DONDERDAC
FeiWïraMT
NOVEMBER.
A LCEMEEX
A D V E R T E X T I E
GEEST TIJD.
A I E li tv s
Bekendmaking,
itranslweer.
A X D B O E W B L V
Jtè 1722.
TE SCHAGEN,
Ao. 1SS3.
27slc Jaargang.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter kennis van de brandspuitplichtigen
in die gemeente, dat van de twee aangekochte
spuiten, even als de vroeger in dienst zijnde,
de eene rooit, de andere is
geschilderd en mitsdien de manschappen ge
acht worden voortaan, naar gelang der kleur
van hun onderscheidingsteekente zijn inge
deeld bij de nieuwe roode en blaauice spuiten,
zullende de manschappen, geplaatst geweest aan
de zuigpomp der oude spuiten, aan de nieuwe
dienst doen als vijfde kwartier aan de zuig
en perspomp.
Schagen, 30 October 1SS3.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGKNBERG.
De Seoretaiis,
DENIJS.
Armoede behoort onder de alleronnanse-
naamste Toestanden deslovens. Gewoonlijk wordt
hier onder verstaan gemis aan geld en toch
bestaat er daarenboven gebrek aan moedaan
vrienden, aan kennis en wat al niet meer.
't Is wel opmerkelijk, dat er zoovele men-
schen gevonden worden, die klagen, dat zij
geen tijd hebben en dus in dit opzicht arm
zijn. Iemand heeft vast en stellig beloofd, iets
voor u te zullen doen. Gij komt hem tegen,
herinnert hem aan zijne belofte, houdt u ver
zekerd, dat hij aan die belofte reeds heeft
voldaan, en moet op uwe vraag het antwoord
of liever den uiiroep hoorenik heb 't nog
niet kunnen doen, wantik had geen
tijdUw vriend zou u reeds sedert lang ge
schreven hebben, maar ook hij had geen tijd.
Op menige vergadering blijven zaken onafge
daan bij gemis aan tijd.
Wanneer eene zeer bekendeuiterst werk
zame natie tot spreekwoord heeft: tijd is geld,
wat bedoelt deze daji met te zeggenik heb
geen tijd. Wil dit eene groote armoede u aan-
toonenof wil dit zeggentijd is zoo kostbaar,
f&omasi van ESoseitilial-Slonii!,
Vrij vertaald uit het Iloogduitsch.
(23.) ELFDE HOOFDSTUK.
Geheel Emden was in opschudding, want volgens
mensehen-geheugen was er zoo iets niet gebeurd, als
do gevangenneming van den jongen advocaat en het
geen daarmede in verband stond.
Onmiddelgk na de gevangenneming van den jon
gen Börsurn van den doctor Heinrich Börsumwas
tameiyiv op het vermogen van don makelaar Hinerk
Börsum beslag gelegd en had men een steekbrief op
hem afgegeven, waarin hij van bedrog werd beschul
digd.
.De som, welke de oude Börsum aan zijne schuld-
eischers verschuldigd was, bedroeg bijna een half
toillioen, terwjjl aan activa nauwelijks voor tweemaal
honderdduizend mark aan koffie, katoen, zijde enz.
Janwozig was. Baarde dat reeds groot opzion, zoo
macht de gevangenneming van den zoon de gemoe
deren in de grootste opgewondenheid, daar men hem
jegens zijn rechtvaardigheid, algemeen hoogachtte
11 lief had.
Over deze zeldzame gebeurtenis liepen allerlei
teemde geruchton Heinrich Börsum zouzoo heette
mot' ilne'; zi'n vadel" gespeculeerd hebben en hem toen
i fTvV eeld der schuideischers in zijn vlucht geholpen
O 'Oen. Zoo luidde het meest geloofde verhaal.
Ui* .?en„v.erscheen in het plaatselijk blad, in de Köl-
•üe ^eituug en andere bladen sen oproei ing waarvan
UITGEVER:
J. WIAKIX,
Laan, Wijk D, No. 5.
staat gelijk in waarde met geld en daarom kan
ik geen tijd missen, maar moet hiermede even
spaarzaam zijn als met het geld?
Wanneer wij de tegenwoordige toestanden
vergelijken bij die van jaren geleden, dan
doen zich merkwaardige verschijnselen voor.
