Algemeen
Advertentie
m
N I E I w s-
L A N D B O U W B L A D.
\o 1884.
28ste Jaargang.
M 1812.
DONDERDAC
i
18 septemberT
J. WINKEL,
Gemeente Sc/togen.
Bekendmakingen.
PATENTEN.
Binnenlandsch Nieuws.
TE SCHAGEN",
sonau:
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens-
'a.~ en Zaterdagavond. Bij inzending tot s
ixAdags 12 nre, worden Advertentiein het
erstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
t)e Burgemeester van Schagen brengt ter kennis.
Jat de patententen aangevraagd in de maand Moi
j.l. tot uitoefening der beroepen van tapper, slijter in
wijnon, sterke dranken en bieren, voor het dienstjaar
1884j85, onder overlegging van het aanslagbillot,
waaruit voldoening der helft van den aanslag blijkt,
ter gemeentesecretarie door belanghebbenden kunnen
worden afgehaald, op alle werkdagen des voormiddags
van 9 tot 12 ure.
tSchagen, den 16en September 1884.
De Burgemoester a. i. voornoemd.
C. DE PATER, Wethr.
De heer J. Stam te Oude Niedorp is
herbenoemd als Wethouder dier gemeente.
Tot Wethouder te Benningbroek is be
noemd de heer S. Laan.
Aan het Departement van Koloniën is
een telegram ontvangen van den Gouverneur
van Atjeh, dat ZEx. den llden September
II. van de Westkust van Kotta-Radja is te
ruggekeerd eu alle gevangen schipbreukelin
gen der Fisero heeft medegebracht, terwijl de
Had ja van Tenom zich aan het Nederlandsch
gezag heeft ouderworpen.
JRoman van Friedrich Friedrich.
(5.) II.
«Goed, ik zal u dan verklaren, waarom ik nimmer
tal toestemmen in eeno verbindtenis van Toni met
oen jongen man. Het vermogen van zijn vader wordt
gepaald overschat, maar daarvan wil ik niet spreken,
*&nt die omstandigheid alleen zou mjj niet dit beslnit
ooen nemen. Ik kan mijn dochter niet aan een man
geven, wiens vader een beslist vereerder der
erale partij, die in zijn blad da regeeriug voort
durend tegenwerkt, die
«Wat heeft de zoon te maken met de inzichten
Van den vader?" vroeg Egers vrouw.
«Veel, veel, want hij is het er mede eens."
«Kent gij hem zoo goed?"
«De vader ziet om een bespottelijk idéé ai van
Oen adel vau zijnen naam, de zoon doet het ook, dus
hij ook wel zijns vaders inzichten deelen."
«Ligt daar dan iets oneerlijks in, wanneer zij
Jolgens hun overtuiging handelen vroeg zijne
«ik beweer niet, dat bet oneerljjk ia, maar wel dat
t dwaas is. En nu zou het nog dwazer zijn, wanneer
mijne dochter gaf aan een man van de bedoelde
pohtieko richting."
W«Gij hebt u anders toch nooit veel om politiek
lommerd."
«Wie zegt u datzeide de bankier met een ver-
,9aa.n<^ Relaat „Ik heb geen tijd politieke vergaderingen
^bezoeken, maar mijne politieke overtuiging is
conservatief want tot deze richting behooren de
J^rnten, met wie ik zaken doe, ik ben voor de
want door de genade van den vorst ben
andelsraad geworden."
r, smartelijk lachje vertoonde zich op het gelaat
r vrouw.
een gelegenheids-politiek," merkte zij op.
*ant V!'ur'r.k- Allo politiek is gelegenheids-politiek
'aDslnU meenb dat de riehting, waarbij bij zich
•hit w' voordeel aanbrengt, en daarom alleen
q..J 6r zich bij aan!"
Terzwijgt, dat er ook velen zijn die uit
z*c'1 k'J eene richting aansluiten,
el zü er schade bjj hebben."
UITGEVER:
Laan, Wijk D, No. 5.
Prijs per jaar 3.Franco per post ƒ3.60
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertcntiën van één tot vijf regels 0.75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Maandag 11. is in eene vereenigde Zit
ting der beide Kamers de gewone vergade
ring der Staten-Generaal geopend, door het
ministerie bij monde van haar voorzitter, den
heer Heemskerk, Minister van Binnenlandsche
Zaken.
