A L G E M E F N Advertentie- DONDERDAG i' o li A v L A l> B O L W B L V I). -20 SEPTEMBER. WliïïiËiïïïsïïir A I F. u w s- M l'OS, Ao. 1883. 27stc Jaargang. .1 VrtAkFF, Bekendmakingen. EEN GOUDEN ZIJNAALD. P A T E N T E N. sciiager Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenticn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: TK SOl-IAGEN, Laan, Wijk D, No. 5. j Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertenticn van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Gi onder de gemeente Schagen. on den 28 Aug. 1.1. Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter Secretarie dier gemeente. P A TENT E N. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen bij deze ter kennis van belangheb benden, dat de PATENTEN', tot uitoefening der beroepen van tapper, slijter in wijnen en sterke dranken, en koffijhuishouder, voor het dienstjaar 1888/gl, ter Secretarie persoonlijk kunnen worden afgehaald, des morgens van 9 tot 12 ure, onder overlegging van de kwi tantie wegens voldoening der helft van den aanslag. Schagen, 4 September 18S3. Burgemeester en We!houders voornoemd G. LANGEN BERG. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Schagen, brengt ter algemeene kennis, dat, van af VVoensdag 12 Sep tember, tot en met Woensdag 26 September 1SS3, (de Zondagen uitgezonderd) des voor middags van 9 tot 12 ure, ter secretarie der gemeente kunnen worden afgehaald, de vol- jaarspatenten voor het dienstjaar 18dS/81. Wordende de patentplichtigen herinnerd, dut de afhaling persoonlijk moet geschieden. Schagen, 11 September 1883. De Burgemeester voornoemd, G. 'LANGEN BERG. De Burgemeester en Wethouders van Scha gen doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne vergadering van den acht sten September dezes jaars is vastgesteld de volgende verordering ("routering op het wateren aan den openbaren wegop andere dan daartoe aangewezen plaatsen. Eenig artikel; Het is verboden, in de kom der gemeente Itoman van ItoscntSial-Btonin, Vrij vertaald uil het Hoogduitsch. (9.) VIERDE HOOFDSTUK. „Het is de eerste maalsedert ik mejufvrouw Theresa ken," zeide de directeur Bryland, „dat zoo iets is ge beurd, en de jufvrouw is met deze dieren toch vier jaar by my geweest, zonder dat er maar de geringste stoornis heeft plaats gehad- Zoo gemakkelijk kan ook van het publiek uit niet iemand de dieren opgejaagd hebben het is onverklaarbaar!" In dit oogenblik trad Theresa, die zich verkloed tad, binnen. Zij had de laatste woorden van den directeur gehoord. „Er was zonder twijfel een stoornis van buiten," zeide zjj. „Bepaald moet iemand het beest vroeger verontrust hebben," beweerde zy, „en dezelfde persoon, ®oet nu by het hek gekomen zijn. Zy hadden er bepaald de lucht van." Daar trad een wachter binnen en verklaarde dat iffv Voor voorstelling eensklaps de leeuwen om h i. waren geworden en snel opgesprongen waren, oad dadc-lyk onderzoek gedaan naar de oorzaak, ooeh kon niets ontdekken. Er zijn personen, „zeide drJ vorder, „die den dieren onaangenaam zyn en hen eer r,ne tegenwoordigheid vertoornen, en zulke Vjw^k-""rr0esteu ILiet wordeu toegelaten," meende do aan den openbaren weg, of op plaatsen daar van niet door een muur, hek of gesloten schutting afgescheiden, te wateren, op an dere dan daaraan van wege de gemeente of door particulieren daargestelde waterplaat sen. Overtreding van dit artikel wordt gestraft met eene boete van één gulden. Deze verordering treedt in werking den eersten October Achttienhonderd drie en tach tig. Vastgesteld ter openbare Raadsvergadering van den achtsten September Achttien honderd dtie en tachtig. de Secretaris, de Burgemeester, (get:) Dbnij3. (get:) G. Langenberg. Zijnde deze verordering aan Gedeputeerde Staten van Noord-Hollandvolgens hun bericht van den 12'e" September 1883 N° 32 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 19 September 1883. de Secretaris, de Burgemeester, Denijs. G. Langenberg. De Bm?er5r:ïtüo3Bcï!e IVsstecm» slcRiiig' uAmsterdam. XVI. 17 September '83. Wat voor den één reden tot vreugde ople vert, is voor den ander eene bron van bittere teleurstelling. Dit is wederom gebleken bij gelegenheid van de bekroningen op onze in ternationale tentoonstelling. Vooreerst moet ik u zeggen, dat hot feit der bekroning van meer gewicht is dan vele denken. I)e feiitoonstellings- beweging draaide toch voor een goed deel om dit feit heen. Men betwistte elkander den voor rang in dezen strijd des vredesen de beslis sing werd overgelaten aan een jury. Zeker had deze eene moeiclijke taak te vervullen. Menig eminent persoon in den lande bedankte echter voor eene benoeming als zoodanig en het heeft zeker aan de zaak geen goed gedaan dat men zoo naar juryleden heeft moeten zoeken. Thans is de teerling geworpen, en de naam van Ne derland weerklinkt op nieuw door Europaneen over geheel de beschaafde wereld. Thans is „Het geval is zeer onaangonaam, mejufvrouw," zeide nu de directeur, „en wij zullen er zorgvuldig acht op moeten geven, dat de dieren niet weder kunnen wor den vertoornd. IVjj moeten ook de personen scherp in het oog houden. Hotaas kunnen wjj het publiek niet verhinderen op to staan en do kooi te naderen, wy zullen dus morgen