Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Z I D G 6 Nationale Militie. RUAN DSPUIT EN. Ao. 1880. 24ste Jaargang. No. 129S Bekendmakingen. POLITIK.' een melkschaap: Onderzoek van Verlofgangers te lande Rrandspuitdienst. ROODE en BLAAUWE Rrandspuitdienst. bij de Roode Spuit, Tot kommandeur van de Perspomp \e-kwar tier Jacob Groot bij de Blaauwe Spuit Tot brandmeester Klaas Rezelman Tot kommandeur van de Perspomp \e kwar tier Arie Heddes Een kindcr huwelijk. v. Dit blad verschijnt twee maal per week. Woens dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's miil dags 12 ure worden adverlenlien in bet eerstuitkoineud No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger. Abonnementen op dit blad woiden dopr alle 1'rijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o. Afzonderlijke nutntners J o.og\. Advertenti'én van een tot vijf regels j o 75; ieder re{Jel meer/o. i5. Groote letters naar plaatsruónte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. Naar rolk«beil tonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biti». VERMIST: te Schagen op den :*7cn Met t-88o, gemerkt met 1)1 aan we verf op de bil en mei roodc verf op den kbp. Zij die hieromtrent inlichtingen kunnengovcn worden verzocht zich tc vervoegen ter gemeente Secretarie aldaar I t I I gevonden ccn WIT LAM Inlichtingen zijn te bekomen secretarie van Scbagen. zijnde, in het pnval verkeert, sub. 2o. en 3e, van nrt. 141 vermeld, wordt onder de wapenen gjroepen on vim drie tot zes' maanden gehouden. Art. 145. Do verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkeljjke dionst wordt als deserteur behandeld. BiiigamoQvtnrep Wethouders voornoemd, vermanen allen wio dit aangaat om, door in achtneming van hunne yorpligtingen, zich. voor onaangenaamheden en straffen te vrijwaren. behagen don ll M 'i 1'880. Burgertteesfer en "WetbowDrs voornoemd. O. LANOBNBKIiG. Do Seerefari», DENIJS. ter gemeente Burgemeester en Wethouders van Scha gen, brengen ter keunis van de in die gemeente verblijf houdende Verlofgangers der Militie te land, beboerende tot de ligtingen 1876, 1877,1878 en 1879, voor zooverre zij vóór den len April 1880 in bet genot van onbe paald verlof waren gesteld, dat zij zullen hebben tegenwoordig to zyu bij hel onderzoek hetwelk zal plaats hebben to Scbagen, op Zaturdag den 19on Junij 1880, des voormiddags ton half tien ure, ten Raadhuize aldaar. "Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering gebragt de navolgeude bepalingen uit de Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 fStaatsblap No 72). Art 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der Militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassimr en met opzigt tot do verschillende gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingelijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: lo. zoolang zij zich bij hun corps bevinden; 2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt 3o. iu het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed. Art. 140. De verlofganger verschijnt bij hetonderzoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlof pas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, to ondergaan in de naastbij gelegen provoost of bet naastbijzijndc buie van bewaring of arrest, door den militie commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verscbijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden, niet voorzieu is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3o. wiens kleeding of uitrustingstukken, bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4o. die kloeding of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. Art. 142. Is do verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel, arrest is opgelegd, bij bet onderzoek tegenwoordig, dan kan hjj dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebragt. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij, op schriftelijke aanvrage van den militie commissaris te rigten aan den burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en ODder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of bet naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overge- bragt. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger verpligt, op den daartoe door den militie commissaris te bepalen tijd en plaats en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te weiden onderzocht. Art. 144. De verlofganger die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub. 4o. