A L G E H E E A V E II T E T 11> l)()\!)3K9)AG ril 9 28 .SUAi. j. \vi\Ki:f„ "AAÏrmrGÏÏËNziNr Ao 1883. 27slc J.i nr^.mg. V 168 i. I E lW S- I. A V 15 It O U XV 11 I. V 15, Dit h!n«l verschijnt t*fcnui*l per werk Woont- ilnq rn ZnlnrdntjnromlHij inzendirg lot 's middags li nre, worden Adrer/enfiên in Int eerstnitkomeml nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. IT G K V K R T TC 3CHAOEN» Laar, Wijk D, No. S. Bekendmakingen. IMII.ITIK. -IclitcricoWeven. te Pcfcsgin op Donderdag den 7(n Juni j.1- ctii Lam Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Secretarie der gemeente. GEVONDEN: een Gouden Sloot je. VERLOREN: een zwarte portemonnaic Staatsloterij, Burgemeester cn Wethouders vnn Schagen, brengen ter nlgemeene kennis, dat, bij reso lutic van den Minister van Financiënd.d. 31 Mei j.1., No. 136, Afd. Registratie, krachtens de daartoe door den Koning verleende mach tiging is vastgesteld de 313e Staatsloterij, be- strande uit 21000 loten, 10500 prijzen en 2 premiënovereenkomstig het plan aan gazegde resolutie gehecht. Schagen, 26 Juni 1883. Burgemeester en Wethouders voorn., G. LANGEN BERG. De Secretaris, DENIJS. Be Internationale Tentoon stelling te Amsterdam. VI. liet is moeielijk, wanneer men den voet op het Tentooiistellings-terrein heeft gezet, te be palen werwaarts men het eerst zijne schreden richten zulwaarheen men ('e oogen wendt ziet men allerlei gebouwen en gebouwtjes, v n geheimzinnige bestemming. Zo zijn allen even nieuw, even vreemd, en het vage woord, dat we hier en daar lezen, brengt Roman van JOHANNES VAN ÜEWALL. XL. Vur- en Dertigste Hoofdstuk. •preken. ons met veel Verder, Met rcdcnecren en be spiegelen komen wij echter niet verder, en we zullen dan maar op goed geluk af hier en daar eens binnen gaan. We bevinden ons juist. vóór de tent, waarop de woorden te le zen staan irSurmaainsche Inboorlingen." Het is een eircelvormig gebouw; men zou denken dat liet een paardenspel was. Daar binnen ziet het er evenzoo uit, alleen do zitplaatsen ont* breken. Het arena, de renplmts of de „manege" zooals men in een circus zou zeggen, is ook hier aangebracht. In die zandvlakte staan een paar hutten van riet of hamboe, met blade ren gedekt. De Inboorlingen loopen hier In en uit. Zc doen niemendal, dan zich zeiven exposeeren. Hun dagelijksch bedrijf oefenen ze natuurlijk niet uit, want dan zouden ze moe-* ten jagen en vissehen, en dat zou voor de bezoekers ook wel wat lastig, zelfs gevaarlijk kunnen zijn. De Surinaamsche mannen loopen bijna ge heel in Adam's costuum, ze hebben slechts het noodzakelijkste aan, de vrouwen daaren tegen zijn ,/in de lange kleêren," die haar niet zeer bekoorlijk staan. Zij bieden op zeer beseheiden wijze, kora len te koop, en voorwerpen Van uw fabrikaat, die zij zelve gemaakt hebben. Het huiselijk leven der eenvoudige lieden, kan men echter van nabij gadeslaan. Het be reiden der spijzen, het schommelen in de hangmat, het rollen met de kinderen, al deze dingen, waarvan wij wel eens in reisbeschrij vingen gelezen hebben, zien wij hierin de wer kelijkheid. Het. bezoek dezer tent en hare bewoners is wel de moeite waard, al betaalt men ook een kwartje entree. Die extra toe gangsprijzen zijn anders vervelend, maar men heeft doorgaans tenminste geen spijt van 't geld, uitgenomen wanneer men de z. g. Zoeloe-tent binnentreedt. Ik zal niet zeggen, dat hier bedrog gepleegd wordt, maar eene bittere teleurstelling wordt den bezoekers be reid. die eene les in volkenkunde