laiiiTiiTi 1 AUGUSTUS, I* s Ao 1882 No 5CG i A 3 De Transvaal oF Maniloba. ril (9) s*. vov sa 26slc Jaargang Dit blad verschijnt drie nianl per week Maandag Woensdag- en Zaturdagavond. Bij inzending lot s middags 12 ure worden Advertenhèn in het eerstuitkomende nummer geplaatst, hr/czonden stokken een dag vroeger. Prijs per jaar f 3Franco per post ƒ3.60. Afzonderlijke nummers 0.05. Advertentièn van een tot vijf regels 0.75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Vervolg van No. 1561. liet duurde echter niet lang of Engelands heerschzuclitige staatkunde zag die onafhankelijk beid met wangunstige oogen aan, totdat eindelijk motieven werden gezocht en gevonden om daar weder een einde aantemaken. De Transvaalsche republiek kwam, niettegenstaande het kracht dadigst protest door de Transvalers daartegen aangevoerd, weder onder Engelsch bestuur. Toen eindelijk geen vertogen hielpenwier pen de boeren" in 1880 hun lijdzaamheid af," grepen naar de wapenen en herwonnen op eervolle, hun stamgenooten waardige wijze, hunne zoo hoog gewaardeerde onafhankelijkheid waarmede zij een nieuwen lauwer aan hun volksroemeen schoone bladzijde aan hun ge schiedenis hechtten. De sijmpatlne die zij in hun worstelstrijd van ons Nederlanders mogten ondervinden was balsem voor hun gewond hart en leerden zij ons we Ier kennen en waardeeren als broeders en zonen van den zelfden stam. Dat volk nu, weder in het bezit van hun vrijheden en rechtenis het lat ons toeroept Komt tot ons wanneer gij, gedwongen dooi den strijd om het bestaanuw vaderland moet verlaten, gij zult ons welkom zijn. Helpt ons tot het vortnen eener Nieuwe Nederl.mdsche natie in het land wier toekomst groot, wier bodem vruchtbaar en dankbaar is. Wij hebben ruimte in overvloed voor dui zenden eerlijke landbouwers en veefokkers, voor beiden is onze gezegende grond uitmuntend geschikt. Ook voor brave ambachtslieden, wa genmakers, smeden, timmerlieden, metselaars en anderen, is in overvloed werk, dat ruim beloond wordt. Komt en vervangt den Engel- schen handels- en werkman, waarvan wij nu nog afhankelijk zijn zoo lang zij nog niet door Nederlanders zijn vervangen Komt; wij spreken uwe taal, wij hebben uwe zedenuw vrijheids en onafhankelijkheids- gevoel. Vo )r degelijke knappe mannen is hier een toekomst die noch Europa, noch Amerika •- él kan aanbieden. «Komt tot ouswij rekenen op u." Die roepstem komt tot ons van die mannen die ons hun stamgenoten, die wij onze Trans- vaslsche broeders, zij steken ens in vertrou wen den broederhand toe, waarom die niet aangevat, ook in ons eigen belang. Volgens de N. Rott. vestigt het Kaapsche Volksblad de aandacht op de volgende Cor respondentie uit Witwaterland aan de Volkstem «Ik zie zooveel schrijven over emigratie uit Holland. Waarom komen er geen am bachtslieden? Zijn er geen mannen in Hol land die ons kunnen helpen om onze pro ducten hier te bewerken? Wij moeten onze wol voor 6 dverkoopen en als het terug komt moeten we 10 tot 12 s. per pond be talen. Is er dan niemand die machineriën kan invoeren om zoo iets op kleine schaal te beginnen Zoodra wij «boeren" zulke dingen aan de gang zien zullen wij meer gewillig bijdragen om ze te ondersteunen. Ik kan niet begrijpen waarom er geen menschen komen die, om maar iets te noemen, beginnen met hoeden maken. Toen ik een kind was heb ik dikwijls gehoord van een man die hoeden maakte te Georgie Kaapkolonie, daarvoor is toch geloof ik geen groote uitgaaf noodig. Wij zien daaruit dat het niet alleen, zoo als in Amerika, landbouwers zijn die daar heen geroepen worden, neen, ieder degelijk individu die, het zij door handen arbeid of met zijn talenten zich een toekomst wil scheppen, vindt daar een ruim veld ter bearbeiding, brood voor zich en de zijnen. Waarom dan nog wanneer er sprake is van landverhuring het oog naar Amerika en niet naar Zuid Afrika gewend, alwaar Hollanders door Hollanders met open armen zouden wor den ontvangen en als broeders voortgeholpen. Of moet men weer wachten tot Vreemdelin gen ons voor zijn? En dat daar zeer veel kans voor bestaat blijkt uit het volgende ook voor komende in het zelfde blad In Zuid Afrika verscheen onlangs een artikel over de voorge stelde Russisch- Duitsche emigratie. De schrij ver was er niet erg mede ingenomen voor namelijk op grond dat die emigranten Roomsch Katholiek waren. Daarop zijn de Argus, de Times en het Kaapsche volksblad uit naam van graaf Buwkowski, verzocht mede te dee- len