EEN GE EU kkEG~SC8SÜT wonden die bij gekregen heeft hadden wel eens gevaarlijk kunnen zijn. Er is in Engeland weer eene spoorwegbrug bezweken: de brug over de Wye, tosschen Uay en Breron. Een trein stortte in het water, de machinist en stoker werden gedood Gelukkig was het een goederentrein. Even te voren was over de brug een trein gereden van 2<j waggons vol passagiers. Hoe een groote neus iemand het leven heeft gered Voor eenige dagen stierf te Herzberg een inwoner van Munden (Hanover). in den ouderdom van 99 jaren, nl. de postmeester Franeke. In 181a trok bij als officier naar Rusland, en raakte op den terugtocht niet de zijnen in gevecht met kozakken. Zijn kameraden werden allen gedood, maar hem nam men gevangen, want toen de kozakken hein zagen, braken zij in een schaterlach uit van wege zijn buitengemeen grooten neus, om welken bij ook in Duitschland bekend was. Ze brachten hem in zegepzaal naar het hoofdkwartier als een zeer bezienswaardig voorwerp! Na velerlei wederwaardigheden kwam hij met ongeschonden neus in zijn vaderland terug, en stak hij nog gedurende een langen menscbenleeftijil diens neus in 'e lands zaken. De roman een geluksvogel. Voor eenige jaren wandelden eenige studenten uit Neurenberg die een uitstapje naar Zwitserland hadden ge maakt, aan den oever van het meer van Genéve. toen zij een beer ontmoetten die inde lectuur van een boek verdiept, er nog al bespotelijk uitzag en den lachlust der studenten opwekte. Een hunner, een theologant, gaf zijn vrienden daarover luid zijn misnoegen te kennen. De vreemdeling naderde en dankte hem daarvoor. Er ontspon zich toen een langdurig gesprek tusschnn hen en de toevallige vrienden bleven sedert met elkander correspondeeren. Inmiddels is de student gehuwd, predikant en vader geworden; voor eenige tijd ontving hij nu de uitnoodiging oui bij zijn vriend, die dicht bij Orleans woont te komen logeeren met zijn gezin- Toen eerst bleek welkeen voornaamen schatrijk man de onbekende was.Aan de uitnoodiging gevolggevende, bracht de predikant eeuige genoegeïijke weken door inel de zijnen op 't kasteel van zijn vriend. Een paar dagen na zijn vertrekzeer onlangs ontving hij daarop een brief, vergezeld van een testament, waarin hij tot universeel erfgenaam wordt be noenid van 't op millioenen geschatte vermogen van den slotbewoner, onderdc eenige voorwaarde dat hij van stonde at het kastetjl betrekken en den eigenaar tot zijn dood toe verzorgen zou De Berl. Nacht., waaraan we dezen roman ontleenenstaat voor de waarheid in. Rijtoertjes, die de jonge paartjes op Texel iu de kermisdagen maken door het eiland, kenmerken zich nog altijd door eene eigenaardige oude gewoonte. Deze bestaat daarin, dat de jongelingen, zoodra zij een zwart schaap gewaar worden, een kus aan hunne scbooiieu mogen ontrooven. Dat van dit recht een gretig gebruik wordt gemaakt laat zich begrijpen. Niemand zal 't overigens den levenslustige» knapen euvel kunnen duiden, dat zij bij die gelegenheid ook wel eens een hoop wier of ander donkergekleurd voor werp voor een zwart schaap aanzien - Zeker geneesheer Gelunenti vestigt de aandacht op een ziekte welke hij narcolepsie 11 De inhoud van dezen brief moest dus liet bezorgde meisje wel het allereerst aan den geliefden haars harten mcdedeelen. Toen Kaoul de re"els had gelezen, wist hij aanvankelijk van ontsteltenis niet wat hij zeggen zou. Do jongo graaf Barrierro was wel is waar een bijzonder schoon man, mot een bevallige gestalte maar tevens was hij een buitengewoon lichtzinnige, zedelooze losbol, en de edele, hoogst beschaafde Margaretba volkomen onwaardig. „U zal ik nimmer opgeven en nimmer zal ik het van mij kannen verkrijgen den lichtzinnigen graaf mijn hand te reiken," fluisterde het meisje met een zucht. Maar mou zal je daartoe trachten te