Buitenlandsch \icuws
De „Judenhetze" schijnt eene ware epi
demie te worden.
Nu hebben de oproerlingen weder te Tcherij-
kar in het Zevengebergte, de huizen der Israië-
liten geplunderd en beschadigd.
Dat in Amerika, het land van vrijheid,
ook nog genoeg onvrij is, blijkt ons uit een be
richtje uit Michigan, alwaar langs wettelijken
weg is verboden te kegelen, te biljarten, te
kaarten of te domineeren.
Het moorden houdt in Ierland ook nog maar
niet op. Dezer dagen hebben te Balleria weder drie
moordaanslagen plaats gehad, die evenwel mis
lukt zijn. Men zegt dat men een der moorde
naars in hechtenis heeft genomen.
In het graafschap Cork is weder een pachter
dood geschoten.
Welk een belangrijke winst de posterijen
aan den staat kunnen afwerpen blijkt uiteen
bericht dienaangaande, uit Amerika, dat ons
mededeelt, dat de Vereenigde staten gedurende
het afgeloopen belastingjaar een zuivere winst
hebben overgehouden van lè millioen dollars.
Een dollar heeft dezelfde handelswaarde als onze
rijksdaalder, dus maakt een winst van drie mil
lioen zeven maal honderd en vijftig duizend
Hollandsche guldens.
Is er hier to lande dit jaar over het al
gemeen zeer geklaagd over traagte in den han
del, in Amerika schijnt het beter te gaan. In
dien men de Amerikaansche bladen gelooven
mag, dan heerscht daar in alle takken van han-
del en nijverheid eene buitengewone levendig
heid. Men'verzekert zelfs, dat nu, met den herfst-
afzet verscheidene artikelen een vierde gedeelte
in verkoopprijs gestegen zijn, bij verleden jaar
te rekenen. Dus wel hooge markten.
Onder anderen blijkt uit de marktberichten
van de New-Yorksche petroleummarkt dat dit
artikel de laatste dagen ongeveer 40 pCt. is
gestegen. Mag men deze berichten gelooven,
dan zullen voorzeker ook hier die artikelen, wel
ke van uit Amerika naar hier worden getrans
porteerd, weldra in prijs gaan stijgen.
Onder Haringcarspel is dezer dagen de
houten boet verbrand van A. Bankerts. Al het
graan, stroo en hooi wat er in was is een prooi
der vlammen geworden. Door de spoedig en met
kracht aangebrachte hulp der omwonenden is
het mogen gelukken den brand bij de boet te
bepalen en het woonhuis dat er zeer nabij stond
te behouden.
EGYPTE
De Hoornsche Courant geeft ons omtrent
den Turkschen generaal Baker Pacha de vol
gende levensbeschrijving
Het oogenblik schijnt thans zeer geschikt om
eens het een en ander mee te deelen over den
man, die in Egypte als hervormer van het leger
is opgetreden over den Turkschen generaal
Baker-Pacha.
In 1870 of daaromtrent was de overste Valen-
tine Baker een der meest bekende figuren in den
Londensche high-li/e; als degelijk cavalerie-offi-
cier, voornaam sportsman, invloedrijk lid van
de aristocratische „army and navy club", vooral
hchter ook als boezemvriend van den Prins van
Walesspeelde Baker een eerste rol in de hoogste
kringen. Door de aanranding eener eerbare
vrouw in een spoorwegcoupémet grooto bruta
liteit ondernemen, bracht hij zich zelf ten val;
tot gevangenisstraf veroordeeldwerd hij uit de
Engelsche armée ontslagenmet verlies van zijn
titel, van zijn recht op uniform en op pensioen
de Koningin was door alle dringende aanzoeken
van den Prins van Wales in 't belang van zijn
vriend niet te bewegen, medelijden of genade
boven recht te doen gaan. Maar de Prins liet
zijn vriend niet in den steek. Hij gaf hem een
eigenhandigen brief mede aan zijn „lieven vriend
en neef, den Heer en Keizer der Ottomanen",
en door die aanbeveling kwam overste Baker
weldra in het Turksche leger te voorschijn, met
nieuwe titels en rangen en met een flink inko
men. Hij klom spoedig, onder protectie des
Sultans, tot brigade-generaal op en zijn talent
deed 't overige. De opdracht om de Turksche
gendarmerie te organiseerengaf hem een schoo-
ne gelegenheid om verschillende voordeelige
baantjes in 't leven te roepen, b. v. die van
districts-kommandanten, en daarmee neefjes en
vriendjes uit Albion te begiftigen.
