Binnenlandsch Nieuws.
dit is een verzinsel, dat hem in een moeilijk
parket brengt. Tal van lachwekkende tooneelen
vloeien hieruit voort, totdat de nieuwe docter
zich eindelijk eene beeldschoone freule tot
vrouw kiest, die met haren vader het gesticht
kwam bezoeken. Hiermee is de rust in het
„klooster" hersteld.
In het Grand Theatre van Lier in de Am-
st lstraat geeft men het kluchtspel „Haar kor
poraal," eene niet minder vermakelijke vertoo
ning waarin o. a. de gevierde mevrouw Albregt
optreedt als barones Pompeiburg, die verliefd
wordt op een huzaar. Tal van aardige „cou
pletten" luisteren de voorstelling op.
Ons aantal schouwburgen is sedert eenige we
ken vermeerderd met een naar den ouden trant,
lil. den Salon des Variétés in de Amstel-
straat, waar Judels destijds zijne lauweren
plukte. Evenals toen is daar thans de entree
75 cents, in vertering, en een nieuw gezel
schap, waaronder de oude Lamberg, geeft er
vaudevilles, die volle zalen trekken. De Komiek
Charlier drukt vrij wel de voetstappen van den
vermaarden Judels, terwijl ook een paar leer
lingen der tooneelschool zijn geëngageerd. We
krijgen ook een „Kermisbed" te hooren, waar
van het refrein is.- //jij komt van avond de
deur niet meer uit," dat in allerlei variaties
op lokale toestanden door den heer Charlier
wordt gezongen, tot groot vermaak van het
talrijke publiek. De Park-Schouwburg maakt
op deze ,/pret" eene uitzondering. Een nieuw
tooneelgezelsehap (alsof we daaraan nog gebrek
hadde i), gaf daar dezer dagen eene eerste voorstel
ling, die niet bijzonder in den smaak viel van
het publiek. Men gaf daar Lise Fleuron, een
drama in zeven tafereelen, naar den roman van
George Ohnet, den schrijver van „de Industriëel
van Pont-A vensnes," waarmee goede zaken
gemaakt zijn, hetgeen met Lise Fleuron wel
niet het geval zal wezen. Hier worden ons
een paar actrices voorgesteld die zoo naijverig
op elkander zijn, dat de eene een pistoolschot
lost op de andere, echter zonder het „gewensch-
te" gevolg. I)e juffrouw blijft zoo goed als
ongedeerd, en de andere zegt, dat ze het niet
helpen kon!
De groote opera (de fransehe) in hetzelfde
gebouw, trekt meer publiek.
Bij de voorstelling van „la Juive" moest de
politie de orde aan de loketten handhaven en
de volgende keer was het in de zaal zpo warm,
dat men nog bij de laatste acte verplicht was
de vier groote gaskroonen uit te draaien, de
verlichting aan de elektriciteit overlatende, uit
vrees dat er anders menschen in zwijm'zouden
vallen.
Vervolgens moet ik gewagen van den schouw
burg Frascati in de Plantage, waar operettes
in het hollandsch gegeven worden, hetgeen eene
„Omdat ik te verstandig ben, om zulk een dwaze
streek te begaan," antwoordde hij. „Vooreerst weet
ik, dat een bankier zijn dochter nimmer tot vrouw
zal geven aan een schilder, die alleen zijn penseel
zijn eigendom kan noemen; voorts weet ik ook niet,
waarvan ik zulk eene vrouw moet onderhouden, en
verder bemin ik die dame niet, alhoewel ik hare
schoonheid ten volle erken, en eindelijk ten vierde
denk ik volstrekt niet aan trouwen. Zijn deze redenen
n voldoende? Ik kan er gemakkelijk nog eenige
bijvoegen."
„Waartoe? Ik geloof u toch niet geheel en al,"
bekende Tilly rondweg. „Gij denkt niet aan trouwen,
waarom maakt gij dan de barones op zulk een in
bet oog loopende wijze bet hof?"
