ZOADAG Algemeen Advertentie- rp 9 A I E u w s- KOOPEN ZONDER GELD. Ao. 1SS4. 2Sste Jaargang. Jfö. 1755. <&IL&ÜDBOL' W KLAD. J. WIKKEL, TE SCHAGEN, Cl o v ii tl c n Nationale Militie. HERIJK. Een VOLKSLEIDER. Laak, Wijk D, No. 5. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. in. Dit blad verschijnt tweemaal per week oens- day en Zaterdagavond. Bij inzending tot s middags 12 ure, worden Advcrteniièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Int/ezonden stukken één dag vroeger. UITGEVER: Prijs per jaar/3.Frnnco per post f 3.C0. Afzonderlijke nummers f 0.05. Adver ten tien van één tot vijf regels f 0 75. iedero regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. POLITIE. op Dinsdag den 19en Februari j.1. in de ge meente Schagen, een CltiiriViirB, behoo- rende aan een horlogeketting. Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter gemeente—secretarie aldaar. OE ROEPT 1STG \öor de eerste zilling v«n den militieraad. Burgemeester en Wethouders van Schagen Gezien art. 86, 87 en 88 dor wet op do Nationale Militie. Gelet op eone Missive van den Heor Militie-Commis saris in dit district van den 19en Februari 1884; Brengen ter kennis van de belanghebbenden. Dat de eerste zitting van den Militieraad zal wor den gehouden ten Raadhuize te Alkmaar, op Dinsdag den Ilen Maart eerstkomende, des morgens te 11 ure. Dat vror den Militieraad mont verschijnen: lo. de vrijwilliger voor do Militie; 2o. de lotoling die vrijstelling verlangt wegens zieke lijke gesteldheid ofgobreken of gemis van do gevorderde lengte; 3o. HM die voor een loteling als plaatsvervanger of numn er.orwisselaar verlangt op te treden. Schagen, don len Maart 1884. Burgemeester on Wethouders voornoemd G. LANGENBERG. de Secretaris, DFNXJS, Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie van den 2 Januari 1884, No. 14, (Pro vinciaal blad No. 2.) Gozien het Koninklijk besluit van 29 November 1883, (Stbl. No. 161,) waarbjj is bepaald dat in het jaar 1884 .aan den herijk zijn onderworpen de maten en gewichten; Historische Roman van Ferdinand Schifkorn. Uit het Duitsch. (18). DERTIENDE HOOFDSTUK. Misko, de kleine duivel. Nog was het nacht en donker; wel i3 waar had het onweder zich langzaraorhand ontladen, maar zwarte wolken trokken in woesten vaart aan den hemel voorbij en vertraagden het aanbreken van den dag. Roman keek rondom zich. liet luchtgat, dat hem de ontsnapping mogelijk had gemaakt, was aan de tuin- zjjde gelegen, eene omstandigheid, die zijn vlucht niet Weinig begunstigde, daar van hier uit slechts eenigo honderd schreden hem in het labyrinth veerden van de naar lands gebruik huishoog opgestapelde stroo en hooivoorraad vau het heerenbuis en waardoor hjj onttrokken werd aan den blik van zijn vervolgers. Overigens gevoelde deze sterke man, nu hij bevrijd was en het mes in de hand hield, zich opgewassen tegen knechten en Pandoeren, en zonder zijn gang te ver haasten, vervolgde hij zijn weg. Toen hij vlak bij dit labyrinth was, keek hij nog een maal naar het gebouw, waariu hij zoo even de onge lukkigste uren van zijn leven had doorgebracht, en dat nu zoo stil en vreedzaam voor hem lag, als ware daar Dimmer een traan der vertwijfeling, een druppel onschuldig bloed vergoten. De oud-soldaat was geen romanheld, uitgerust roet alle menschelijko en boven- mcnschelijke deugden, en nog minder was zijn karakter het model voor een dier christelijke martelaren, die hun beulen zegenden, omdat zij hen den hemel openden, maar volgens zijn eigen bekentenis een in den strijd om fcet bestaan gehard man, wiens gevoel van eer en recht do onschuldig geleden hoon en smaad niet zoo gemakkelijk kon vergeten, ofschoon zijn toorn