meenen te zullen ontvangen en een onoogelijken vuilcn rommel te zien krijgen. Een zwarte man en vrouw slaan op een ton en een paar ijzers, luffen een vervaarlijk geschreeuw aan, dat hooien en zien vergaan, alles om eene voor- Prijs per jaar3:Franco per post f 3 00. Afzonderlijke nummers f 0.05. Advei'fe/dié'n van één tot vijf regrls f 0 75. iedere regel meer 0 15. Grootc letters woi- den naar plaatsruimte berekend. stelling te geven van Zoeloe-land en zijne bewoners Ik vind het vrij bdcedigend voor onze internationale tentoonstelling dat men deze kermistroep heeft toegelaten. Dikke dames vuurvreters en degenslikkers had nten nu even goed kunnen toelaten. Ik was blij dat ik mij Weer in de open lucht bevond. Ik ging regelrecht naar het groote biervatvier vaten oVer kruistot een „knijp' ingerichten waar het heerlijk brouwsel van de Haan en sleutels" wordt verkocht, 't Is een aardig.» gedachtehoewel niet nieuw. Meermalen vond men vaten maar dan ook heusche waar van de inhoud minder uit wijn dan wel uit menschen bestond. Te Heidelbergwaar men het weetwas het soms in en op het vat balZoo aanstonds zullen we eens wat meer op ons gemak uitrusten op een stoel rondom de muziektent. Apropos, van die stoelen gesproken, wie zich daarop necrvleit betaalt een dubbeltj. Die extraatjes zijn toch een ramp mafir laat ik u zeggen dat de menschen het niet helpen kunnen. De „Commissie" vraagt voor alles geld, pacht, huur of hoe men het noemen wil. Zoo moet de pachter van de stoelen, waarvoor men een dubbeltje betaalt,, twaalf duizend gulden pacht betalen, en die restau rants moeten circa een paar ton opbrengen. 't Is geen kleinigheid maar er heerscht dan ook groote ontevredenheid onder de pachters, die zelf de tentoonstelling-commissie in rech ten hebben aangesproken wegens geleden na deel, doordien de elcctrische- en gasverlich ting in het begin van Mei, reeds beloofd was, doch nu eerst verschenen is. Wanneer mou des avonds op het t< rrei» rondwandelt is het er nog ver van gezellig, 't Zal ongetwijfeld beter worden, Wanneer de vermaarde Berliner kapel van Rilsen komt, een korps van negen tig man. Ze zijn geëngageerd voor den prijs van 46000 mark, d i. f 27,600, voor den tijd van twee maanden. In Spanje hadden ze ook een engagement kunnen sluiten, maar de heer Bitsen vereerde ons niet de voorkeur. Maar gaan wij yenier en wijden wij een blik aan de oud-llollandsche bakkerij, die ons inge dachte een paar honderd jaar in de geschie denis moet terug voeren. De werkplaats daar entegen is op moderne leest geschoeid, maar op Maandag den 18en Juni j.1. Paardenmarkt, Inlichtingen to bekomen ter Secretario dor gemeente Schagen. op de kermis to Schagen; jriot stalen beugel, inlioudendo eenig geld. Zy. die hieromtrent eenigo inlichtingen kunnen go- ven, worden ver,,„eht zich te vervoegen ter gemeen' te-sicictario aldaar. Eindelijk was Aneczka niets anders overgebleven, dan aan den prins to schrijven en hem om een on derhoud te verzoeken. Prins Looz was niet weinig verrast in de schrijfster van dit verzoek de schoone Aneczka uit Wireluwieo te herkennon. Toon hy haar zag verduisterde zich zijn gelaat. „Waarmede kan ik u dionen?" sprak hy koel en zag bet meisje niot zoer bemoedigend aan, dat van schaamte en smart, van innerlijko kwelling en angst hot wee- uen zoer na stond, niettegenstaande deze ontmoe ting op do openbare straat plaats had. Van achter haar sluier wierp zij een blik op den o.fioier, zoo sprekend, zoo vol kommer, en hare