6 MAART. Ao. 1884. 28ste Jaargang. 'M 1756. Algemeen Advertentie- DOADERDAG N I E E W S- L A X DROL" W BLAD. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen, O e v o n «1 e n Nationale Militie OPROEPING voor de eerste zitting van den militieraad. HERIJK. Een VOLKSLEIDER. J. WINKEL, TE SCHAGENi Brieven uit Amsterdam. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- ij dag en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertenlièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukhen één dag vroeger. POLITIE. op Dinsdag den 19en Februari j.1. in de ge meente Schagen, een Charivari, behoo- rende aan een horlogeketting. Inlichtingen hieromtrent zijn te bekomen ter gemeente-secretarie aldaar. Burgemeester en "Wethouders van Schagen Gezien art. 86, 87 en 88 der wet op de Nationale Militie. Gelet op eene Missive van den Heer Militie-Commis saris in dit district van den 19en Februari 1884; Brengen ter kennis van de belanghebbenden. Dat de eerste zitting van den Militieraad zal wor den gehouden ten Raadhuize te Alkmaar, op Dinsdag den Hen Maart eerstkomende, des morgens te 11 ure. Dat voor den Militieraad moet verschijnen lo. de vrijwilliger voor de Militie; 2o. de loteling die vrijstelling verlangt wegens zieke lijke gesteldheid ofgebreken of gemis van do gevorderde lengte; 3o. Hij die voor een loteling als plaatsvervanger of nummer ver wisselaar verlangt op te treden. Schagen, den len Maart 1884. Burgemeester en Wethouders voorn emd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten Historische Roman van Ferdinand Schifkorn. Uit het Duitsch. (19). DERTIENDE HOOFDSTUK. Misko, de kleine duivel. Intusschen kende Misko de listigheid en trouwe loosheid der menschen, met wie zijn lijdensgenoot te doen had, te goed, om zich aan zorgeloosheid over te geven, en nadat hij zich met de geschiktheid van een das tusschen de hooischelven onzichtbaar bad gemaakt, ook voor het scherpste oog, luisterde hij aandachtig in de richting van het heerenhuis, vuur slag en tonder in de hand houdende, gelijk een artillerist, die slechts op het commando wacht om zijn geschut los te branden. Doch het bleef stil en ongeveer na vijf minuten zag hij den reusachtigen man voorbij snellen, terwijl hij Lduna's lijk zoo voorzichtig droeg, dat deze, gelijk een slapend kind, in de sterke armen van den zoon rustte. Zonder iets te zeggen sloot Misko zich aan bij den doodsbleeken lijkdrager, die in zijn smart den zwaren last nauwelijks scheen te voelen en zwijgend den kortsten weg door het veld insloeg. Hier echter zagen de vluchtelingen zich plotseling omgeven van een dichten nevel, die uit de moerassige aarde opsteeg en, trots het opkomen der zon, een groote duisternis veroorzaakte. Tegelijk weerklonk van het heerenhuis luid gevloek en geschreeuw; zonder twijfel had men den vlocht van den gevangene ontdekt. Roman bleef aarzelead staanin do omgeving, van het heerenhuis geheel onbekend, geraakte hij verward. Luid paardengetrappel verkondigde dat men zich tot eene vervolging gereed maakte. Daar wees Misko's kleine hand met de zekerheid van een magneet naald in den nevel, waarop hij zelf vooraan liep, terwijl hij de hooge maïsstengels, die in den weg stonden, afbrak. Spoedig daarop hoorden zij het paardengetrappel op de straat, die naar de grens voerde; men dacht blijkbaar niet aan de mogelijkheid, dat Roman naar dezelfde plaats kon terugkeeren, waar hij eerst voor weinige uren in de handen zijner vervolgers was gevallen. Zoo schreden beiden rustig en ongehinderd voort en toen de zon door de nevel brak, ontving hen het groene woud, dat beschermend zijne groene armen uitspreidde over de vervolgden. UITGEVER: Laan, "Wijk D, No. 5. Prijs per jaar ƒ3.Franco per post f 3iiU. Afzonderlijke nummers f 0.05. Adverlentiën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. dezer provincie