Evir~~ Sl Mcnlsns avond bij maansverduistering totale ondergang, bedreigt, en waarvan zij naar wij vernemen niet is terug te brengen, tenzij het gezamelijke gilde haar afkoopt of een der leden, ter afwering van den ramp, haar tenhuwlijk vraagt en verkrijgt. SLOT VOLGT Wij hadden ons al reeds verheugd, juist om dat het eene zeld7namheid. is, dut onze getrouwe Vriendin Luna, onze zoo getrouwe gezellin op onze lange winternachten, met haar volle aan schijn oe Sint Nicolaas avond feestvreugde zou verbeugen Wij hadden er ons reeds een waar genoegen van gemaakt in haar gezelschap langs straten en grachten rond te dolen, winkel in, winkel uit te gaan Wij wisten het reeds lang vooruit, de Enkhuizer had het ons gezegd dat zij van de partij zoude zijn en hadden wij dan ook voor die avond maar geen vigelanten be steld; als zij bij ons is, kunnen wij die vuile inuffe smokkelkastjes best missen. Wel had zij ons als voorwaarde gesteld dat wij de regen mantels tehuis zouden laten en ons een weinig in pontificaal zouden steken, doch dat hebben wij gaarne voor haar over Ook zij schijnt er zich een feest van te heb ben willen maken daar zij zich al zeer vroeg nog lang voor dat de lichten ontstoken zouden zijn op het pad wilde begeven. Mogelijk we! met het doel om deze of gene winkelier tever. rassen bij het verwisselen der ie kwaliteit voor werpen zijner étalage tegen die van',2e of min dere kwaliteit, die bij gas licht toch het zelfde effect en ook op die avond de zeilde prijs maken. Mogelijk ook wel om zich eens te overtuigen of het al of niet waarheid is wat men algemeen vertelt, dat op, dien dag, de Heeren op de so citeit middags reeds den Heiligen Sint begin nen te herdenken en de keukenmeiden tegen vier uur een rooden neus beginnen te krijgen als gevolg van... het warme fornuis. lloe liet dan ook zij, onze goede vriendin Luna zou reeds vroeg op het pad gaan en had zich reeds veel genot daar van voor gesteld maar ziedaar, zij had even als velen onzer, huilen de waardin, zij buiten haar meesteresse moeder Aarde gerekend Die oude Matrone scheen het al zeer weinig passend te vinden [dat eene dame, die altijd zooveel aanspraak op zedelijkheid gelieft te maken zoodat zij door nachtpoeeten bezongen wordt, nu nog, lang voordat de lichten zijn ontstoken, lang voordat de feestvreugde een aan vang heeft genomen, reeds langs 's Heeren star ten zou dwalen, mogelijk wel met het doel om zich aan indiscretie schuldig temaken. Zij wilde daar dan ook een stokje voor ste ken, niet dat zij haar het mtgaan wilde heietien maar zij zou haar dan toch in haar moederlijke bezorgdheid verplichten in de eerste uren geheel incognito te verschijnen op dat niemand hare aanwezigheid zal opmerken en zoo geschie de het Naauwelijks had onze goede Luna haar neus buiten de deur gestoken of zie onze bezorgde moeder Aarde schoof haar, hij wijze van voile een schaduw kegeltje voor de neus ilat haar de eerste feestvreugde vergalde. Later in den avond toen de feestvreugde in Aollen gang was, was het haar eerst vergund het incognito af te leggen. Wel heeft zij toen nog in den avond aan de algemeene feestvreugde deel genomen maar toch niet zoo van harte; somtijds was zij op het punt om tranen te storten zoo dat vele der feestvierenden de oo gen hemelwaarts richtten en de parapluien ter hand natnen om die optevangen. Toen de feestvreugde reeds langs ten einde was, de feestvierenden reeds lang ter ruste lagen, gluurde zij nog zeer bescheiden door menig ven ster gordijn en vergat hij den aanblik van zoo menige lieve krullebol die lag te droomen van den goeden Sint, al haar doorgestaan leed, en verwijlde ook aan het sobere leger van de kleinen der armen in wier met stroo gevulde DOOR «OLO It iDII VI) klompjes de bewijzen van vaderliefde ook niet onduidelijk zichtbaar waren. 