Z. M. den Koning, had namenlijk aan den
Minister opgedragen, wegens den rouw over
het smartelijk verlies, dat voor weinige maan
den het Koninklijk Huis trof, van Zijnentwege
de vergadering te openen.
Nicolaas Beets is bevorderderd tot kom-
mandeur van de Nederlandsche Leeuw.
Omtrent de hulde gebracht aan Nic.
Beets, op 13 Sept., meldt men o. a. uit
Utrecht het volgende:
Tegen 10 uur heden morgen was de
groote zaal van Tivoli reeds vol autoriteiten,
geleerden en geletterden. Van alom zijn deel
nemers aan het feest opgekomen. Rijtuigen
rolden aanhoudend af en aan. 't Was een
vroolijke drukte in de zaal: allerlei ontmoe
tingen hadden plaats.
De familie zat vooraan, Mevr. Beets met
een fraai bouquet in de handen.
Tegen kwart over elf werd de jubilaris
onder de tonen der muziek binnengeleid, door
de commissie, en begeleid door den commis
saris des Konings. Onbeschrijvelijk was de
indruk.
De heer Van Lynden opende de plechtig
heid met een hartelijkeu welkomstgroetDe
De handelsraad haalde minachtend de schouders op.
„Er mogen zulke menschen zijn, in mijne oogen,
zijn hot dwazen. Een dwaasheid is het ook, dat de
jonge man den adel van zijnen naam verloochent."
„Gij zelve behoort toch ook tot den burgerstand."
„Ja maar ik hoop niet voor altijd. Mijn blik reikt
verder dan de uwe. Hoe vele bankiers zjjn nu reeds
in den adelstand verheven Waarom zou ik niet
bereiken kunnen, wat zij verkregen hebben? Anton
vrijheer von Eger klinkt even goed als eenige andere
adelijke familie, en ik hoop dien titel eens te dragen.
Daarom mag ik ook niet zulk een dwaasheid begaan
en een man tot schoonzoon kiezen, die met minachting
op den adel nederziet
„Dus uwentwege wilt gij het geluk van Toni ver
nietigen 1"
„Er komt nog een andere omstandigheid bij,« ging
Eger voort, terwjjl hij deed alsof hij dit verwijt niet
hoorde." De vader van den jongen man is mijn tegen
stander, mijn vijaDd. In zijn blad heeft hij bijna
al mijne ondernemingen tegengewerkt, en ik heb
reeds veel, zeer veel door hem verloren. Ik kan
tegen zulk een man niet vriendelijk zijn, en hij moet
mij niet op mijn weg komen."
„Ik begrijp u niet, er moest u dan wel
zeer veel aan gelegen zijn, een maatschap
pelijk tegenstander onschadelijk te maken, en
ik geloof niet, dat de vader van den jongen man
u Dog tegen zal werken, wanneer zijn zoon met uw
dochter is getrouwd."
De bankier luisterde en dacht na, want uit dit ge.
riebtspunt bad hij de zaak nog niet bezien. Deze ge
dachte had veel voor zich, en hij begreep niet, waar
om hij zelve die gedachten niet eerder had gekregen.
Hij keek zijn vrouw onderzoekend aan, want hij achtte
het onmogelijk, dat dit in haar hootd zou zijn outstaan.
„Wie heeft u op die gedachte gebracht vroeg hij.
„Niemand. Zg ligt nog al voor de hand. Toni heeft
mij van morgen haar hartsgeheim toevertrouwd en gij
zijt de eerste met wien ik er over spreek. Ik wist
buitendien niet eens, dat de vader van den jenden
Ruling uw tegenstander was."
De handelsraad liep het vertrek op en neder. De
gedachte, welke zijn vrouw had geopperd, woelde hem
door het hoofd, en hoe meer hij er over nadacht, des
te meer voordeel bood zij hem. De eourant van Al-
breebt Ruling, den vader van den referendaris, was
zeer verspreid en bezat een buitengewoon grooten
invloed, hij had dit tot zjjn eigen nadeel dikwjjls ge
noeg ondervoeden- Welk een nuekt mo-st hij winnen
Vries hield een uitmuntende feestrede tot
aanbieding van het huldeblijk, zijnde een
uitstekend fraaie marmeren bnste van Beets,
door Stracké. De toejuichingen waren luid en
krachtig, vooral toen De Vries den wensch
uitsprak, dat dit beeld ook het nageslacht het
genot mocht verschaffen van in dat gelaat te
staren en daar er in zijne werken één zelfde
geest, één zelfde hart, één zelfde mensch te
ontdekken.