dwingen," antwoordde Raoul, terwijl hij de hand der maagd „En ik zal mij met al de kracht, die in mij is, daartegen verzetten," hernam Margaretha. T Ik geloof aan de kracht, aan de grootheid uwer liefde, maar zult ge toch niet eindelijk met weerstand bieden moeten ophouden, wanneer alles, irogelijk ten slotto de koning zelf, bij u aandringt?" „Niets zal mij knnnen doen wankelendoch met moed alleen mogen wij ons niet tevreden stellen, want men zou zich van n knnnen meester maken en de vrees daarvoor is bij mij zeer groot en dan zon men u voor immer aan mij kunnen ont voeren. Hoe spoedig zou ik dan uw spoor hebben verloren. Tot in do cel van een vesting reikt de arm van een beminnend meisje niet, al is die ook bij machte overal, waar dit noodig is, bet goud met volle handen uit te strooien. Daarom moeten wo ras en vastberaden handelen." „Dat vind ik ook, maar het hoofd duizelt mij bij de "gedachte aan die ontzettende ramp eu krampachtig rekt mijn bart zich te zatneD, als ik ga bedenken welk noemt en die zich openbaart in eene onbedwing bare behoeften aan slaap, een behoefte, die zeer snel opkomt, van korten duur is en zich met kleiner of grooter tusscbenruiinte herbaalt. Hij baalt een voorbeeld aan van een patiënt, die, ofschoon des nachts goed en rustig sla pende, overdag van dertig tot tweehonderd keer over vallen werd door dergelijken slaapaandoeningen, die bij de minste emotie in kracht toenamen. Na den slaap, die slechts zeer kort duurde, was de patiënt volkomen hersteld en geschikt tot den arbeid Volgens genoemden geneesheer heeft men hier met een nieuwe ziekte te doen. Van de 270.000 paarden, die in ons land aanwezig zijn, worden er 40,000 ln'n °f meer uit weelde gehouden, de overigen moeten letterlijk «werken als een paard,» om in bet zweet huns aanschijns aan den kost te komen. Edele rassen bezitten wij niet, maar de Geldersche zijn gezocht voor de ligte cavallerie, de Friesche bekend als fraaije koetspaarden en rappe dravers de Zeeuwsche bij uitstek zwaar gebouwd. Zuidholland, daarna Gelderland en vervolgens Noordbrabant bezit de meeste paarden, Drenthe de minste. Die verhouding verandert echter, wanneer men nagaat, hoeveel paarden op elk honderdtal hectaren in de verschillende gewesten voorkomen alsdan komen Zeeland en Groningen nog boven Zuidliolland te staan, daar de zware kleibodein er veel kracht aanwending bij den landbouw vordert; liet meerdere weiland in Friesland en Noordholland, de ligtcre bodem en de verbrokkeling van liet grondbezit in de meeste andere gewesten eischen er niet zooveel hulp van liet paard. Men schrijft aan het Lcidsch Dagblad: Wat eene omkeering in enkele dagen ïn de landbouwende gemeenten! Wel hebben nog niet alle klagende boeren een juichtoon aangeheven maar toch, er zijn duizendendie dankbanr erkennen dat de vooruitzigten op den akker, op de weide en in den tuin ontzaggelijk veel gunstiger zijn geworden. De wintergewassen, vooral de tarwe, zijn heerlijk bijgekomenhet vlas, dat eerst wat spillig opschoot, tooide zich reeds met een donzig kleed; de zomergewassen, die tijdig tn den grond zijn gekomen, staan .uitmuntend, vooral de paarden en duivenboonen. Minder goed ziet het er uit met het in het laatst van April of Mei gezaaide, wat groo- tcndeels droog in den grond is blijven liggen. Met vele suikerbieten is dit ook het geval. De somertarwewaarop niet meer te hopen valt wordt hier en daar door bruine bootten ver- vangen De aardappelendie het tot driemaal toe zoo kwaad te verantwoorden hadden, komen zeer goed vooruit, dank de talrijke kiemen van de pooters. De enkele stukken koolzaad en karwei beloven eene matige opbrengst De weilanden, die over 't algemeen veel te kaal afgeknaagd waren, groenen nu weer op. De rechte groeikracht, die men in Julij en Augustus niet zoo meer kan