y
A L G E M E E N
Advertextie-
DONDERDAG
A I EI, w s-
GOUD Eüff DIEFDE.
Ao 1SS4.
28st(! Jaargang.
M ISOo
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens-
jg- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
..ddags 12 ure, worden Advertentièn in het
«erstuitkomend nummer geplaatst.
Schaduw- en Lichtpunten.
(o)
wTIoe genoeg'lijk rolt het leven des gerusten
landmans heenZoo zong en bezong vader
„Poot" in zijn tijd, met poëtischen gloed de
voortreffelijkheid van zijn bedrijf boven het
woelige stadsleven, wanneer hij daar zoo
tusschen de nevelen van den morgendauw,
bij 't opkomen der zon, zijn ploeg langs de
voor liet snijden. De rustige gerustheid van
den landman echter werd door den stedeling
niet benijd; deze mocht, na eenige maanden
tusschen de duffe muren eeuer stad te hebben
doorgebracht, zich al eens vermeien in de
bekoorlijkheid eener schoone natuur, doch
het leven van den landman, zooals dat hier
en daar nog, als in de dagen van Poot, in
werkelijkheid geleefd werd, kon hem niet
aanlachen, tenzij hij, bij tijd en wijle het
eigenaardige er van als iets merkwaardigs in
zijn tjagboek mocht aanteekenen. Hij, die
niet i>a de omgeving van een stad zijn bedrijf
uitoefende, bleef wat hij was: een man op
het land, wiens waren 't meest door schippers
werden afgehaald en binnen de stad gebracht,
waar hij zelden en dan nog na een pijnlijken
rid, op een hortenden wagen, zijn voelen
neerzette. Hij zag dat alles groeide en wies,
beriep zich steeds in zijn doen en laten op
het autoriteitsschap van zijn vader en had den
«J
L A A I) 15 U W 15 L A I).
J. WINKEL,
TE SCHAGEN,
Laan, "Wijk D, No. 5.
meesten eerbied voor diens pantoffels, als
eene nalatenschap, die ook eenmaal, zooals
hij hoopte, zijn zoon zou aanvaarden.
Zoo lag en bleef, als het ware het landbouw
bedrijf zelf onder den grond begraven en de
welvaart van zijn beoefenaar teekende zich af
in 't armoedig voorkomen der woning, die
een waardige vertegenwoordigster was van de
eenvoudigheid en onwetendheid harer bezitters.
Lang heeft het geduurd, eer dit vak, dat
een macht in het leven der volken is geworden,
door de wetenschap uit dien donnneligen
toestand werd opgeheven. Natuur- en
scheikunde, plant- en dierkunde, voorheen
primitief eigendom van kamergeleerden, heeft
menig landman reeds als onmisbare factoren
voor den bloei van zijn bedrijf leeren waar-
deeren, hoogschatten en beoefenen. Land
bouwscholen reiken aan de algemeene ont
wikkeling op dat gebied haar handveeartsenij
scholen werden in 't leven geroepen om langs
wetenschappelijken weg den grond der kwalen
en gebreken van het vee op te sporen en ze
daarna te leeren bestrijden. Nieuwe, vroeger
onmogelijk geachte werktuigen brachten, naast
de verbeterde, een geheelen ommekeer in de
wijze van produceering en bewerking der stof
teweeg, terwijl thans èn door tentoonstellingen,
wedstrijden èn door 't verspreiden van weten
schappelijke bladen, zoowel gewerkt wordt op
de ontwikkeling en beschaving van den land
bouwer zeiven als op de veredeling en den bloei
Prijs per jaar/3.Franco per post ƒ3.60
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Roman van Eicald August Kómng.
(25.) ACHTSTE HOOFDSTUK.
Ellen had tegenover haar grootvader haar rol zoo
voortreffelijk gespeeld, dat de oude man niet het
minste vermoeden had van het onweder, dat hem
bedreigde.
Hij vond er niets vreemds in, dat Tauber zijn
verloofde zoo spotdig reeds verlaten had en zich in
den loop van den dag niet meer zien liet; hij maakte
baar wel eenig verwijt over hare koelheid en terug
houdendheid, maar hij verontrustte er zich verder
met over; de verloving was gesloten, daarmede
bad hij zijn doel beroikt.
Aan Reinhard dacht hij niet meer; de bezorgdheid,
bat de jonge man tegen deze verloving zou protesteeren,
*wam niet in zijn ziel op. Wat bleef dien man nu
°ok verder over, dan zich in hol onvermijdelijko te
•«bikken en de stad te verlaten, om alle onaangename
herinneringen te ontloopen!
