r
A L G E 5! E E
ADVERTEXTI E'
ZONDAG
Al EU w s-
2 DECEMBER.
\o. 1SS3.
27stc Jaargang.
.A> 1729.
J. WINKEL,
BRIEVEN UIT AMSTERDAM.
L AXDBOl W BLAD.
Laan, Wijk D, No. 5,
Bekendmakingen.
POLITIE.
VERMTST:
Postwezen.
ii.
4GER
A X T,
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag en Zaterdagavond. Rij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentién in het
cerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
TIE PCHAGEN,
Hu - - - - - -
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3.6
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Ter Secretarie der gemeente Schagenzijn
inlichtingen te bekomen, omtrent een in die
gemeente gevonden ZWCep en opgevangen
(ïibant (kip)
Te Schagen, op den 29en November j. 1.
een wit Sfliaaa. (zonder merken)
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen ge
ven, worden verzocht, zich te vervoegen ter
gemeente-secretarie aldaar.
De Directeur van het Postkantoor re Scha
gen richt het verzoek tot allen, die met het
aanstaande St. Nicolaasfeest, voor verzendin
gen wenschen gebruik te maken van den pak-
ketpost, hunne pakketten een paar dagen te
voren aan het kantoor te bezorgen. Wanneer
een groot deel op den laatsten dag wordt aan
geboden kan het niet uitblijvendat velen
zullen moeten blijven liggen tot den volgenden
Pag-
De Directeur voornoemd.
HEIJLYGERS.
«AA >/v
ii.
Tiet blijkt, uit vele bizonderheden dat onze
voorouders uog al gewicht hebben gehecht aau
hun thuis. ITet oude spreekwoord zegt roost,
vest, thuis best.
Wat zouden we oonigo menigte voorbeelden
uit het dagelijksch leven kunnen opnoemen,
waaruit de waarheid van bovenstaand gezegde
zoo duidelijk blijkt! Hoe menigeen is er niet,
<lie zich verbeeldt, hetzij uit een gevoel van
wangunst, dat het bij anderen veel beter is.
Het ligt zoo in ons, om te denken, dat het
fmis van onzen buurman mooier, gemakkelij
ker is dan het onze.
Dat vertoont zich reeds hij kinderenMenig
een ruilt datgene, wat hij heeft, voor 't geen
hij van een ander ziet, en dat hem oneindig
mooier voorkomt; en is de ruil geschieddan
blijkt het moestaldat men ze h heeft vergist
en gaarne zoude men het verachttehet weg-
geworpene, terug hebben.
Wanneer we ons, en terechtverbazen orer
bet ontzettend groot aainal landverhuizersdie
hij duizenden telken jare de zee oversteken,
°m in dat onbekende land hun geluk te beproe-
Tfn, om datgene te zoeken, wat zij in bun
f'gen land niet kunnen vinden d:e hun dorp
minne woning, verlaten, om zwervelingen te
gordendan bedenken we daarbij tevens, dat
die menschen niet gehecht waren aan dat-
Reue, wat zij hun thuis noemden. Om den
overtocht te kunnen betalenom nog iets over
fe houden, ter. einde in dat land der belofte
*»t grond te kunnen koopenhebben ze hunne
««zitting moeten verkoopen. Als we daar op
e kade loopen en we zien die landveihuizere,
f'zeten bij hunne bagage, en we mei ken on-
fler hen hier en daar eene oude vrouw op
l^ringd van kinderen en kleinkinderen, dan
ragPu we ons zelvcn af: wat moet die oude
vrouw gevoeld hebbentoen ze eene woning
verliet, waarin misschien al hare kinderen ge
boren waren, waarin ieder plekje rijk was aan
herrinneringen, die de kanier bevatte, waarin
haar man was gestorvenwaarin ze ook blin
delings den weg wist, in één woord, waarin
ze zoo geheel en al thuis was: haar thuis?
Dan moet er wel eene zeer harde, dringende
noodzakelijkheid zijndie al die mensehen
noopt, om den vaderlandschen bodemdien
dierb'ren geboortegronddat huiste verlaten
of indien dat zoo niet isdan heeft, het thuis
al zeer weinig waarde, dan bestaat die waardij
in de verbeelding, dan is 't een voortbrengsel
van de fantaisie des dichters, en moeten wij
diegenen overgevoelig noemendie daar
van spreken als van een dierbaar plekjewaar
van 't verlaten hun menigen traan heeft gekost
en dan is 't ook niet waar, dat zoo velen lmn
nieuwe Vaderland na eenigen tijd weder verla
ten en daar aan anderen trachten wijs te ma
ken dat het in hun eigen land toch nog veel
heter is.
