A L G E M E E
DVERTEIV'TI E-
i. I E l W S-
L A A I» SI G II YY SI L V f).
Ao- 1884.
28slc Jaargang.
DONDERDAG
29
Gemeente Se ha gen.
Bekendmakingen,
Een VOLKSLEIDER.
1
Jo «780
n
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag— en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Adcertentièn in het
eerstnitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
ri
UITGEVER:
J. WINKEL,
TK POHAGKN.
Laan, Wijk D, Ne. 5.
Prijs per jaar /"3.Franco per post f3 00.
Afzonderlijke nummers f O.Oö.
Jdvcrtenhcn van één tot, vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
F O I, a T I E.
ri: n mist.
op de markt van 21 Mei j.1.,
een LAM,
blaauw gemerkt tusschen de ooren.
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen go-
ven, worden verzocht zich te vervoegen ter
gemeente-secretarie.
Ter gemeente-secretarie alhier zijn inlich
tingen te bekomen, omtrent een op 15 dezer
op de markt gevonden Zilveren SfliaaiP,
Nationale Militie.
Onderzoek van Verlofgangers te lande.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen
tor kennis van de in die gemeente verblyfhoudende
Verlofgangers der Militie te land, behoorende tot de
lichtingen 1880, 1881, 1882 en 1883, voor zooverre z\j
vóór den len April 1884, in hot genoi van bepaald
verlof waren gesteld: dat z\j zullen hebben tegenwoor
dig te zijn b\j het onderzoek hetwelk zal plaats hebbên
te Schagen, op Zaterdag, den Hen Juni 1884, des
voormiddags ten half tien ure, ten Raadhuize aldaar.
Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering
gebracht de navolgende bepalingen uit do Wot op de
Nationale Militie van 19 Augustus 1861, (Staatsblad
No. 72
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en hot Reglement
van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lando zijn op
de manschappen der Militie te land. die zich onder de
wapenen bevinden, van toopassing en mot opzicht tot
de verschillende gevallen van dosertio op al do bjj de
Historische Ito/nan van Ferdinand Sela f kom.
Uit het Duitsch.
(41).
ZES-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Naschrift
Hongarye heeft zijn eersten oorlog over Cbleitsnië
bevochten, zonder dat er veel blo -d stroomde, terwijl
er zeventig procent rechten tegen dertig procent
plichten weiden behaald; de nieuwe Mugyiarscho
regeling der zaken was in vollen gang, do Duitschers
in het land begonnen don wande'staf op te nemen,
Saksen en Rumeniërs gevoelden rieds do zware hand
van den overwinnaar, toen dienstzaken mij nogra ials
naar Siebenbürgen en de Rumeensehc grenzen voerde.
Reeds verscheidene weken was ik voor mijne /aak
op reis, meestal in tenten of primitieve alpeihutien
wonende, toen op zekeren dag mijn aandacht getrokken
werd, door den naam Vanescu, uitgesproken door een
koetsier, en ik op mijn vragen vernam, dat weinige
uren aan gene zeide der grens, midden in een wildernis
der bergen, een kolonie bestond, waarvan de stichter
zich Vanescu noemde.
Ofschoon nu deze naam bij de Rumeniërs bijna zoo
dikwijls voorkomt als do namen Scbmidten Muller bij
de Duitschers, en het dus niet waarschijnlijk was te
achten, dat deze deze'f le was als degene, die n>ij
bekend was door de Kishegyer verhullingen, besloot
ik toch, don eerstkomenden Zondag een uitstapje naar
die kolonie te maken, <iaar ik toch voor mijn werk
die kant uit moest zijn.
,De weinige uren afstands werden evenwel bij de
nitvoering van dit besluit een dagreis, die evenwel
in deze heerlijke bergen zoo heerlijk was, dat ik den
langen d mr volstrekt niet betrourdo. Het hoogland
van het thebeubürger Karpathen-gebergte valt aan
do Rumcensclie zijde nagenoeg steil af, verd. elt zich
dan in talrijke uitloopers doch zoo, dat deze uitloopers
het land voor een groot gelee'te in regelmatige
stukken verd elden. Denkt men zich nu deze twee-
tot driedui end voet breede dammen met ho derd-
jarige reuzeneiken ea beuken, nu eens in groepen,
dun weder in dichte massa's, ond r wier eeuwige
sc aduw slechts zelden een menschelijke voet zich
voortbeweegt, doch te meer wilde zw.jnen en wolven
zi h huisvesten, dan heeft men een beeld van deze
fc'eenaardige wildernis, die in haregrootairdige majes
teit eu (lichter! ij ko bchoorlijkhoid ni.t onderdoet voor
militie te land ingeiyfden.