Bij het uitbreken van den Turksch-Russischen
oorlog werd hem onder Fuad Pacha, den over
winnaar van Lom en Elena, een kommando
opgedragen en ook daarbij bleef hij zich tot 't
laatst dapper onderscheiden. Na den oorlog werd
hij dan ook tot luitenant generaal en medelid
der commissie van legerorganisatie benoemd.
In 1879 ging hij met verlof naar Londenhij
werd weer in de netste kringen als „gerehabi
liteerd" in genade opgenomen; de Prins van
Wales zelf voerde hem weer in de „Army and
Navy-Club", die hem vroeger geroyeerd had,
binnen en de „misdadiger" van vroeger werd
als lid hersteld. Alleen de Koningin bleef, zelfs
tegenover den Prins van Wales, het verzoek
om Baker in audiëntie te ontvangen, afwijzen.
Naar Konstantinopel teruggekeerd, hernam Ba
ker-Pacha de leiding der gendarmerie. Hij kwam
in die betrekking veel met den Sultan persoon
lijk in aanraking en Abdul Hamid werd hem
allengs zóó genegen, dat hij hem tot zijn adju
dant-generaal verhief en hem meermalen ge
wichtige bijzondere zendingen opdroegzoo deec
hij een reis als buitengewoon regeeringscom-
missaris door Armenië en bracht een belangrijk
rapport over den welstand en de middelen om
dien te verbeteren, aan den Sultan uit.
Dit alles neemt niet weg, dat hij bij verre
weg de meeste deskundigen voor een oppervlak
kig man geldt, zonder grondige kennis van de
militaire wetenschappen, waarover hij een zoo
hoog woord aanmatigt. Daarover zijn i echter
allen het eens, dat Baker-Pacha boven alles
steeds in 't belang van Engeland blijft werken
en dat het Egyptische leger, door hem gereor
ganiseerd geheel onder Engelschen invloed komt
het zal dan ook vrij wel gelijkstaan hem een
organisatie te laten invoeren, of sir Garnet Wol-
sely in Egypte te doen blijven. {De Engelschen
zijn daarom zoo bijzonder ingenomen met Ba-
ker-Pacha's opdracht.
Binnenland sch Nieuws.
Schagen 11 October 1882. Nadat heden
morgen de plechtige Hoogmis in de hulpkerk
had plaats gehad, toog de Geestelijkheid dezer
Parochie ten half elf naar het nieuwe kerkge
bouw; aldaar waren onder den toren de drie
klokken opgesteld, voor die Kerk bestemd, ieder
met bloemen getooid en had ook een koor plaats
genomen
Na den gebruikelijken doop werden de klokken
achtereenvolgens door den Eervv: Deken dezer
Parochie plechtig gewijd, terwijl tusschen elke
wijding het koor zich deed hooren.
Bij het laatste gezang werd de laatst gewij
de klok overeenkomstig de daarop toepasselijke
woorden van het lied naar boven gehesclien.
Mogen deze klokken nog dikwerf de geloovigen
ter kerke voeren, en aldus het middel zijn cm
vroomheid en godsdienstzin aan te kweeken.
Volgens de H. Ct. heeft er dezer dagen
te Zuid Scharwoude een jammerlijk ongeluk
plaats gehad ten huize van den landman S.
Het vijfjarig zoontje van den man viel namen-
lijk op een theestoof, waarin een ketel koffie
op het vuur stond, met het noodlottig gevolg,
dat het kind het kokende vocht over zich heen
kreeg, zoodat het zich deerlijk brandde.
Het kindje is reeds den volgenden dag tenge
volge hiervan overleden.
Te Doesburg heeft weder eene oplichting
plaats gehad met een reclame-papier, in den
vorm van een bankbillet. Men moest de uitge
vers van dergelijken namaak aansprakelijk kun
nen stellen voor de indirect door hen veroor
zaakte schade. N. v. d. D.
Betreffende het vergaan van het stoom
schip „Edam" lezen wij in het N. v. d. D. o. a.
de volgende bijzonderheden:
„De Edam verliet New-York, volgens verslag
van kapt. Taat, Woensdag 20 September 10.15
's morgens met 5 kajuitpassagiers16 tusschen-
dekspassagiers en 54 koppen bemanning.
