Ao 1830.
24stc Jaargang,
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
1 Q) fi Q
Firma D1DEUICH
een SCHAAP [ovcrhoucier]
Bekendmakingen.
Katiouale Militie.
VOKSTFA LIEFDE.
No 1556.
JAGT.
DENIJS.
OPROEPING
v
VI.
IA HIT.
Dit blad verschijnt twee maal per week. JVoens
dag- en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in bet eerstuitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad woiden door alle
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.6o.
Afzonderlijke nummers f 0.07!.
Advertentiën van een tot vijf regels ƒ073; iedere
regel meer/o.i5. Groote letteis naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Onzen gcachten begunstigers wordt
bekend gemaakt dat steeds abonnementen op de
SCHAGER COURANT worden aangenomen-
Die genen, die zich van af heden abonneeren
ontvangen de in dit kwartaal nog verschijnende
nummers gratis
De uitgever,
PERMIS T:
met een onduidelijk rood merk over het schoft
en een bakje uit het tegteroor.
Zij, die hieromtrent eenige inlichtingen kun
nen gevenworden verzocht zich te vervoegen
ter gemeente secretarie aldaar.
VERMIST
een Schaap (overhouder) mot een Blauw merk aan
de regterzijde van den kop, op Donderdag 9 December
1880, tusschen de gemeenten Heer Hugowaard en
Sehagen.
Zij die hieromtrent eenige inlichtingen knnnen ge
ven worden verzocht zich te vervoegen ter gemeente
Secretarie van Schagen.
De Burgemeester van Schagen,' brengt ter
kennisse van belanghebbenden, het navolgend
besluit
De Commissaris des Konings in Noord Holland;
Gezien bet besluit van Gedeputeerde Staten dier
provincie, dd. I December 1880 no 153-
Gelet op art. I 1 der wet tot regeling der
jagt en vischerij (Staatsblad 1837 no 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
I. dat de sluiting der jagt op klein wild voor
Noord Holland is bepaald op Vrijdag 3l De
cember 1880 met zonsondergang, en dat alzoo
op grond van het bepaal Ie bij bet eerste
lid van art. 27 der aangehaalde wet, bet
verkoopen. te koop uitstallen en vervoeren van
wild, uiterlijk tot en met ij Januari 1881 zal
mogen plaats hebben.
En zal dit besluit in bet"" provinciaalblad
worden geplaatst, en in iedere gemeente van
Noord Holland worden aangeplakt.
Haarlem, 4 December 1880.
De Commissar des Konings voornoemd,
(Get.) SCHORER.
Schagen, 14 December 1880.
De Burgemeester voornoemd.
G. LANGENBEBG.
2. Hij, die gecne ouders of voogd hebbend",
gedurende de laatste achttien maanden voorafgaande
aan den lsten Januarij van het ja ir der inschrijving
in Nederland vorblirf hield
3. Hijvan wiens ondnrs de langstlevende ingezeten
wasal is rijn voogd geen jjrezeten, mits hij
binnen het Bijk verblijf houdt,
Voor ingozéton wordt niet gehouden de vreem
deling hehoorende tot eenen Stnat wmr de Ne.
derlander niet asn do verpligte krjjgdienst is on
derworpen, of waar ten a vnzieo der dienstpligti^heid
het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen
Art 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn
19de jaar, doch vóór hot volbrengen van Zi|n
20ste ingezeten wordtis verplicht zich zoodra
dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven l>ij
Burgemeester en Wethouders der Gemeente, wmr
de inschrijving volgens Art. 16 moet geschiede^
Art. 16. De inschrijving geschiedt
1. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn
bijden overleden de voogt woont
2. Van een gehuwdo en van een weduwnaar inde
Gemeente waar hij woont
3. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft,
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente waar
hij woont
4. Van den buiten *s lands wonende zoon van een
Nederlander die ter zake van 's lands dienst in
een vreemd land woont in de gemeente, waar zijn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond
heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven:
1. De, in een vreemd rijk achtergebleven zoon van
eeu ingezeten, die geen Nederlander is
2. Do, in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder-
looze zoon van etn vreemdeling al is zijn voogd
ingezetoo
Art. 18. Elk die volgons Art. 15 behoort te
worden ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij
Burgemeester en Wethouders aan te geven, tus
schen den lsten en den disten JANUARIJ;
Bij ongesteldheid, afwezigheid of o itstcntenis is
zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden, zijn voogd tot hot doen van
die aangifte verplicht.
Burgemeester en wethouders voornoemd, brengen
tevens tor kennisse van do belanghebbenden dat tot
de inschrijving gelegeuh. id zal bcgtaau van l tot 31
.lauu irij aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente
dagelijksuitgezonderd des Zondags van des voor-
middags 9 tot des namiddags 4 ure.
Schagen deu 17 December 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. LANGEN BERG.
De Secretaris,
tot de inschrijving voor het jaar 1881, volgens de wet
van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72.)
