AÖYIB.TENTIB'
ZONDAG
31 JIJ LIJ
Ao. 1881.
No. 1420.
25ste Jaargang.
Bekendmaking.
SCHAKER COURANT
Dit blad verschijnt twee maal per week.
Woensdag- en Zaturdagavond. Bij inzending tot
's middags 12 ure worden Advertentiën in het
eerstuitkomende nummer geplaatst. Ingezonden
stukken een dag vroeger.
Prijs per jaar 3.Franco per post 3.60
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentiën van een tot vijf regels f 0.75
iedere regel meer f 0.15. Grootc let'ers worden
naar plaatsruimte berekend.
Vasthouden van FENDEN-
BurgpniffMer en Wethouders van Schagen,
Geiien art 103 van bet politie reglement dezer gemeente;
Brengen hij deze ter algemeene kennis, dat van af beden tot
en met 15 October, de EENDEN, binnen deze gemeente, ge-
nloten of gehokt zullen moeten worden op de boete bij het po
litie reglement bepaald.
Schagen, den 20 Jnlij 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
O. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester en Wethouders van Schagen, doen te weten,
dat door den Raad dier gemeente, iu zijne vergadering van 6
Juli) 1881, is vastgesteld de volgende verordening:
DE RAAD DER GEMEENTE SCHAGEN;
Overwegende dat volgens art; 178 der wet van 29 Junij
1851 (Staatsblad No. 85,) de Raad ten minste eenmaal in de
vjjf jaren, moet verklaren, welke verordeningen, tegen welker
overtreding straf is bedreigd, als nog als geldend zullen worden
RRnRcmcrktj
BESLUIT!
Te verklaren dat de verordeningen tegen welker overtreding
straf is bedreigd, die voortdurend en met uitsluiting van alle
andere geldend blijven, zijn de volgende:
I. Het politie reglement dier gemeente, vastgesteld in de
II.
Die student is heeft een vrijbrief, een vrij
brief om studentenk wand uit te voeren. Men
weet het, 't zijn meest jongelui van aanzien
lijken of uit den gegoeden stand, die, als kin
deren van weelde, 't soms wel eens bont kun
nen makenmaar wie 't niet euvel geduid
wordt omdat zejong en Student zijn!
Vroeger bestond te Leiden geene bepaling
nopens den ouderdom, zooals op de andere
hooge schooien, om zich als akademieburger
te laten inschrijven. Huig de Groot was elf
jaren, toen hij zulks deed. Zoodra men zich
had laten inschrijven, moest men, indien men
den ouderdom van 16 jaren bereikt had, den
eed afleggente Leiden met uitgestrekte vin
geren zweeren
Rector, Curatoren en Senaat allo onderda
nigheid en eer te bewijzen alle geboden en
wettelijke bevelen en verboden der universiteit
te gehoorzamen en zoo men iets bevond of
vernam ten nadeele der universiteit, zulks Cu
ratoren of professoren aan te zeggen."
Daarenboven moesten de Studenten in de
godgeleerdheid, die op beurzen studeerden,
zweereïl: „in 't stuk der religie geen andere
leeringen aan te hangen, dan die aan de uni
versiteit werden geleerd." Zoodra de Stu
dent zijn eed had afgelegd was hij groen en
bleef zulks totdat hij de ontgroening had on
dergaan.
Diergelijke plegtigheid had in alle landen
plaats wanneer men zich in een gild of colle-
,-T—gie begaf. Hier werden de nieuwelingen bij
Afkondiging11 c^Jznuan 1874- si^aarfeB*? Jun8 ?874 Af- hunne Confraters gelogeerd, waar het ieder vrij-
kondiging is Junij 1874. 30 Mei 187G, Afkondiging 13 Jnuij stond die nieuwelingen te bespotten en over-
■8iv.n°tïe!S vemgheTLwy.^^ Swntai last aan te doen^ora hen nederig, verdraag-
van afkondiging ia geschied den 18 Jnlij daaraanvolgende en
bevattende de navolgende hoofdstukken:
I. Van de verdeel ing der gemeente en nummering der huizen.
Gewijzigd bjj Raadsbesluit van den 14 December 1875. Af
kondiging den 4 Januarjj 1876.
II. Van het toezigt op vreemdelingen.
III. Van de aangiften van verhuizing binnen de gemeente.
IV. Van tenige bijzonderheden welke de algemeene Burger
lijke Wetgeving ain de plaatselijke reglementen overlaat.