Het weer bleef goed tot den 21sten namid
dags, toen er nevel kwam opzetten, die spoe
dig in een mist overging, welke tegen half tien
uren zeer dik werd. De machines werkten met
halve kracht en de misthoorn werd voortdurend
geblazenom naderende schepen te waarschuwen.
„Om 9.50", zeide de kapitein, „hoorde ik den
hoorn van een ander schip omstreeks 3 streken
van den stuurboordboeg. Wij wierpen het
roer dadelijk naar stuurboord over en floten
tweemaal, om het andere vaartuig te waar
schuwen dat wij naar bakboord afhielden en
dus in N. O. richting stuurden.
„Kort daarop hoorden wij hetzelfde signaal
dwars van ons aan stuurboordzijde. Wij bleven
onze richting dus houden, denkende dat alles
goed ging, en de boot ons langs stuurboord zou
passeeren. Maar bijna op 't zelfde oogenbüt
zagen wij een stoomschip met den boeg op ons
afkomenen daar het te laat was om te wen
den konden wij niets beter doen dan het schip
door te laten loopenhopende dat het nog vrij
zou komen. Doch de uitkomst bedroog die ver
wachting spoedig, want de vreemde boot (A
Lepanto) liep ons met ontzettend geweld in do
flank, juist bij de machine, het zwakste ge
deelte van het schip. Zij ging dwars door ons
dekhuis, sloeg een reddingsboot aan stukken
en haalde het dek en de zijde van het schip
geheel open tot aan de koelkast. De Lep""10
sprong terug door den schok en trof de
nogmaals bij het grootwant en voor een derde
m&d bij den saloningang waarin) zij den andere
geblazen! Als men er een oogenblik goed over
denkt is 't een dwaas bedrijf, waaraan zelfs
de geleerdste en verstandigste rnenschen zich
overgeven en 't maakt een vreemden, bijna
hinderenden indruk als men in een gezelschap
van heeren iemand aantreft, die niet rookt.
Enfin! dat mannen het doen moge een
bewijs zijn voor onzen aanleg tot nabootsing,
dat zij zoo; maar dat kinderen het doen is
onverantwoordelijk.
Ziet ze maar, die ondc mannetjes nog in
de kinderschoenen met die bleeke wangen en
dat begin van een kuchje, dat later een kuch,
een gevaarlijke hoest en tering zal worden.
Met een vertoon van deftigheid wordt de
rook omhoog en achter zich geblazen. Het
kind is geen kind meer, en toch jawant
men ziet duidelijk, dat het tabaksap voor zijn
verhemelte te scherp is en daarom werpt hij
onophoudelijk een kostbaar speeksel weg, zon
der te weten, dat hij een gewichtigen factor
voor zijne spijsverteering en daardoor voor
zijne gezondheid vernietigt.
Aan wie de schuld?
Hoofdzakelijk aan de ouders. Somtijds keu
ren ze 't af, maar houden geen wacht, maar
ook somtijds bevorderen zij 't. Vader is trotsch
op zijn jongen, die al rooken kan, zonder
misselijk te worden, en hoe menige jongen van
9 jaar krijgt voor verjaardag ot ander feest
een sigarenpijp cadeau, als om hem aan te
moedigen tot rooken of het ten minste te be
vorderen. Wanneer de ouders dit meer bedach
ten, wanneer ze hunnen kindereu het, rooken
niet toestonden, voor dat zij zeiven dit kun
nen betalen, dan zou er tenminste veel ge
wonnen, menige gezondheid gespaard en vele
oogen voor vroege brillen bewaard worden.
't Is hiermede alweder als met vele andere
zaken. Een gewoon, een matig gebruik zal zoo
veel kwaad niet doen, maar wel 't misbruik
en vooral 't gebruik door hen, voor wie knik
ker, hoepel of bal honderd maal nuttiger en
zeker meer met hunnen leeftijd overeenkomstig
is dan sigaar of pijp.
V.
bleek, vet gezicht deed opklaren. Met zulk een ver
heugde uitdrukking op zijn wezen had hij zich juist
als de volle maan over een stilstaand water over do
bowl heen gebogen, toen Waldemar bjj hot tafeltje
kwam. Dadelijk had de godin Tristitia hem weêr bij zijn
rokspand vast; zijn wenkbrauwen trokken smartelijk
omhoog, de hoeken van zijn mond omlaag. Hij stak
zijn vriend de pink van zijn rechterhand toe en zei
met tranen in zijn stem: „Goeden dag, docter."
