Ao. iSSA. 2Sstc Jaarnan";. Jfè 1782 A L G E M E E A ADVERTESTI E- DONDERDAG m A' I E IJ W S- &LANDBOU W BLAD. ööüFBanLÏÊrair J. WIXKEL, 3 JUNI. 5 Gemeente Schagen. Bekendmakingen, Bi ÏTSE VERMIST. lalionale Militie. TE SCHAGEN, Binnenlandsch ft ienws -rv U II A ii Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's •,'middags 12 ure, worden Advertentién in het eèrstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger. op de markt van 21 Mei j.1., eesi li AM, blaauw gemerkt tusschen de ooren. Zijd ie hieromtrent inlichtingen kunnen go- ven, worden verzocht zich te vervoegen ter gemeente-secretarie. Ter gemeente-secretarie alhier zijn inlich tingen te bekomen, omtrent een op 15 dezer op de markt gevonden ZilVCFCD ëcliasil'. Onderzoek van Verlofgangers te lande. Burgemeester en Wethouders van "Schagen, brengen ter kennis van de in die gemeente verbljjfhoudende Verlofgangers der Militie te land, behoorende tot de lichtingen 1880, 1881, 1882 en 1883, voor zooverre zjj vóór den len April 1884, in het genot, van bepaald verlof waren gestold: dat zij zullen hebben tegenwoor dig te zijn bij het onderzoek hetwelk zal plaats hebben te Schagen, op Zaterdag, den 14en Juni 1884, des voormiddags ten half tien ure, len Raadhuize aldaar. Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering gebracht de navolgende bepalingen uit de Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861, (Staatsblad No. 72 Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgstucht voor hot krijgsvolk te lande zijn op do manschappen der Militie te land. die zich onder de wapenen bevi'den, van toepassing en met opzicht tot do verschillende gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingelijfdon. Roman van Ewald August Koning. (l.j EERSTE HOOFDSTUK. Dc sneltrein was het station binnengereden, haastig opende de conducteurs de portieren, de trein had het doel van zijn langen tocht bereikt. Uit een coupé eerste klasse steeg een groot en statig heer, die ongeveer veertig jaar kon zijn geweest. Een lange blonde baard omgaf het ernstige, gebruinde gelaat, waaruit energieke wilskracht en een goed hart spraken; zijn kleeding was eenvoudig en doelmatig en getuigde dat hij een verre reis had gemaakt. Met eenige kleine pakjes beladen bleef hij een oogenblik staan te midden van de hem omringende, woelige menigte, keek aandachtig naar allo zjjden rond, on ging daarna naar den uitgang. Een pakjesdrager trad nu op hem toe, ds reiziger gaf zijn handkoffertje en re§u over. „Welk nummer hebt gij?" vroeg hij kort. „Nummer veertien, mijnheer!" „Goed, bezorg mij een huurrijtuig en breng daarin deze pakjes, twee koffers en een groote reisiasch." Het bevel was spoedig uitgevoerd, koetsier en pakjesdrager stondeu in ouderdanige houding voor deu reiziger, die den laatste zijn loon betaalde. „Bestaat het hotel „De Witte Zwaau" nog?" ■vroeg hij. De beide mannen keken elkander aan, alsof zij bet niet goed er mede eens waren, welk antwoord zij zouden geven. „Ja, het bestaat nog," antwoordde de koetsier op gerekten toon, „gij meent toch zeker „De Witte Zwaan" hl de hertogstraat?" „Zekerlijk, de eigenaar heet of heette tenminste in Vroeger tijd „Heiden!" ,Er zijn betere hotels in d tze stad," zeide de pak jes drager met een blik op de groote koffers, die op het rijtuig stonden. „Rjd mij naar „De Witte Zwaan!" beval de reiziger, 8teeg toen in, terwijl de koetsier op den bok kiotn, ®n langzaam rolde het rijtuig voort In de druk bezochte straten werden juist de gas- jantareu8 opgestoken, hier en daar brandde ook re. ds bet Lcbt achter de groote spiegelruiten der schitterend hhgestalde winkelvensters, eu het was aicof de avond UITGEVER: Laan, "Wijk D, No. 5. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: lo. zoolang zjj zich bfl hun corps bevinden; 2o. gedurende den tijd, dien het in art. 133 bedoeld onderzoek duurt;' 3o. in het algemeen, wanneer zjj in uniform zjjn gekleed. Art. 140. De verlofganger verschijnt bü het onder zoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- enu itrustingstukken, hem bij zijn vertrek met ver lof medegegeven, van zijn zakboekje en van zjjn ver lofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris wordon opgelegd aan den verlofganger: lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken, bjj het onderzoek niet in voldoenden staat worden be vonden 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij, op schrif telijke aanvrage van den militie-commissaris, te richten aan den burgemeester der woonplaats van dien ver lofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 ver meld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub. 4o van art. 141 be- alleen daarop had gewacht, want de duisternis nam nu plotseling toe. De reiziger keek aandachtig naar het woolige leven rondom hem, hij beschouwde opmerkzaam de rijen huizen van iedere straat, die hij door reed, en slaakte eindelijk een diepe zucht. „Het is nog altijd do oude stad," zeide hij zacht, „maar zoo rustig en gemoedelijk ais vroeger schijut liet leven hier niet meer te zijn." Het rijtuig hield in een nauwe straat stil; hij was aangekomen voor het hotel „De Witte Zwaan." Geen portier, geen eerste kellner met een stoet dienende geesten