Burgemeester en Wethouders van Schagen gelet
hebbende op het bepaalde bjj Artikel 19 der wet op
de Nationale Militie \an 19 Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72) herinneren bjj de/o de belanghebbende
Ingezetenen aan hunne verplichting tot het doen van
®ungifte voor do dienst bij de Nationale Militie, met
verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en
20, abraede 16, 17 en 18 der Wet, luidende:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie iugeschreven
alle mannelijke ingezetenen, die op den eersten Jauuarij
Tau het jaar hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezetenen wordt gehouden
L Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd
ingezeten is volgens d6 Wet van 28 Julij 1850
[Staatsblad No. 44J.
•Torbern Ostierna ook gij ondankbaar riep
•Je Koning smartelijk aaiigelaan.
Alle verwijtiugen die uwe majesteit mij
doet wil ik geduldig verdragen, antwoordde
Torbern-"
■O hoe gaarne zou ik door uwe band sterven.*'
Ha 011 waardige, gij verdient uiet, dat de
hand van uw verradenen gebieder u aanraakt,,
barstte de Koning uil. »In u heb ik eeu adder
aan mijne borst gevoed, eeu ellendige tot mij
opgeheven rpdat hij mij het liefste op aarde
o nt rooide Ik was de speelbal van uwe trouwe
loosheid, maar bij het bloed van God, d,
misdaad zal niet ongewroken blijven
«Staat uiijn verbeven gebieder mij nog toe een
laatste woord te spreken, antwoordde de guu-
steling met waardigheid en met een vasten
trotscben blik «Laat mijn hoofd op het blok
leggen of laat mij in den diepsten kerker
versmachten, ik zal niet morren-
Want alles wat ik ben en heb, aan ligchaam en
leven, have en goed gelioorl aan uwe Majesteit
van het OOgénblik af waarin ik de arme boeren
hut voor de gladde plaveisels van bel Konings
paleis ruilde.
Gij zult echter ook tot mijne rechtvaardiging
vernemen, dat ik niet tot verrader van mijn
Koninklijken lieer ben geworden, fngarda
Salström beeft nimmer een woord van liefde uit
mijnen mond vernomen.
Wilt gij mij bespotten, ellendeling," riep de
Koning woedend.
«Zoo berken ik 11 niet Koninklijke Heer
zeide Ostierna met kouden ernst
De koning trok aan de bel en riep om de
wacht,
Men neme den hoofdman Ostierna den degen
at en dan voert inet hem in strenge gevange
nisschap» beval hij den binnentredenden Officier
Ontneem hem deze kleederen steek hem weder
in de boerenkiel! Hij zal in bet slijk terugkeeren
waaruit ik hein ophief, niet sterven maar in
ellende voortleven. Dan kan hij voelen wat hr[
heet het vertrouwen van zijnen vorst misbruikt
te hebben. O <1 ie schelm!
De Koning was buiten zich zelve. Niemand
had hem ooit zoo opgewonden gezien. De tijd in
der gevangenneming van den benijden gunste,
Iing verbreidde zich als een Inopend vuur muur
niemand kende de oorzaak der zoo plotseling
over hem uitgebroken ongenade. En toch moest
bet een gewichtig geheim zijn, want de Koning
verliet in verscheidene dagen alleen zijne vertrek
ken 0:11 in den slottuin* te wandelen. Onder
voorwendsel van ongesteldheid bad bij bevolen
niemand bij hem toe te laten.
Toen Gustaaf Adolf eenige dagen na de
gevangenneming van Ostierna ouder de schaduw
der beuken van liet park wandelde en in gedachten
verzonken lot bij de daaiuan grenzende grasvelden
was gekomen, wierp zich plotseling een boer
aan zijne voeten.
Wie zijl gij wat wilt gij? »vroeg hem
de Koning. 1
Mijn naam is Asting. antwoordde da hoer,
en mijne bede, dat gij den onschuldig in den
kerker versmaditrnden 'lorbeen Ostierna weder
in vrede en rust naar ons dorp laat trekken;
of. indien Gij dit weigert mij toestaat zijne
gevangenis te deeicn. Hij was mijn vriend toen
hij gelijk ik nog een fxx.r was. en hij is liet
ook gebleven, toen hij lot edelman en officier
verheven was.»
Vriendschap?, lachte de Koning bitter dwaas
narrenspel wat zoo lang duurt tot dal de
bellenk «b weg wordt geworpen. Ga heen Asting,
uwe voorspraak voor den verrader helpt niets?.
In na.nn der goddelijke almacht Koninklijke
heer, verlang ik gerechtigheid voor mijn viiend!.
riep Asting. Men noemt de-vorsten de uitvoerders
der goddelijke en ineuschelijke wetten en
hier ben ik om u daaraan te herinneren* Ik
dank 11 een sclioone hofstede en menigen andereu
gunst ueem ze terug neem alles wat ik heb