16
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao 1880.
24stc Jaargang.
No 1355.
Firma DIDIJUCII
Bekendmakingen.
een SCHAAP [ovcrhouüer]
ilollanrisclic letterkunde
IIMNT.
Dit blad verschijnt twet maal per weck. JToent.
dag- en Zaturdag avond. Hij inzending tol 's mid
dags 12 ore worden advcrtenticn in het eerstuitkoinend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad wotden door alle
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3 6o.
Afzonderlijke nitimners 0.07'.
s/d ver I entten van een tot vijf regefs J 070; ieder*
regel meer 0.15. Groote letteis naar plaatsrnonte.
Postdirecteuren en Boekhand j!
aren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te liitn.
Onzen grachten begunstigers wordt
bekend gemaakt dat steeds abonnementen op de I
SCllAGER COURAN'I worden aangenomen-
Die genen, die zich van af heden abonneeren 1
provincie, dd. 1 December t88o no i.r>3.
Gelet op art. 1 1 der wet tot regeling der
jagt en vischcrij (Staatsblad 18Ó7 110 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
I. dat de sluiting der jagt op klein wild voor
ontvangen de in dit kwartaal nog verschijnende Noord Holland is liepaald op Vrijdag 3i De
nummers gratis.
De uitgever
PERMIS T:
met een onduidelijk rood merk over het schoft
en een hakje uil liet tegteroor.
Zij. d ie hieromtrent eenige inlichtingen kun
nen gevenworden verzocht zich te vervoegen
ter gemeente secretarie aldaar.
ccmber 1880 met zonsondergang, en dat alzoo
op grond van het bepaal Ie (bij liet eerste
lid van art. 27, der aangehaalde wet, liet
verkoopen, te koop uitstallen en vervoeren van
wild, uiterlijk tot en met l4 Januari 1881 zal
mogen plaats hebben
landers waren zij te traag, te bevooroordeeld
om achter de nevelen van onze kusten bet
schoone landschap te genieten en te bewonderen
Of beloonde de aanschouwing van dit landschap
de moeite nietdie inen er voor moet aanwenden
Verdienen de namen van Vondel en Bilderdijk
in éénen adem genoemd te worden met die van
Dante, Shakespere, Corneille. Göthe en Bijron?
Onze uitnemende letteikundigen Da Costa,
En zal dit besluit in het provinciaalblad Beets en van Lennepzeggen ja! maar onze
worden geplaatst, en in iedere gemeente van
Noord Holland worden aangeplakt.
Haarlem, 4- December 1880.
De Commissaris des Konings voornoemd,
(Get.) SCHOHER.
Schagen14 December 1880.
De Burgemeester voornoemd,
(G. LANGENBERG.
Burgetneesver en Wethouders der Gemeente
Schagen
Gelet hebbende op art. a65 der Wet van 29
Junij i85t, (Staatsblad no. a5)
Brengen ter openbare kennis, dat het door
den Raad vastgestelde suppletoir kohier van den
Hoofdelijken Omslag en dat voor de belasting
op de honden, voor het loopende dienstjaar,
gedurende acht dagen, en wel van Vrijdag den
toen December tot en met Vrijdag den I7en
December 1880, ter Secretarie dezer gemeente;
voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt
waar zulks te doen gebruikelijk is.
Schagen, den toen December 1880.
i.
Onlangs hebben wij het oordeel van den
bekenden Italiaanschen reisbeschrijver Ed-
monde de Amicis over onze le'terknnde mede
gedeeld. Op eenige zijner beschouwingen willen
wij terug komen. Volgens het gevoelen van dien
schrijver staat onze letterk inde in glorie ver
beneden die, welke door ons volk op andere
velden zijn behaald. Naar het oordeel des
vreemdelings heeft Nederland geen enkelen
letterkundige van den eersten rang voortgebiagt.
burgemeester en1 AV ethoudi rs voornoemd 1 Qng jsc|, CII godsdienstig karakter zat ons
G. LANGENBERG.
De Secretaris hij de vorming onzer letterkunde in den weg.
DENIJS.
Do Burgemeester van Schagen, herinnert de
ingezetenen aan art- 160 van liet politie reglement
dezer gemeente luidende als volgt:
„De SCHOORSTEENEN voor zoo verre
die des zomers gestookt worden moeten ten
minste tweemaal 's jaars, in Maart en De
cember worden geveegd en schoongemaaktop
de straffen bij art. A'o l, fan het
wetboek van stra/regt bedreigd.'
Sc ha get»10 December t88o.
De Burgemeester voornoemd
G. LANGENBERG.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der
Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dier Gemeente, dat liet
koliier van bet palentregt over het tweede
kwartaal van liet dienstjaar 1880 81 op den 9
dezer door den Heer Provincialen Inspecteur
in de Provincie Noord hol land is executoir
verklaard, en op heden aan den Heer Ontvanger
der directe belastingen binnen dexe Gemeente
ter invordering is overgegeven.
leder ingezeten, welke daarbij belang
wordt alzoo vermaand op de voldoening
beeft
van
zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten
einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit
nalatigheid zonden voortvloeijen, te ontgaan.