20) III. «Laat mij daar wonen, waar mijne moeder leefde, gij weet natuurlijk waar dat was. Het zal mij dan zijn, alsof zij bij mij is en mij be hoedt." De rimpels op het voorhoofd van den Heer Roland werden dieper dan ooit, de herinne ring die Eva zulk een troost verschafte, was zoo smartelijk. Dat was hier en ginds," zeide hij kortaf en opende een der groote zijdeuren. //Gij staat hier te midden van het rijk, waarin zij slechts zoo kort geheerscht heeft. Kom mede," ging hij voort, en vatte de teedere hand van het meisje met ijzeren greep aan. Hij voerde haar door verschillende kamers langs een wen INGEZONDEN De geheimzinnige verdwijning van Helena Bruno. Onder dezen titel deelt de heer J. A- De Bergh nit 's-Gravenhage ons het volgende mede: Op den 2ósten Mei jl. verdween de achtienjarige Helena Bruno nit de woning harer moeder,de wcdnwe Br uno, zonder dat men totnogtoe haar spoor heeft kannen vinden. Dit voorval is, zooals het daar staat, nn niet zóó bijzonder vreemd; het gebeurt meer, dat meisjes het onderlij k huis verlaten, om elders meer vrijheid of weelde te zoeken; doch het gebeurde met Leentje Bruno is onder zulke geheinzinnige omstandigheden geschied, dat men met recht verbaasd moet staan, dat do justitie er nog niet in geslaagd is eenig licht in deze duistere zaak te ontsteken. De omstandigheden, wa.ironder dat meisje verdween, geven grond tot het vermoeden, dat deze geschiedenis niet vreemd is aan proselietemakerij, en dat nog wel van bijzondere zijde; dat wil zeggen: Leentje Brnno is roomsch-katholiekterwijl men ge tracht schijnt te hebben haar den gereformeerden godsdienst te doen aannemen. Of het nu al dan niet van zelf spreekt, doet er niets toe, maar zooveel is zeker, dat hare moeder, den 9Jen Mei jl., toen zij nit den mond harer 18jarige dochter het plan tot godsdienstverandering vernam, waarin het meisje door de familie D. in de Raamstraat waar zij als vaste meid diende, streng orthodox als deze is, scheen gesterkt, zij zich als moeder en dus als machthebbende over haar minderjarig kind beslist tegen dat voornemen verzette. De familie D. weigerde evenwel om haar het kind terug te geven en er bleef de moeder niets anders over als om haar toe vlucht tot de politie te nemen. De commissaris van politie De Klopper gaf haar een agent mede, doch de heer D. wei gerde het kind aan de moeder af te geven. Tot den lOden Mei jl. werd er in de Raamstraat een agent van politie gestationeerd, klaarblijkelijk met het doel om het huis van D. te bewaken, totdat de moeder laat op dien avond eene boodschap kreeg van den heer D. om bij hem te komen. Haar werd toen gevraagd of zij er zich tegen zon blijven verzetten als Leentje bij hem bleef; de moeder hield vol en wilde have dochter terug hebben. Niets mocht evenwel haten, en zij vertrok zonder haar kind bondag 11 Mei begaf de moeder zich weer - na herhaalde bezoeken bij de politie te hebben afgelegd naar de familie D. Niets hielp.... het kind werd niet teruggegeven, entoen zijden volgenden avond weer kwam, riep haar kind haar nit de verte in de gang angstig toe: „Neen moeder, ik ben niet meer voor je te spreken". De arme vrouw, verslagen door die bejegening, vloog Leentje om den hals, doch zij werd door een hoofdagent van politie nit het huis gebracht, terwijl knechts van den heer D. hare dochter naar boven droegen Nadat later de wed. Brnno iemand van harentwege naar den proc.- gen had gezonden, werd zij bij den heer Pal ij n, officier van justitie, ontboden eerst op zijn bureau, doch later bij zich aan huis, Het antwoord van den heer Patijn was: „je krijgt je kind morgen" doch de morgen brak aan, en nog behield de familie D. liet minderjarig meisje bij zich, in strijd met den wil van haar, die als moeder en voogdes er recht op liad om het terug te eischen. Den volgenden dagzei deheer Patijn, tot wien de moeder, zich weder had begeven.'Je krijgt je kind Maandag terng. Ook die Maandag brak aan, en Leentje bleef alweer in de Raamstraat 1 Zich alweer naar de officier van Justitie