Friedrieh Tauber echter moest nu met zijn kapitaal
«e wankelende fundamenten van het bankiershuis
Meunen en opnieuw vestigen.
Ook de morgen van heden had hem weder onaan
gename brieven gebracht; de verliezen werden met
'ederen dag grooter, tijdelijke verlegenheid kon nood
haken tot het staken der betalingen; dan was het
Vtrtrouwen en tevens het crediet voor altijd vi rloren.
Dat moest vermeden worden; Hansen wilde zich
«rugtrekken van alle speculatie en op den soliedon
*cg terugkceren, waarop hii zijn rijkdom had verwor-
*®fi| maar voor alle dingen was er nu geld noodig,
idat de aangegane verplichtingen konden vervuld
orden.
da^6' *aS V00r ^en ')ankier toch een vernederend gevoel,
*"8 d®ze bede moest richten tot den man, tegenover
hij eens zoo vijandig bad gestaan, en hij kon er
maar z«er moeielijk toe besluiten; doch hij zag
«deren uitweg.
Erover nadenkende wandelde hij den volgenden
Maaf611- 'n z'Jn kabinet op en neder; bet wilde hem
Smukken, de gescbikste woorden te vinden,
lii S zÜn bide zou uitdrukken,
ftet J.pï00'lt er. I108 a' i)0* Daar> toen Tauber binnentrad,
b((K ®rDst'g, nadenkend gelaat, dat den bankier
faU fefibccl niet beviel. 6
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
„Zijt gij al boven geweest?" vroeg bij.
Tauber ontkende dit, legde zijn hoed neder en trok
langzaam de haudschoeneu uit.
„Gij zijt gisteren zeker wel ontstemd heengegaan
ging de bankier mot een gedwongen lachje voort,
terwijl hij hem een stoel aanbood. „Trek u Ellen's
ontstemdheid niet te sterk aan, zij heeft haar natuurlijke
en daarbij zeer onschuldige oorzaak. Het meisje had
zich hare verloving geheel audtrs hoe zul ik dat
noemen romantischer voorgesteld. De geliefde,
zou bijvoorbeeld in een vertrouwelijk schemeruurtje
op de knieëu haar zijn liefde bekend en om haar hart
gesmeekt hebben; in zekere mate een kleine roman,
die gewoonlijk een openlijke verloving voorafgaat;
nu is dat alles zoo nuchter afgeloopen!"
„Heeft zij zelve u dat gezegd?" vroeg Tauber.
Hansen knikte; de ernstige, doordringende blik van
den vrager weerhield hem, het „ja" uit te spreken.
„Geduld maar, Ellen zal dezen onaangenamen
indruk ook wel overwinnen," schertste hij, terwijl hij
zijn gast een sigaar aanbood, die deze afsloeg, „zij
moet zich immers gelukkig achteu met deze verloving!
Apropos, hoe hebt gij uw vermogen belegd?"
„In Amerikaanscbe papieren."
„Ah, dat dacht ik wel, gij zult er goed aan doen,
deze papieren te verkoopen; neem daarvoor schuld
brieven van onzen staat."
„De schuldbrieven der stad New-York, zijn evenzoo
solitdo," antwoordt' Tauber kalm.
„Hm, ja, zooals men dat gelieft te noemenzeide
de bankier, met een minachtend gebaar de schouders
ophalende. „Meu deukt er hier iets anders over, dan
daar ginds. Hoeveel hebt gij van dat soort
„Een half millioen Dollars."
„Sappiement, een mooi kapitaal!" antwoordde
Hansen, „de koers staat op het oogenblik tamelijk
hoog, wanneer gij nu verkoopt en even soliede papiet en
van onzen staat terugneemt, dan kunt gij daarbij
nog tien procent verdienen. En een verdienste van
een vijftigduizend Dollars is geen kleinigheid."
„Zekerlijk niet, matr wanneer men daardoor de
zekerheid van zijn kapitaal in gevaar brengt
„Wees onbezorgd, daarvoor behoeft gij niet te
vreezen, wanneer ik de zaak ter hand neem. Vertrouw
mij uwe papieren slechts toe, de zaak kaD heden
avond reeds afgedaan zijn, en de winst zal
toereikende zijn om het nieuwe huis te koopeu eu in te
richten."
Friedrieh Tauber streek zijn langen baard en lachte
sarkastüch.