De feestrede was Beets waardig.
De heer Hubrecht wenschte geluk namens
de Ned. regeering en overhandigde namens
den Koning het commandeurskruis van den
Ned. Leeuw, alsmede de brieven, in de Holl.
taal gesteld waarbij hij benoemd werd tot
officier der Leopoldsorde. Die eerbewijzen,
twee te gelijk, en de keurige rede waarmede da
heer Hubrecht die aanbood, lokten den uit-
bundigsten bijval uit.
De heer Van Lynden bood daarna met een
hartelijk woord een album met een stoffelijk
geschenk aan, getuigende van de liefde des
volks en waartoe van de vorsten tot de een-
vondigsten, geleerden en ongeleerden, ouden
en jongen hebben medegewerkt. Curatoren
en prof. Hamaker begroetten hem namens da
Utrechtsche Universiteit, de maatschappij van
Ned. letterkunde boodt hem het eere-lidmaat-
schap aan. Namens de Vlamingen bracht Ros-
seels eene welsprekende hulde.
Te 1 uur ving de muziekuitvoering aan ter
eere van Beets en werden o.a. uitgevoerd da
wanneer het hem gelukte, Albrecht Rüling op
zijne zijde te brengen, wanneer diens blad in zijn
belang werkte en voor zijn zaken streed.
Hij had eenige jaren geleden beproefd, een eigen
courant als een hem dienstig orgaan te vestigen, do
onderneming had groote sommen verslonden, maar
hem weinig gebaat, omdat het niet voldoende gelezen
werd. Na twee jaren was bij genoodzaakt geweest,
de uitgave van het blad te staken, dewijl de kosten
van exploitatie zijn krachten te bovenging, en hij had
door zijn groote offers alleen de overtuiging gekregen
dat door geld wel is waar buitengewoon veel te boreiken'
doch niet het vertrouwen van het publiek te
winnen was.
Dit vertrouwen bezat Rülings blad in de hoogste
mat8, en dat was het, wat op eens al zijne bedenkingen
tegen de verloving zijner dochter ontzenuwde. Door
den invloed van dat blad kon hij in korten tijd zijn
vermogen vertienvoudigen en een macht verkrijgen
die het hem gemakkelijk zou maken, zijne eergierige
wenschen te bevredigen.
De jonge man, mot wien Toni zich verloofd had,
bezat immers het recht, het kleine woord waaraan hij
zooveel waarde hechtte, voor zijn naam te zetten zou
het dan nog zoo moeielijk zijn, hem er toe ta
bewegen
„Ik zal de zaak overdenken," zeide hij eindelijk
tot zjjne vrouw.
Het was zijne vrouw niet ontgaan, welke eene
verandering er met haar man had plaats gegrepen;
zij- was evenwel te verstandig, dit te verraden.
„Welk antwoord moet ik Toni overbrengen?"
vroeg zij.
„Ik zal er over denken," herhaalde Eger.
„Wilt gij mij toestaan u een raad geven!"
„Spreek," antwoordde de bankier op genadigen toon,
want hij vermoeddeniet, dat zijn bedeesde vrouw, dio
zijn licht ontvlambaar en dikwijls ruw gemoed sedert
vele jaren met groot geduld verdragen had, hem toch
in verstand overtrof.
„Gij hebt misschien nooit met Herman Rfflin»
gespreken, wilt gij niet beproeven, hem eerst nader
te leeren kennen, voor gij uw besluit neemt?"
De handelsraad aarzelde met het antwoord. Dez©
voorslag beviel hem Biet recht, en toch was dio
zoo verstandig, dat hij niets er tegen in kon brengen.
„Waar moet ik hem keren kennen?" vroeg hij,
„Hier in uw buis. Gij geeft eene kleine0 soif^j
waartoe hjj ook uitgenoodigd wordt."
„Zou bij daarin niet een toestemming