ALGE! NI10W! ZONDAG MNDaOOWBMDj, 26 FE BR U AR IJ. SVA. Ao. 1882. 26stc Jaargang No. 1503. Bekendmaking. Begrijpt gij, wat gij leestP GOM» Aft Al Hl AS» SCH A GE Dit blad verschijnt drie maal per weck Maanaag Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot s middags 12 nre worden Advertentièn in het ecrstuitkomcnde nummer geplaatst. Ingezonden ttnUen een dag vroeger. UI AAIT. Prijs per jaar f 3Franco per post 3.60/ Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentièn van een tot vijf regels f 0.75.. iedere regel meer f 0.15. Groote let'era worden naar plaatsruimte berekend. 33 POI.ITIE: Ter Secretarie «Ier (»e:iiecnt«f S<-hn;;en. zijn lichtingen te bekome» omtrent et*» i» tlie uivcnicl'hA OM5LN HOM) waardoor tot regt begrip een dieperen blik moet geslagen worden in 't geene gelezen wordt, of niet verstaan of 't niet de moeite waard geacht wordt eens even na te denken waardoor dan natuurlijk de waarde van 't ge krokodillen tranen; een handvol stofs; wieken aan de voeten; een open hart; watertandeneen Ix-geerig oogeene ontluikende roos verdord gras; 'tGetij verloopt; de bakens verzet; verrotting der NeenWij hebben hier geen geleerde lui op 't oognoch hendie gebrekkig kunnen lezenmaar wel 't groot aantal, dat tamelijk en vlug leest en dat tot den bnrgelijken be schaafden stand behoort. Werktuigelijk lezen dat kunnen de kinderen ook; maar 't Verstandig en met begrip lezenqen lezen dat verstaan wordt en waarvan alle muanses een eigendom van de ziel zijn, zie dat lezen, dat een werk is des oordeels, dat is nog op verre na niet den eigendom van 't „geachte j heel tot 0 gereduceerd wordt. Goed lezen beenderenkleingeestige ziel; verloopen |is een kunst, die door veel lezen en vooral door nadenken geleerd wordt. Wij bedoelen minder het goed voor dragen maar 't verstandig lezenzoodat men begrijpt wat men leest, dat men in zijn onderwerp doorgedrongen is en 't verband der zinnen onderling vat. en duizende andere uitdrukkinggen liggen voor de leven meer: zij liggen voor de hand; maar zeggen wij te veel, als wij beweeren. dat er velen gevonden worden, die de bcteekenis van bovengenoemde „eenvoudige;" uitdrukking niet begrijpen en niet verstaan Er zijn er, die mocijelijk zijn; deze geven wij niet jeens op, Hoe weinigen zijn er, die een roman lezen, om bevrijd te blijven van de aanmerking dat om 't schoone der toedragt te begrijpen en met 't oog 5op de eindpaal, van iedere persoon ie dere voorstelling een studie maakt, om na te gaan hoe men tot de voorgestelde resultaten komt. Men leest te vlugtig, te en niet publiek" of van den „beschaafden man." Wij liehben u niet op 't oog, die nu en dan een bijdrage doet op 't nut of op eene ot andere vereeniging; gij hebt uw vers bijna of geheel van buiten geleerd en dagen zelden ziet men de eerste bladzijden openslaan, om spoedig de laatste te lezen, ten einde gewaar te worden, of „ze mekaar kregen ofi niet." we geleerde taal verkoopen, die alleen voor den letterkundige te verstaan of te ontleden valt. Dat ieder in zijn kring na ga; be proeft 't eens vermeerdert zelf bovengen, tropen naar verkiezing en gij zult zien tot welk resultaat gij komt. De oorzaak is, dat er of geene gedachten zijn of dat er nimmer wordt nagedacht. Jlebt gij wel eens gedacht, waarom Borger [den Rijn „grootvorst" noemt? Wat 't betee en uren getobt, om uw gedicht tot een ei-1 vormt en ontwikkelt niet en laat niets na dan, Zulk lezen heeft, geen waardezulk vliegen j kent„en slechten wijsheid leert."! Wat Tol gendom der ziel te maken; Vrees niet; wij randen u niet aanofschoon velen van u ook al heel wat te sukkelen zal hebben, om den ondergang der eerste wereld of een of een greintje romantiek, die hare fantastische droomen boven lucht en wolken laat zweven en waarvan niets overblijft dan een prikkel baar gevoel vol van overdrijving en onnatuur- r egels uit zijne ons 't graf- audcr gedeelte van Vondel of ITuigens goed i lijkheid onze taal is zoo schoon en onze uit te verstaan en die toch zoo gaarne 't air aan neemt in redenaarstalent en welsprekendheid een Ten Kate of Laurillard op zijde te streven: Neen! ook u niet, die onder 't lezen van een of ander werk of van eene courant of Kra mers Woordentolk moet. gebruiken, want wie is in den tegenwoordigen tijd in staat al de vreemde namen en zoogenoemde „Stadshuis woorden" te