een barrière om de kooi plaatsen. Wy moeten onze voorzorgsmaatregelen nemen, om een herhaling te voorkomen. - Wat denkt gy er van, mejufvrouw, wanneer \vy morgen eens geen voorstol ling gaven?" vroeg mynkoer Bryland nu aan The resa. „O neen!" moendo deze „dat is zeker niet noodig. Wy zUn juist zoo schoon in trok en onze voorstellin gen zyn juist modo geworden. Daarvan mooten wij gebruik maken, mijnheer Bryland. Ik zou ook niet gaarne vrees toonen, die ik ook werkelijk niet bozit, ik ben volkomen gerust on weet, dat ook in hun toorn myne dieren mij niets zouden gedaan hebben, hunne woedde richtte zich naar buiten, er was zeker een persoon, die hen hinderde. Ik kan maar niet gissen wie. Ik bemerkte niemand, dan oen groote zwarte vreemdeling en den Hollander, die altyd by de kooi is Voor den Hollander hebben de lc-euwen juist groote genegenheid, hy brengt altijd vijgen voor hen mede, en zy staan op, wanneer hy komt; die vreemdeling ging slechts zeer vluchtig voorby, zooals ik merkte. Misschien heeft een wesp hun geplaagd, Ik moet myn dieren nog goeden nacht zeggen, wilt gij my vergezellen, mynheor Bryland?" vroeg Theresa nu. „Dan kunt gy te iclijkertyd zien, of do beesten gerust zyn," zoo ein- cdo zy en ging vergezeld van den directeur, do ledige ruimte binnen. Theresa sprak vriendelyke woorden voor de leeuwon- aan ons zoolang bet duurt natuurlijk lmt laatste woord op het gebied der faam. In de verste streken, in Rusland Italië, Amerika, Australië, in de verzengende luchtstreken van Indië zoowel als in de poolgewesten van Noor wegen, in Spanje en Griekenlandoveral zul len de namen van Nederland en Amsterdam worden genoemdtot dat de volgende internationale tentoonstelling ons weder doet terugzinken in de vergetelheid. Maar het feit blijft geboekstaafd in de rollen der historie. Zoo als ik u zeide hebben de bekroningen zeer uiteenloopende gevoelens opgewekt, en wie niet doof is, kan ter plaatse der misdeelde étalages heel wat liefelijks vernemen. Mag men de ontevredenen gelooven, dan zou de jury zich niet altijd gekenmerkt hebben door gron dige kennis van hetgeen hij geroepen was te I beoordeelen. Er zijn zelfs exposanten, die de j hun toegekende onderscheidingen geweigerd hebben, en, als riepen zij thans het ourdeel in van het publiek bij wijze van vox populi van deze weigering melding makendoor aan hunne uitstalling een kaartje te hangen met de woorden „medaille refusé" (medaille ge weigerd.) Er kan nog heel wat geharrewar uit dit „verschil van mcening ontstaan." Dit is zeker, dat de groote aantrekkelijkheid voor de exposanten thans opgehouden heeft te be staan. Werkte men tot 1.1. Zaterdag niet slechts om stoffelijk voordeel, maar voornamelijk om de eer thans zjn de rollen omgekeerd, aast men slechts op debiet en is voor vele inzen ders de tentoonstelling gewordeneen groote uitverkoop. Dit is ook al weer nuttig, wan" men heeft nu de kans zulke buitensporig booge prijzen niet meer te bestedenen tegen den sluitingstijd zullen waarschijnlijk nog de beste zaken te doen zijn. Do indruk, dien de aangekochte voorwer pen voor de verloting op den bezoeker te weeg brengen, is overweldigend, de rijkdom der costuums verblindend. Een der fraaiste en kostbaarste robes is met struisve ren gegar neerd een ander met opgezette vogeltjes. Zware zilveren thee- en koffieserviezenbouil- loirs, milieu's, maar ook marmeren en terra cotta beelden van hooge kunstwaarde doen menigeen in de beurs tasten om door aankoop van een lot de kans te hebben zulk een voor- kooi, mynhoer Bryland stak twee liihten aan. Het meisje gaf den dieren zoete namen en streolde toon door de traliën heen den kop van een der grootsto leeuwen, waarby deze golyk een huiskat den kop dook. Toen kwamen do beide andere leeuwen, om zich ins- gelyks den kop to laten streelen, waarop Theresa, ioder een stuk suiker gaf, dat zy gulzig opvraten. Zy riep nu luid de leeuwen een goeden nacht toe, „hebt my lief en blyft gehoorzaam," vermanndezy de dieren. De leeuwen snorden by deze woorden golyk katten en drongen zich tegen de traliën aan. Toen draaide zy do beide lichten aan de kooi uit en verliet met mynheeer Bryland de ruimte. „Gy ziet, alles is in orde," zeide zy in het hoongaan tot mynheor Bryland. „Zeer zeker," antwoordde deze, „maar wij zullen toch voorzichtig zyn, gy weet immers zelve, mejuf vrouw, onze eersto on laatste stelregel is, nimmer ook maar eon oog half te sluiten, anders gebeurt er een ongeluk." „Ik zal myne oogen morgen geducht open honden," antwoordde Theresa. „Goeden nacht mijnheer de direc teur" en ging nu met haar broeder naar huis terug. „Zooals het scliynt, is er heden iets gebeurd?'vroeg Mario bezorgd. „Ach, het is der moeite niet waard," stelde Theresa hem gerust. „Het een of ander heeft de diereu ver schrikt. Men zal oen wijdere barrière trekken, opdat het publiek niet zoo naby do kooi kan komen." „Ik heb heden iemand gezien," ging Mario voort, ,dio in het oogloopend gelijkt op het portret van den jongen Müllenbof. Gy weet, dat allo portretten van tante zyn verbrand, doch, dit eene vond ik in een modaillon, ik heb het bewaard en heden, toen ik dien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1883 | | pagina 1