A L G E 31 E E
A D V E 85 T E T I E-
DONDERDAG
1
26 "tPBlL
AAN DE GRENZEN.
\o 18S3.
V" >66'
?.7ste
Jaargang.
I E l >V S-
L A A I» B O l W B L A D.
J. WIMvFX,
Bekendmaking.
liEAABSGEYlYG.
Biiincnlaiulsch l\ieuws.
S(
Dit bind verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaturdagavvnd. Bij hwcutiing tot "s
middags 12 ure, worden Advcrientién in het
cerstnitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dng vroeger.
UITGEVER:
T TC RflHAGEN
Laan, NV\jk D, No. 5.
Ii AAI PEN der visschers can Urk
Moddergat en Pnexens.
Bij ons is voor de ongelukkigen van Urk
ingekomen f 33.
en voor die van Moddergat en Paesens f 25.36.
welke bedragen ons zijn afgestaan door Sclia-
gen's Gijmnastiek- en Schermvereeniging Ly-
mirgus."
De gelden zijn door ons reeds aan de be
voegde autoriteiten opgezonden.
Redactie.
Burgemeester en Wethouders van Behagen;
gelet op art. 260 der Gemeentewet,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat lint
or Hoeren Gedeputeerde Staten op den Oen April
83 goedgekeurde kohier van den hoofdelykon omslag
ezer gemeente, en dat voor do belasting op d9 honden,
I ie rist 1883, gedurende v\jf maanden ter Secretarie der
emeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Bezwaren tegen den aanslag kunnen, binnen 3
naanden na den dag der uitreiking van het aanslag-
liljet, by den Raad op ongezegeld papier w orden in ge-
iraeht.
SOHAGEN, den JSen April 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANOENBERG
He Secretaris,
denijs.
Zondag 11 had in het lokaal van den heer
1. Kos Pz. alhier het Concert van Schagen's
tannenkoor „Euterpe" plaats, met medewerking
pan de Harmoniekapel. Het programma, dat
>vij reeds in ons vorig nummer mededeelden,
lesfond geheel en al uit nieuwe nummers. De
kjtvoering der zangstukken liep flink van sta
pel en bewees op nieuw wat studie vermag.
IVelk stukje ons het meeste beviel?Elk
tukje in zijn genre voldeed ons bizonder, vooral
tok „Hartewenschen", Bariton solo met Brom
stemmen en „Watertochtje" met solo voor
tenor, in welke stukjes de heeren W. en C.
ïoggeveen Cz- hunne solo's flink ton uitvoer
trachten.
De solisten, de hh. Bugers en Lestikow,
oeiden het publiek door hun degelijk spel; de
teer R. door zijn solo voor viool en de heer
/estikcw door zijn solo voor fluit. Beider spel
Ttovian van J OIIANNkS VAN DE WALL
XXV.
eenentwintigste hoofdstuk.
Graaf Haneke had op den avond van denzelfden dag
tog een onderhoud met Marta en deelde hem mede
lat hunne wapen-voorraad halverwege Kresszowiec
sas gebracht en daar verborgen was geworden.
Hier hield zy op en koek hem strak en ernstig in
et gelaat.
E.Zijt g\j by de zaak?" vroeg zy, toon zij zag dat
If met afgewend gelaat naar haar luisterde.
[rIk ben bet," antwoordde hy.
EA orst Jablonowski en de anderen waren van mee-
fng. zeide zy, „dat men in twee afdeelingen van uit
punt kon optrokken. Het grootste gedeelte zal de
ote straat houden, terwyi het kleinste deel onder
bizonderen aanvoerder een weg door het bosch zal
slaan. De hoofdzaak zou dus zynde opmerkzaam-
jid der troepen van dit punt af te leiden en die te
en vestigen op een punt verder het oosten in, op-
onze troepen ongehinderd er door zouden kunnen
men.
Terw-yi 7.y den graaf dat uiteenzette, vestigde zy
ar blik op hem met eene bizondere uitdrukking.
Jare trekken werden zachter, ja. uit hare blikken
ak ten laatste een gevoel van medelyden.
Blis-M-hien had zjj graaf Haneke nu voor de eerste
aal gadegeslagen metde oogen 'ener vrouw,
ch eensklaps kwam de patriet weder by haar boven
zeide zy tot hem:
was verdienstelijk en werd warm toegejuicht-
Na afloop van liet Concert, had er een zeer
geanimeerd bal plaats, hetgeen nu kon geschie
den, omdat door het Bestuur er voor was ge
zorgd, dat, zooals vroeger nog al eens gebeurde,
nu niet meer na afloop van het Concert een
legio danslustigen toegang tot het feestlokaal
werd verleend, hetgeen uitstekend werkte tot
de goede orde op het bal.
