Gemengde berichten. DE KIPDER VAN VENETIë. militairen in het hospitaal aldaar door geestelijke zusters te doen geschieden. In het Théatre des Arts te Parijs zat de dienstdoende geneeskundige in zijn fauteuil bedaard te luisteren naar een zangeres, toen bij op eens een dolk voorbij zich zag vliegen, die met de punt in den houten vloer bleef staan. Van alle kanten kwamen inenschen toeschieten, dte het wapen hadden zien vallen en meenden dat het den dokter doodelijk gewond had, maar deze was ongedeerd, en stelde weldra het ontroerde publiek gerust. Ook de man, die den moordaanslag gepleegd had, werd spoedig ontdekt, Het was een der toeschouwers uit een der loges d'avant scène Hij had een beschot, dat hem hinderlijk was in het zien op het tooneel, met den dolk aan den muur vastgestoken, doch dit wel practische, maar gevaarlijke middel bleek niet voldoende te zijn. Het beschot sprong weldra terug, en de dolk werd in de zaal geslingerd. De onvoorzichtige was veel meer ontdaan dan de man die bijna zijn slachtoffer geweest was; en maakte zulke beleefde verontschuldigingen, dat de dokter en al de aanwezigen hartelijk begonnen te lachen. Er werd procesverbaal tegen hem opgemaakt, maar hij zal niet vervolgd worden. Een ia jarig zoontje van een inwoner van Assen is, uit vrees voor straf voor het breken van bloempotten, weggeloopen, maar nu te Oosterwolde teruggevonden. Het knaapje was eerst naar Leeuwarden en daarna naar Heereveen geloopen, zoodat hij vele dagen heeft omge zworven. In het laatste der vorige maand ging een 7 jarig meisje te Maandeburg naar 't kerkhof, en plukte onder 't heen en weêr drentelen een bloem van een der graven. De doodgraver, die dit bemerktegreep de kleine en wilde haar niet zonder een gevoelige les laten heengaan Te dien einde sloot hij het kind in de voor dooden bestemde loods op, waar juist vier lijken bewaard werden. De dag was voorbij, 't werd nacht, en de ouders zochten vol angst hun dochtertje, dat nog maar altoos niet huiswaarts keerde. De nacht ging voorbij, en 's morgens toen de doodgraver weer aan zijn werk wilde gaan, viel het den man eerst in, dat hij gisteren een kind in het lijkenhuis had opgesloten en vergelen het er uit te laten Toen hij het vertrek binnentrad, moesten zijn oogen een vreeselijk tafereel aanschouwen. Daar lag het kleine meisje, ineengekrompen, in een hoek, met krampachtig zamengetrokken handen, met van de tanden doorgebeten lippen, wijd open gespalkte, strakke oogen en was dood. De angst had het arme schepsel gedood. De politie maakte zich terstond van den'man meester en was nauwe lijks in staat hem voorde menigte te beveiligen die in haar woede deu doodgraver wilde lynchen. Ilet'misbiuik van den sterken drank vorderde Zaturmorgen ook te Zwijndrecht een slachtoffer. Een zeventig-jarig man ging voor zich en zijne vrouw de gewone ontnuchtering halen. Op weg naar huis kon hij de verzoeking niet wederstaan, en dronk ook de portie zijner vrouw uit, met het ongelukkig gevolg dat hij bij de buisdeur gekomen, dood ter aarde stortte. Voor den antieken zilveren beker van graaf Bossu, toebehoorende aan de stad Hoorn. thans op de tentoonstelling te Amsterdam, is verleden week per telegram een bod gedaau van 10,000 franc. Met algemeene stemmen is echter door den Gemeenteraad besloten, den beker niet te verkoopen. De zoon van een landbouwer in den Eierlandschen polder, op Texel, diende aan vijf jonge kalveren Zaterdag avond hun gewone rantsoen melk toe- Toeti