„Waarom gaat gg niet recht op uw doel af?" vroeg
Adoerientiën van één tot vijf regels f 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
van zijn bedrijf. Geen wonder dus dat bij, 't
zij door zijn persoon als door zijn beroep, in
de hsdendangsche maatschappij zoo hoog in
eere is gekomen. Zal echter 't beroep" des
landmans, die stand tot zijn volle recht komen,
zoo dient mede gelet te worden op de vorming
der toekomstige boerin. Wordt dit gedaan
en is dit noodig? Ziedaar een paar vragen,
die wel der overweging waard zijn.
Wanneer we nagaan, dat de boerin met den
boer samenwerkt tot uitoefening van 't geheel,
dan ligt de noodzakelijkheid dier vorming
voor de hand. üe minst ervaren landbouwer
zelfs behaalt soms voor zijn kaas aan de markt
den hoogsten prijs, waardoor? In Friesland is
de bereiding der boter hoofdzakelijk aan de
boerin toevertrouwd. In de zuidelijkste provin-
cieën nemen de vrouwen belangrijk deel aan den
landarbeid, vooral ook bij den tabaksverbouw
terwijl in honderd andere dingen, die tot boven
genoemde gevallen min of meer in betrekking
staan, ontzettend veel van 't beleid der vrouw
afhangt. En bovendien, wanneer tegen den win
ter, voor den landman de dagen van rust aan
breken, kan het hem dan onverschillig zijn,
als hij zijne uren slijt in gezelschap eener onwe
tende of welontwikkelde vrouw, die, op grond
van verworven kennis, hare gevolgtrekkingen
met verstand weet te toetsen, te weerleggen
ot te verdedigen met en tegenover die des
mans? Is het geen in het oogvallend verschijn
sel, dat er heden ten dage, zoovele jonge doch-
liij kalm. „Gelooft gij dan werkelijk, mij op een
dwaalspoor te kunnen brengen! Gij hebt geld noodig,
waarde heer, en ik moet u nu uit de verlegeuheid
helpen, is het niet zoo?"
Do bankier had deze openhartigheid niet verwacht
en nam zijn bril af, waarvan hij in verlegenheid de
glazen schoonmaakte.
„Nu ja, ik ontken niet, dat ik eenige verplichtingen
heb te vervullen, die mij moeielijk vallen," zeide hij,
terwijl hij ter sluiks Tauber gadesloeg; „een bevri nd
huis, dat mij aanzienlijke bed. agon is verschuldigd, is
failliet; ik had op de stipte betaling dezer sommen
gerekend; gj) zult begrijpen, dat mij dit in verlegenheid
kan brengen."
„Hoeveel zoudt gij noodig hebben?" vroeg Tauber
koel.
„Met vijftigduizend thaler zou ik niet alleon alle
crediteuren kunn :n afwaenten, maar ook het verlorene
zeer spoedig terugwinnen."
„Dour speculatie?"
„Neen, daarvan wil ik niets meer weten," ant
woordde de bankier met een afwijzend handgebaar,
„ik heb reeds een aanvang gemaakt met alle onder
nemingen van dezen aard af te laten loopen."
„Gij hadt dien weg nooit moeien betreden!" zeido
Tauber schouderophalende, en het ontging den bankier
niet, dat de toon dezer stem steeds onvriendelijker
klonk. „Maar het is waar, gij zjjt nooit bizonder
kieskeurig geweest in de keuze uwer middelen."
De bankier keek Tauber uitdagend aan.
„Wat moet dat nu beteekenen?" vroeg hij. „Wij
hebben nauwelijks vriendschap gesloten, eerst gisteren
zijt gij met mijn kleindochter verlootd, en nu reeds
doet gij verwijten, dio mij moeten beleed igen!"
„Waarom ik dat doe, zult gij later vernemen,"
antwoordde Tauber. „Gij hebt den jongen Heiden
ontslagen, omdat hij met Ellen
„Ah, is bet dat?" viel llaosen hem driftig in de
rede. „De lomperd heeft zich bij u beklaagd, en wil
zich nu tusschen u en Ellen plaatsen
„Volstrekt niet! Maar zeg mij de waarheid, hebt
gij bem om dio reden ontslagen?"
„Gij weet immers, dat hij mij bedrogen heeft!"
„Neen, dat weet ik niet, gij hebt het wel beweerd,
maar vroeger heweerdet gij hetzeltde vau mij: zeg
mij nu de volle waarheid!"
De bankier sloeg voor den strengen blik van
Tauber veiward de oogen neder, hij had gaarne
geloochend, doch hij wist, dat hij het tegenoverdezoo
niau niet kou doon.
„Gij zult mij toch niet in staat achten, dat ik aao