verwachten, is nu nog wel aanwezig. Overigens geven de melkkoeijen. naar het weinige gras, eene goede hoeveelheid zuioelrijke melk Hooiland is er haast niet; wai er is belooft eene redelijke opbrengst. Hu worden vele landen voor den hooibouw eerst door het vee ontruimd. Was het voor den landbouw minder gunstig ook de luinman had tegen de droogte te oen bitter leed daarmee over uw hoofd kan worden gebracht!" „O, maalc 11 om mij niet hozorgd." riep bet meisjo vol warmte uit „Het grootste gevaar daarbij dreigt u. Luister dus naar mjjn plan. Naar alle waarschijn lijkheid komt mijn vador morgen ochtend vroog hier aan, en dit onderwerp zal hij dan wel dadelijk met mij beginnen te besproken. Ik zal hem dan onmidde llijk eu zonder omwegen helder on duidelijk uit elkander zetten waarom ik den graaf mijn hand niet reiken kan, e 1 tevens zal ik hem dan gulweg de verklaring geven, dat wij beiden voor ons gansche leven een onverbreekbaren bond gesloten hebben. Intusschen houdt gij u in de nabijheid van bet kasteel op e.i als ge dan op een gegeven oogenblik een witten zakdoek buiten het raam van mijn boudoir ziet wapperen kom dan zoo spoedig mogelijk bij mij, want dan is, naar ik vertrouw, het geschikte oogenblik gekomen om u aan mijn vador voor te stellon. Hij zal op dat oogenblik dan mogelijk juist in een hoogst opgewondon ge moedstoestand verkeeren, maar ik reken daarbij niet weinig op uw steeds dadeljjk een ieder voor u inne mend gelaat, mijn lieveling, zoowel als op uwe welbespraaktheid en op don vertrouwen inboezemenden spiegel uwer ziel." „Och, zou het oog der liefde u hierin geen parten spelen en u met valsche verwachtingen misleiden?" viel Raoul, terwijl een lachje over zijn ernstig gelaat vloog, haar hier in de rede. Ook over Margaretha's schoon wezen, gleed een lachje „Geloof mij maar, Raoul; de liefde is geenszins blind; ze bezit ecu zeer scherp oog en op het punt van list is ze gelukkiger dan de ervarenste, de schranderste veldheer." „Ik stel mijn gansch vertrouwen in u, mijn kleine dappere veldheer," zei Rcual en drukte een kus op de rozenlippen. „En met deze verzeki ring en dezen troost wil ik voor heden van n scheiden," hernam Margaretha. „Sluip lang de zijpaden weder uit het park, ik moet worstelen. Op zijn kleiner terrein kan hij echter veel doen, wat den landbouwer onmogelijk is. Zoo b v. het gieten. Allen weten echter heel goed, dat het hemelwater moeijelijk en, lang niet geheelkunstmatig door sloot of kanaal water kan worden vervangen. Nu gaat bij den warmoezenier alles flink vooruit: vocht en warmte zijn de kostelijke factoren, die hem aan zijne lekkere producten helpen. Spoedig wordt de keuken goed voorzien. Uit Dokkutn wordt ons geschreven: Ein delijk weten de crediteuren van den in 1878 overleden notaris G. Posthuma toch hoe het met de zaken staat. Bij de eerste oproeping was door den notaris A A. Land teFraneker, de guDstige verklaring afgelegd dat bet bedrag der schulden 'f 272,000) door een te goed van f 285,000 behoorlijk werd gedekt, en nog boven dien gezegd, dat er iemand f 17,000 had toe gezegd, zoo er nog tengevolge van kwade posten een tekort mocht voorkomen. Iedereen dacht dus ten volle betaald te zullen worden, en nam dan ook in die hoop de t5 pet. aati, die reeds uitbetaald konden worden, te meer nog daar beloofd werd dat zeer spoedig men met de zaak zou voottgaan. En nu, in eene de vorige week gehouden vergadering van crediteuren, werd, in plaats van de verwachtte 85 pet. slechts uitbetaald 10 pet., en bovendien gezegd dat niemand zich meer illusies behoeft te maken, want wat er nu nog zou kunnen betaald worden zou een meevaller zijn. De lieer Mr. A. Bloembergen, advocaat te Leeuwarden, had nu de leiding der vergadering en heeft den crediteur beloofd, binnen drie weken een gedr.ikte circulaire