Verplaatst u voor een oogenblik in eene
handelsplaats. Wat merkt men daar vooral op
Eene rustelooze beweging, eene voortdurende
gejaagdheid. De snelle gang der zich op de
straat bevindende menscheu spreekt van haast
en altijd van haast. Toevallig ontmoet gij een
bekende, en wilt hem vragen naar zijne ge
zondheid en die der zijnen en tevens naar eene
of andere Inzonderheid. Maar de man blijft
rauwelijks slaan. Waarlijk! hij heeft geen tijd!
Wanneer hij zich ophoudt en eenige minuten
met u spre kt, komt hij te laat voor den trein
en daarom zal hij u in haast eenige woorden
toewerpen en weg is hij.
In vroeger tijd legde men te voet de af
standen af, waarvoor men nu de tranis ge
bruikt, niet zoozeer, omdat men niet kan loo-
pen, niet altijd uit gemakzucht, maar zeer
dikwijls gedreven door de noodzakelijkheid
om tijd te besparen. Moet nien dit of dat
loopen, dan komt men hier of daar te laat;
men heeft ook daarvoor al weder geen tijd
en zoo is de tram een onontbeerlijk voertuig
geworden en duizenden en nogmaals duizenden
in de volle kracht des levens en in 't bezit
van een paar zeer gezonde beenen maken er
gebruik van.
't Valt niet te ontkennendat die rustelooze
gejaagdgeid, een aanvang heeft genomen bij
de invoering der spoorwegen en van alles,
wat daarmede in verband staat. Alles drijft
tot spoed, de tijd van jaagschuiten en wat
daarbij behoort is voorbij en, gelijk zoo me-
nigmalen van verschillende zijden is opgemerkt,
de onderlinge gezelligheid heeft er niet bij ge
wonnen. Zoo'n rustig buurpraatje op de bank
voor de deur, die gezellige stoepvereenigingen
en samenkomsten zijn voorbij. De tijden zijn
veranderd eii hebben andere gewoonten inge
steld.
Iloe dit ook zijeen uur heeft toch nog al
tijd zestig minuten en als men nagaat, dat er
de inhoud was, dat de erfgenamen der woduwe Möl-
lenhof, mejufvrouw Theresa Horsten en Mario Horsten,
wier vorblyf by hot gerecht onbekend was, insgelijks
de zoon der woduwe, Wolfgang Millenhof, zich moesten
aanmelden bg hot Kantongerecht te Emden.
Do Emdenaren besloten hieruit, dat het testament
nu gevonden was, en maakten daarby de gevolgtrek
king, dat Heinrich Börsum en zyn vader samen het
testamont verduisterd hadden, opdat zgn vader, van
wien men zich nu herinnerde dat hg met Wolfgang
zaken had gedaan, het aan den verkwister geleende
geld zou terug krygen. .De slechte geldelijke toestand
van den ouden Börsum deed deze gevolgtrekking aan
neembaar zgn.
Deze geruchten kwamen ook ter oore van Marie,
die sedert den dag der gevangenneming als in een koorts
leefde en dag en nacht overpeinsde, op welke wijze
zij toch do onschuld van haar heer overtuigend zou
bewijzen.
Heer Bolsen meldde haar de bekendmaking van het
gerecht, de oproeping der erfgenamen en dat men ook
nog den doctor van dezen diefstal beschuldigde.
„Dat is niet waar!" riep zy bg deze woorden met een
giliendestem uit. „Dat is gelogen."
„Dat is gelogen," schreeuwde zg met flamenden
blik, „dat woet ik- beter want ik heb het testament
gestolen
„Gy?l" vroeg mijnheer Bolsen verschrikt en zag het
meisje bedenkelgk hoofdschuddend aan.
„Ja, ja!" herhaalde Mario. „Ik ontdekte het testa
ment in de secretaire van den ouden heer en legde
het in het open vak van doctor's schryftafel, opdat bg
het zou vinden."
„Dat moet gg vooral den rechter zeggen. Hot zou
gevaarlijk voor u kunnen worden, wanneer gg dat
verzwijgt," vermaande mijnheer Bolsen.