Uit Suriname wordt ons het volgende
geschreven, betreffende oen hoogst belangrijke
verzameling, welke van daar naar de Amster-
damsche tentoonstelling gezonden is.
Een zeer belangrijke collectie voor de Koloniale
Tentoonstelling, ook vooral uit een wetenschap
pelijk oogpunt, is den 3n dezer uit Suriname
per Fransche mail naar Amsterdam vertrokken.
Men dankt deze belangrijke .bijdrage op ethno-
logisch gebied voor de tentoonstelling aan eenige
belangstellende heeren in Nederland, die het
initiatief in deze zaak genomen hebben en de
kosten voor de uitvoering dragen, terwijl het
bijeenbrengen en de expeditie der verzameling
door de goede en ijverige zorgen van den heer
Julius E. Muller hebben plaats gehad.
De bezending bestaat in een verzameling
Roodhuiden, Boschnegers en andere inboorlingen,
Karboegers en andere gekruiste rassen, die voor
exemplaren van de Inlandsche oorspronkelijke
en gekruiste rassen in Suriname kunnen gel
den. Het heeft heel wat moeite gekost, eer
men de 24 menschen, uit welke de verzameling
bestaat, had overgehaald om de reis naar Europa
te maken. Boschnegers noch Roodhuiden gaan
gaarne over de hun onbekende zee, en het
voorgestelde reisplan viel in den beginne niet
bijzonder in hun smaak. Na lange onderhande
lingen met de opperhoofden, slaagde men er
eindelijk in eenige liefhebbers voor den tocht
te vinden, en den 3n dezer scheepten dezen
zich voor Amsterdam in.
De leden van dit vreemde reisgezelschap
zullen op het tentoonstellingsterrein leven in
een speciaal voor hen ingericht houten gebouw
waaraan door de heeren, die de expeditie laten
overkomen, kosten noch moeiten gespaard zijn.
Zij brengen hun eigen hutten mede, zooals zij
in Suriname gebruiken, en deze zullen in het
gebouw voor hen worden in orde gemaakt.
Tijdens de tentoonstelling, zullen zij hun ge
wone bedrijven uitoefenen, als het maken van
kruiken uit leem, vlechtwerk, houtsnijden enz.,
zoodat de bezoekers de genoemde Inlandsche
„Kom, wees peen kind! zie hior de kaart! Wat ons
zeiven betreft, dan zal het my gemakkelyk vallen.de
onzen naar elke richting te dirigeeren. Moeieljj-
kor zal het zyn de Russen op een verkeerden weg
te brengen; - men zegt, dat zy een wantrouwend ka
rakter hebben."
Graaf Haneke zat nog eenige oogenblikken in diep
nadenken verzonken, tot zyno gelaatstrekken eens-
klans verduisterden.
„Hier in het oosten is de Weichsel," zeide hy. „Wan
neer liet mopelyk ware by Nove Brozesko eeniee
schuiten bijeen te brengen, hetgeen zou kunnen be
duiden dat men daar een brug zou willen opslaan, dan
zouden de Russen voor/.eker in den val loopen; zy had
don dan een tastbaar voorwerp."
„Morgen zal ik u daarop antwoord geven," antwoord
de zii levendig.
„Hot overigo zou dan gemakkelyker worden. By-
voorbeeld op een rytoert.je zou men tot do Russen
wel een woord kunnen laten ontvallen, hetgeen dui
delijk genoeg te kennen gaf. dat men daar zou willen
beproeven den stroom over te trekken."
„O, wanneer gy dat tot stand hracht, dat de onzen
gelukkig overtrokken, myn geliefde, mün dank zou
zonder einde zyn, ovenals die aller I'oolsehe patriotten!"
Hy kuste haar kleine hand niet vuur.
Een i oos spraken zy nog over krijgszaken tot graaf
Haneke haar vroeg waarom z.y zoo vertrouwelyk met
Garczinski omging.
Marta was nu wel gedwongen hem ten antwoord te
staan en zeide dan ook dat zij geen jong meisje was,
zoolang liet vaderland bloedde; dan was zy slechts
een werktuig. Zij voegde er by, dat hij een dwaas was
niet zijn ij verzucht, en dat hy zich zeiven en haar niet
moest martelen. Garczinski was als man haar volko
men en verse lullig.