hij Zondag ochtend hetzelfde wilde doen, vond hij de beesten alle dood; sommige lagen met uitgepuilde oogen en verwrongen ledematen in het hok. Daar aan vergiftiging gedacht wordt,, moet de politie zich met deze zaak bemoeien, terwijl onder baar toezicht, een veearts een nauwkeurige onderzoek doet. Onder de gemeente Heemskerk werd onlangs een koe uit de sloot gehaald, die met niet minder dan 72 bloedzuigers was bezet. Het dier was door bloedverlies zoo uitgeput, dat het niet kon blijven staan. Toen men de gulzige gasten had afgesneden [aftrekken was niet mogelijk] aanschouwde men een waar bloedbad. Door hel gebruik van versterkende middelen, in den beginne 25 eieien daags, is het dier thans nagenoeg hersteld. Een buitengewone spoortrein, met 3oo passagiers allen leden der vereeniging Moguntia die van eene fcestelijken bijeenkomst uit Hei- delberg terugkeerden, is gisteren avond ten 10 ure nabij het station Lampertheim [aan de nieuwe lijn Frankfort Mannheim] inet een anderen trein in botsing gekomen. Naar het geen uit Maintz wordt gemeld, zijn bij dit ongeluk een aantal personen gekwetst. Het 9 jarig dochtertje van den winkelier Tromp, te Watergang, onder Landsmeer, zag Vrijdag haar 4 jar'G zusje al spelende in de Souwe vallen. Onmiddelijk sprong zij 't kind na en hield het met de grootste inspanning zoolang boven water, tot er hulp opdaagde en beide kinderen gered werden. Van alle kanten wordt aangedrongen op koepokinenting als voorbehoedmiddel tegen de dreigende pokziekte. Juist in deze dagen is het belangwekkend te weten: hoe denken ortodoxen en hoe denken goed kerkelijke Iloomschen er over? Welnu: Een antirevolutionnair blad, De Sprokkelaar, noemt het vertrouwen in de vaccine een vol slagen miskenning van het Godsbestuur en de vaccine zelve een uitvloeisel van de valschelijk genaamde wetenschap. De Tijd is het daarmede in het geheel niet eens, verbaasd er zich over dat De Standaard, die bovengenoemde opmerkingen overneemt, er ook zoo over schijnt te denken, en verwijst de belangstellenden zeer verstandig naar de genees kundigen. Volgens de France kan men zeer gunstige verwachtingen koesteren omtrent de kans van slagen van den tunnel, die Engeland en Frankrijk moet verbinden. De ondernemers hebben een eersten put geboord tot op de laag, waarin de tunnel komen moet. en beginnen nu aan een tweeden. Dan zullen al de werktuigen omlaag worden gebracht,en binnen 18 maanden vertrouwt u.en 2 kilometer lengte onder het kanaal te hebben geboord. In drie a vier jaren zou het werk voltooid zijn. Den 17 Jnni a.s., de verjaardag van wijlen leest, de kat, die zoo treurig aan zijn einde kwam. Zoo'n kijker hebben alle menscben Dien ieder draait naar 't hem belieft, Hij trekt nabij wat wij graag wenscben En brengt ver af al wat ons grieft. Het is waar, wij zien de dingen zelden zoo als ze zijn, maar zoo als wij ze willen zien. Voor onze oogen zetten wij altijd den kijker van hef eigen belang, van eigen lust, van be geerlijkheid. En als wij dan toch nog bespeuren wat ons innemen moet tegen het Verlangde, dan draaien wij vlug den kijker om en dan lijkt ons dat zoo heel ver weg en zoo heel klein. Alles wat ons aangenaam is, zien we altijd door het vergrootende glas, groot en gemakkelijk binnen ons bereik wat ons daarvan terug moet houden, zien we ter nauwernood. Het was hart voor de katdie zich zoo zeker van zijn kluifke waande, dat hij, terwijl bij den jachtopziener zag, vallen moest als een offer van zijn gemis