van den 2 Januari 1884, No. 14, (Pro vinciaal blad No. 2.) Gezien het Koninklijk besluit van 29 November 1883, (Stbl. No. 161,) waarbjj is bepaald dat in het jaar 1884 aan den herijk zijn onderworpen de maten en gewichten; Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat die herijk, binnen deze gemeente, zal plaats hebben voor de gewichten voor fijnere wegingen, op Zaterdag 15 Maart a. s. des namiddags van 2 tot 4 ure; voor de overige maten en gewichten, op Maandag 17 en Dins dag 18 Maart, van des voormiddags 9 tot des namid dags 3 ure, alles in het lokaal de Beurs" van W. ROGGEVEEN Cz„ Wijk F, No. 36, ingang aan de Noord zijde. Schagen, den len Maart 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. 28 Februari '84. Het winterseizoen met zijne talrijke verma ken is in vollen gang. Ik heb met genoegen vernomen dat men ook ten uwent in staat gesteld werd over een deel dier vermaken te oor- deelen, en wel door de opvoering van Fedora van Sardou, met mevrouw Frenkel-Bouw- meester in de titelrol. Zoudt gij wel gezegd hebben dat deze zoo begaafde en beschaafde tooneelspeelster zich zelve gevormd heeft? Ze is daarom ook wars van tooneelmatigheid of gemaaktheid. Hoe velen gaan echter aan dit euvel mankMet een vreemd woord wordt mevr. Frenkel genoemd eene «Empfindungs- Schauspielerin", d. w. z. geheel de inspraak volgende van haar gevoel. Zij leert nooit een Dank zij Misko's bekendheid met de plaats, be- roikten zjj hun doel in de holft van don tijd, dien de gewone weg zou gevorderd hebben; Roman scheen geen vermoeienis te kennen. Hij legde de doode zacht op het wee'ce mos, dat Dimitru's grafheuvel versierde, en haalde toen een spade uit de hut om zijn moeder de laatste rustplaats te bereiden, zooals zij dat zelve eens den echtgenoot had gedaan. Wat er gedurende dezen arbeid in bet gemoed van den zoon omging, welke pen zou dat kunnen be schrijven? Neemt alles, wat de dichterlijke vindingrijkheid ons van daemons schilderde, ook alles, wat groote, goede menschen ons edel en ernstig gezegd hebben, en gjj hebt nog maar een zwak beeld van het contrast, van den strijd tusschen heinel en hel, die onder den gruw- zamen last van het noodlot in een sterk, gevoelig menschenhart heerscht. Misko scheen gedurende al dien tijd doelloos rond te loopendoch toen het werk der liefde was vol eindigd en do dierbare oude vrouw onder een gelijken heuvel als Diraitru begraven lag, toen verscheen de Zigeunerknaap, beladen met teedere mosplantjes, en begon hij tot niet geringe verbazing van Roman, het frissche graf daarmede te versieren. Nadat dit geschied was, verdween hij weder, om na weinige minuten terug te keeren met een kruis, dat gemaakt was van jonge berkenstammen en met een krans van eikenloof was versierd, welk symbool in deze oogenblikken en op deze plaats, een waarlijk dichterlijken indruk maakte. Diep geroerd zag Roman deze handeling van den knaap aan. Hij wist, dat hier geen sprake was van een godsdienstig gevoel, want Misko was wild en zonder onderwijs opgegroeid. Zacht het lange, zwarto haar aanroerende van den knaap, die anders zoo ontembaar, nu droef en stil naast het graf knielde en treurig het resultaat van zijne moeite scheen gade te slaan, vroeg Roman: „Arme jongen, hadt gij dan de goede moeder Uduna lief?" Misko knikte met het hoofd en zeide toen op zachten, melancholischen toon, die, bjjna gelijk een klaag zang, [aan dit Nomadenvolk eigen is: „Zij was de eenige, die Misko niet verachtte, omdat hij ouderloos en zonder tehuis was. Zevenmaal reeds bloeide die woud, sedert men Misko zijn vader ontroofde en hem van huis tot huis zond, om zijn brood te bedelen. Misko echter wilde niet bedelen, en zij sloegen hem lieten hem verhongeren en bevriezen, en wanneer hij rol van buiten; zij leest die slechts over en neemt haar in zich op, en wanneer het scherm omhoog