&immm meuws^DYIHTINTIE- mndsoöwbmd,
ZONDAG
7 JANUARI.
Ao 18S3
27 ste Jaargang
\o 1G33
Bekendmakingen.
B u a r n. P. v. d. VELDE Mz.
Denijs.
Ken paar woorden over nieuw
I Uti I en la ik! scli N icuws.
BAGE
Uit blad verschijnt drie reaal per eek. Maavdvq
Woensdag- en Zaterdac/avend. Bij irgerdirg tot
'8 middags 12 ure worden Advertenfièn in het
eerstuitkomende nummer geplaatst, lnt/ezonden
stukken een dag vroeger.
Prijs per jaar f 3Franco per post f 3.30
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentièn van een tot vijf regels f 0.75.
iedere regel meer f 0.15. Groote let'ers worden
naar plaatsruimte berekend.
m
jbaar zoude zijn, en daarom wordt dc. eerste
J smet dan ook zorgvuldig vermeden.
POLITIE. j Maar blijft het zoo? Helaas, neen! op een
Tor Secretarie der' gomeento Schapen, zj'n inlich- ongelukkigen dag komt een eerste vlek, die
tin gen te bekomen, omtrent een in dio gemeente op- waarlijk leedwezen veroorzaakt. Later een
gevangen ZWARTE HOND. L ,J
tweede ja! cok die ziet reen nog ongaarne
Burgemeester en Wethouders van Scharren: gelet Maar ziet, langzamerhand is het schrijfboek
meente, on dat voor de belasting op de honden, dienst
1882, gedurende vijf maanden ter Socretario der ge
meente voor een ieder tor lezing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3 maan
den na don dag der uitreiking van hot aanslagbiljet,
by den Raad op ongezegeld papier worden ingebragt.
Schagen, don 2en Januari] 1883.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
- - G. LANGENBERG.
de Secretaris,
DENIJS.
Lnat dat nieuwe en frissche toch zoo lang
mogelijk nieuw blijven! Met anderewoorden:
tracht dien zin te "behoudendie u bij den
aanvang des nieuwenjaarszooveel rei fis en
zooveel zuivers, zooveel geheel nieuws deed
opvatten. Komt er een vlekje, een vouw, een
rimpel op dat bladlaat u dat niet tegen hou-
nict doen verslappen, n niet doen den
dat het er nu niet meer op aankomt.
houd vol, hebt altijd 't denkbeeld van
toch bijna aan 't einde en een ander nieuw nieuw en rein voor oogendan zult gij bij 't
vertoont zich reeds aan de horizont en in dat einde des jaars een rijkeren oogst hebben en
nieuwe zal 't wel weer goed gaan! een gevóel van voldaanheid zal uw oude-jaars-
W ie kent het spreekwoord nietnieuwe avond veraangenamen
bezems vegen schoon? Ieder lezer zal de
uitlegging weten, maar ik haal het aan als
teen bewijs, dat van het nieuwe niet alleen
veel wordt verwacht, maar dat ook aan het i
nieuwe vele goedeeigenschappen worden toe-
Burgemeester en Wethouders van Schagengeschreven, die helaas! als zo er nog geweest
noodigen hij deze belanghebbenden uit, die over zijn, zeer spoedig verdwijnen, zoodat er steeds
den jare 18?2, van de gemeente iets te vor- nieuwe noodig zijn.
En zoo kom ik als van zeiven op 't nienwc j
't Geheele jaar door zij nieuw uwe leuze
dan zal frischheid, kracht al uwe daden ken
merken! Zoo zij liet!
deren hebben, hunne rekening vóór of op den
len Febmarij a. s. ter plaatselijke secretarie
inteleveren
Schagen, 5 Januari 1883.
Burgemeester en Wethouders voorn.
G. Lanoknbrro.
De Secretaris,
Wanneer men in deze dagen zoo onop
houdelijk het woord nieuwe jaar heeft gezien
en nog ziet en leest, dan is 't waarlijk niet
to verwonderen, dat we onwillekeurig dat woord
meer en meer opmerken en ons nadenken
waardig keuren.