aan kennis in de optica: wij echter, wien het niet zelden gaat als de kat, hebben bij bet draaien wel degelijk de hand in het spel, en bedriegen zelf bewust ons zelf. De jaarlijksche vergadering van Onderwijzers in bet 7de district van Noordholland zal gehouden worden te Scbagen, in de zaal van beer A. Knikker, op Vrijdag den 3o Julij a. s. De heer W- de Vries, predikant te Hens broek, heeft het beroep naar Akersloot aange nomen. De heer J. W. van Hoogstraten, predikant te Winkel staat op het zestal te Tiel. De toegezegde bijdragen aan bet voorloopig comité voor de collectieve inzending van vee en zuivel naar de Londensche tentoonstelling zijn nu reeds tot over de f 600 gestegen. De afdeeling Wieringerwaard van de Maatschappij van Landbouw heeft f 183 beschikbaar gesteld de afdeebng Opmeer f 100. Bij den penningmeesterden heer J. van'Hasself te Kampen, is berigt ingekomen van den secre taris der Tielsche afdeeling van de Maatschappij van Landbouw dat door het welbekende exlid der Tweede Kamer, den heer mr. baron Mackay van Ophemert [thans lord Rey], als lid dier afdeeling een bijdrage voor het comité gezonden is, vergezeld van een schrijven, waarin hij zijn groote ingenomenheid met het doel der onder neming betuigt en er op wijst van welk een groot belang, in bet bijzonder voor den vee handel op Engeland, een waardige vertegen woordiging van onzen landbouw in den vreemde kan zijn, waarom hij zijn medeleden de zaak ten zeerste ter ondersteuning aanbeveelt. Van verschillende kanten wordt bericht dat de Min. van Oorlog afwijzend beschikt heeft op bet verzoek van het college van regenten te 's Hertogenbosch, om de verpleging van XXXXL Het was de bleeke, schrale Malignano, ondanks zijne jeugd een meester in de kunst van ware regeeringsboosbeid en de boozo geest van den ijdelen Balbi, die, een beschreven blad raadplegend aldus begon „Da daden, om welke gij den dood verdiend zoudt hebben, zijn ontelbaar... Met over elkaar geslagen armen, spotachtig glimla chend, stond Bembo voor hem. „Dood mij dan daarvoor een enkele maal, ik zal er u voor danken....' „Gij wenscht den dood vroeg Malignano verrast en wantrouwend. „Meer dan de verdorstende reiziger in eene woestijn verlangt naar het ruischen eener bron „Sedert wanneer?' „Sedert ik mij zeiven veracht.' „Gij zijt een dwaas!' aeide Malignano scherp en knorrig, want het scheen hem hoogverraad, dat iemand de vrees voor den dood trotseerde, die het krachtigste middel der regeering was, om zich te doen gehoorzamen. Toch hebben wij andere straffen voor de vermetelen, die met onze genade den spot drijven Wij hadden het goed met u voor, Mauro 1' ging Malignano vriendelijker voort. „Wij trekken het zwaard, dat n boven het hoofd hangt, terng en alle eerbewijzen wachten u, wanneer gij verstandig zijt. Wjj verlangen niets van u dan eeno vriendschapsdienst, die gij Valerio moet bewijzen." Met een konden lach hief Mauro Bembo de hand op: „Laat mij daar buiten, uwe beloften verlokken mij niet en Valerio kent uwe genade goed genoeg, om ze te versmaden. Laat mij, als gij zoo genadig zijt, do eenige verheven aandoening van de borst, die niet door uw vergift is bedorven.' Malignano zag in dat hij op deze wijze zijn doel niet bereikte en ging op zachter toon voort „De dagen waarvan hij spreekt, zijn voorbijde tegenwoordige regeer ing treedt niet in het bloedig voetspoor van Nicolo Sagredo. Er is bloed genoeg vergooten en men snakt naar zachtheid Maar Valerio staat met den