rrn Ao. ISS3. 27stc Jaargang. Bekendmaking. M 1731» 1.1! v E«TE,vr,E ZOA'DAG Ai EU w s- &L;V\DBOl W B L A n. SU. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stuiken één dag vroeger. UITGEVER: J. WIKKEL TE SCHAGEÏST, Laan, "Wijk D, No. 5» 3-== Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.G0-. Afzonderlijke nummers f 0.05. Adverientiè'n van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor» den naar plaatsruimte berekend. POLITIE. VERMIST: Te Sehagen, op den 29en November j. 1. een wit SCSaani». (zonder merken) Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen ge ven, worden verzocht, zich te vervoegen ter gemeente-secretarie aldaar. III. Op al de gestelde vragen zouden we mis schien hetzelfde antwoord kunnen geven en Wel dit: betracht de gulden middenweg. Gezelligheid is een aangeboren trek. IToe bevreemdend is het niet, wanneer een mensch zich geheel van anderen afzondert en in zich zeiven gekeerd en alleen met zich zeiven be- z;g, zijnen weg door 't leven aflegtWe ver- oordeelen in menig opzicht het kluizenaars leven als beantwoordende niet aan de bestem ming van den mensch. Maar hoe groote ruim te ligt er niet tusschen dat kluizenaarsleven en uithuizigheid. Vele menschcn zouden eene veel gelukki ger levensreis hebben en hun leven veel nut tiger en tevens aangenamer doorbrengen, wan neer zij er zich eene studie van maakten, om te leeren beseffen, wat de ware middenweg is. Zoo gaat het ook met het idee en de op vatting van de gezelligheid. De timmerman, metselaar, enz. hebben het hunne verricht. Het huis is gebouwd en de ka mers zijn gereed, voor zoo verre hunne taak zich uitstrekt. Nu komt heteropaan, om de woonkamer een prettig, gezellig voorkomen te geven. Geld is hier al niet nummer één. Dat .aangename is nog niet altijd in eene me nigte of in prachtige meubelen gelegen. Och, neen! Ook die kunnen eenvoudig zijn, maar 't hangt at van den smaak van man of itoniüii van Hoscnthal-Ifoiiin. Vrij vertaald uil het IJoogduilscl. (31.) VEERTIENDE HOOFDSTUK. Het vertrek, dat in een zijvleugel en op de bovenste verdieping van hot ambtsgebouw gelegen was, gaf het uitzicht over tuinen en daken naar den groenen dijk van de haven, boven welke de spitsen dor masten uitstakenachter dezen vertoonde zich de blauw groe ne oppervlakte van hot water, groote, witte, zilver kleurige wolken schenen in de verte op het water te liggen en vormden allerlei fantastische beelden. Heinrich staarde naar deze wolken. PMoge ook al hetgeen wat mij belaagt, zoo voorbij trekken," zeide hy in zich zeiven. „Het lot heeft zeld zaam met mij gespeeld. Hoe verlangde ik naar het terugvinden van het testament. Wat veTwachtte ik niet alles daarvan. Hoeveel vreugde beloofde ik mij, wanneer ik totdat meisje kon gaan en zeggen: „liet testament is gevonden, nu kunt gij dit vreeselijk beroep laten varen," en ik daarbij het gevoel had, dat zy aan mij deze wending van haar lot, deze vri'heid, dezen rijkdom, de terugkeer in de kringen der goede, soliede, burgerlijke familien, te danken had. Welke hoop verbond ik niet aan deze gebeurtenis, want hare goedheid, beminnenswaardigheid en hartelijkheid, die zij mij steeds betoonde, zou zoo hoopte ik onder dit gevoel der dankbaarheid tot die bloem gerijpt zijn geworden, die ik als hoogste geluk van het leven, als doel en glanspunt van mijn streven beschouwd heb. En nu! Het testament is er en ik word be schouwd als dief, als verdacht van het verduisterd te hebben, zit ais gevangene in bewaring, aangeklaagd vrouw. Meestal zal de vrouw hierin meer aan deel hebben. Met, een vroolijk behangsel, met vriendelijke schilderijen, met bloemen, niets te overdadig maar wat er is met smaak geordend, kan men een vertrek zóó maken, dat de be zoeker bij zijne intrede