achter zich, snelde toe om hem te ontvangen, alleen een jonge, bleeke kellner, met een niet al te zindelijk servet onder den arm, kwam in het spaarzaam verlicht voorportaal en riep met zijn magere stem om een huisknecht. De reiziger was intussehen uitgestegen, hij keek rondom zich en schudde zacht het hooid, terwijl hij een kamer vroeg. Do kellnor nam een sleutel van do zwarte plank, gaf dea huisknecht eenige bevelen en haalde een brandende kaars, waarna hij den vreemdeling door een buiging uitnoodigie, hem te volgen. Al deze voorbereidselen hadden meer tijd vereisoht, dan in een goed ingericht hotel te pas kwam, maar de reiziger wachtte geduldig; hij wierp intussehen een onderzoekenden blik in de kleine eetzaal, waarin zich niemand bevond, en dacht ouwillekeurig, toen hij de trap opsteeg, aan de opmerking van deu pakjes drager, dat er in de stad betere hotels waren. liet vertrek, waarin men hem bracht, was ruim en van alle gemakken voorzien, doch ook hier zag hij, evenals beneden in de eetzaal eu op do trappen eu gangen, duidelijke sporen van verval. De glans dor meubels was verbleekt, het tapijt op deu gioud on de gordijnen aan de vensters toonden naast her. teltle plaatsen lange scheuren, eu alleen hot bed, dat de vreemdeling didelijk aan een kort onder zoek onderwierp, scheea onberispelijk te zijn. De keliuer hal zich verwijderd, nadat hij het bevel had gekregen in de eetzaal te wachten/ de huisknecht bracht de koffers boven eu maakte daarbij meer go- raas dan noodig was. „Weder eeae ontgoochelingmompelde de reiziger nadat bij zich van het stof had ontdaan eu haar eu baard ia orde gebracht had. „Ik zal m.j nog wel op veel moeten voorbereideu. Leeft de eigenares, mijne goede vriendin, nog, dan verneem ik hier wel al.es, Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.6 0. Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentién van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. doeld, of ntut overeenkomstig art. 143 voor den ntiii tie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde in het geval verkeert, sub. 2o en 3o van art. 141 ver meld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet vol doet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Burgemeester en "Wethouders voornoemd, vermanen allen wie dit aangaat om. door in achtneming van hunne verplichtingen, zich voor onaangenaamheden en straffen te vrijwaren. Schagen, den 23en Mei 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG, Burgemeester. DENIJS, Secretaris. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse van do ingeze tenen dier gemeente, dat het kohier van het patent recht over het 4e kwartaal van het dienstjaar 1883(84 op den 29 Mei 11. door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gereohtoliike vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 3 Juni 1884- Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. LANGENBERG. Schagen. Zondag 1 Juni 1.1. gaf onze Harmoniekapel het eerste Zoraer-Concert op de marktplaats alhier, onder het gehoor van een talrijke menigte. wat ik verlang te weten; daarvoor moet ik dan de kleine ongerieflijkheden, die ik hier ondervind, mj laten welgevallen. Hij nam de kaars van tafel en verliet zjjn kamer; eenige minuten later trad hjj de eetzaal binnen, alwaar hij den bleekon kellner vond. Een flesch wijn was er spoedig gebracht, het avond eten, met het oog op de schaarsch voorziene spijs kaart, vorderde niet veel tijd om te kiezen. „Hoe lang zijt gij reeds in dit huis?" vroeg hij den kellner die de flesch ontkurkte ou met het servet het glas afveegde, voor hij inschonk. „Twee jaar," luidde het antwoord. „Was het altijd zoo stil hier?" „Stil? O neen, mijnheer, voor eenige dagen nog waren alle kamers bezet. Op bot oogenblik hebben wij s a i s o n m o r t e, maar wanneer u over een paar weken terugkomt, zult gij dit huis voor eenbijeuko.f houden „Ik dacht toch dat de maand September, waarin wij ons nu bevinden, voor de hotels 'Og een vette maand is," zeide do reiziger mot een ongdoovig lachje, terwijl hij met aandacht den wijn proefde. „Niet voor ons!" antwoordde de kellner, terwijl hij het hoekige hoofd in dea nek wierp. „Voor de zee baden, mijnheer, maar niet voor ons, onze tijd komt later." „En zijt gij hier de eenige kellner?" „Voor het oogenblik ja de anderen hebban vacautie. Lieve hemel, elk geplaagd meuschenkiud wil touh eenmaal in het jaar zijn rusttijd wel hebben! Hoe vindt gij den wijn? Voortreff-lijk niet waar?" „Ik heb wel betereu gedronken," antwoordde de vreemdeling schouderophalende, terwijl hij met de hand, waaraan een kosibare t solitair vonkelde, langs zijn baard streek „Ik kende dit hótel twintig jaar geleden reeds, leeft de toenm tlige eigenaar uog „Was het toeu reeds iu het bezit vaa da familie Heideu?" „Ja wel." „Neen, de onde heer leett niet meer, zijne vrouw is sedert vele jaren weduwe." „Heeft zij kinderen?" „Jawel, oen zoon, hij is de boekhouder of de kassier in een bankzaak." „Dus zal hij het hótel niet overnemen?" De kellner nam het servet van ouder zijn arm weg en hing het over den schouder en terwijl hij het gaslicht ets hooger draaide vloog er ecu spotachtig lachje om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1