Ao. 1SSA.
28stc Jaargang,
A L G E 51 E E A
A 1) V ERTE 1\ I 1>
J. WIiVKEL,
45 APR1
KERMIS.
rm
Gemeente Schagen
Bekendmakingen,
Politie.
TE SCHAGEN",
M I7o7
ZOADAG
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen
ter algemeene kennis, dat de Raad heeft besloten, dat
de kermis, in deze gemeente zal plaats hebben en inval
len op Zondag den 22en Juni a. s. des namiddagsten
4 ure, om te eindigen op Zondag den 29en daaraan
volgende.
Schagen, 11 April 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG,
de Secretaris,
DENIJS.
Er is, volgens de overlevering, een tijd
geweest, waarin de menschen door goede en
kwade geesten omgeven waren, die niet alleen
een beslissenden invloed op hun lot uitoefenden,
maar dat lot daarenboven regelden en geheel
in hunne macht hadden.
Ontelbaar zijn de verhalen waarin gehandeld
wordt over menschen, die zich de gunst der
goede geesten wisten te verwerven of zich het
ongenoegen der booze geesten op den hals
haalden. In 't eerste geval komt het gewoonlijk
hier op neer, dat ze eindelijk rijk werden, en
Een VOLKSLEIDER.
i Historische Roman van Ferdinand Schi/korn.
Uit het Duitsch.
(29). NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
Een Bruiloftsfeest.
Donatu had den toestand van lllona en van Roman
I niet te donker afgeschilderd.
Zooals men zich zal herinneren, waren de meeste
weerbare lieden van Kishegy naar den eiken heuvel
getrokken, en lag de keuze van deze plaats in zoo
1 verre in het plan van Bretschka en zijn vriend Pietru,
de eigenlijke bewerkers dezer plundering, als daar
door de aanhangers van Roman verwijderd werden
en hem dus, zoowel als de uit de naburige dorpen
uitgenoodigde geestverwanten, vrijer spel bleef tot be
vrediging van hunne teugelooze wraakgierigheid.
Zoo kwam bet, dat lllona, die onbekend met de in de
Hiensehelijke natuur sluimerende verdierlijking en in het
owustziju, nooit iemand eenig leed berokkend to heb-
en, voor haar persoon geen gevaar duchtende, zich
d iaar slaaPkamer had teruggetrokken, door de
r?"> "eP bende overvallen werd en onbarmhartig naar
'ofplein gesleept was, om door de grooto hoop
bespot te worden.
Uier was intusschen door eenige plunderaars oen
fc oote massa brandstof bijeengohaalvl en in brand geato-
n
E
u
m-
i% 5 E U W S-
L A N D B O l W It L
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stuhtcen één dag vroeger.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te
bekomen omtrent een op Donderdag den 3en dezer
alhier opgevangen DO NKER BRUINEN HOND.
Onderwijs.
Burgemeester en "Wethouders van Schagen, brengen
ter kennis van de ingezetenen:
1. dat het toelaten van nieuwe leerlingen, op de
openbare lagere sehool aldaar, zal geschieden op den
eersten Mei a.s. en alsdan kunnen worden toe
gelaten de kindoren, geboren in het jaar
1878.
2. dat de ouders, die hunne kinderen wenschen toe
gelaten te zien, daarvan aan het hoofd der sehool, de
Heer Kloeke, kennis moeten geven, vóór den 25
dezer, met overlegging van geboorte- en vaccine be
wijzen der nieuwe leerlingen;
3. dat verzoeken om kosteloos onderwijs voor de
.nieuwe leerlingen, moeten worden gedaan ter gemeente
secretarie, voor den 20 dezer.
Schagen den 8 April 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
G. LANGENBERG,
de Secretaris,
DENIJS.
UITGEVER:
Laan, Wijk D, No. 5.
dit wordt dan ook meestal in al die overleve
ringen als 't hoogst mogelijke geluk beschouwd.