't Is een eigenaardig woord, dat woord
nieuw en wat zijn er met al toestanden, waarin
dat (voord een voorname rol speelt.
Een kind bijv. heeft een nieuw schrijfboek
Wees er verzekerd van, dat het eerste blad
keuri" netjes bewerkt zal worden. Daarop mag
geen klad noch vlek komen, 't Is alsof het kind
eerbied heeft voor dat schoone reine blad,
waarop 't geringste smetje zoo duidelijk zicht-
Bij de opening van Gambetta's lijk
aan
jaar
Wat al schoone plannen, goede voornemens Bewezen dat hij is overleden
worden er gevormd, die met het nieuwe jaar van 8a' en andere bloedziekten, die elke chi
is
uitstorting
zullen worden uitgevoerd, als had men er in
't oude geen tijd voor.
Menigeen zal met liet nieuwe jaar een nieuw
rurgische operatie gevaarlijk en ongerechtvaar
digd zouden hebben doen zijn. Behalve in de
ingewanden is geen enkele andere verwonding
leven beginnen; eene nieuw firma wordt op- geconstateerd, liet lijk is gebalsemd en naar
gericht, nieuwe maatschappijen verrijzen. O! U>arijs overgebracht. Dc begrafenis zal, naar
wat wordt er al niet nieuw gemaakt met het I men verzekert, aldaar op 10 dezer plaats heb-
vertelde Wollrabe nu de bijzon
HUMORISTISCH VERHAAL.
van
PHILIPP. LENZ.
Maar wat beteekent dat dan?" vroeg de oude Reh-
Hebt gij hem beleedigd? Loop hem schielijk
nl m maak het weder goed. Moet dan het mooie geld
om een beuzeling ons ontsnappen? Gij hebt zeker uw
tonK weder niet kunnen beteugelen. W at is het
%toch eigenlijk met dat portret.^
Schouderophalend
d61 Hmf ja," meende Reliberger, „dat is niet verstandig
u
Maar mijn God, ik heb zijn portret met aan zyne
vrouw gezonden. Dat is mij niet eens in de gedachte
g<HoeSzóu ik tot zulk een dwazen streek komen!" ver
zekerde "Wollrabe zün handelsvriend. „Hij kan overigens
onmogelijk alleen over dat portret zoo gebelgd zijn -
bh moet wat ontdekt hebben," voegde hij er by.
„Wat meent gij?" vroeg Rheberger angstig. „Hy
zou iets ontdekt hebben?
„Eene andere verklaring vind ik niet.
„Ach, van waar zou hij iets kunnen weten
meende
nieuwe jaar!
Dat goede oude jaar! 't Wordt miskend en
vergeten! Al die veranderingen in 't nieuwe
dragen den stempel van eene verbetering, maar
ook dikwijls van eene veroordeeling van den
toestand van 't oude.
Er zijn er niet veel, die de zegeningen van
't oude erkennen; ouderwets mag men niet
zijn.
Hoe dit ook zij, 't nieuwe jaar ligt voor
ons, en hoevelen onzer bebben werkelijk
nieuwe, goede voornemens opgevat voor dat
nieuwe jaar! Gelukkig noem ik hen nog niet.
Ik vind het lofwaardig, dat men, door 't denk
beeld van 't nieuwe, vast heeft voorgenomen,
om verkeerdheden te verbannen, gebreken
te verbeteren en met nieuwen lust, nieuwe kracht,
een nieuw blad in 't levensboek te beginnen.
de oude. „Vriendje, hot zal zoo zjjn: gpj liobt u eon
ongeoorloofde grap verdbrloofd; [men kent u torli! uy
houdt zoo nu en dan van een aardigheid. In wolk efer.
benarden toestand hebt gy indertijd Düppler riet
gebracht! Veertien dagen lang durfde de ongelukkige
man zich niet aan do mensclien vertoonen. Nu1, beken
het maar, dat gy Böhmer eens een vermaning van
zijno vrouw hebt willen bezorgen."
