht dan hier, ik heb slechts een kort woord
met de gebiedster van dit huis te spreken en wanneer
Silvia of Beatrice op het terras komen, houd ze dan
door uwe beminnelijkheid ver van deze deur.11 en
zeg dat ik nog beneden bij de gondel ben en u da
delijk volg. Hoort gij?"
Don Alvarez antwoordde niet. Het gewichtige
oogenblik, waarop hij den vriend naar de andere
wereld te zenden had, was gekomen en bevend tastte
zijne blanke bat.d naar't gevest van den degen. Toch
duurde bet lang eer hij het vond, en, toen hjj eindelijk
zijn maagdelijk zwaard getrokken bad,was M;u.ro zonder
gtdrubch in do zaal getred« n en knieh'e voor Savina'
Deze schrikte vreeselijk en week ontsteld eene schrede
aehternit. Maar toen verdwenen vrees en verrassing
voor den toorn van gekrenkte vrouwelijke waardigheid
en zij riep met uitgestrekte hand
„Wat wilt gjj hier? Hoe komt gij in dit vertrek?"
„Als een bedelaar, die om uwe liefde smeekt,
gelijk reeds zoo dikwijls!" antwoordde Mauro Bembo
en diepe waaraebtige ontroering beefde in zijne weeke
stem. Vraag niet, hoe ik kwam, vergeef om den wil dezer
adressant van de te ontvangen huurpenningen
zal worden uitgekeerd 75 pCt.
Daarna werd gelezen eene missive van het
bestuur der Maatschappij voor Gemeentecrediet,
waarbij dit, in antwoord op een schrijven de
zerzijds ber:gt, dat genoegen wordt genomen
met de bepaling, dat de ten behoeve van de
vergrooting der gemeenteschool te sluiten geld-
leening worde afge'ost in jaarlijkeche termijnen
van f 5oo.na welke mededeeling het besluit
tot het aangaan dier leeuing tot een bedrag van
f t5,6oo definitief wordt vastgesteld.
Vervolgens bragt de Voorzitter, namens B
en \V., ingevolge de aan dezen in de laatste
Raadsvergadering gedane opdragt, eene scliets-
teekening ter tafel, met opgave van kosten (f 4^7»J
betrekkelijk eene aan te leggen loopstraat naar
de bestaande voetstraat, langs den rijweg naar
het station, ter verbetering der passage. Op die
schets was de aanleg op drieërlei wijze aange
geven, en werd daaromtrent besloten, dat de
straat zal worden aangelegd, van af de openbare
straat, aan het einde van het erf behoorende
bij het Slationskoffij huis, met een bogt naai
de eerste paal bezuiden den ingang der veelading.
Alsnn kwamen in behandeling de kohieren van
den hoofdeiijken omslag en der belasting op
de bonden, welke achtereenvolgens werden vast
gesteld tot bedragen van f 4207.96 en f 309.
Nog werden door B. en \V. aangeboden, de
verslagen betrekkelijk den toestand van den
landbouw en van liet onderwijs in deze gemeente,
beiden betrekkelijk het jaar 1879, welke ver
slagen ter secretarie zullen worden gedeponeerd,
en den leden, desverkiezende, aan buis ter lezing
gegeven.
Bij de volgende ronds raag vestigt de heer
Govers de aandacht op bet onbehoorlijk ge
schreeuw door de schooljeugd, op het scboolerf,
vóór het aangaan der school
De Voorzitter zegt dat dienaangaande den
hoofdonderwijzer een wenk zal worden gegeven
Niemand meer bet svoord verlangende, sluit
de Voorzitter de zitting.
Den 4 dezer had te Schagen de aanbe
steding plaats van bet vergrooieu der Landbouw
Sociëteit »Ceres« er waren 7 billetten ingekomen,
als van de heerenJan van der Plas te Kgmond
aan Zeef 394.6; Pieter Willeins te Anna Paulowna
13.696; Simon Overtoom f 35oo; Jan Selderbeek
1 3486; Dirk Kramer f 346o; Gerrit Dignum 3333;
Klaas Blom f 3(>49, allen te Schagen.