in zekere mate verminderd werd door de gedachte aan het l'evo, en tegelijk zoo edele meisje, dat zoo moedig gestreden had voor het recht van den verdrukten Rumeniër. Met een paar sprongen was do vluchteling in het Brongen ter kennis van de ingezetenon, dat dio her\jk, binnen deze gemeente, zal plaats hebben voor de gewichten voor fijnere wegingen, op Zaterdag 15 Maart a. s. des namiddags van 2 tot 4 uro; voor do overige maten en gewichten, op Maandag 17 en Dins dag 18 Maart, van des voormiddags 9 tot des namid dags 3 ure, alles in het lokaal de Beurs" van W. ROGGEVEEN Cz„ Wjjk F, No. 36, ingang aan de Noord zijde. Schagen, don Ion Maart11884. Burgemeester en Wethoudors voornoomd, G. LANGENBERG. Do Socretaris, DENIJS. In 't vorig opstel is aangetoond het dwaze en schadelijke van 't zoogenaamde borgen. Er is nog een ander punt, dat hoewel 't niet bepaald koopen kan genaamd worden, toch tot die rubriek behoort en vooral tegenwoordig op groote schaal wordt uitgeoefend. 't Is reeds eene oude gewoonte, om vorige tijden en menschen beter te noemen dan de tegenwoordige; zoo menigmalen wordt do oude tijd verheerlijkt en geprezen. Hoort de oude, zuinige huismoeder spreken over den tijd harer jeugdMet ophef zal ze gewagen van die gelukkige goedkoope dagen, toen het vleesch, het brood en andere noodzakelijke levens behoeften zoo dol en dol goedkoop waren en men om maar iets te noemen, wel zes kabel jauwen koopen kon voor 't geld, dat men nu voor een dier visschen moet betalen. Op die wijze voortgaande, zou men bij 't nazien eener vergelijkende tabel, van verbazing de handen in een slaan en dien goeden ouden tijd vurig kunnen terug wenschen, wanneer bereik van de hooischelven, die veel weg hadden van een uitgestrekt militair kamp. Voorziehtig nam hij zijn weg door een der engste en donkerste stralen dezer stad van hooi om zoo in het hoogsebergte zijn toevlucht te vinden, als nauwelijks twintig schreden voor hem uit een vlammetje blik semsnel in een hooischelf verdween. Maar reeds vatte Roman de hand van den boos doener, en al ont-lipte hem deze ook weder terstond, zoo had hij toch Misko herkend, die op het zien van zijn grooten vriend nu insgelijks rnstig bleef staan en met het afgebrandde zwavelstokje in de hand tot Roman de verwijtende vraag richtte: „Waarom stoort gij mij? Ik wilde u den weg u't de gevangenis verlichten en Iegelijk „Het geheele dorp in den asch leggen, kleine duivel," antwoordde Roman die deze afschuwelijke daad van den knaap toeschreef aan kinderlijke licht zinnigheid. Deze echter haalde de schouders op, en zeide: „Es waarom niet? Moet do landheer voor hei niot nieuwe hutten bouwen en ander vee koopen, wan neer hij zelf leven wil?" „Zeker, Misko," antwoordde Roman, „doch brand stichting blijft altijd een hatelijke, lage daad, en wanneer ik u ditmaal vrijlaat, dan hebt gij dit alleen te danken aan mijne erkeateljjkhe d voor den dienst, welken uwe instrumenten mij hebben bewezen, ofschoon die zeker ook wel niet langs eerlijken weg in uw bezit zullen zijn gekomen.'" Do zigeuner kruistte do armen over de bloofe borst en keek Roman trots in do oogen. „Zaag en mes zijn da erfenis van mijn vader en mijn eenige have," antwoordde bij, „wat gij echter van de brandstichting zegt, dat begrijp ik niet; ik weet alleen dat het een roemrijke daad is, zich op zijne vijanden te wreken; en zijn zij allea nietmjjne vijanden Hebben allen mij niet geslagen en gestoo- ten?Lieten zij mij niet verhongeren en bevriezen?" Roman zweeg. Hij was getroffen en moest beken nen, dat bij geen recht had den knaap te berispen, en hij zeide daarom op zachter toon: „Gij kont mij niet verstaan, jongen, doch laat ons gaan, het is hoog tijd dat wij voortgaan."' men niet tevens erkende, welke voordeden do tegenwoordige oplevert. Reeds vroeger is opgemerkt, hoe men in vorige tijden bedachtzamer was en niet kocht, wanneer men niet koopen kon. Maar er is nog meer. Tn dien tijd bleef de handelaar meer bij zijn vak, en één handel was weinig bekend of werd ten minste zeer weinig uitgeoefend, namelijk de handel in effecten, staatspapieren of hoe men ze mocht tvillen noemen. 