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen Burgemeester en Wethouders van Scliagen, maken bij deze bekend, dat op Zaturdag den i oen Junij a.s des avonds ten 6 ure, op de Marktplaats aldaar, proeven zullen worden genomen met de En roepen daartoe op al het dienstdoend personeel bij genoemde spuiten, om op dien dag, vóór of op gemeld uur, aldaar tegen woordig te zijn. op verbeurte eener boete van EEN GULDEN voor iedere afwezige, welke boete voor de hoofdlieden wordt verdubbeld Schagen 4 Junij 1880. Burgemeester en Wethouders voorn., G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van het dienstdoend perso neel dat, wegens ontstane vacatures door vertrek en overlijden, zijn bevorderd: Tot kommandeur van de ZuigpompUit brand Smit; Tot kommandeur van de Reserve, Willem Borst. Schagen, 4 Junij 1880. Burgemeester en Wethouders voorn-, G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. Jonkvrouw van Lasalle zag haar verbaasd aan; de kalme waardigheid, waarmede het jonge meisje de tijding opnam, die hare geheele toekomst plotseling veranderde, boezemde baar onwillekeurig ontzag in, en zij waagde niet haren triuinf en vreugde verder te kennen te geven. Ernstig en stil maar uiterlijk volkomen kalm zat IJolanthe den volgenden dag naast hare oudtante in den reiswagen en maakte met geen woord meer gewag ven de gisteren ontvangen lijding, en zoo sprak deze er ook niet meer van, wat haar op dat oogenblik minder over winning kostte dan zij zelve gedacht had, want hare gedachten waren door een bericht, wat haar op het oogenblik der afreis ter oore was gekomen in eene geheel andere richting afge dwaald. Men had haar namentlijk in Marscille ver teld dat eene rooverhende die reeds sedert weken de landsiraten onveilig maakte in den laatsten tijd, verscheidene reizigers in de buurt van Ais had aangevallen en geplunderd. Daar zij <le groote som geld hij zich had, die haar, terstond nadat het gerechtshof hel proces ten haren gunste had uitgewezen, door de tegenpartij was uitbetaald, was zij zeer bezorgd voor een aanval van roovers en ofschoon zij behalve haar eigene bedienden nog een anderen ver trouwbaren man uit Marseille had medegenomen die haar tot bescherming zou dienen, en heiden tot de tanden gewapend op den bok van het rijtuig zaten, beefde zij toch onophoudelijk van angst, zoodra zij een ruiter zag aankomen die denzelfden weg volgde. Hare angst nam nog toe daar eene noodige reparatie aan het rijtuig haar bij het laatste poststation voor Aix zoo lang ophield, dat de duisternis hun juist in het bosch verraste, waar voor korten tijd die roo- veraanvallen hadden plaats gehad. Zij prevelde onophoudelijk gebeden, terwijl zij haar rozen krans tusschen de vingers liet glijden. Van tijd tot tijd onderbrak zij dit om den postillon tot meerdere spoed aan te sporen. Daar sprongen de paarden plotseling zoo snel op zijde, verschrikt door een midden op den weg liggend voorwerp dat de wagen, met een der achterste raderen, in een greppel geraakte en de dames moesten uitstijgen, opdat de postillon hem er met behulp der bedienden weder uithaalde. IJolanthe wierp scherpe oogen terstond nadat zij het rijtuig verlaten had en om zich keek, ontdekte dat het voorwerp, waarvan de paarden geschrikt waren, eene mensphelijke gedaante was, naderde schielijk den als levenloos nederliggende en knielde bij hein neder om te zien of er nog leven te be speuren was. Bij het licht der lantaarn van den wagen wat juist op hein viel, zag zij, dat het een schoone jonge man was, wiens fijne kluederen aantoonde dat hij tot den voornamen stand behoorde. Toen zij zoo over hem heen boog en mede lijdend de bloedige lokken met haren halsdoek van zijn voorhoofd streek, opende hij een oogenblik de oogen en zijne bleeke lippen, bewogen zich, maar zij kon de woorden niet verstaan die hij meer fluisterde dau sprak. Zij riep da dienstboden naderbij die intusschen met behulp van den postillon den wagen weder hadden opgericht en beval hen, den gejonde voorzichtig daarin te helpen. Ofschoon jonkvrouw van Lasalle den onbekende veel liever hier in het bosch, aan zijn lot zou hebben overgelaten- al> zich de zorg voor een wild vreemde oogen- schijnlijk zwaar gewonden man op den hals te halen, zoo onderdrukte zij toch de tegenwerping, die zij juist wilde maken, want zij ging gaarne door voor eene zec-r vrome daine en zocht zich door veel kerk gaan en door Christelijke zalvende ge sprekken, een naam van heiligheid te verwerven

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1880 | | pagina 1