Deze vraag was den schilder niet aangenaam. Om
Tilly steeds meer en meer te verdrijven uit de nabij
heid der barones, daar hij in hem een gevaarlijken
mededinger zag zocht hij hem in kennis te brengen
met Toni en hem tot een schrede aan te sporen, die
hem indeoogen der barones beslist moest doen dalen
bii geloofde er volkomen zeker van te zijn, dat de
luitenant zijn plan niet zou doorziennu scheen er
bij hem toch vermoeden te ontstaan, waarom er
eigenlijk zoo gehandeld werd.
„Tilly, nw mensehenkennis strekt zich waarlijk niet
ver uit," antwoordde hij lachende. „Ik praat gaarne
met de barones, omdat zij een geestige vrouw is
en in de kunst belang stelt, ik ben haar verder dank
verschuldigd, omdat ik hoofdzakelijk door haar invloed
in de eerste kringen toegang heb gekregen, ik zou
dus ondankbaar zijn, wanneer ik niet vriendelijk
tegen haar was en dat noemt gij nu het hof
maken."
„Haiia! Bespottelijk!" riep Tilly.
,Ik houd dankbaarheid voor een zeer gevaarlijk
gevoel, want wanneer het onderwerp er van er naar
is, dan gaat zij bijna altijd in liefde over."
.Een drieste beweringging Kalinka voort. En
wanneer gij gelijk hadt, wat zou dan zulk "ren
dwaasheid baten De natuur heeft mij eiken aanleg
tot dweperij ontzegd en ik ben er haar dankbaar
voorik zou niet kunnen leven, wanneer ik niet de
zekerheid bad, wtderkeerig bemind te worden, en ik
ben te trotsch, er om te bedelen. Ik bemin de vrij
heid te veel, om die prijs te geven."
Tilly schudde langzaam het hoofd alsof hij de
woorden van den schilder toch nog geen geloor kou
scheuken.
«Ook ik bemin de vrijheid, en toch wil ik er geen
curiositeit genoemd kan worden. Voor dezelfde
stukken, die men hier voor een daalder te zien
krijgt, betaalt men in Frankrijk tien, twintig
francs. Thans geeft men er „Ruitenheer",
spelende in het fantastisch tijdvak van Karei
IX, dus 1570. Aan schilderachtige costuumsen
fraai decoratief ontbreekt het dan ook niet.
De eerste zanger var. dit gezelschap oefende
tut voor eenige jaren het eerzaam bedrijf van
schilder (verver) uit, maar toen ontdekte de
directeur van Frascati in hem een zanger van
niet alledaagsche begaafdheid, en sedert is hij
een sieraad van het gezelschap.
Ook de directie van het Paleis voor Volks
vlijt heeft voor een kermisballet ejezorgd. Hier
komt het voornamelijk aan op dansen, en steeds
worden danseressen van naam hiervoor geën
gageerd. Maar er wordt ook veel werk gemaakt
van het decoratief. Zoo stelt een der tooneelen
het bekende café op het Renibrandsplein voor,
een paneeltje om uit te snijden en achter een
lijst te zetten, zoo voortreffelijk is het ge
schilderd.
In Tivoli in de Nes is een café chantant
geopend, waaraan veel moeite en kosten zijn
besteed. Ook al ter nagedachtenis van de kermis
kunnen ambachtslieden gedurende deze maand
den dierentuin bezoeken, en het Panopticum
geeft eveneens tot dien prijs toegang tot zijne
zalen.
Ziehier een greep uit de September-verma-
kelijkheden, en ik vraag u of het hier eigen
lijk niet altijd kermis is?
Schaoen. Zondagmiddag streek alhier
op het erf van den Heer W. Meurs een
postduif neder, blijkbaar afgedwaald van de
postduiven, welke dienst deden bij de kader
manoeuvres, verleden week alhier en te Cal-
lantsoog gehouden.
De duif droeg onder de staart een pennen-
schacht, waarin een briefje van den volgenden
inhoud
Departement van Marine en Oorlog.
„Ten 5.30 des morgens van den 17Sept.
„verkenning van eene belangrijke scheeps-
„macht op de kust voor Callantsoog, ver-
„moedelijk een 20tal oorlogschepen en een
15tal particuliere stoomers (transport).
„Peilen Kamperduin Z.O. (M.W.)
„Callantsoog N.O. t. O.
„De vloot koerst om de Noord.
„a/b Torpedoboot Hekla.
„de luit. t/z le kl. komrn.