geheeie houding was daarbij zoo deemoedig dat het ridderlijke hart van don officier spoedig door medelijdeu werd aangegrepen. .Ik bid u, kom ter zake, mejufvrouwmijne geringe krachten staau ten uv.cu dienste," zoido lip, nu zachter gestemd. .Ik dank u', antwoordde Aneczka, en moed vattende zeide zjj: „Voor ik u het doel van mijn komst kan zeggen" hier hield zij or, de ouiiocring Lcletto haai te Prins Looz besloot nu haar tor hulpe te komen. „Gy hebt iets op het hart.... wanneer ik u helpen kan, spreek dan onbevreesd Nog eons, wat in mijn macht staat, zal gesehiedon, mejufvrouw Aneczka... ofschoon wy niet geheel en al als vrienden scheidden." By deze laatste woorden schoot hem eensklaps iets te binnen: „Is er misschien wrake over graaf Hauckc?" vroeg hij, terwyi hy haar scherp aanzag. Zy knikte mot liet hoofd on vouwde daarby smee- kend de handon. Prins I.ooz keek haar met vorduisterd gelaat aan. „O God!... Wanneer gy wist, Doorluchtigheid!" stamelde Aneczka in doodsangst„het gaat zoo slecht met hem!" „Laten wy oen weinig op en neder wandelen," zoido hy na een poos. Aneczka vatte weder moed. Nadat hy de belofto van stilzwygendheid had gege ven, zoido zy hom waar graaf Hancke was en dat hij, doodeiyk gewond hem wenschte te spreken. Do prins gevoelde diep medeiyden met den voor- maligen kameraad liet noodlot strafto hem hard, den lichtzinnige. Aneczka liet hem in Lare opio- j wondenheid en bezorgdheid een diepen blik slaau in het gebeurde, in de aard en wjjze, hoe men hom do j netten had ges| annen, waarin de ongelukkige zich verwarde. Tegeiykertijd zag do prins ook m.c vv-r- nazing, dat hein datgene, wat men hem aan de eei.o J zyde ontroofd had, aan do andeie zy de tienvoudig hud teruggeven, want dat Aneczka graaf Hantke lief la.d met al de kracht van haar ziel en met eene teedor- hoid, die zelfs hem, den spotter, aangreep, daaraan w as geen twijfel; ook dut Aneczka schoon, :e! s.kooner was dan Marta von Bordowski, dat zag prins Looz ook zoor goed. Ton laatste boloofde hij to zwygen en to komen; ook bewilligde hij er in don voormaligen wapen broeder, dien hu nu vervloeken moest, maar toch be klaagde, hot harde, wat hu hein te zeggen had, op zoo veoi mogelijk vorsehoonenden vorm te zeggen. Zoo kwam hu dan dos avonds in de schemering bij do poort, waar Aneczka op hem wachtte; zun paard werd in een stal gebracht, terwyi zün ruiter het bloeke meisjo ia alle stilte door oeuige stallen in do brandery volgde. Het avondrood viel met zyn laatste matte scheme ring door hot venster der huiskapel op het ryko muur- vorsiersel o:i op de verguldo kandelaren. De deur dor Sacristy stond open; op den achtergrond daarvan zag do binnentredende oon tweede donker vertrek; met een lachje om den mond en met lioëi oogen en ingevallen wangen, zag do gewonde hem aan - de licht-innige verliefde. de deserteur. Iets onbeschryfeiyks ging er in het hart van den prins om, do inenscheliike ontvoering, die hem aan greep, het diep tnedeiyden, deden hein al het andeio vergeten; met een gil on met de woorden; .Myn arme vriend!" snelde hy op den graaf toe eu sloot hem in zure armen. Aneczka zag hot snikkend wierp zy zich ned< r aan den voet van het beeld des gekruisten en zocht bescherming en troost in het gebed. Iutussciien zat de prins op dou rand van het bod van den gewonde. Met de meeste deelneming luisterde hy nu naar den graaf, die zyn eigen lot mededeelde, maar ook met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1883 | | pagina 1