aan hen te dom toekomen. De Zaanl. Courant meldt, dat mr. II. J. Smit voornemens zou zijn, ter gelegenheid van de najaars vergadering van do Provincialo Staton van Noord- Holland voor hot Lidmaatschap van dc Eerste Kamer tc bedanken. Op do tentoonstelling van kunstnijverheid to Dusseldort bevindt zioli eon buste levensgroote van den Duitsehen Keizer, van gedreven zilver, waarvan de gelijkenis zeer wordt geroemd. Dit kuntvoorworp is aangokocht door Z. K. H. prms Frodorik, dio bet ten geschende hcoft gegeven aan het tweede regiment infanterie der Pruisische gardo to Berlijn, Uit Zwollorkarspel schrijft men ons van 28 Junij: Op do buitenplaats van don heor Cnopius onder Ittcrsum zijn dozer nacht ontvreemd eon geheel zilvoren servies, bonovons zilvoren lepels on vorkon. De diovon, die men vermoedt dat door een raampje dor bestekamer zjju binnengekomen, schijnou zeer op hun gemak te zjjn gowoost, daar zij eon peperkoek, eon carbonado en eon flech wijn hebben gebruikt, waartoe zij zich behoorlijk van 2 wijnglazen licbbon bediend. Do justitie uit Zwollo houdt zich met eon onderzoek bezig. Behalve aanzienlijke hoeveelheden koren, katoen cn andere stapelartikels, boter en kaas, werden op den éénen dag van 12 Juni jl. van New-York naar Engeland per stoombooten ingescheept: 2000 stuks levende runderen en 2500 levende schapen mitsgaders 5000 vierendoolen versch rundvleesch cn 1500 ge slachte schapen. Bij de wedrennen te Saint Paul do Leon is do eigenaar van een winnend paard, dio bij de aankomst daarvan in do baan snelde, om zijn jockey geluk to wonschen, door een ander paard, dat kwam aanrennen omvergeworpen. Do schok was zoo hevig, dat hot paard en de jockey medo op don grond stortton. Do ongolukkigo winner had eon ernstige wonde aan hot hoofd bekomon, waaraan hij na eenige uren overleed. zoo goed en zoo kwaad als dat gaat; mijne rol van zieke verder gaan af-pclen." Nog eenmaal drukte Raoul zijn geliefde Margaretha aan zijn hart, daarop verdween hij in de struiken. Langzaam schreed Margaretha door de reeds in volkomen halfduister gehulde hoofdlaan naar bet kasteel. Mocht zij, torwijl ze tegenover haar Raoul stoud, hot volste vertrouwen op het ge'ukkon van haar plan hebben uitgesproken, thans klopte het hart haar echter van angstige bezorgdheid, want hoe licht kon een klein toeval alle berekeningen te schande maken. Terwijl Raoul en Margeretha in het park van Versailles aldus aan elkander hun vreezen en hopen mededeeldea, en niet hun beiden beraadslaagden door welke zetten zij op 's levens schaakbord het geluk huns levens wilden, grondvesten, had te Parijs een voorval plaats, dat voor het lot der beide geliefden van het hoogste belang was en dat tevens geheel er op was aangelegd om al hun hopen en wenschen voor altijd denbodein in te slaan. Op het zelfde oogenblik namelijk, waarop Raoul het park van Versailles betrad, zat in een afzonderlijk vertrekje van het Café Procopo te Parijs een jong edelman, wiens kleeding de hoogste elogance verried. De prachtig geborduurde, scharlaken rood fluweelen rok, het fijne, blauwzijden vest met langen schoot het sierlijk gepoederde en gekrulde haar. kortom alles deed den jongen man kennen als iemand die in de hoogste kringen der maatschappij thuis behoorde. Dat was ook in alle deelen waar, want Charles de Fourion was een der meest gezochte edellieden in de salons der hooge aristocratie en in de zalen van Parijs even zoo goed thuis als aan het hof van Versailles. Cp het kleine, ronde tafeltje voor hem bad de jonge man in een klein, sierlijk kopje zijn koffie staan, maar de inhoud van een blad papier, dat hij aandachtig las, had hem den geurigcu drank geheel doen ver geten. Herhaalde malen speelde een vroolijk lachje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1880 | | pagina 2