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3.G0
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
- -
juist door stoomwerktuigen in beweging Wor
den gebracht, waardoor veel minder tijd woidt
vereischt tot het verrichten van dezelfde werk
zaamheden, dan zou men bijna tot het resul
taat komen, dat de menschen veel meer tijd
overhielden dan vroeger, en de uitdrukking:
„Geen tijd" nog veel onjuister en minder to
verdedigen was dan vroeger.
't Gaat met den tijd als met 't geld. Al
heeft men veel geld en men is niet spaarzaam
en niet bedacht, om niet meer uit te geven,
dan ons past, dan zal het natuurlijk gevolg
niet uitblijven ei de armoede, die reeds lang
op den loer heeft gestaan, ontwaart eene half
geopende deur, en treedt onze woning binnen.
Zoo ook met den tijd. Wat wordt er niet al
tijd kwistig weggeworpen, als had men ruim
schoots te beschikken, als kon er nooit een
einde aan komenzonder nog te spreken
van de onmogelijkheid, om verloren tijd ge
heel in te halen, hetwelk dan tenminste met
geld nog geschieden kan.
Hoeveel levenstijd wordt er niet verslapen?
Zonder nog te spreken van het ongezonde van
een' te langen slaapis 't een feitdat hij
-die-eiken dag drie uur minder slaapt dan zijn
buurman, in een jaar tijds niet minder dan
35 dagen heeft gewonnen. Hoeveel kan in dien
tijd worden uitgevoerd, een tijd, die voor den
langslaper onherroepelijk verlorenis! Dateven-
genoemde getal doet in 10 jaar tijds bijna
een geheel jaar levens winnen
Iemand, die overleg heeft, kan meer met
een gulden uitvoeren dan een ander, zonder
daarom gierig te zijn. En zoo gaat het ook al
weder met den tijd. 't Is eene prachtig mooio
uitdrukkingwoekeren met den tijdmaar hoe
weinig wordt ze in praktijk gebrachtHoeveel
minuten verliest de achteiooze en slordige al
leen met het zoeken naar zaken, die niet be
hoorlijk op hunne plaats waren gelegd?
Iemand, die overleg heeft, doet, haalt,
twee dingen tegelijk en hierdoor wint hij al
weder tijd. Een minuut gespaardeen minuut
gewonnen en wanneer al die gewonnen minu
ten vereenigd Wordendan vormen zij een
schat, veel kostbaarder dan iets ter wereld. Zij,
die dat doen, klagen niet, dat ze geen tijd
„Gevaarlyk voor mijl" riep Marie uit. „Voor mg is
er geen gevaar, en wanneer ik rnijn jongen meester
zou kunnen redden door de geheimhouding er van.
dan zou ik u en mg zelve om her loven brengen,
opdat er nimmer een woord daarvan over onze lippen
zou komen."
Mijnheer Bolsen zag Marie bg deze woorden ontzet
aan. Hij huiverde reeds bg do gedachte en sidderde
voor do gloeiende oogon van het meisje, en de wilde
uitdrukking van haar gelaat.
„Ik heb er geen woord van gehoord," stotterde hij.
„Ik weet geen syllabe, ik heb niets gehoord," verze
kerde hg, terwyl hg Mario angstig aanzag en bg
voorbaat zyno ooren ioeds toohiold.
Marie trok hem de handen van het hoofd.
„Kan ik er nu nog met den rechter over spreken
vroeg zii heftig.
„Op eiken tijd, wanneer het iets gewichtigs is of
het gerecht betreft," gaf Mgnheer Bolsen ten ant
woord.
„Dan ga ik dadelgk tot hem," zeido Marie, en zij
snelde dadelgk naar do stad.
Nauwelgks een kwartier later stond zg, buiten adem
van het snelle loopen, voor den rechter en zocht naar
woorden.
„Gij hebt mg dringend verzocht te sproken in de
zaak Börsum," zeide de ambtenaar aanmoedigend tot
haar.
„Ja, mgnheer de rechter," antwoordde Marie. „De
jonge heer, doctor Börsum," verbeterde zij zich zelve,
„heeft het testament niet weggenomen, maar ik."
„Mijn kind bedenk wat gg zegt," vermaande de
rechter, „elk woord, dat gij hier spreekt, weegt zwaar."
„Ja, mijnheer de rechter," ging Marie op kalme toon
voort. „Jk nam het testament uit de secretaire van
den ouden heer en legde hot in het open vak van don