Eenige jaren vroeger bleven de kinderen
langer kinderen. Hunne ontwikkeling ging niet
met stoom zooals nu. In die gelukkiger dagen
vermaakten kinderen zich uitmuntend met die
sprookjes en tooververtellingen en er waren er
zelfs onder hen, zóó onnoozel, nog zóó weinig
ontwikkeld, dat zij aan al die gekheid geloof
den en ze voor goede munt aannamen. Tegen
woordig zijn de kleine en groote kinderen
heel wat wijzer en laten zich zoo gemakkelijk
niet iets op den mouw spelden, ieder is vroeg
wijs, heeft doorzicht en inzicht in de meest
moeielijke vraagstukken en hoe zoude men hen
derhalve durven aankomen met al die kinder
achtige voorstellingen, die alleen, volgens hen,
berustten op de onwetendheid en onnoozelheid
van 't vorige geslacht?
Wanneer we evenwel, op gevaar af om voor
zeer kinderachtig te worden uitgekreten, ons
met die verhalen vermaken en ze zelfs aan
dachtig lezen, dan moeten ons een paar bizon-
derheden opvallen.
Ze zijn namelijk deze: aan den rijkdom,
aan de groote schatten, die de goede geesten
hun beschermelingen schenken gaat gewoonlijk
vooraf: allerlei leed, beproevingen en strijd.
Ze moeten eerst veel ontberen, hun wordt
menige zware, bijna niet uitvoerbare proef
opgelegd en wanneer dit alles ten einde is,
dan volgt de belooning.
En dat is juist voor den lezer het aantrek
kelijke. Wanneer men eenigen tijd heeft ge
lezen, begint de hoofdpersoon belangstelling
in te boezemen. Men hoopt, dat hij zijn doel
zal bereiken. Ziet, daar wordt hem eene nieuwe
proef opgelegd; met een kloppend hart volgt
men al de omstandigheden en gevaren, waarin
hij wordt gewikkeld. Hij komt ze natuurlijk
te boven en ontvangt het toegezegde loon
Neen! daar komen onverwacht geheel nieuwe
bezwaren en andermaal wordt hem eene proef,
nog oneindig zwaarder dan de vorige opgelegd
nieuwe belangstelling, medelijden met den held
of de heldin. Onwillekeurig vragen we ons
zeiven af: zal hij 't doen, volhoudenJahij
doet het en zoo gaat het door en we juichen,
wanneer hij ten slotte de zege wegdraagt.
De draad, die door al deze verhalen heen
ken, terwijl anderen wijnvaten bierheen hadden gesleept,
en de in het hoerenhuis buit gemaakte voorraad vleesch
in groote ketels op het vuur gezet hadden. Hier
hadden ook eenige grijsaards, tijdgonooten van
Bretschka, hun hoofdkwartier opgeslagenop kostbare
tapijten en kussens schaarden zij zich onder voorzitter
schap van den eenoogige, terwijl zij uit kristallen
glazen den kostbaren „Heerenwijn" dronken, en het
vuur met prachtige meubelstukken onderhielden, het
eenige gebruik wat zij er van wisten te maken. Te
midden der mannen aan Bretschka's zijde echter zat
of lag veel meer de grijze Pope van het naburige
dorp, door zijne tegenwoordigheid het werk der wrake
de wijding der kerk vcrleenende, terwijl aan de andere
zijde van den eenoogige de reeds genoemde deern
zat, opgesmukt met een prachtig kleed van Jelonda,
zich op zijden kussens wiegende.
Hierheen was nu lllona door de haar geheel en al
onbekende mannen gebracht en met luid gejubel
en geschreeuw ontvangen. Niet een stem verhief zich
ten gunste van het schoone, onschuldige meisje; het
mummie aebtige gelaat van den eenoogige had alleen
een duivelachtig zegevierend glimlachje, voor het
„hcei'mkind", dat in doodsangst tot hem opzag, en
zelfs (Je vrouwen gevoelden geen erbarmen, maar
verlangden, nog verdierlijkter dan de mannen, dat er
met l'et verwende, trotsehe poppetje mocht geschieden,
zooaR de heeren haar vroeger aandeden, toen ook zij
zei ven nog jong en Schoon waren.
Ja, men kon hot Voorname kind haar trots vooral
L-J»
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.00.
I Wonderlijke nummers 0.05.
Advertentièn van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
loopt, is de volharding.