kennen cu te vertalen, zonder dat men er een woordenboek op na houdt? Neen! dat alles bedoelen wij niet Begrijp ons goed. Wij willen niet spreken over het verstaan van duistere of diep inge wikkelde uitdrukkingen noch in 't gods- drukkingen kunnen zoo kernachtig zijnonze taal is zoo kneedbaar en onze woorden zijn zoo rijk aan bcteekenis: dat onze stembuiging j over na zelfs in staat is aan de woorden eene andere beteekenis te geven, dan men oppervlakkig wel zou denken. Leest ons publiek wel tussehen de regels; d. w. z. haalt men uit 't gelezene wel alles, wat er uit te halen is en kan men ook den ken, wat de schrijver niet geschreven heeft Zie, dat is gevatheid dat is nadenken lens niet de beide laatste „Boetelinge" bedoelt? Laat schrift op Poot neerschrijven Hier sluimert Poots fortuin in 't maanlicht Door werkeloosheid afgesloofd Zij was voor hem niet kwaad van aanzicht; Maar al te kaal was 't achterhoofd. Vat gij het? Eilicve, Denkt er eens Of Iluijgens. Dewijl der maag gezond is, Wat bitter voor den mond is. Wat waar 't een medicijn Gestooten in wat wijn. Trijns tong, gestampt tot poeder, Met die van haar vrouws moeder. Gelooft gij wel, dat we van een overigens Hoe is 't gesteld met de beeldspraak met de j beschaafd man de verklnring hoorden, dat tropen Gods hand; De vinger Gods; De dienstige, noch in de kunst, noch in de fan-hemelen vertellen Gods eer en enz. tasiemaar we willen toch aantoonen. dat 't j De lagchende aarde; rozen op de wan- weinig hooger staande dan 't „alle daagsche" j geneen sprekendin zak en ascli in haar spreken? „M at zij sprak was verstandig en beschei l)OOR 39) VI. De barones gaf door een hoofdknikje haar toestemming, waarop zij het vertrek verliet en moeder en zoon alleen achterbleven. „Nu, wat zegt ge er van, hoe vindt ge haar?" vroeg de oude dame, zoodra Eva de deur achter zich toe had gedaan, „de eerste indruk is gewoonlijk de ware." Weder fronste hij de wenkbraauwen, wat aan zijn reeds zoo ernstig gelaat een nog veel somberder uitdrukking gaf. „Het gezicht beslist over den eersten indruk," reide hij kortaf. „Mijn God, wat is het toch mocielijk om met u om te gaan," klaagde de barones. „Het ïr^i ,lmmei^ mijn plan niet u te kwetsen, VN aldeman. „menschenvleesch bitter smaakt" in plaats van die bitterheid te zoeken in de lasterzieke en kwaad sprekende tong van Trijn! Hebt ge de letterkundige recensies van Busken Iluet gelezen, die hij voor eenige stand, om in onzen familiekring te mogen verkeeren, en ik begrijp niet welk genot zij den;" zeide hij; „en haar stem is een van debuitenidat in haar vrijen tijd zou smaken." klankvolste die ik ooit gehoord heb. Dat is i „O, moeder," zeide hij ongeduldig, „er iets wat mij in haar bevalt, ik ben zeer vat-1 blijft nog zoo veel over; ik die dit alles moet baar voor een schoon orgaan, dubbel vatbaar, j missen weet dit het beste. Of is het geen nadat het voor mij de eenige bemiddelaar is I genot om door veld en bosch te dwalen, het geworden tussehen mij en de wereld.' oog te laten gaan over de pracht die ons om- Ja, dat is een geluk," stemde de barones j ringt, de valken na te zien cu den vogel in toe, „zij kan u dus heerlijk voorlezen wanneerzijn vlucht te volgen vol heimweeIs het niet zij eens vrij is; ik kan dat inoeielijk doen, 1 heerlijk en schoon in het duistere woud; of," want gij hebt zulk een vreemden smaak, dat j vroeg hij eenigzlns bitter, „heeft de natuur wij het zelden eens zijnu nooit in verukking gebracht? En wanneer „Lieve moeder," antwoordde de jonge man dit niet het geval was, dan zult ge toch moe- met bijna teederen ernst, „in de eerste plaats ten bekennen dat ér nog wel grooter genot zal haar aanwezigheid hier niet voor mij tot is dan het verkeer met twee zieke menschen. Hij maakte een ongeduldige beweging met de hand, en zij vervolgde„Hoe beviel zij u afleiding, maar voor u tot steun zijn, en den weinigen vrijen tijd, dien haar overblijft, tnag ik toch werkelijk niet in beslag nemen met mijn vreemden smaak." „Hoe overdreven nauwgezet zijt ge toch Zulke menschen hebben niet zoo'n behoefte aan vrijen tijd als wij. Het is werkelijk een groot voorrecht voor een meisje van haar Er blijft haar nog zoo veel over, brieven schrijven aan vrienden, muziek maken en boeken naar haar eigen keus lezen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1