A L G E Ai i: E
A li V E li T E I I E-
i>oai»iaiii>ag
L V Ei B <i I W B I. V li.
22 FÏÏBRUAKi.
Nationale Militie.
AA IN DE GRENZEN.
?|A
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woeng*
dor/- en Zaturdar/arond. Dij inzending tot 's
middags ]2 nre, worden Adccrtcntiën in het
ecrstuitkoniend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
TE SCHAGKN
Prijs per jaar f 3.—*. Franco per post 3.CO.
Afzonderlijke nummers f 0.05. -
Adcertcniien van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruini'o berekend.
TWEI DE KEI\MS(.EVIINd.
Lofinpr Nntionnle Militie.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen
erlangen wegens broederdienst of op grond van
te zijn eenice wettige zoon, zal hij op AVoens-
d. g, den 28en Februarij des voormiddags ten 9è
uur, in het Gemeentehuis moeten verschijnen,
vergezeld van twee Lij den Burgemeester bekende
en ter goeder naam ën faam staande meerder
jarige ingezetenen, die de vereischte getuigenis
kunnen afleggen en het aldaar op te maken ge
tuigschrift onderteekenen. AVanneer hij aanspraak
maakt op vrijstelling wegens broedebdienst, zal
hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-
ticte en van de geboorte-acten van al zijne nog
in leven zijnde broeders.
OPROEPIAG VAA VRIJWILLIGERS VOOII
I\ATI0\ALL MILITIE.
DE
Horna» van J O HANNES VAN DE WALL.
Vil.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter algemeene kennis, dat door hun
de volgende vergunningen zijn verleend:
1. Aan AVili.em Mekz, om diens perceel aan
„wy zyu daarover geheel en al iu het onwetende,"
antwoordde de majoor voorkomend. „Ons verblyf hier
zelfs, in do nabyheid der grenzen zal hoofdzakelijk af
hangen van de berichten omtrent do toestanden der
In8urgenten dat wil zeggen pardonwanneer
de Hoogezijdc, wijk E No. 8 aldaar, intc-
richten tot slachterij
Schagen, den 20 Februari 1883.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
G. Langenberg.
De Secretaris,
Denijs.
Door stemgerechtigden ingelanden van den
polder Schagerwaardzijn gekozen tot lid Voor
het bestuur Voor dien polder de heer A. Zij
dewind, en tut Hoofdingeland van het Ambacht
van AVest-Frieschland, genaamd Geestmeram-
bacht, de heer C. Bijpost Jbz.
De heeren Th. J. AValler, te Anna Pau-
lownaAV. Sluis, te Eeemstcr en Hermann F,
Bultman, te Haarlemmermeer, zijn o. a. be
noemd in de Commissie ter bevordering der
belangen Van do Nederlandsche inzenders op do
in 1883 te Hamburg te honden Internationale
Veetentoonstelling,
Uit Soest is gevankelijk naar Utrecht ge
transporteerd, zekere S. aldaar, schilder van
beroep, en gehuwd, vader van kinderen, be
schuldigd Van moord, gepleegd op een pasge
boren kind van zijn eigen dochter. Het kind zou
door hem begraven zijn in den tuin achter ziji^
Woning, terwijl een zijner kinderen het misdrijf
zou hebben ontdekt en openbaar gemaakt.
AVerklieden of groepen van werklieden,
die raad en inlichting verlangen voor het op
richten van Vak-, Algemeene of Coöperatieve
vereenigingen van verschilleude strekking, voot'
werklieden, kunnen zich daartoo Avenden tot het
Centraal-Bestuur van het .il<,emeen AV-
derlandsch Werklieden-1' et bondadres; B. H»
Heldt, Bloemstraat 82 te Amsterdam.
Genoemd Bestuur is steeds bereid de oprich
ting van zoodanige vereenigingen te bevorderen
en, desgewenscht, sprekers te zenden om doel
en strekking er van in openbare verga leringen
te verklaren.
Naar de T.andbouw Courant van 11 eil
18 dezer verneemt, is de Heer II. W.PrinsJr.,
lid der firma Prins en Zwanenburg to Amster-
-\o 18S3.
27stc Jaar^in:.
t|o 1659.
9
ii l' I
A I E l S-
UITGEVER:
.5 IVISVkKL,
Laak, Wijk D, No. 5.
Bekendmakingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dor Oemeent
Behagen;
Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte
van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den
I9den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), voor de Tweede
maal ter kennisse van de belanghebbenden, dat de lo
ting van de in 1882 voor de Nationale Militie ingeschre
venen, overeenkomstig de ontvangene aanschrijving
van Zyne Excellentie den Heer Commissaris dezer Pro
vincie, dato 19 Januarjj 1883 No. 8(113 M. S. zal plaats
liebl en op den 26en FEBRUARI a. s. des voormid-
ï>aos TEN 9 EN EEN HALF URE, TEN RAADHUIZE DEZER
t.EMEENTE, en worden zij, welke daaraan moeten deel-
ïiemon, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar, tot
dat einde aanwezig te zijn, of, by verhindering, zich
aldaar door hun vader, moeder of voogd to doen ver
tegenwoordigen.