gaat, weten zelfs hare mede- spelenden niet hoe zij het er af zal brengen, maar een oogenblik later staan allen, niet alleen het publiek, maar ook hare kunstbroeders, verbaasd van de wijze waarop zij hare rol niet alleen begrijpt, maar ook weet weer te geven. Nog weinige jaren geleden speelde deze kunstenares onopgemerkt te midden van zoo vele middelmatigheden, wier namen men hoogstens één avond onthoudt. Maar weldra steeg de phoenix omhoog. Opgemerkt door een paar kunstrechters van naam viel spoedig het volle licht op haar en schitterde zij als een ster te midden van hare omgeving, om weldra als eerste tooneelspeelster in haar gerne, deel uit te maken van het tooneelgezelschap van het Grand-Théatre, dat onlangs in uwe plaats eene voorstelling gaf. Zoo bloeit de tooneelspeelkunst in onze dagen, en de hoofdstad geeft daarvan ruimschoots te genieten. Maar ook op ander gebied levert een win- terseisoen in eene groote stad als de onze heel wat afwisseling. Ik zal niet zeggen dat we hier alles vóór hebben bij de provincieintegen deel daar heerscht vrij wat meer gezellig ver keer ende bekentenis is niet vleiend voor onsvrij wat meer huiselijkheid dan in een groote stad. Het is nu eenmaal zoo, maar wij kennen b.v. onzen naasten buurman niet, en wat onze vermaken betreft, gaan we als 't ware met den stroom mee, die ons altijd de deur stal, sloegen zij hem weder en schopten hein. Toen ging Misko het woud in on vond Uduna's hut. Uduna gaf hem van haar tafel te eton en te driukenen wees hem een legerstede aan bij den warmen haard Maar Misko was een wilde kit en verliet bij het aanbreken van den morgen het huis van zijn weldoenster, nalat hij boter, eieren en spek bij zich had gestoken, zooveel bij dragen kop. In geen drie dagen waagde hij terug te keeren, doch den vierden dreef de nood hem, en hij dacht dat het beter was geslagen te worden, dan van honger te sterven. Maar moeder Uduna sloog Misko niet en noemde hem alleen eon dwazen jongen, dat hij die dingen met zich medesleepte, dio hij zon der moeite bij haar haard kon eten. „Mijn zoon is iu den vreemde„zeide zij tot hem," ik kan niets voor hora doen; meent gij, wat ik hem niet geven kanMisko bleef een wilde kat, maar bij moeder Uduua was hij tam en goed. En toen gisteren Uduna's zoon weg gegaan was in den vreemde, toen sprak zij tot Misko „Ga met mijn zoon en waak over hem. want gij aijt listig en sluw, mijn zoon echter vertrouwt de moaschen veel te veeldoch zeg hem niet, dat ik u heb gezonden, opdat hij niet vertoornd worde op zijne moederZoo sprak zij en zege. de Misko, als was hij ook haar zoon en niet een verstooteling. Moeder Uduna was goed en mild, en haar slaap zal daarom zacht zijn en zon der bange droomen, doch Misko zal zijn tweede moe der gedenken, tot ook hem de aarde bedekt." Tevergeefs streed de harde soldaat tegen de werking van deze eenvoudige woorden; het was immers de onuitputtelijke liefde eener moeder, die door den mond van den Zigeunerknaap tot hem sprak, en wat de plechtigste lijkrede niet zou hobben uitgewerkt, dat bewerkte deze ongekunstelde klacht over eeu doode; de doffe verstijving week, en terwijl Roman op het graf der dierbare afgestorvene nederzouk, ontlastte een vloed van tranen zijn geprangd gemoed. ■Misko sloop zacht weg; de verwaarloosde zoon van den doodgeslagen dief scheen niet in staat, den sterken vriend te zien weenen. v Hij ging heen, zette zich op een boomstam neler on keek naar het landschap van Kishegy. dat door hot ÜGht van een heerlijken zonnigen dag werd beschenen. Hem, den in ellende geborene, den onder slagen en vloeken opgegroeide, was de troost der tranen ontzegd, doch de vlammen in deze droogo oogen van den knaap voedden ziek niet minder met de smart, het erfdeel van het zwervende volk, waartoe hij behoorde. XVORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1