liet werk is aan den laagsten inschrijver
gegund
Men meldt ons uit Nieuwe Niedorp van
4 Maart:
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
kregen twee inwoners alhier een onverwacht
en ongewensclit bezoek van bunnen buurman,
die in een ijlende koorts zijn bed had verlaten
en, 11a bij een hunner de glazen te hebben ver
brijzeld, naar binnen klom en in nachtgewaad
voor hen verscheen. Na een geruitnen tijd bij
ben vertoefd te hebben, ging bij naar den ander
die op bet eerste kloppen de deur opende
en daardoor zijne ruilen spaarde. Ook bier
zette bij zich een poos neder, totdat men hem
eindelijk wist te overreden, om huiswaarts te
gaan. Daar zijn opgewonden toestand bleef
voortduren, waren lieden nacht twee mannen
aangesteld om hem te bewaken. De ongelukkige
heeft echter zijne bewakers weten te ontsnappen,
en, na zich den pols te hebben afgesneden, is
bij in het water gesprongen, waaruit hij kort
daarna levenloos is opgehaald.
Tegenwoordig trekt in Frankrijk in zeer
hooge mate een soort van brood de aandacht,
dat niet den naam van «vleesclibrood» wordt
aangeduid. Het wordt gefabriceerd door Scheurer
Kestner en bestaat uit een deeg, genomen uit
meel en vleecsh met een weinig spek, dat in
gelijke deelen door elkaar gewerkt is. Dit deeg
laat men rijzen en daarna wordt het gebakken.
Na deze operatie te hebben ondergaan bemerkt
liefde ook ik kan voor u knielen als Valerio, en
bemin u meer dan dio ijdele, opgeblazen held van
deu dag. Ik beminde u onuitsprekelijk en steeds met
nieuwe kracht, sedert die Hemelvaartsdag, toen gij
met Cattarina Malipieri waart gaan kijken, hoe de
Doge met de zee tronwde. Op dien dag voer ook
mijn hart ten hemel. Gij weest mij trotsch af
maar ik beminde u toch. Geloof mi), ik heb meer
voor u opgeofferd, dan die trotsche Valerio ooit voor
u opofferen zou, en wanneer uw blik mjj veracht lijk
voorbij ging, ik was tevreden, dat hij mij toch trof.
Stoot mij niet van u, Savina, om den wil van dezen
ijdelen Valerio, die alleen zich zeiven lief heeft en
niet u, en die voor u knielde, zoo als een konine
knielt....*
Eerst toornig, daarna kalm en glimlachend had
Savina geluisterd.
„Ja, als een koning," herhaalde zij. „Gelijk een
koning knielde hij voor mij in tegenwoordigheid van
het volk, maar staande en met opgeheven hoofd dong
hij om mijne hand, toen de wil van den hemel zeiven
hem aan den trap van dit huis bracht Maar gij
schijnt mij te verachten en te bespotten voor 't oog
des volks en sluipt als een dief herwaarts en werpt
u aan mijne voeten en smeekt om liefde, als niemand
het ziet. Dat is het onderscheid..-*
Mauro stond gloeiend op.
„Zeg mij, dat gij mij bemint, zoo zult gij over
men dat waarschijnlijk door een of ander ferment
al de vezels om zoo te zeggen in oplosbaren'
toestand gebracLt zijn. Dit brood droogt men.
zooals beschuit en men behoeft het slechts in
water met wat zout te laten koken om een
uitstekende soep te verkrijgen.
De generaal Clianzy heeft in Algerije proeven
met dit brood genomen, welke allen met een
volkomen succes geslaagd zijn.
Uit Willemstad wordt ons van 3 Maart
gemeld
Heden avond werd alhier met de meeste eer
begraven bet oudste weeskind, »Kee<jen" Blan
ken, die deze week zijn 79ste jaar zon hebben
bereikt, waarvan bij er ongeveer 70 in het
weeshuis heeft doorgebracht Hij was een eenvou
dig, braaf, goedig inannentje", zooals in de
Gamera Obscura van bet diakenhuis mannetje
wordt gezegd, wiens beeld onwillekeurig aan
onzen K. Blanken doet denken. Gedurende zijn
geheele leven was hij een voorbeeld van deugd
en trouwe plichtsbetrachting. Ofschoon de
weeskinderen alhier met hun 18de jaar het
weeshuis verlaten, mocht hij er, wegens zijn
zwak gestel en kleine gedaante, blijven, en
zorgde hij voor het nazien, het maken en in
orde houden van de kieeren der bewoners. Ook.