in de kamer dat aan gename gevoel ontwaart, hetwelk zoo'n ver- kwikkenden invloed uitoefent. Iloe menigmaal komt men niet, bij inderdaad welgestelde lie den in eene kamer, waarin wel goede meube len staan, maar waar 't geheel zoo iets doodsch, kaals, sombers, weinig aantrekkelijks heeft en 't gevoel van behagelijkheid, van welgevallen ons vreemd blijft 1 Hecrscht er goede smaak, geene overlading, en toch eene aanwezigheid van die kleine geriefelijkheden, die waarlijk weinig kosten en veel goed doen, dan zal de winteravond daar in werkelijk aangenaam zijn. Als dan de open haard een vroolijken gloed vertoont, waarvan 't gezicht alleen reeds Verwarmt; als dan 't licht die gezellige kamer beschijnt en het groen der kamerplanten en eone enkele roode bloem daar tusschen en de meer heldere kleuren van 't een of ander voorwerp duidelijker, leven diger, vroolijker doet uitkomenals daar 't huisgezin om de theetafel is verzameld en handenarbeid of lectuur door gezelligen kout wordt afgewisseld; als daar menige gulle lach wordt gehoord en nu en dan de muziek haar aandeel levert, laat het dan buiten sneeuwen of regenpn, laat de wind fluiten en gieren en in zijne woede een pan van 't dak smijten en een dreigend geluid in den schoorsteen doen hooren, geen noodmen heeft een heetlijk llmis en er ontstaat en bestaat eene omgekeerde verhouding tusschen buiten en thuis, want hoe minder aangenaam het buiten is, des te meer waardeert men het goede en het aangename daar binnen. Zou dat gezellige, dat prettige ook niet daarenboven een groot nut hebben? Wat zijn er al menigte van klachten aan geheven over de uithuizigheid der mannen, die hun zuur verworven verdiensten buitenshuis doorbrengen, vrouw en kinderen thuis aan in gemeenschap mot myn vader de schuldeischers bo- drogen te liebbon, hot testament ten gunste van myn vador verborgen, verduisterd te hebben om do rechtmatige orfgonamen, van haar vermogen te be- roovon en oen door en door slecht mensch ryk te ma ken. Dit alles gedaan te hebben met do macht en do middelen, die my mynambtgaf. Dit is om krank zinnig te worden, dat is een duivelsche hoon, en toch helaas, de vresolykof werkelijke waarheid. Heinrich keek vol vertwyfeling naar de voortjaoende wolken, de Dollart was donker blauw en in de ver te schemerde nog een roodachtig geel licht. Schepen trokkon over het kalm geworden water, on de zeevogels zwcofden weder langs de wateropper vlakte. „Gy z.yt in vryheid," mompelde hy, „alleen de ge vangene kan do vryheid waardeeren. Waar mpn vader toch kan zün? Of hy geweten heeft, dat al les na zijn heengaan in een storten moest, of hy ver moedt dat zyn onbegrypelyk handelen mjj in deze zee van elendo heeft gestort?" Ik kan het niet geloo- ven. Mijn vader ondernam bertenkelyke zaken, zpn moraal was (lauw en zyn geweten helaas ruim, maar ook alleen tegenover zijne cliënten. Alles, wat hij deed, dat wist ik, geschiedde mynent- wege. Hy hield my voor onpraktisch, voor een idea list; hy zeide my immers dikwpls: Gy zijt ridder Don Quichot, en ik moet zorgen, dat gjj een geduchte grond voor uwe fiddordaden hebt en dat gij niet verhongert van louter edelmoedigheid en rechtvaardigheidszin daar om waagde en speculeerde hy,- en nu zou hij my op- zettelyk in dezen afgrond gestort hebben? Dat kan niet zijn dat is onmogelijk! _Myne verdediging staat op zwakke voeten," ging Heinrich voort in zich zeiven. „Ik kan alleen zeggen ik weet niet, hoe dit alles gebeurde, ik had geen deel aan de zaken van mijn vader, en vermoedde niet, hoe hy stond. Zou ik anders niet met hem mede zyn go_ i gaanZouden wy dan niet het testament vernie i hun lot overlaten en hun zelfs 't noodijje ont houden! Waarom zoekt de man Zeer dikwijls buiten zijne woning naar 't aangename? Om: dat zijne woning dat niet oplevert. Is 't bij hera in huis slordig, ligt altijd de boel over hoop, is er geen orde en regel in 't uur van maaltijd, vindt hij geen behoorlijk plaatsje bij zijne thuiskomst, dan mag hij dat in den beginne door de vingers zien en geduld oefe nen, maar op den langen weg verveelt het hem en hij zoekt zijn genot elders. Maar al tfl dikwijls zal dan het hel verlichte lokaal, waai? een aangename warmte hecrscht, waar hij ken nis ontmoet, waar ieder zijn vriend schijnt; hem aanmoedigen, om dat bezoek te herhalen en er eindelijk eene gewoonte van te tnakert tot verdriet van de zijnentot nodcel van zijné beurs. De gezelligheid is zijne woning ont vlucht en do ledige plaats wordt langzamer hand ingenomen door de armoede, dio eerst schuchter op den drempel bleef staan, Vree- zende, dat de gezelligheid terug zoude komen; maar die eindelijk stoutmoediger wordt, in dé kamer komt en daar eeno vaste plaats inneemt: .Wanneer dit alles meer werd bedacht en iit acht genomen, dan zoude er meer huiselijk geluk gevonden en erkend worden, dat geld alleen daarvan niet als de maatsiaf kitn wordeit beschouwd; dan zou de beurs van herbergiers en hoe die menschen verder heeten mogen; niet meer en meer gevuld worden ten kostrf van hen, dio hunne penningen zoo uitstekend thuis kunnen gebruiken, maar ze, helaas? daar brengen; waar ge datgene zoeken en vin* den. Wat hun te huis entbfeckt; Heeft men een thuis, zoo als we dat. hier* boven hebben aangegeven, dan sluit dit doge* zelligheid, het verkeer met vrienden en be kenden niet uit. Daar blijft nog ruimschoots gelegenheid, om elkander to ontmoeten, te spreken, bij elkander eenige gezellige vrienden te brengen, maar steeds moet liet thuis, do geliefkoosde, de heerlijke plek zijn. Hoe me nigeen, die door omstandigheden genoopt wordt een zwerveud leven te leiden, zou er. tigd hobben, in plaats van het inoönopon schrijftafel to bewaren? Wio hot gonomon hooft, is voor my oou goheim, ik woet alloon, dat hot zich oen ty l lang in myns vaders handen bovond iioo hot in do kast kwam, wio hiorby oon hand in hot spel had, was mij tot voor woinigo dagen oon raadsel. Dit heb ik ook alles verklaard. Ik hob bokond, dat, toon myn valer voortging, om, zoo als ik geloofde; voor zaken oonigef dagen op reis te gaan, ik eerst vornam, dat hot tes tament in zyn bezit was geweest, ik he i me logedoeld, hoe ontsteld hy was, toen hy liet niet vond, ik hohf mijn pynlyken strijd tusschen plicht on kinderliefde beschreven ik heb verklaard dat ik juist besloten was,- te bekennon, dat ik wist dat myn vader het testament had gehad toon het document op zoo raadselachti ge wyze in myn schryftafel werd gevonden. Dat zyn al myno verdedigingsmiddelen, meer heb ik niet. Ik kan niets dan do waarheid zeggen on tegenover' deze staat do sterke onwaarschynlykhoid van myno" vorklarir.gon. Werkelijke bewijzen, dat ik zoo schuldig' ben als mon my heeft aangeklaagd, zal do roehter in ieder geval niet kunnen vinden, omdat zy er niet zyn, maar is hot niet gonoeg, wanneer ik, onder ver denking staande, ten slotte ontslagen wordis dan niet myn eer; myn ambt,- mijn. geheelo carrière ver nietigd, voor altyd vernietigd?".zoo' peinsde Heinricli.- „Het meisje dat ik lief bob, zal niet geloctven, datik slecht gehandeld heb,- dat ik haar bedrogen, zoo ge heel buitengewoon laag cn huichelachtig den gan-' schen tyd bedrogen heb. Zy' gelooft het niet, daartoe? is zij te edel, maar hoe kan een mensch, dio, met zulk een smaad beladen, voortgaat, wiens bestaan ver-' nietigd is, tot haar de oogen opslaan On hopen, hopert op zulk een groot geluk!" En Heinrich verzonk opnieuw in diep gé'peins.- TFordl vervolgd:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1883 | | pagina 1