begevende, hoorde de moeder eindelijk het troostend woord„Ik zal ze je Dingsdag geven dan kunt ge haar om zes unr halen," En toen 't Dingsdag was ging de moeder alweer naar de Raam straat, om zooals haar gezegd was haar Leentje om 6 unr te halendoch juffr. D. voegde haar toe: „dat Leentje niet mee gingzij moest eerst den officier van justitie spreken". Een agent van politie wandelde intnsschen de straat op en neer en ging van tijd tot tijd in en nit het hnis, waar Leentje was. En alweer ging de vrouw naar den officier van justitie, die haar zeide: „ga dan maar om 9 uur je kind halen". Vol hoop liep de ongelukkige vrouw de Raamstraat op en neer, doch ziet. daar komt een agent van politie naar haar toe, die haar toesnaauwt „Als je niet je uit de straat verwijdertdan ga je mee naar 't bureau". Gelukkig kwam haar iu de gedachte, dat zij schuins over Het huis, waar Leentje was; iemand kende. Zij ging nu binDen vóór het raam van den heer T. zitten, om 9 uur af te wachten, waarop zij haar kind zou mogen meenemen en terwijl de heer T. den agent het ongeoorloofde zijner han deling onder het oog bracht, was 't eindeiijk 9 uur geworden Zij belt nu bij D. aan en ziet, inde voorkamer gelaten, haar kind voor zich; Daar bevonden zich o. a. de heer H. (Spui), D. en zijn broeder, juffrouw D. en haar moeder, allen menschen van bekend orthodoxe richting. Zij namen van Leentje een hartverscheurend afscheid, Dat was den 24sten Mei j. 1. De moeder nam haar kind ein delijk mee naar huis, Juffr. D„ die den sleutel harer ladetafel behield, zou wel voor haar ondergoed zorgen Leentje sliep dien nacht bij haar; den volgende morgen ging de moeder op verzoek van het meisje even naar de familie 1). om het onder en bovengoed van Leentje te halen, 't geen haar echter geweigerd werd. Zij komt thuis, en Leentje is verdwenen! Daar begon de geschiedenis van voren af iaan. De heer Van Sehermbeek, hoofdcommissaris van politie, stond de arme moeder daarna te woord, en 't bleek toen, dat liij door zijne ondergeschikten onkundig was gehouden van al het gebeurde. Een zijner inspecteurs voegde haar wel toe: „je had die meid daar moeten laten, ze was er goed", doch dit ontnam demoeder niet de vrijmoedigheid om te zeggen, dat haar kind het nog beter had bij haar, en zij hare dochter, die niet tot de verstan digste kon gerekend worden, wenschte te behouden in het geloof' waarin zij ook was groot gebracht en vertrouwen stelde. En sinds dien 25sten Mei jl-, dat is nu reeds een half jaar geleden, heeft men niets meer van haar gehoord. Ds. Wisse, die bij de familie D. aan huis kwam, maakté enkele dagen na het verdwijnen van Leentje eene reis naar Zwitserland, en toen' hij nu dezer dagen terugkwam, zal hij zeker verbaasd gestaan hebben, dat zijne pupil nog spoorloos [verdwe nen is. Nu men in Den Haag zoo geheimzinnig over deze geschiedenis teltrap tot aan een grooten ijzeren deur. //Kom mede, misschien is de deur wel open, waar de grootste dwaling van haar neen van mijn leven, gezegend werd door de hand des priesters." De deur was niet gesloten en bood geen weerstand aan zijn krachtige pogingen; zij stonden in een hooge ruimte met donker hout beschoten, lederen behangsel en oude kostbare schilderijen. Het was er ijskoud, maar de winterzon, die door de beschilderde ruiten der groote boogvensters scheen, gaf aan het groote vertrek ten minste een denkbeeld van gloed en leven. //Zie, hier trouwde uw moeder, want de kapel was toen reeds te zeer vervallen om gebruikt te worden. Hier gaf ik mijn eenig kind aan den man, dien zij liefhadhier deed ik afstand van alle rechten op haar, hier ze gende ik haar en hier hier vervloek ik heden elk uur en alles wat den naam van mompelt, heb ik gemeend wel te doei geteekead nit den mond der moeder, te moeten bekenó 1 t 't Geen ik in de Amsterdammer van 20 November'l -v bleek niet in verband hiermede te staan. Binnenlandsch Nieuwst SCHAGEN