als kerkbediende deed hij jaren lang trouwe
diensten, en wie, als vreemdeling, ooit ter deze
stede de kerk wilde zien, herinnert zien zeker
het kleine kostertje, dat inet de groote sleutels
vooruitliep, om de deuren te openen, en die
nooit verzuimde den bezoekers een welriekend
snuifje aan te bieden, dat bijna niemand de
moed bad oin te weigeren. Hij was bij iedereen
bemind en gezien, betgeen ook blijkbaar was
bij zijne begrafenis.'(waarvoor hij zijne weinige
gespaarde penningen had bestemd), teiwijl hij
door kerkeraad, regenten, kerkvoogden en nota
belen ter laatste rustplaats werd begeleid. Aan
zijn te kennen gegeven verlangen, om op eene
bepaalde plaats op het kerkhof begraven te
worden (onder de lindenboomen, nabij de
consistoriekamer, waar hij zoovele voetstappen
had gezel), werd dan ook voldaan, en een
ieder der talrijke omstanders stemde in met.de
de hartelijke woorden, door ds. Loois hij zijn
graf' ontboezemd, en met den vvensch dat zijn
assche in vrede mocht rusten.
F.en huismoeder te Leeuwarden, die zich
hij tijdelijke afwezigheid van haren man voor
eenige oogenblikken uit de huiskamer naar den
winkel moest hegeven, liet haar tweejarig kind
in de kamer achter. De kleine zette den op de
tafel geplaatsten theepot aan de mond, en brandde
haar mondje en keel zoo ernstig, dat het n
weerwil van onmiddclijk ingeroepen geneeskun
dige hulp, aan de bekomen wonden overleed.
Uit Hoorn ineldt inen ons:
Heden namiddag om^treekt twee ure ontwaarde
men hier, dat op eenigen afstand een vaartuig
op zee in nood was, en men vreesde, dat liet
vaartuig en de menschen, zoo er geen spoedige
hulp kwam opdagen zouden verloren zijn. Nau
welijks was dit bekend, of onze geachte burge
meester kwam op de plaats, om, kon het zijn,
de menschen te redden. Eenige moedige mannen
boden zich terstond aan 0111, inet behulp van
een Vollendaminer vissclier, die zich en zijn
schuit, niettegenstaande het barre weder en de
onstuimige zee, daartoe beschikbaar stelde, op
redding uit te gaan. Benard was de toestand,
naar het scheen, voor hen die zich dus waagden.
Maar gelukkig bleek hun, na een vrij lange
worsteling tegen de barre zee, dat het vaartuig
goed voor zijn ankers lag, en dat het voor bij
zondere ongelukken wel behouden zou blijven.
Duizenden toeschouwers waren aan den buiten
kant aanwezig, en den dapperen inannen werd
bij hun terugkomst door den burgen meester de
hand gedrukt voor hunne zoo menschlievende
handeling.
mijn lichaam naar het altaar Gods gaan voor al het
volk en ik zal pralen met het 6tof, dat uw voet aan
mijne kleederen laat...."
„Heb dank antwoordde Savinakoel. „dat gij u kunt
vernederen, daaraan heb ik het minst getwijfeld,
sedert dien hecrlyk schoonen dag aan het Lido.
Mijn hart daalde neder in de blauwe zee; het
vloog als in een wedstrijd in de hooge wolken
en de verre zeilen en het verkwikte zich in don
schitterenden glans der zon. Ik wilde niets dan zien
en ademen, leven dat alleen reeds schoen mij een
onuitsprekelijk geluk Ik was zoo lan" in het
duistere paleis der Malipieri gevangen gehouden voor
't welk de koetsen en paarden een oorverdoovend
geraas maakten in de brcede, schrikkelijk ledige
straten. Mijn vroolijk. stil, voornaam Venetië, de
zee, het Lido kwamen mij nu voor als een paradijs
der zaligeD. Toen drongt gij u nevens mij, Mauro
Bembo, en verstoordet met uwen gladden, proukerigen
minnedienst al de verhevenheid der natuur, al de
betoovering van het feest dat stuitte mij. Wie
gaf u het recht mij van de wenschen uwer kleiüO
ziel te spreken, toen mijn 1 art zich één geveelde
met de gausche schepping.— Ik geloof, dat ik u toen
iets bitters gezegd heb," voer Savina zachter voort.
„Gij hebt mij van u gestoten met woorden, ver
pletterd als de bliksems van den hemel," zuchtte
Mauro Bembo. „Maar ik teb u reeds lang vergeven