„Voor den duivel!" riep Wollrabe uit, „hoe dikwijls
moet ik u dan verklaren, dat ik met de geheele- ge
schiedenis niets te maken heb!"
„Nu, des te beter dan," antwoordde Reliberger.
„Ga daarom naar mijnbeer Böhmer en bezweer hem,
dat gy zoo onschuldig zjjt, als een pas geboren engel,
ga dadelijk heen anders valt de geheele mooie zaak
nog in water."
„Na datgene, wat hy my gezegd heeft, mij nog
aan hem opdringen!" antwoordde hij terwijlzyn voor
hoofd zich diep rimpelde.
De oude lachte. „Wanneer er zooveel geld aan hem
kon worden verdiend!"
„Tot zoo iets moogt gy afgericht zyn wat zal
men u zoo al niet in het gezicht hebben kunnen wer
pen zeide Wollrabe meer in zich zeiyen dan dat hi
zjjne opmerking direct tot Rehberger richtte.
Deze hoorde den dubbelzinnige lofbetuiging niet, of
wilde die niet hooren, doch ging voort met zijne be
moeiingen, om Wollrabe over te halen tot eene ver
zoening met mijnheer Böhmer en werd zeer onrustig
bü do gedachte'dat hij dit rijke en zoete winstje weder
ben.
De begrafenis zal met groote plechtigheid
geschieden. Het corps diplomatiquc heeft den
wensch te kennen gegeven haar en 'cor/js bij
te wonen. De Grieksche gezant heeft opzette-
pk last gekregen zijn Koning bij de lijkstaatsie
te vertegenwoordigen. Het geheele Parijsche
garnizoen zal de laatste eer bewijzen aan den
overledene. De Raad van State is bijeenge
roepen om, bij afwezigheid der Kamers, de
Regeering machtiging te verleenen over de
noodige credieten te beschikken tot bestrijding
van de kosten der begrafenis, die op 20,000
V. geraamd worden.
Aan liet graf zullen spreken Jules Ferry,
ui naam van het Gouvernement van 1870,
Vlelivier, in naam van Belleville, Izambert, in
naam der fransche Republiek, en Oscar Fata.
moest laten vallen.
Ik kan niet," zoido Wollrabe, „wil bovendien van
den geheolen handel niets meer weten. Het is toch
een onzuivere geschiedenis, waartoe gy my verleid
hebt, Rehberger, wie weet misschien was ik ten
slotte ook nog wol een bedrogenen geworden. Neen,
ik trek my terugik trek my terug!" herhaalde
hy nog eens beslist. „Spaar uwe woorden, Rehberger.
Het deed my reeds leed ter wille van Böhmer. Die
elendigo myn zou hem geheel en al geruïneerd hebben.
Hy heeft zich niet zooais de zoogenaamde eerbiedwaar
dige en deftige famielieën van my teruggetrokken,
omdat hy my voor eerlyk hield, wat er anders
ook al niet over my gebabbeld werd. Ik wil zyne
vriendschap niet hiermede beloonen, dat ik hem help
ruïneerenRohberger waarom moest gij ook juist
my verleiden?
„Nu, voor mynheer Böhmer zooeven hier kwam,
waart gy toch nog vol vuur en vlam, voor my:i plan,
mynheer Wollrabe."
„Dat is niet waar," antwoordde de lederhandeiaar.
Zyn zaakgenoot gebruikte nu alle welsprekendheid,
die hy bezat, om Wollrabe's zwakke en kleinmoedige
tegenwerpingen want daarvoor hield hy ze te over
winnen; hoe langer hij sprak, des te onheilspellender
straalde de geldgierigheid uit zyne oogen en des te
ongunstiger indruk maakte hy op den man aan wien
hy nu zyne woorden verspilde. Eindelyk viel Wollrabe
hem in de rede en zeide:
„Ik geef de zaak op. dat is myn laatste woord."