Na een pauze, waarin Waldemar aan den anderen
kant van de bowl had plaats genomen, vroeg Stüb-
bocke of hij op een buitenpartij was geweest."
„Naar Baukenberg gewandeld Jjj ook uit ge
weest?
„Ik?!" en de zucht, die dit pathetische „^"verge
zelde klonk als een diep uit de borst komend gesnurk.
„Zonderlinge dingen! zonderlinge dingen zijn er
voorgevallen!" nam hij nu een wijle weder het woord.
„Hoe zoo? Er is toch geen wijziging gekomen in de
voorstelling?"
„Spreek me toch, wat ik je mag verzoeken, niet
van die voorstelling. Ik bon ongelukkig genoeg, dat
ik weêr bokkesprongen zal moeten makenterwijl het
hart hier mij bloedt tevens sloeg hij de hand op
zjjn linkerborst en voelde door die beweging dat zijn
sigarenkoker leeg was.
„'t Is jammer, dat je niet rookt," liet hij er op ge
heel anderen toon op volgen
„Ik heb daarover vandaag voor 't eerst spijt go-
had."
„Ik al heel wat langer." hernam Stübbecke.
„En waarom jij dan ook?" vroeg Waldemar.
„Omdat ik dan eens meer van die heerlijke Regalia's
zou proeven, die je zwager i n s p e rookt."
Waldemar trok de wenkbrauwen samen en: „Ik
verzocht je al meer dan eens deze zoo min geestige
als aangename toespeling op mijn zuster achterwege
te laten," kwam over zijn lippen.
„'t Is de eerete keerdat je mjj dit zegthernam
de komiek. „Als er iemand teergevoelig en discreet
is, ben ik het. Je moet mij niet onder den grooten
hoop meerekenen. Maar om op genoemden Hahn te
rug te komen 't is merkwaardig zeer merkwaar
dig. Hahn junior je ziet, discreeter kan mén niet
wezen. Hahn' junior was reeds om negen uur hier,
bestelde deze bowl."
„Wat is daar voor merkwaardigs aan?" vroeg Wal
demar.
„Hij dronk er slechts één enkel glas van en
betaalde ze."
Dat had ook Waldemar nog nimmer gezien.
Stübbecke ging met zijn volle breedte in zjjn stoel
achterover, trok de wenkbrauwen op en neêr en zei
„Oui." Daarop riep hjj den kellner toe, dat hjj voor
Freiberg een glas zou brengen. „Ik ken je trotsche
hart Carlos," luidde zijn antwoord op het afwerende
gebaardat Waldemar maakte„doch H. junior heeft
dezen godendrank aan mjj gewjjd, en dus noodig ik
n, zooals het behoort, uit dien te helpen opdrinken
Een schurk is 't, die niet op de gezondheid van dien
heer een glas drinkt, en met een dreunenden bierbas
zong de komiek:
„Bij spel en wijn, gezang."
„Hoe vind je mijn stem vandaag, doktertje
hij zich zolven in de rede om dadelijk het bondsuw
uit het koor der bassen: „In den diepen Kt'
dor zit ik hier," aan to heffen.
„Uitstekend!" prees Waldemar; „als je dien
morgen even gemakkelijk maakt, dan i,
„Wel dat kan ik net zoo netjes als ik een u®
opentrek, van boven naar beneden en omgek®
Verbeeld jede kapelmeester protesteert tegen n
entonneeren! Maar ik doe het morgen weêr net
der of ik vraag overmorgen mijn ontslag. Maai' k
laten we die komedie toch op zfi zetten! Ik '1~Ywe.
zoo graag geziendat je mijn rol aan collega oc
bel had gegeven. De goede man heeft tochaI,f toob'
zucht van nijd. Ellendig komediantenvolk is t (Iil-
Maar van eene in vertrouwen: „Wat zoua
voor geheimenissen zijn Wat gebeurd er >vad
de bliksem inslaan rj
„Ik begrijp waarachtig niet wat je bedoen-
Waldemar in de oprechtheid zijns harten uit.
Wordt vervolgd-