Alsmede lat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde
vV(t, dadelijk na de trekking van het Nummer, de
redenen van r jjstelling, welke de Ingeschrevene mogt
hebben, moeten worden opgegeven.
Voorts zullen door den Burgemeester bi) den Kom-
mandaat van hot korps waarby zijne broeders dienen
of gediend hebben, worden aangevraagd de bowyzen
van werkelijke dienst of een uittreksel uit hei, Stam
boek. mits lij) zich binnen dlio dagen na de loting
ter Secretarie vervoege, ten einde aldaar do voor die
aanvrage noodige opgaven todoen.
Schagen, don 13cn Februarij 1883.
Burgemeester en AVothouders voornoemd,
G. UANGENBERÜ.
Do Secretaris,
DENIJS.
TE
blad No. 127), Ptl de artikelen 11. 12. 13 en 14 der Wet van
19 Angnsui.s 18(»I (Staatsblad No. 72).
Roepen mits deze op alle Ingezetenen, die verlinken mogfen
om als Vrijwilliger voor de N itionale Militie in dienst te tre
den, om zich aan te melden ter Secretarie aan het Raadhuis,
alwaar gedurende de maand Februarij dagelijks, uitgenomen
des Zondags, zal worden gevaceerd tot het aar.nemea van zoo-
danige Vrijwilligers, ter Vervanging van het Contingent, als
welke daartoe de verciachton bezitten.
Om Vrijwilliger bij de Militie te zijn, moet men ongehuwd
of kinderloos weduwnaar en Ingezeten wezen, voorts ligcha-
melijk voor den dienst geschikt, ten minste 1.5b Meter lang, op
den 1 Jnnuarij van het laar der optreding als Vrijwilliger het
0 ste Jaar ingetreden zijn en het 35ste* Jaar niet volbracht heb
ben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne verplichtingen
ten aanzien van de Militie zoover die tc vervullen waren, vol
daan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid.
Hij die voor de Milit e is ingeschreven, wordt slechts als
Vrijwilliger toegelaten voor «le Gemeente in welke hij ingeschre
ven is, tenzij hij geenc verplichtigen ten aanzien van de Militie
meer te vervullen hebbe.
Hii die bij de Zeemacht, bij het leger hier te lande of bij het
krijgsvolk in 's Rijks Overzecsrhe Bezittingen heeft gediend,
wordt niet als Vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij hij
bij het verlaten van den dienst, behalve een Bewijs van Ont
slag van den Bevelhebber onder wien hij laatstelijk heeft ge
diend, een Getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende, dat hij
zich gedurende zijn diensttijd goed heelt gedragen.
Hij kan, heelt hij dit ontvangen, tot dat zijn Veertigste
Jaar volbracht is, als Vrijwilliger bij de Militie worden toe
gelaten.
En zal deze worden gepubliceerd en geafllgeerd, waar zulks
te doen gebiuikclijk is.
Schagen, den lSen Februari 1883
Burgemeester en Wethouders voorn.
G. LANGENBERG, Burgemeester.
DENIJS, Secretaris.
y BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schagen.
f Gezien het Koninklijk Besluit van 17 December 18ül (Staats-
Vijfde Hoofdstuk.
Majoor Edler had do visitekaarten door zijn eigen
üiei.aar gezonden en wachtte nu met zyu utfloieien
op antv.oord. De jongen kwam terug: do dames lieten
zich vcioittschuldigen, zy waren bezig aan liaar toilet,
t och mynheer \on Bordowski xas Lcreiddehecreu te
ontvangen.
I'iotr, die zoo ongeveer de hoofdpersoon der bedien
den was, ging nu de Leeren voor en bracht hen naar
een prachtig vertrek en verzocht hen een oogenblikje
te v.i.len wachten.
„Hebt gpj gezien, myne Heeren, achter elke deur
op dou gang verscheen een zwarte kop toen wy voor-
by gingen,- zeide de majoor.
„Er moet veel bezoek iu huis zyn," antwoordde lui
tenant von Parschner.
1 Na eenig wachten kwam graaf Braniczki binnen. Hy
groette de hoeren beleefd en verontschuldigde myn-
liter von Bordowski's wegblijven.
„De heeren zullen het vergeven myn zwager
heeft zooeven een lastig bezoek gekregen. Zaken ver
hinderen hem, u persoonlek te ontvangen; sta my toe,
dat ik, zyn zwager, den huisheer vervang graat
Braniczki is myn naam."
„Eerste luitenant p.rius Looz, tweede luitenant von
-Parscliner,stelde de ingjoor zyn geleide voor.
Pc Burgemeester der gemeente Schagen;
Gelet op de Circulaire van den Ueer Commissaris des Ko-
nings in deze provincie dd 2 Januarij 1883, No- 8/5 M- S.