dat die personen niet allen Roomsch Kat holiek zijn. Van de 8578 die zich in Zuid Afrika willen komen vestigen zijn er 2800 Roomsch Katholiek en de overigen behooren aan de verschillende protestandsche Kerkge nootschappen. Na het vertrek van den graaf hebben nog 9500 hoofden van huisgezinnen het verlangen te kennen gegeven om met de anderen te verhuizen doch tot welk kerkge nootschap deze behoorden was hem onbekend. Dit bewijst voldoende dat de emigratie der waarts in den vreemde niet zonder aandacht is gebleven en het tijd wordt voor onze land genoten, die aan hun trekken mogten denken, de aandacht op Zuid Afrika te vestigen en te zorgen den vreemdeling vóór te zijn. Zijn we wel ingelicht dan is daartoe geld bijzaak, degelijkheid hoofdzaak. De Neder- landsche Zuid Afrikaansche Vereeniging, hier te lande gevestigd ter bevordering van Ne- derlandsche emigratie om het Hollandsch element aldaar te versterken, zal zeker bereid bevonden worden daarin ieder voor te lichten en te steunen. Het geld dus hier de keuze het brood te eten in de schaduw der plooijen van The stripe and the star, het zinnebeeld der vereeniging van ve r schillende nationaliteiten of in die der Ne- derlandsche driekleur, het door ons geheiligd symbool van moed, deugd en trouw, gekroond met de kleur de hope. Dat wij Nederlandsche landverhuizers het laatste kiezen. BiimeiildiHlsch Nieuws. NOVELLE VAN Sedert haar vertrek van Travemunde had Hélène met opzet niet aan haar vrienden ge schreven. Zij was zich te goed bewust hoe ondankbaar zij zicli jegens haar reisgezellin had gedragen, hoe toornig haar voogd zou zijn en hoe een ieder haar zou laken, zoodra haar han delwijze bekend werd Maar dit bewustzijn drukte haar volstrekt niet ter neder. Wat gaf zij, in haar onafhan kelijke positie, om het oordeel der wereld? Zij kende haar te goed, om niet te weten, dat de toorn van haar voogd zeer spoedig zou bedaren en dat niemand haar openlijk een ver wijt zou durven doen. Integendeel, men zou haar, de gevierde schoone, met verdubbelde vleierijen en huldebelooningen omringen, zoo dra het haar behaagde zich op nieuw in den kring harer bewonderaars te vertoonen, Maar daartoe had zij vooreerst geen plan. Nog steeds genoot zij van haar vrijheid en gevoelde niet de minste neiging om haar gewone levenswijze te hervatten. Zelfs de gedachte dat geen enkele brief van haar vrienden uit de g oote wereld, haar in haar kalm, eenvoudig, gelukkig leven kon komen storen, daar niemand harer ken nissen haar adres wist, schonk haar een zekere voldoening. Zoo waren reeds drie weken voorbijgegaan, nadat zij het eiland voor hst eerst had betre den. Drie weken van ongestoord, kalm geluk Het weder bleef schoon. Hélène had de zon eenige malen, in al zijn gouden en purperen pracht, in zee zien ondergaan Zij had de bleeke, zilveren schijf der maan boven de grillig ge vormde duinen zien verrijzen, en haar zacht droevig licht verspreiden over den bewogen waterspiegel. Zij was naar de «Roode klip," geweest en had de prachtige roode kleur der hooge, steile duinen bewonderd. Zij had den reusachtigen vuurtoren van Cainpen bestegen, en, ver aan den horizon, de witte zandbanken van Ainrum De te Zijpe bestaande afdeeliny der [Hol', Maatsch. van Landbouw nam in haie laatste vergadering het besluit de gewone verlotingen, 1 die na iedere vergadering plaats hebben, te 1 vervangen door eone tentoonstelling van vee, waarop alleen leden kunnen inzenden. en Föhr zich uit den blauwen vloed zien ver- heffen. Zij had de kunst en de vlijt bewon derd, van de menschen, die zulke ontzagge lijke steenmassa's op elkander hadden gesta peld, om den verdoolden zeeman ver van de gevaarlijke kust te houden. Zij was aan de noordelijke punt van het eiland geweest en had aan het strand te List barnsteen gezocht. Zij had op den alouden burcht van Tinnum gestaan, en op het kale kerkhof van Keitum, had ontelbare malen op de geheimzinnige kleine heuvels gezeten, die in grooten getale over de heide zijn verspreid en voor de graven van opperhoofden der woeste Hunnen worden ge houden. Al dit grootsche en schoone had bij haar een open oog en warme belangstelling gevon den en Edlefs gezelschap en kennis van zaken hadden haar genot verhoogd. Heden wilde zij een avondgodstoefening bijwonen in de kleine kerk van Westerland. Een der badgasten, een predikant uit Silëzie, zou daarbij de gemeente voorgaan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1882 | | pagina 1