„B. de Groot.
eed op doen, dat ik mij nimmer buig onder het juk
van den echt," merkte hij op. «tiet is eenmaal de
gewoonte en het is ten slotte misschien goed, wanneer
men een gebiedster heeft."
„Mijne gebiedster is de kunst, mar bemin ik en
haar offer ik alles, haar behoort mijn hart, en
hetzelve is niet groot genoeg om het te kunnen
verdeelen."
Tilly sprong lachend op.
„Waarom lacht gij vroeg Kalinka.
„Gij hebt misschien gelijk," merkte hij op. „Doch
kom, wij mogen ons niet langer aan het gezelschap
onttrekken, en wanneer gij do referendaris de over
winning wilt bevechten, dan hebt gij niet te talmen."
De luitenant rekte zijn lange gestalte uit.
„Ik geloof niet, dat ik den referendaris heb te
vreezeo, dat zou al te bespottelijk zijn!" riep hij uit.
„Buitendien ben ik beden te slecht geluimd, om een
liefdesverklaring af te steken."
„Beste vriend, dat verlang ik ook niet," antwoordde
de schilder, terwijl hij zijn band op Tilly's arm legde
en hem langzaam in huis trok. „Gij begrijpt de toestand
niet goed. Gjj moogt de dochter niet veronachtzamen,
maar voor alles moet gjj u eerst van den vader
verzekeren."
„Gij zelve hebt gezegd, dat hij dien dien
mensch dien referendaris nog al genegen schijnt
te zijn."
„Pabvoor een bankier is zijn dochter een koopwaar,
die hij dengene geeft, die bet meeste bezit. Eger
sprak met zeer veel lof over u, omdat gij uw paard
hadt doodgeschoten; die daad heeft hem geweldig
geïmponeerd en hij is een sluwe patroon. Is het zoo
onwaarschijnlijk, dat zijne vriendelijkheid tegen Rülmg
niets dan berekening is, om eene verklaring uwer
zijds te bespoedigen Mannen van zaken houden van
zulke middeleD, dat zijn kleine streken, die zij aan
de benrs leeren, om op de stemming te werken."
Tilly ging een oogenblik zwijgend naast zijn
gelijder, deze woorden schenen hem stof tot nadenken
te geven.
„Ik geloof, dat gij gelijk hebt)" riep hij eindelijk
uit.
„Natuurlijk heb ik gelijk."
„Ik zal Eger nauwelijks alleen kunnen spreken."
„Is dat noodig Gij fluistert hem eenige woorden
toe en voegt er bij, dat gij morgen of overmorgen
bij hem dacht te komen. Ik geet u de verzekering,
dat hij het goed verstaan zal."
„Ik geloof dat ik eeu dwaasheid bega," riep de
De duif was bij de vangst blind en had
zeer waarschijnlijk zijn bericht aan den Minister
van Oorlog moeten overbrengen.
"1
®ij. ~de Algemeene Vergadering der
Vereenigmg „Het Rundvee-Stamboek Noord-
Holland", die den 10 dezer in het lokaal van
den hr. P. Ellebroek te Hoorn gehouden
werd, bleek, dat de vereeniging thans 185
leden telt, dat er 42 stieren en 500 koeien
in de stamboeken zijn ingeschreven en dat de
le Afl. van het Stamboek ook in het Engelsch
is gedrukt en evenals de Hollandsche uitgave
a 50 ets. voor leden en 75 ets. voor niet-
leden bij den Secretaris verkrijgbaar is.
De ontvangsten hebben bedragen f 732.55,
de uitgaven f 541.21, zoodat er een batie'
saldo is van f 191.34.
Een voorstel van het Bestuur om voor elk 0
afgekeurd rund door den eigenaar 50 ets. aan ij
de keurmeesters te laten betalen, wordt met L
21 tegen 18 stemmen verworpen,
Een ander voorstel van het Bestuur, aldus
luidende J I
Het minimum punten voor goedgekeurde t
runderen bedraagt 70, de hoogte van de
schoft moet minstens 126, van het kruis 127,
en het verschil tusschen de hoogte van beide
mag niet meer dan 5 cM. bedragen, wor it
aangenomen met 33 tegen 6 op dat van den
hr. J. Posch om de hoogte van schoft en kruis
minstens op 130 en 131 cM. te bepalen.