eeoen voet in 't verleden en zou ons door plannen van wraak, tegen onze zin, het zwaard in de vuist kunnen doen nemen.' Ongeloovig had Mauro toegeluisterd, toen sprak hij „Pietro Malignano, gij en ik, wij zaten naast elkander op de kloosterschool van 8tefano en gij waart steeds meester, waar het er op aan kwam, u ten koste van anderen met den stralenkrans der dengd te omgeven en jegens uwe kameraden waart gij valsch en vol boosheid. Veroorloof mij, dat ik aan uwe edele gezind heid twijfele." „Dan hebt gij onze schooljongensvijandschap niet vergeten," glimlachte Malignano medelijdend. „Zooals gij wilt, van ouds had bet zegevierende talent weinig vrienden. Als gij niet aan onze zachtheid wilt gelooven Doem het dan staatkunde.' „Dat laat zich hooren, wanneer gij den staat met uwen persoon vereenzelvigt.' „Luister dan," begon Malignano weder, „om de rust van den staat vreezen wij voor Valerio's plannen om zich te wreken. Hem te dooden, of gevangen te houden, past niet in onze plannen. Of zondt gij daar wellicht niet bijzonder tegen opzien. Derhalve zouden vrij er niets tegen hebben, als hij uit Venetië vluchtte, misschien naar dat Dalroatische eiland, waarop Savina, als eene nieuwe Ariadne, omdoolt, troosteloos en te vergeefs naar haren vriend verlangende. Als hij heimelijk, misschien op een schip van de republiek, dat door een zijner vrienden gecommandeerd wordt de vlucht nam, wij zonden hem moeten verbannen maar de vriendschap van deugene, die hem tot de vlocht behulpzaam was, zonden wij vergeven. Gij waart in uwe jeugd immers zeeman, het kommando over onze snelstzcilende galei is opengevallen wilt gij het op u nemen „En als Valerio of ik, ons aan de Turken verhuren om ons te wrekou?' vroog Mauro die zeer bleek geworden was bij dezen voorslag „Dat doet gij niet, want gij zijt Venetiaanen,* antwoordde Malignano ernstig. "Ook hebben wij immers Savina, als gijzelarcs, en de arm der Republiek is lang. Beslis wilt gij bet bevel over de galei op u nemen „Ik wil het,* zeide Mauro haastig. Want toen de schoolkameraad zweeg, boog Bembo zich ernstig en ging, om de wilde stuiptrekkingen drr jaloerseliheid, die uit zijn hart naar zijn gelaat stegen, te verbergen. L&ng bleef Malignano, het fijne slimme gezicht naar den grond buigendo nadenkend staan. Toen sprak bij halfluid in zich zelvcn: „Naar alle regels der menschelijke erbarmelijkheid landt slechts één van hen op het eiland der zaligeD misschien ook geen van beiden. Waartoe is kerker en schavot noodig? Men leidt zulke onbuigzame geesten op hunne baan en de booze instincten vau hun geslacht drijven hen onophoudelijk weder tot moord en ondergang.' De helderziende tyran lachte met een gevoel van welbehagen om zijn eigen wijsheid en ging toen naar den Doge Giovanni Balbi, dien hij door middel van diens ijdelheid regeerde zonder dat deze zulks op merkte. De man, die al deze zwenkingen van het staatsbe stuur, den dood van twee Doge-, mede beleeid had, zonder den minsten schok te gevoelen was Bertuccio BarbartUo. Zond r erbarming rukte de dood de kroon van het hoofd der vorstenongdcerd bedekte de zwarte toga van den procurator diens welgedaan stoffelijk deel. Langzamerhand had hij zelfs de slagen in de crypta ontvangen, leeren beschouwen als eene soort van onderscheiding; want hij twijfelde niet, of zoowel Donato Venier, als Nicolo Sagredo zouden liever ejn paar slagen met de platte kling gehad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1880 | | pagina 2