don 6 II. had alhier het lijkscli schoolfeest plaats opgeluisterd door'?'" muziek van onze harmoniekapel. De kinderen werden onthaald en de prj- uitgereikt, in de pauze maakten zij een \va ling door de stad vele ouders woonden h2 feest bij. LEIJDEN 2 Dec. lieden wilde eenetr eenig uitgeloosd warm water van de fabriek tti de heeren D. en F. aan de middelste ai Hier opvangen doch had het ongeluk daarlr in de gracht te vallen waaruit zij echter spoe' dig werd gered. Ook geraakte dien dag een meisje aan de Oude Singel te water door het spelen op ecn aan den wal liggende schuit die ook spoedig0„ het droge werd gebracht. LEIJDEN 3 Dec. Mejufvrouw M. C. Slot. houwer alhier, is met acte toegelaten voor de Nedtaal en letterkunde. Mejufvrouw Maria, Christina de Lee,.,,, te 's Gravenhage, is voor de 90ste zegge negen tigste maal wegens openbare dronkenschap,,., oordeeld Te bejammeren is bet voor baar <\at I zij door de invoettng der drankwet hoogstwaar schijnlijk nu verhinderd zal zijn daarin haar 100 keerig jubile te vieren. Te Oude Niedorp zal, volgens besluit vai den gemeenteraad, eene nieuwe school met un- derwijzerswoning worden ojigericht- Uil Dedemsvaart werdt ons gemeld Gisferen avond omstreeks 9 uur ontstond branj bij .lobs Somer alhier, 't Geheele buis is brand en men heeft niets kunnen redden da een 3 tal koeien; al bet overige is verbram De oorzaak is niet met zekerheid te zeggen de brand is 1t eerst ontdekt in het achterin) waar de bewoner een oogenblik te voren nu met licht was geweest 0111 naar zijn vee te ziei Misschien ook is het vuur in eene teger. I» huis geplaatste stookkeel, met riet gedekt, zaak van den brand geweest. Alles was geasa reerd. Bij het passeeren van de stoomtram gisteren avond de voerman J. B. te Spran het ongeluk dat zijn paard schichtig werd e: daardoor zijne kar in botsing kwam met locomotief. Zoowel de kar als de buitenbekleedir; der machine werden zwaar beschadigd en de machinist en de voerman erg gekwetst.' hi laatste is per rijtuig naar zijne woning vervi Wijlen de heer F. Franke, in leven notari te Amsterdam, heeft zijne geheele nalatenschap welke na aftrek van eenige vroeger vermek legaten, geschat wordt op ongeveer f 3oOooc vermaak, aan het Evang. Lutersch diakonic wees-, oudemannen en vrouwenhuis Vrijdag avond te elf uur brak er te Am sterdam een hevige brand uit boven den mai» factuurwinkel van Broes-Blom op den Nieuwen dijk, waarin bet mantelmagazijn van Carl Webe; zich bevindt. De sjioedig aangesnelde biatiilww' was binnen een groot halfuur den brand meests Buitenlandsch Nieuws. Naar men uit Sofia beticht, is te LouU in Bulgarije, een gezin van tieu personen tff moord door een troep van 9 Turkscbe soldaio1 aangevoerd door den commandant van een nJ burigen post aan de grenzen. Na bet pl'T,e van de misdaad weid bet huis der vermoorde geplunderd. Het gebeurde heeft, door het geheel. land groote verontwaardiging verwekt. Een bruiloft met een treurigen afloop wj* dezer dagen te Straatsburg gevierd. Toen W jonge paartje, en de familie van de kerk n3* Huis reed, geraakte plotseling bet paard Zahringen draagt!/, //Grootvaderriep het jonge meisje outid z/wat doet geOok ik heet van Zahrinf' evenals mijn vader en zooveel anderen'' neem dat woord terug.// De oude manstieö met de hand over het voorhoofd. 11 Ja, het is waar,// zeide hij op zijn gev,oljj harden toon, «de herinnering overwelf mij weder, ik was nog eenmaal de dwaas vroegere jaren. Mijn zegen heeft niets ge^TJ en mijn vloek zal dus ook niets nitvSL Het zijn slechts woorden, alleen daden waarheid." 3 //Maar het woord is toch de uil onzer gevoelens, grootpa," smeekte Eva'^ dat woord treft niet alleen mijn oor ina«r mijn hart! Het is heden de dag vnI1 3 intocht, geef mij uw zegen, hecht daaraan en zal trachten mij dien te maken." .jl Hij trok de hand, die zij gevat had,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1881 | | pagina 2