Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Ao. 1S80. No. 1272 Bekendmakingen. HERIJK. Een Jacht en Visscherij Oproevin» van iotelingea die bij de ZEEMILITIE verlangen te dienen. 2bste Jaargang;. Dit blad verschijnt twee maal per week. Woens dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot *s mid dags 12 lire worden advertentiën in het eerstuitkomend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3 6o, Afzonderlijke nummers f 0.07}. Advertentiën van 'een tot vijf regels f O 75; ieder regel meer o. i5. Groote Ltteis naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar volksheil tonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. POLITIE. VERMIST: een WIT SttïJUP (Overhonder) gemerkt met blaanwe verf' over den bek en een hakje uit het rechteroor. Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen geven worden verzocht zich te vervoegen ter gemeente secretarie van Schagen. VERLOREN: een met zilver gemonteerde P0RTEM05NAIE, bevattende eenig ZILVERGELD. Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen gegeven worden verzocht zich te vervoegen on gemeen tesecretar ie van Schagen. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gelet op het besluit van tleeren Gedeputeerde Staten dezer provincie, van den 7en Januari) 1880, 110. 36 (Provinciaal blad 110. 2); Gezien het Koninklijk besluit van 26 Novem ber 1879 (Stbld 110. 2o3)waarbij is bepaald dat in het jaar 1880 aan den herijk zijn onderworpen, de maten en gewigten; Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat die herijk binnen deze gemeente zal plaats hebben, voor de gewigten voor fijnere wegingen op Zaturdag i3 Maart a.s., des namiddags van 2 tot 4 ure) v°ór de overige maten en gewigten op Maandag l5 Maart van des vooriniddugs 8 tot des namiddags 4 ure, en op Dingsdag 16 Maart des voormiddags van 8 tot I I ure; alles in het locaal »de Posthoorn" vau Jobs. de Beurs, wijk E no. 27. Schagen, den 27 Februarij 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGEN BERG. De Secretaris, DENIJS. aanmelden ter Secretarie van Schagén vóór-den i April a.s. Schagen 9 Maart 1880. Burgemeester en Wethouders vooonocitid G. LANGEN BERG. De Secretaris, DENIJS. mijn dorp. burgelijken Stand snellen naar den officier. Onze gemeente beweert dat het hoofd het voornaamste is en dat de gemeente M. dus begraven moet. De gemeente M., dat de beenen langer zijn dan lutt hoofd, en dat dus wij begraven moeten. Inmiddels lijp liet lijk daar en vraagt een graf. Vraagt het ook een wreker? Een graf zal het hebben! De beenen hebben het verloren. Ons dorp mout begraven. Hier, op het kerkhof ergens, rust de ongelukkige. Een wreker! De geneesheer, die het procesverbaal van schouwing moet opmaken en die mij her haaldelijk over deze zaak gesproken heeft, vraagt wat hij verklaren moet in zijn procesverbaal. Of hij dood was al dan niet, was het antwoord, Maar moet dan niet blijken van de meerdere of mindere waarschijnlijke aanleiding, waardoor de dood ontstaan is Niets behoeft te blijken. Hoe minder er blijkt, hoe beter. Dit is de wet. En ten gevolge van deze wet heelt dan ook onze dokter A. daartoe in staat gesteld door zijne wetenschappelijke opleiding en door zijne jaren lange praktijk verklaard: dat de drie maanden in het' water Season in VIL Het is nacht. Betrokken is de lucht Zwarte wolken zwiert de wind door het luchtruim. Eene enkele maal gluurt de maan achter eene wolk uit, en bij haar soulier, tooverachtig licht, ontdekken wij twee voetgangers, die den weg van S. naar ons dorp volgen. Ik wandelde liever niet mede. Hu! wal een weder! Daar kruipt de maan weer weg en alles wotdt duister. Hoort gij die stemmen! liet is woede, hel is ar.gst hel is een noodkreet! Wie zal dien hooren? Een hond schijnt dien toon. opgevangen te hebben. Somber klinkt zijn gehuil uit de verte. Na die laatste akelige kreet schijnt alle geluid stil te staan. Omsluier uw gelaat, o maanMaar neen! Zij wil het zien; zij gluurt nieuwsgierig gelegen had, niet meer leefde, naar beneden Daar is maar een meer van de twee Zie, hier, geachte Hoorders! het hoofdstuk dat voetgangers van straks. Die eene hurkt op den j ik in eene gril van mijne verbeelding het voorspel, grond; hij sjort steenen aan een lijk, dat op genoemd heb. Eu nu, nadat Gij mij hebt aan- den grond ligt. Daar sleept hij liet voort. Plomp', gehoord, vraagt Ge mij: wat voor verband is Het Diej) ontvangt de misdaad. Och! Omsluier er nu lusscheu de ons zoo onaardig voorgespie- u toch. o maan! Maar, neen! zij vervolgt den gelde en daarna teruggehouden lezing van den man, die ongeveer De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de aanvragen ter bekoming van jagt- en vischacten en van kostelooze vergunningen tol uitoefening der visscherij, voor het saizoen i88o|8i ter Secretarie voor de belanghebbenden ter invulling ver krijgbaar zijn, dagelijks. Zon- eu Feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 ure. Schagen, den 27 Februarij 1880. De Burgemeester voornoemd, G. LANGEN BERG. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen Gelet hebbende op art. 26a der Wet van 29 Junij i85l Staatsblad No- 85); Brengen ter openbare kennis, dat het door den Raad vastgestelde kohier van den Iloof- delijken Omslag en dat voor de belasting op de honden, voor het loopende diensjaar, gedu rende acht dagen, en wel van l rijdag den 5en tot en met Vrijd-ag den 12en Maart aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is. Schagen den 5en Maart 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, G. LA N GEN BERG. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester eu Wethouders van Schagen, brengen, naar aanleiding van art. l5o mililiewet, ter kennis van de lotelingen dezer genieente, dat zij, welke genegen zijn oui hij de zeemilitie te dienen, zich daartoe moeten overgeblevene met haren hlik. Haastiger en haas tiger schrijdt deze voort. Hij nadert; hij nadert de klap. Als een galg staat hij daar voor lieui. Werktuigelijk ziet hij 0111 en grijnst (usschen de tanden: es sollte fa statt finden. Al spoedig 11a deze afgrijzelijke daad viel de winter in en bevloerde hel Diep met glad en kiachtig ijs. Vroolijk bewogen zich de schaat senrijders op het van leven krioelende Diep. Onder hun voeten de doode getuige, waren enkel vreugde, kracht, leven op de baan. In den w inter heeft deze weg niet de aantrekkelijkheid van de rust maar luitelt hij van leven. Welke schaats is er niet in S. geweest? Ik zon ojidit raadsel geen antwoord weten te geven dan dit de schaats die er nog is! De winter wijkt. Het ijs smelt weg. De schaatsen gebeuren of tegenhoudt. Maar is er een causaal worden al weder geborgen. Maar toen die schaaf verband tussclien liet gemis van de verwachte sen geborgen waren, bleek het dat de maan had rede, waardoor mijn winter als een gebroken geklapt. Want zieeen voorbijganger ontdekt een pilaar onafgewerkt blijft staan en de akelige heer Meijer in hel roiiianiietje, dat Gij gedicht hebt? Op die vraag heb ik geen ander antwoord dan een plechtig: dal weet God! Gij weet, dat mijn verhaal geen romannetje is voor zoo ver het bericht dat de arme DuitScher uit het Diep is gehaald, doch of de heer Meijer de andere wandelaar was in den nacht, die ik u schilderde, nog eens dat weet God! Maar dit is zeker en hierop leg ik nadruk want dit verband staat vastde lezing zou plaats hebben, zoo lang het Diep nog niet had gesproken en zy werd afgezegd na liet merkwaardig verschil tusschen de bur gemeesters der beide betrokken dorpen. Doch er is meer wat geheimzinnig is in deze zaak. Er kunnen natuurlijk liomierde aanleidingen zijn, wier gelijktijdig bestaan eene andere zaak doet hoofd of een arm tusschen de zich zelf verteerende schotsen. De politie komt. Men haalt niet een dreg bet lijk naar boven. Afzichtelijk gezicht! Maar., bet is nog herkenbaar. Het is... de verdwenen Duilscher. Hij is bet, die met Meijer in Zuidbroek is gekomen. Hij is ...ja! wie bij? Heeft hij vader of moeder? Heelt bij een uaain? Een eerlijken of een bezoedelden? Wie zal het zeggen? Zijne lippen zwijgen. Geen papier dat den weg wijst. Zou eene misdaad?.. Zwijg met die vragen. Eene andere vraag is belangrijker. Wie zal hem begraven? want, let wel. Het lijk ligt met bet hoofd in My met de beenen in onze gemeente Belangrijke vraag! De burgemeester of de ambtenaren van den vondst in liet Diep? werd bijv. de rede enkel uitgesteld en beeft zij later plaatsgehad? Neen! En zse hier wat nog meer dan alles wat ik u beschreven heb dien winter in ons eenvoudig dorp stempelt als merkwaardig. Men leest van Koiach, Dalban en Abiram, dat de aarde zich opende en ben wegnam. Weggevaagd als deze werd die jonge, sterke pian maar ake liger en onnatuurlijker nog dan zij. Hij verdween, zonder spoor achter te laten, uit de betrekking die h'j bekleedde, uit de omgeving, waarin bij zich bewoog. Alleen aan een genie als Dickens zou liet mogelijk zijn eene voorstelling te geven, van wat de waarschijnlijkheid denken moet in bet hart van dien armen man. Wanneer wij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1880 | | pagina 1