Het volgende voorstel van het Bestuur om
de 2de Afl. van het Stamboek voor rekening
der kas te doen drukken en bij den Secretaris
tegen betaling verkrijgbaar te stellen, wordt
na eenige bespreking bij acclamatie aangeno
men. evenals het voorstel om het inschrijvings
geld op f 2 per rund te bepalen, waarbij echter
wordt bepaald, dat zij die hunne runderen
reeds hebben aangegeven, met f 1 kunnen
volstaan.
Op voorstel van den Voorzitter wordt de
bepaling, dat bloedverwantschap of zwager
schap in den lsten of 2den graad tusschen
de leden van het Bestuur niet geoorloofd is,
uit art. 5 der statuten gelicht, waarna bij
acclamatie wordt bepaald, dat het Bestuur met
4 nieuwe leden zal worden aangevuld, waartoe
vervolgens werden gekozen de HH. J. Posch,
Jb. Koopman, C. Stapel, en C. Vis.
Tot lid van het Bestuur wordt herkozen de
heer Jn. Houter en tot Secretaris-Penning
meester de heer A. Kool.
De gekozenen, die in de vergadering tegen
woordig zijn, nemen hunne benoeming aan.
De overige voorstellen van het Bestuur als
„Door de Algemeene Vergadering kunnen ook
leden van verdienste worden benoemd" „Ia
elk onvoorzien spoedeischend geval treedt het
luitenant uit.
„Dan zou ik u er niet toe aanraden."
„En wanneer Toni mij nu eens afwijst?"
„Bespottelijk! Ik gebruik na uw eigen lievelings
woord," antwoordde de schilder lachende. „Ik heb tot
nu zulk oen traagheid nog niet bij u opgemerkt."
„De koekoek mag vertrouwen op het tiart van een
meisje," ging Tilly voort. „Hn dan, zij is een burger
dochter. Mijne mama zou toch een vreemd gezicht
zetten
„Dwaasheid, vriend," antwoordde Kalinka schielijk,
om aan deze gedachte geen verder voedsel te geven.
„De bankier hunkert reeds lang naar den adelijkeri
titel; ik weet het, en het zal ook niet zoo bijzonder
moeielijk vallen, hem dien te verschaffen; gij deCl'
uwe verloving eerst aan uwe mama mede, wanr.esr
gij schrijven kunt „Toni vou Eger". Dat klinkt zeer
goed. Kom nu mede!"
Zij keerden naar het gezelschap terug. Toni trad
hen tegemoet. Zij had gezien, dat haar vader nie
Hermann in een ander vertrek langen tijd oen onderhol
had gehad, en het opgeruimde gelaat van baar
gaf baar de overtuiging, dat haar geliefde hem
bevallen was. Zij gevoelde zich zoo gelukkig,
zij iedereen wel iets vriendelijks had kunnen zeg-
„Wij hebben u gezocht waar waart gij-'1' n
zij hen opgeruimd toe.
„In den tuin, de avond is te verleidelijk, g1"
Kalinka op zijn kalms wijze ten antwoord.
„Verleidelijker dan ons gezelschap?" >roeg 1
schertsend. u-Uar
„Dat heb ik niet gezegd," antwoordde^ de schi
„Wij hebben ons in don tuin afgekoeld."
„Neen, ik heb mij een weinig beschut teSe|icht_
stralen eener zon, die met haar verblinden
hier alles beschijntriep do luitenant uit,
bij even voor Toni boog. „„lanter
„Kom mynheer von Tilly, gij zijt veel g
dan mijnheer Kalinka," merkte Toni op. „.i-iden,
Zij liet zich door Tilly naar de zaal 8* wljj0
waarin gedanst zou worden. Op zeer Troolü j,et
praatte zij met hem. Hij gevoelde zich gestre
gelukkige rood, dat de wangen van het meisje hij
meende hij te voorschijn geroepen te M»
was opgewonden en had zich bepaald aan
geworpen, wanneer die hatelijke schilder er
was geweest. „„„„bii e°
Eensklaps ging Kalinka hom rakeling* z00laDg
fluisterde hem in het oor: „smeed bet üz)(
het heet is, - maar eerst bidden