Dit is zeker, dat men in den tegenwoor-
digen tijd meer aanleiding vindt, om min Ier
aan zijn huis gehecht te wezen. We leven in
een woeligen tijd. De gelegenheden om van do
eene plaats naar de andere te komende haast
de stoomachtige spoed, waarmede tegenwoor
dig alles wordt verrichtde gebiedende stem
die de menschen aandrijft tot rusteloosheidtot
gedurige verplaatsing, dat alles heeft ten ge
volge, dat er een andere geest in de menschen-
kinderen is gekomen; eene gejaagdheid, maar
ook eene grootere behoefte tot. uithuizigheid heeft
zich van hen meester gemaakt en 't gaat hier
mede even als met zoovele andere zaken. Iu
den beginne kost het moeite om iemand die,
om wat. reden ookaan zijn huis is gebonden,
tot uitgaan te bewegen. Men heeft zoo zijn
vaste plekje in de huiskamer en als men daar,
na afloop van de dagelijksehe bezigheden ne
der zit te midden der zijnen, om in huiselij
ke» kring aan de theetafel een gezellig uur
tje door te brengen, en men zich daar dan
zoo prettig gevoelt en lacht om de stormen
en regenvlagen, die muren en ramen aanval
len, dan verlangt men niet naar anderen, al
hebben die ook inimcre kamers en prachtige
meubelen, dan is 't ons wel aan den huiselijke»
haard en och! dan ontsnapt aan onsonnooze-
fendie nog niet met het ouderwetsehe gebro
ken hebben, die nog eerbied koesteren voor oude
gewoonten en die al het aangename der nieuwe
toestanden nog niet geheel beseffen, de helaas!
zeer versleten uitroep: Oost, veest, thuis best!
Niet zelden verandert evenwel die opinio.
Men maakt kennis met dezen en genenmen
wordt als 't ware oveituigd van 't nut, bij
na zou ik zeggen van de noodzakelijkheid van
den gezelligen omgangen ongemerkt, lang
zamerhand, verlaat ons de geest der huiselijk
heid. Hij verlaat met droeven blik onze woning,
omdat hij daar geene plaats meer voor zich
vindt. En gelijk men maar al te vaak van
't eene uiterste tot het andere overgaatwordt
zeer dikwijls dezelfde man, die vroeger voor
geen schatten zijn thuis zoude opgevenot
de vrouw, die geen beter, geen heiliger plek
kende dan omringd van hare kinderen, toonbeel
den van uithuizigheid.
Wat hen daarin versterkt, is de goedkeuring,
die zij genieten. Dat zijn eerst gezellige men
schen, aan wien men nog wat heeft, die we
ten wat leven is, ze worden gezocht en gei ierd
en gaan op in die bedwelming, dien roes van
lof en goedkeuring.
Is dan gezellige omgang to veroordeelde?
Moet ieder dan als een kluizenaar leven?
Is dat de'bestemming van den menseh? Moet
men zoodoende in de wereld vooruit komen?
Vergeet men de spreuk: onbekend maakt
onbemind
Waar blijven al de relatiön, die een koop
man en zoo menig ander zoo hoog noodig
heeft?
Wat al tal van vragendie ruime stof geven
voor een volgend opstel.
Deutichem. P. van df. Velde Mz.
29 Nov. '83.
Op actie volgt reactie ik heb het u reed?
gezegd: de tentoonstelling heeft ons glansrijke
dagen doen beleven, waarin schatten zijn ver
diend, maar aan don anderen kant hebben
velen hunne krachten uitgeput in een ijdei
streven naar „rijk worden," terwijl ze „bekaaid"
zijn uitgekomen. Er staan huizen te huur bij
dc vleet, en daaronder vele geïmproviseerde
hotels. Amsterdam loopt leeg, zou men zeggen
verkoopingen zijn aan de orde van den dag.
Onder deze bekleedt de z. g. japansche
veiling eene voorname plaats.
Door geheel het land zijn deze Jaarlijksclie
verkoopingen, vermaard, en juist do omstan
digheid, dat ze tegen St. Nieolaas plaats heb
ben, geeft daaraan eene aantrekkelijkheid te
meer. Dc oorsprong dier veilingen is niet al
gemeen bekendmair isniet liet oog op onze
beteekenis als handeldrijvende natie, nog ui
merkwaardig.
In 't jaar 1S63 had het japansche gouver
nement geld noodig en bevrachtte een schip
met chinoiserieën, lakwerk, zijde, bronzen,
en bood de lading voor een iuilftoen gulden
te koop, eerst aan Frankrijk, vervolgens aan
Engeland, Duitschlandmaar liet was hun
allen te duur.
Toen kocht de Nederlandscho Handel maat
schappij dc huling voor een miliioen gulden,
en bracht haar in veiling. Er werden echter
schatten aan verlorensedert hadden niet
temin jaarlijks dergelijke verknopingen plaats,
maar dat er nu niet meer aan verloren wordt,
is aan verschillende oorzaken toe te schrijven.
Vooreerst zijn de goederen van minder kwa
liteit, en worden er een massa zaken ingestoken
van bekende magazijnen in chineeschc artikelen
en antiquiteiten; ja zelfs hebben sommige .Ja
pansche zijden dekens frappante gelijkenis met
uit de mode geraakte zijden japonnetjes, dio
eenmaal in onze groote magazijnen prijkten.
De termijn van trekking der tentoonstellings-
loterij nadert. De loten zijn lang niet allen
verkocht en pien kan heel wat grappen bele
ven wanneer de uitslag der trekking bekend
wordt. Een mantel of een sleepjapon valt
misschien ten deel aan een werkmanmaar
zoo gaat het altijd met loterijen. De ter verloting
bestemde goederen zonden op Parijsehe manier,
hier afzonderlijk worden tentoongesteld. Dat
plan is echter opgegeven, en men zal nu maai*
met de trekking beginnen, die uit hoofde vim
de zes miliioen lotennog al ingewikkeld zal
zijn, en daarom dan ook maanden duurt, Dy