Schagen. den t3 December 1880
Het Hoofd van het Plaatselijk Besiuur voorn,
G. LANGENBERG.
JAGT.
De burgemeester van Schagen, brengt ter
kennisse van belanghebbenden, liet navolgend
b<De Commissaris des Konings in Noord Holland;
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier
Is deze uitspraak geheel zonder grond? Wie zal
dit durven zeggen! Geen naam in onze letterkunde
die in betoog van het beschaafd Europa opweegt
tegen dien van Rcmhrandt, Spinoza, Grotius
de Witt of Boerliave Gjen geleerde, geen
beschaafd man in Europa, die in de 17e eeuw
niet niet bewondering vermeld wierdzoo
dikwijls hij de namen der sieraden vari de
Leidsche hoogeschool of die der Illustre school
te Amsterdam hoorde uitspreken. De namen van
Heinsius, Scaliger, Vossuis en Barleüs zweefden
in geheel Europa op aller lippen. Doch huiten
onze landpalen kende bijna niemand Vondel
Niet geheel lag dit aan de beperktheid van ons
taalgebied, want in de 17e eeuw was dit niet,
zoo beperkt als thans. Het vonnis van Koning
Karei I van Engeland werd afgekondigd in het
EngelschLatijn en Hollandsch een 1 cwijs
dat onze taal als eene algeineene handelstaal
werd beschouwd. Ook de wijsgeer Locke en de
dichter Pope waren blijkens hunne werken
uiet onbekend met de Hollandsche taai-
Naast eene vergeten of versmede letterkunde,
heelt onze geleerdheid in alle tijdperken Europa's
bewondering verwekt. Ook in onze eeuw zijn
de namen van Scliultens. Yalkenaar, Cobeth
Donders, enz roet gouden letteren in de jaar
boeken van de beschaafde menscbheid geschreven,
doch die van Bilderdijk, Tollens, van Lennep
en da Gosta konden alleen een plaatsje krijgen
in het op een verborgen plekje liggend boeksken
onzer nationale letterkunde.
Ligt de schuld geheel alleen bij de buiten
critic Jonckbloed en Busken Huet ontkennen
liet. Tot mijn leedwezen helt mijne tneenitig
meer en meer tot liet gevoelen der laatsten over,
o ja! Ook bij de biiitenlandscbe dichters van
den eersten rang is niet alles goed met name
komt men in Danthe's verzen zoo veel gekuns
telds en geknutsels voor, dat wij er van moeten
geeuwen. Zijn hoofdwerk, de divina Comedia
is een door en door taaie lectuur. Alleen zij die
zich i>epaald hebben tot de lectuur der schitte
rende passages kunnen er mede dweepen. Ook
bij Corneille en Göthe moeten wij vrij wat
vervelends slikken maar voor een goed deel
ligt dit misschien aan ons karakter van vreem
delingen. De Duitschers en Italianen vonden in
hunne afgoden alles moot. Da 1 ren tegen zijn
Bilderdijk en Vondel hij hunne landgenooten
altijd inpopulnir gebleven. Wanneer wij de
uitgebreide stukken van onze twee hoofddichters
geheel doorlezen, dan doen Wij het bijna altijd
uit een soort van plichtgevoel, hoogst zeldzaam
uit lust om ons aangenaam bezig te houden
Vondel en Bilderdijk missen beiden de kunst
om in hunne uitgebreide stukken door afwisseling
van stijl en tooneelen onze aandacht te spannen.
Niets dat* tiaar intrige zweemt in hunne
treurspelen en helden dichten. In hoogte van
dichterlijke vlucht en colei iet overtreft Bilderdijks
ondeigang der eerste wereld zeer zeker de Trithiof
Sage van den Zweed schen dichter Tigner.
Dan al hoewel het Zweedsch weinig meer
bekend is dan liet hollandsch heeft toch het
laatste dichtstuk allnen eene europesche bekend
heid gekregen. Ongelukkiger wijze stak Bilderdijk
zijn dichtstuk te veel in een deftig hofgewaad
a la Louis XIV, Tegner koos eeue kleeding met
de snid van onzen tijd. De oud Noordsche helden
van den zweedschen dichter boezemden ons belang
in, otud wij aclitei bun costuum uit de vierde
of vijfde eeuw toch in hunne boezems iets van
de zachte gevoelens uit onzen tijd gewaar worden.
Bilderdijks figuren zijn wassen beelden; zelden
of nooit ontmoeten wij in ben broeders, naar
ons vleesch en bloed.
Levende in een boekenwereld zag de dichter
van de werkelijkheid alleen datgene wat hem
kwetste en in strijd was inet zijne gevoelens.
Slechts drie of vier aantrekkelijke personen
kan men in zijne werken aanwijzenGijsbrecht
van A instel in zijn Floris V, Assenede in de
romance van dien naain ElpineenTual in zijn
heldendicht. Bij de karakterschildering van den
Ongelukkigen van Amstel zweefde hem waar -
schijnlijk de treurige wanverhouding in den pa-
triottischen tijd lusschen Wassenaar, Starrenberg
en zijn voormaligen vorstelijken vriend Willem