Die manschappen worden geacht onder de wapenen
te zijn:
lo. zoolang zy zich bij hun corps bevinden;
2o. gedurende den tijd, dien liet in art. 13a bedoeld
onderzoek duurt;
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zyn
gekleed.
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onder
zoek in uniform gokleed, en voorzien van de kleeding-
enu itrustingstukken, hem bij zijn vertrek met ver
lof medegegeven, van zijn zakboekje en van zjjn ver
lofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan
een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in
de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis
van bewaring of arrest, door den militie-commissaris
wordon opgelegd aan den verlofganger:
lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt;
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zondor geldige
reden, niet voorzien is van de in het voorgaand
artikel vermelde voorworpen;
3o. wiens kieeding- of uitrustingstukken, bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden bo-
vondon;
4o. die kleeding- of uitrustingstukkon, aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont.
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het
voorgaand artikel arrest is opgelegd, bjj het onderzoek
tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd
geleide in arrest worden gebracht.
Is hjj niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet
aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij, op schrif
telijke aanvrage van den militie-commissaris, te richten
aan den burgemeoster der woonplaats van dien ver
lofganger, aangehouden en onder verzbkerd geleide
naar do naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde
huis van bewaring of arrest overgebracht.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 ver
meld, is de verlofganger verplicht, op de i daartoe
door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats,
en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem
te verschijnen om te worden onderzocht.
haar tegenstander, de eeuwige zee."
Dio w ildernis nu doorkruiste ik te paard, vergezeld van
een dienaar, van dea morgen tot het late namid
daguur, zonder eenig menscbelyk wezen te ontmo ten,
dat ik naar den weg had kunnen vragen, en alleen
door een gelukkig toeval, stiet ik op oen p ilissander-
vormigo omheining, achter wetke zich spoedig het
geblaf van verscheidene honden deod hooren.
Nu ontdekte ik ook een verborgen p uort, bij welke,
na een poos wachtens, een Rumeniër versche n, die
op het zien v in onze militaire uniformen, ous zondor
vragen binnen liet. Nu ging het nog eenige honderde
schreden door dicht woud, daarna kwamen wij aan
eon opening die t en aller vi-rrassendste blik aanbood,
mon zag er fraaie boomgroepen, sierlijke boschjes en
bloembedden, en d lar midden in e in gebouw, dat in
grootte en bouworde de getrouwe nabootsing was
van een statig M tgyaarsch heereuhuis. Nog meer werd
ik verrast, toe i gelijktijdig door do open vensters van
het huis do wondersciioone melodio van Stubert's
wandor tot mijn oor dooriliong, gezongen door een
prachtige altstem, begeleid door de akkoorden van een
uitstekenden pianino.
Een Daitsch lied in een Rumeensche wildernis dat
is voor den wand laar een zonnestraal in een duisteren
nacht, en opgeruimd sprong ik uit den zadel om het
huis binnen te gaan, godachtig aan[ het woord eens
dichters: „Bioze muisden zingen niet!"
De zangster moest zeker in haar studie gestoord
zijn door het geblaf dor honden, dia ons vergezelden;
zij verscheen op da veranda, toen ik de weinige trappen
opging. Een meer dan miidelmatig g ooto, edel ge
bouwde g stalte trad mij tegemoet en begroette mij
met blijkbaar vriendo'ijke ontroering. De gelaits-
trekken der dame waren niet meer jeugdig, doch nog
vaa enne trotsche schoonheid, die nog veredeld werd
door een weemoedigen trek om da lippen, als door de
geestige uitdrukking van het oog, hare eenvoudige
klee liug en haar bekoolijke taille.
Zij bracht mij in een kamer van de eerste verdie
ping, welker elegantinrichting ook zonder de prach
tige vleugelpiano elk salon in de groote stad tot
eer zou verstrekt hebben ea nadat ik haar m ju geo
grafische oplra-ht als dool van dit bezoek h :d aange
geven, waarop zij mij verzekerde dat haar man dad -'ijk
van de jacht zou tehuis komen, spraken wjj op dien
gemoedelijken, vertrouw ehjken toon, die het onderhoud
der beschaafden in den vreemde zoo voordeelig onder
scheidt boven het salongebabbel in de eigen plaats.