V. Van de tapperijen, enz:
VI. Van het plaatsen van kramen, stalletjes, enz:
VII Van het bouwen en bewonen van kleine woningen. Ge
wijzigd bjj Raadsbesluiten van den 25 November en 14 Decem-
Jjer 1875. Afkondiging den 4 January 1876.
VIII. Van het atloopende water en vuilnis langs de openbare
straten en wegen.
IX. Van de instandhouding, bruikbaarheid; vrijheid en veilig
heid van de publieke wegen, schoeijingen, straten, plantsoenen,
pleinen en andere plaatsen tot gemeente dienst van allen bestemd.
a -IJ ii nail l.t! U S n 11 krti, 1linn vin w OO Tloj>otllhor 1R7R
van den 31 Maart en 1 Junij 1874, Afkondiging 15 Junij 1874.
XI. Van de verspreiding van schurft of rotkreupel onder het
wolvee. Gewjjzigd bjj Raadsbesluiten van 31 Maarten 1 Junij 1874
Afkondiging 15 Juny 1874-
XII. Van het houden van openbare verlotingen.
XIV. Van maatregelen tot voorkoming en wering van brand
Gewijzigd bij Raadsbesluiten van den 30 Mei 1876. Afkondiging
13 Junij 1876.
XV. Van de beurt markt en veerschepen.
XVI. Van het koopen en aannemen van verdachte of gesto-
lene goederen.
XVII. Van het binnen treden van de woningen der ingeze
tenen, huns ondanks Aangevuld bij Raadsbesluit van den 22
December 1873. Afkondiging 6 Januarij 1874
XVIII. Algemeen bepalingen. Gewjjzigd bij Raadsbesluit van
Aen 10 Mei 1873, Afkondiging, [18 Juny 1873.
2. De verordening op het begraven en vervoeren van lijken,
vastgesteld in de openbare Raadsvergadering van den 3 October
1872, Afgekondigd den 23 October 1872.
3. De verordening bevattende maatregelen bij het voorkomen
van besmettelgke ziekten, vastgesteld in de openbare Raadsver
gadering van den 10 Mei 1873, Afkoadiging 18 Junjj |1873.
4 De verorden ing tot vaststelling van bepalingen betrekke
lijk de Algemeene Begraafplaats te Schagen, vastgesteld in dc
Openbare Raadsvergadering van den 11 November 1873, Afkon
diging 28 November 1873
5. De verordening voor de politie op het buitenplein van en
den toegangsweg aaar het spoorwegstation, vastgesteld iu de
openbare Raadsvergadering van den 1 Augustus 1876. Alkon-
diging 15 Augustus 1876.
6- De verordening, tot wering van de veemarkt te Schagen,
van schapen, lijdende aan kwaadaardig klauwzeer (Rotkreupel)
vastgesteld in de openbare Raadsvergadering van den 10 No
vember 1880- Afkondiging 23 November 1880.
7. de verordening op de honden, vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van den 8 December 1880-Af kondiging 21 De-
pember 1880
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering vaa den 6
Juin 1881.
l)e Secretaris De Burgemeester,
Get^DENIJS'. Get. G. LANGENBERG
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Noord
Holland volgens hun berigt van de 20 Julij 1881, No. 4i, in af
schrift medegedeeld.
En is hiervan af kondiginggeschied, waar het behoort, den 3f
Julij 1881.
De Secretaris. De Burgemeester,
DENIJS. G LANGENBERG.
zaam en ter akademiesche verkeering geschikt
te maken.
Op een bepaalden tijd leidden zij hen twee
aan twee in reijen en gelederen plegtig over
de markt naar het bad.
Hier aangekomen, begonnen de onderen te
schreeuwen en te razen, alsof zij de nieuwe
lingen wilden beletten in het bad te gaan.
Eerst na lang kloppen werd dezen de deuren
geopend, waarna zij zwart gemaakt en met
water overgoten werden Uit het bad terug
gekeerd gaf men hun de broederhand en erken
de men hen als huns gelijken.