Prijs per jaar/-3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Adverlentiiht van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
volksstammen in hun gewone leven kunnen
leeren kennen.
Ik deel u bij dit bericht tevens eenige bij
zonderheden mede, die alvast eenige nadere
kennis kunnen doen maken met de werkelijk
hoogst belangrijke typen in het menschdom,
die men dezen zomer te Amsterdam zal kun
nen aanschouwen.
De gezonde Roodhuiden, behoorende tot den
stam der Arrowakken, zijn de eersten van
dezen volksstam, die naar Europa worden
overgebracht- Zij bewonen het binnenland van
Guyana en worden voor de oorspronkelijke be
woners van de Noordwestkust van Guyana
gehouden.
De Arrowakken zijn zachtzinnig en goedaar
dig van karakter en veel vredelievender dan
de andere Indianen, die men in Guyana aan
treft. Zij zijn eerlijk en trouw jegens elkander,
zoowel als jegens vreemdelingen. Evenals de
andere Roodhuiden van Amerika leiden zij een
zwervend leven; zij spreken een taal, die ge
heel verschilt van die der andere stammen.
Wanneer zij met elkaar een gesprek voeren,
ziet hij, die spreekt, den aangesprokene niet
aan, maar keert hij hem meestal den rug toe.
„De honden zeggen de Arrowakken zien
elkaar aan, als zij met elkaar spreken."
De vrouw bewijst den man een slaafsche
onderdanigheid in het algemeen; zij dient hem
het eten voor, maar gaat niet bij hem aanzit
ten. Voor ouderen van jaren wordt altijd door
hen groote eerbied betoond.
De vrouwen dragen snoeren koralen vast om
de kuiten, die daardoor geheel mismaakt wor
den, wat haar weinig aantrekkelijke schoon
heid niet verhoogt.
Bij de geboorte van een kind gaat de man
in zijn hangmat liggen, terwijl de vrouw haar
werkzaamheden verricht alsof er niets bijzon
ders gebeurd ware.
De Arrowakken tellen van vier naar de vier
vingers. Vijf wordt uitgedrukt door een hand,
zes door een hand en een vinger, tien door
twee handen, elf door twee handen en éen teen
twintig door twee handen en twee voeten
of, zooals zij zich in hun taal uitdrukken, door
een mensch.
Teneinde het tijdstip te bepalen, waarop de
eene of andere gebeurtenis moet plaats hebben
bijv. een bijeenkomst is bepaald gebrui
ken zij een touw, waarin evenveel knoopen zijn
gelegd, als er nog dagen moeten verloopen, vóór
de bepaalde dag aanbreekt. Eiken morgen wordt
Eensklaps sprongen beiden van hun stoel op: do
deur werd geopend; als eene verschyning uit de andere
wereld, gekleed in oen lang, wit nachtgewaad, een
licht in de handen houdende, trad Meta binnen. Bij
de deur bleef zy staan en keek haar zuster en den
graaf met bestraffende blikken aan.
„Dus z.yt gy hier? sprak zy streng. „Ik hoorde in
myn zuster's kamer luide spreken en kom binnen,
do''h hierop was ik niet voorbereid!"
lu groote verlegenheid, zonder een woord te spre
ken, sloeg de graaf de oogen neder. Marta daarente
gen zag haar zuster toornig aan en zeide:
„Wat voor grappenmakeryen zyn dat? Verbeeldt gy
u, dat het vasten nacht is?"
Mot uitgestrekte arm zeide Meta nu:
„Eene Poolsche maagd ontvangt geen mannen op haar
kamer en tenminste niet in den nacht. Die kaarten die
daar liggen kunnen u niet verontschuldigen, zuster.
Ik heb u gewaarschuwd het is nu aan u, om
er naar te hooron."
Zii keerde zich om en vertrok weder.
„Welk eene zotheid!" mompelde Marta„dat
men ook dat nog to verdragen heeft!"
Zy liep eenige malen het vertrek op en neder met
fonkelende oogen en op elkander gepreste lippen, tot
zy eensklaps voor den graaf staan bleef.
„Wat wilt gy hier nog?" voegde zij hem barsch toe,
„hebt gy niet gehoord, wat myn zuster zeide!"
Doch als ontstelde zy over zich zelve", voegde zy er
met zachte stem by: „Goeden nacht slaap wel.
ik dank u."
Graaf Haneke verliet het vertrek en hoorde nog hoe
Marta de deur achter liem sloot.
Wordt vervolgd.