De dame sprak Duitsch met een zeer gering M.agy-
aarsch accent ou verried blijkbaar onbewust
Art. 144. De verlofganger die zich bjj bemaling
schuldig maakt aan het feit, sub. 4n van art. 141 be
doeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den mili
tie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde
in het geval verkeert, sub. 2o en 3o van art. 141 ver
meld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie
tot zes maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet vol
doet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Burgemeester en "Wethouders voornoemd, vermanen
allen wie dit aangaat om, door in achtneming van
hunne verplichtingen, zich voor onaangenaamheden
en straffen te vrijwaren.
Schagen, den 23en Mei 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANGENBERG, Burgemeester.
DENIJS, Secretaris.
De Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Schagen, maken hiermede bekend, dat naar aan
leiding van Art. 184 en volgende van het plaatselijk
Politie-reglement dezer gemeente, betreffende de dienst
plichtigheid bij de Brandspuiten alhier, alle geëmploy
eerden bij die spuiten den ouderdom van 50 jaren
bereikt hebbende en verlangen uithoofde van lichaams
gebreken of zwakke gezondheid hun ontslag te beko
men, worden opgeroepen, om zich tot dat einde, vóór
of uiterlyk op den 31 dezer, van 's morgens 9 tot 12
ure, ter secretarie der gemeente aan te geven en
hunne herkenningsteekenen terug te brengen, zullende
na dien tyd, de zich niet aangemeld hebbende personen
nc-g voor een jaar wordon gecontinueerd.
SCHAGEN, den 24 Mei 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
zulk eene rijke menigvuldigheid aan konnis, dat ik
zonder vleierij of opdringerigheid, myu verbazing d lar-
over te kennen kon geven.
De verklaring, welke de spreekster mij. onder hc-
scheiden blozen, gaf, liet mjj geen twijfel m er, dit
ik in mijne gastvrouw inderdaad ilie lliona Vanescu
voor mij had, wier porsoon mij door do bekomen
mededeelingen zulk eene levendige belangstelling had
ingeboezemd; toch overtrof echter de indruk, dio de
daaropvolgende verklaring van mjn verblijf iu het
heerenhuis van Kishegy op de hoorderes m nikte,
al mijne verwachtingen.
De jonge vrouw barstte in tranen los, en in dank
bare erkentelijkheid voor mijne warme deelneming,
den koelen conventioneelen beleefdheidsvorm ter zjj 1 j
zettende, greep zij mijn hand als die van een oud
vriend, terwijl van hare lippen honderde vragen naar
personen en plaatsen vloeiden, naar het leven on do n
of ook naar het einde van trouwe vrienden, ji zelfs
naar reeds lang vergane dieren en oude woimsteke-
rige meubels
Zoo zaten wij hand in hand, toen eensklaps de deur
werd geopend en een imposante, athelisch gebouwde
mannelijke gestalte in jachtcostuum, het geweer in da
ban 1, met verbaasde blikken voor ons stond. Mair
reeds dadelijk hing Illona a <n den hals van haren
echtgenoot en verdreef door de snikkend gestame'de
woorden: „Eon lieve gast uit Kishegy," elk spuor
van een onaangenamen indruk.
Hat mannelijk schoone, sterk gebruinde gelaat met
het hooge voorhoofd, omkranst, door kort gehouden
grijzend haar en een prachtigen baard, straalde van
hartelijke blijdschap, terwijl hij mot de rechterband
do mijne drukte en met da linker teeder het welige
haar der dame stieelde.
„De liefde voor hot vaderland ste-ft niet, zoonis
gij /iet," zeide hi] met eene lichte ontroering in z tjn«
stem, doch voegde er na een kl ;ine pauze schertsend
bjj: „Hoezeer ik ook moeite deed, Kishegy in deze
wouden te verplaatsen, zco bea ik er toch altijd nog
niet zeker van, dat mijn getrouw vrouwtje niet op
zekeren dag vau hier gait, om nog eenmaal de lucht
van haar geboortegrond iu te ademen."
„Een ondankbaar hart, dat de plaats vergeet, waar
het zijn geluk vond!" antwoordde de jongvrouw met
een lachje, dat uog zekerder dan deze woorden ver
kondigde, dat deze echt, tusschen een Magyaarsche
elelvrouw en een Rumeeuscoen boerenzoon, alleen
door kortzinnigen eea mesaillianco kon genoem 1
worden.
WORDT YERYOLGD.