4e Afd. (Yerz- uo- 1) waarin met betrekking tot de aanstaande
loling vool- de Nationale Militie, onder meer, voorkomt het
volgende
„DaaF overigens de ondervinding heeft geleerd, dat vele
„lotelingen zich, op den dag der loting, schuldig maken aan
„het misbruik vait sterken drank, zoo verzoek ik de Burgemees
ters om al de beu ten dienste staande middelen te bezigen om
„dit misbruik zdoveel mogelijk tegen te gaau
Herinnert aan de geld.octeu en gevangenisstraffen, waarmede
hij de art- 22 en 23 der drankwet, worden bedreigd, zij die
zich in kcnneljjkcn slaat van dronkenschap op den Openbaren
weg bevinden, in dien staat het openbaar verkeer belemmeren,
de orde verstoren, of eens anders veiligheid bedreigen
Brengt ter algenteene kennisse, dat door hein Burgemeester
met den meesten nadruk, aan het verzoek van den H er Com
missaris voornoemd, gevolg zal wordeu gegeven, en mitsdieu,
gedurende den dag der loting alhier, de voornoemde wetsbepa
lingen ten strengste zullen wordeu toegepast-
Wordende ten slotte nog aan de tappers en anderen in her
innering gebracht de strafbepalingen dierzelfdc wet, op het
verstrekken van st rken drank aan personen, kennelijk reeds
Verkecreude in beschonken toestaud-
Schagen, den lOen Februarij 1883-
De Burgemeester voornoemd,
G- LANGENBERG.
„lk verzoek u plaats to nemen," ging de graaf voort.
„Zooals ik vermoed, hebt gy een vormoeienden rit
achter den rug."
„Wy komen van Krakau en redon tot aan de gren
zen; de vermoeienis was dus zoo groot niet, alloen
het weder was niet met ons. Ondorwog troffen wy
i eene bloedverwante van u aan en hadden holaas het
ongeluk, haar misnoegen ons op den hals te halen,"
l haastte de majoor zich er by te voogon.
„lk heb er van gehoord," antwoordde de graaf doch
bracht dadelyk het gesprek op een ander onderwerp.
„I>o hooien zullen voor langeren tyd do gemakken van
liet garnizoenleven moeten ontberen?"
I ik Insurgeuten zeide. want ik ben keizerlylt officier
on hoewel wy allen in vrede loven, ook myne gevoo-
1 lens
„O, ik bid u, geneer u vooral niet in myne tegen
woordigheid, de zaken by den rechten naam te noemen,
i lieer majoor," stelde de graaf hem met een fyn lachje
gerust. „Naar de gewone begrippen is de uitdrukking
Insurgoiiten volkomen gerechtvaardigd. Dus wij
z.ullen misschien gedurende eenige weken hot genoegen
i hebben, de heeren bi* ons te zien?"
„Vettnoodelyk, heer graar, en ik betrour niet loven*
diger, dan dat. wy gedwougon zyn, u tot last te zijn.
Doch de dienst kent alleen gehoorzaamheid. Wy
t verzoeken U oi.s indringen derhalveiLet-ena porsoon-
lijk tc duoi: ontgelden."
2. Aan Cornelis Rotgans om, op het terrein
achter zijn perceel iu de Molenstraat Wijk C
No. 98/127 aldaar, eene bewaarplaats voor
petroleum daartestelfe»overeenkomstig dö
bij de vergunning gestelde voorwaaiden.
Binnciilanriscli Nieuws.
„Zeker niet," antwoordde de gr.taf verplichtend»
„AVy hebben heden juist een familtedav, liet huis van
myn zwager is byna over vol van bloedverwanten,
daarom verzoeken wij u Voorloopig om vors fhoomng,
wanneer dit of dat
„O, heer graaf - gy zijt al te good," haasto do ma
joor zich te zeggen.
„Het is te hopen, dat bet weder wat beter wordt
en de dienst u niet al te lastig is," zeide nu de graaf.
„Gy hebt eon half eskadron, zei lat g j majoor?"
„Zoo is het; de andere helft is oo Grawolin in
gekwartierd. Het gekaelc regiment zal zich langs do
grens vestigen."
Hier raakte do voet van den j rins zacht die van
zyn vriend aan; zy wisselden beiden een snellen, veol-
beteekenendeu blik. Graaf Braniczki, wien niets
ontging, had dit gebarenspel gezien en trok er zyno
gevolgen uit.
„Dus neemt men nu krachtige n aatregelen? Nu
ik hoop alleen, dat alles vreedzaam zal atloopen. en
dat er geen onnoodig bloed wordt vergoten. Door
de Russen is de grens in onzo nabyheid niet bewaakt,
zooals ik hoor, zy trokken hunne troepen terug."
„Heden morgen vroeg was er geen ziel te zien. Naar
het heet, zyn deze troepen nog in concentratie en zul
len zy eerst later handelen."
Met onbewegelijk gelaat hoordo graaf Braniczki
dit al:es aan en wist door zijn slim vraag en ant
woordspel den praatzieken majoor uit te lioorendaar
hy zeer goed de ontevredenheid der beide andere of
ficieren bemerkte, begreep hy ook tot hen eens het
woord te moeten richten.
„Yergwof my, uwe hoogheid, slo hts eene vraag."