Daar beschouwde men den //groenen" als
een Os, of een die, wilde hij de akademiesche
lessen bijwonen, zijne horens moest afleggen,
d.i. zich met allerlei vuil laten bestueeren en
met een ossenhuid bedekken en onder aller
lei, vaak grove plagerijen, een evamen laten
afnemen. Hoe ergelijk 't soms bij die outgioe-
ning toeging blijkt, dat de Staten er wel eens
aan te pas kwamen en in art. XX der statuten
der Leidsehe Universiteit leest men, dat men
niemand maaltijden, geld of iets anders zal
mogen afeischeu, noch ter „oorsaecke van in
komste, welkom, adieu, ofte vertreek, mochte
van proinotieu, oratieu propositien, disputatien
ofte andere solemnele aeteu en de exercitien,
die bij de akademie gepleeght werden. Ook
zelfs niemant daer over te dreijgen en dit alles
op straffe bij ons placaet van 27 September
132'J daartoe gestelt.
Geep denkbeeld kan men ziel) vormen,
waaraan de nieuwe student op sommige aka-
demies zich moest onderwerpen. Zij wa
ren gedurende het le jaar, Pennaal
jaar genoemd, de slaven der oudere studenten
moesten de geringste diensten verrigten, had
den bij dc lessen een afzonderlijke plaats, wer
den oj) Straat en in de kerk geschopt, [gesla
gen gedwongen de walgelijkste spijzen en
dranken door te zwelgen, deel te nemen aan
de drinkgelagen en bachanalien, zooals to
Leiden, waarbij soms provessoren tegenwoordig
waren.
Duitschland spande in dit alles nog do
kroon, vandaar dat de Duitschers nog zeer
onze studenten prezen in hune zedigheid, ma
tigheid en eerbaarheid.
Het is bkend dat de Ned. hooge scholen,
vooral in de 17e en in dc eerste helft der
18e eeuw, zeer beroemd waren en inzonder
heid de Leidsehe voor een der eerste,
zooals niet de eerste, in Europa werd gehou
den. Geen geld, geen invloed werd gespaard
om dien roem te handhaven, zoo mogelijk te
verhoogen. Men trachtte de uitstekenste ge
leerden, in alle vakken van wetenschap zelts
sommigen, die niet tot het geven van onderwijs
verpligt alleen door hunne persoonlijkheid
luister aan de hoogeschool konden bijzetten,
er aan te verbinden.
Van jaar tot jaar nam de toevloed van jon
gelingen van alle standen en rangen, zoowel
uit den vreemde als uit het vaderland, toe.
De gehoorzalen waren gevuld met Russen,
Polen, Hongaren.
Duitschers, Franschen, Engelschen, Vorsten,
Graven en Edelen, zonden hunne zonen met
een statig gevolg naar onze hooge scholen.
De Keurvorsten van Brandenburg en
de Paltz droegen, zoowel als de Vorsten van
Oranje Nassau en Poolsche en Hongaar-
sche prinsen, er roem op kweekelingen er van
geweest te zijn. Scharen van geleerden, die
de hoogste rangen in de wetenschap verworven
hadden, bezochten ze om er de Heinsiussen,
Grovoniussen, Drakenlxirghen, Vitringa's Ruij-
schen, Boerhavens te hooren. Wee inde
studenten, in hun Vaderland wedergekeerd,
voegden achter hunne namen, doctor van Lei
den, Utrecht, Groningen engewangden niet den
hoogsten lof van hun verblijf aan onze hooge-
scholen.
Er heerschte in dien tijd een ware dispu
teer manie, want behalve de openbare en
collegiale disputen, die in bet groot audito
rium werden gehouden hielden de studenten
nog afzonderlijke bijeenkomsten, waarin zij met
elkander disputeerden over de spitsvondigsta
onderwerpen. «De zwaarste rampen, die het
vaderland, de stad en de akademie troffen,
konden de steui der defendenten en opponenten
niet verdooveu." Het gezag der faculteit,
ja van den senaat was vaak niet voldoende om
de ongeregeldheden bij het openlijk en privaat
disputeren te bedwingen en in 15ÜS moesten
curatoren besluiten iu elke faculteit een de-
kaan aan testellen, die bij elk dispuut moest
tegenwoordig zijn, „om der disputanten al te
vrijmoedige en hooge woorden te reprehende-
ren en lauge objectiën te doen ophouden.
De collegiale disputen waren van de Duit-
sche hoogescholen al zeer in zwang,
Een Duitscher noemde ze „geleerd# tour-
nooijeu of ridderspelen en het beste veld YOOJ