't Ligt volstrekt niet in ons plan, om dien aangaande éene beschouwing te geven, na to gaan, hoe 't mogelijk is, dat. sommige landen als totaal overstelpt, ja verpletterd moesten zijn onder die alle berekening te bovengaande schul denlast en toch het hoofd op houden en blij ven bestaan, na te gaan, hoe 't mogelijk is, dat er des niet tegenstaande dezen b ikendeu toestand toch nog allijd menschen in menigte worden gevonden, die hunne penningen aan* zulke landen afstaandat zijn vragen des tijds, die ieder als hij kan, voor zich zeiven moet beantwoordendit ligt niet in ons plan, maar wel om, met het oog op den titel van het opstel "dcf opmerking te maken, dat ook in dit opzicht wordt gekocht zonder geld te hebben, met andere woorden, dat er voortdurend wordt gewerkt met het geld, mot de bezitting van anderen. Meer dan eens is do opmerking gemaakt, dat we hoe langer hoe meer Amori- kaansch worden, niet zoozeer, dat we den prak- tischen aanleg van die overzeesche, handeldrij vende naburen in al ons doen en laten ver- toonen, maar dat we langzamerhand hebben overgenomen dat onophoudelijk, lusteloos drij ven en werken en zwoegen naar vermeerdering van geld en nogmaals geld; dat wagen en op 't spel zetten, dat ir. korten tijd rijk eu Maar Misko aarzelde nog altijd. „Gij wilt werkelijk wog, Roman, zonder wraak ti nomen over den dood der goede moeder Uduni?'' vroeg hij. Roman staarde den knaap onhoilspolle- 1 aaa. .,Wat botoekentdat gezwets, jongen?" ri<*p hij toen dreigend uit, ,,wilt gij mij dol maken?"' „Ach, pij weet het niet? O, daii begrijp ik mompelde Misko. „Wat weet, wat hoorde ik niot, spreek ofriep Roman woedend uit, terwijl hij den knaap bij den schouder vatte. „Zij werd doodgeslagon, Roman, toen zjj uwe vr:j- heid verlangde," zeide do knaap zacht, „doodgeslagen door dezelfde hand dio mijn vader doodde." „Gij liegt, Misko, of gij vergist u het kan, hot mag niet zijn!" steunde Roman. Misko wees met de hand naar de schuur, die nau welijks honderd schreden achter hen lag. „Daar zag ik haar mot mijn eitren ooiren rusten, Roman, ik wildo haar wekkon, doch zij sl ïapt to vast, en ziet gij, mijn valer vertelde mij d-t in het land onzer vaderen, dooden, die men reren wil, op grimt vuren verbrand werdenzal ik zo aansteken, Roman?* Misko's groote oog vonkelde wild bij deze vraag ui zijn hand greep naar vuursteen on staal. Er is oen overmaat van smart, dio namelijk hj sterke naturen geen zichtbare uitdrukking vindt. Gelijk een gloeiend ijzer daalt do ste^k in 's menschen bor-t en veroorzaaKt daar voor het oogonblik do rust dei doods. Met dezo afgrijselijke kalmte zeidi nn Roman: „Neen, Misko, mijne goede moeder zal daar rusten, waar zij gelukkig was, in het stille, groene weud. „O Roman, wat wilt gij deen? '/.ij zullen u ook dooden!"' riep de knaap, die angstig Rornan omklemd". „Wees kalm, mijn jongen," antwoordde deze dof, „en geloof mij, zij, die mij naast het lijk mijner moedor vinden, hebben meer te vreezen dan ik." Hij ging be.n en de knaap zag hem vol bewordo- ring na. Deze taal verstond hij en gaarne had h j zi;n halve leven gegeven voor het gevoel van eigea kracht dat uit dezo woorden sprak. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1