Geen loon zonder inspanning, geen zege
zonder strijd. Neem het onbeduidenste ver
haaltje bijv. van Luilekkerland, toch is dat
beeld aanwezig. Eerst moet men den brijberg
door en dan komt men in 't beloofde land
waar de overvloed niet meer is dan de belooning
voor al de moeite.
Komt gij in Duitschland in de bergstreken,
die steenkolen en ertsen voortbrengen dan
zijn ze onuitputtelijk, die verbalen aangaande
den berggeest Rubezahl, de vorst der onder-
aardsche landen, wiens rijkdom onuitputtelijk
was en die daardoor menigeen gelukkig kou
maken en het ook menigmalen deed maar
na inspanning. Zelfs latere dichters hebben 't
niet versmaad, om dien strijd tot liet onder
werp hunner dichtstukken te maken. Leest,
om er slechts een op te noemen, dat heerlijk
stuk van Körner, waarin hij zoo meesterlijk
den strijd van de berggeesten met de mijn
werkers bezingt. De laatsten doen alle moeite,
om in dat geheimzinnig or.deraardsche rijk,
waar in de ertsen verborgen liggen, door te
dringen. Maar ook de geesten staan niet stil.
Ze roepen alle machten op, waarover ze be
schikken kunnenze roepen ze op om te strij
den tegen de vermetele menschenkinderen, die
de grenzen van 't gebied bedreigen. Muur bij
muur en wand bij wand en rotschblok bij
rotschblok wordt opgericht en bijgeschoven, oni
den toegang te beschermen. Maar de menseh
zegevierd. Met zijne werktuigen en aangevuurd
door de alles bezielende en krachtgevende
begeerte, om schatten aan deaarde te ont
rukken, gaat hij voort en steeds voort. Zijne
hamerslagen beuken de wanden, de scheidsmu
ren, tot dat er eindelijk een juichkreet op
gaat gewonnen
De zege is behaald. Daar liggen de schat
ten, die de ingewanden der aarde verborgen
hielden en bedekten voor 't begeerig oog van
den menschNu is de weg geopend en 't
hangt alleen van dien mensch af, om 't be
haalde voordeel voort te zetten, nieuwe erts
aderen te zoeken en te vinden en den onuit-
puttelijken voorraad, door hem in 't zweet zijns
aanschijns ontdekten aan't licht gebracht, naar
de oppervlakte, naar zijn wereld te brengen.
Toen zich in onze eeuw de mare verspreid-
niet vergevenware IlIoDa bedeesd en vleiende, evenals
Jelonda dat gedaan had, op de knieën gevallen, zich
verootmoedigende voor het ruwe geweld, dan zou men
de onschuldige misschien het ergste bespaard hebben,
maar achter het zachte, kinderlijke gelaat van het
meisje verborg zich een vaste wil, een onbuigzame,
echte Magyaarsche geest; en toen zij rondom zich
Diets dan beestachtige luisterende of gruwzaam honendo
gezichten zag, toen gaf zij liever alle uitzicht op hoop
op, dan zich voor zulke menschen te vernedereu
terwijl zij baar gruwzamen tegenstander met vasten
blik aanzag, omKlemde zij met de rechter hand den
greep van een kleinen aan haar boezem verborgen
dolk, een rijk met diamanten bezet familiestuk, die
zij bij het begin van dit oproer bij zich had gestoken
en die nu baar laaste toevlucht zou worden.
Doch hoe beslist het koene meisje ook was, zoo
liet hare hand toch sidderend het wapen weder los,
en jubelde de gepijnigde ziel, toen Roman met de
woorden
„Terug, gij moordenaars en brandstichters, wanneer
u bet leven nog lief is!" te midden dezer woeste
knapen trad, daarna, van de eerste verrassing gebruik
makende, lllona's hand greep, en de bedreigde zoo
danig plaatste, dat zij in den rug gedokt was door
het vuur, terwijl hij zelve met zijn forsche gestalte
haar van voren beschermde.
Hoe snel dit ook was geschied, even zoo snel had
Bretschka, nadat hij zich cr van overtuigd had. dat
Roman alleen was gekomen, zijn besluit gevat; hg