Algemeen
Advertentie-
DONDERDAG
&Landbouwb l a d.
16 OCTOBER.
Ao 1884.
2Sstc Jaar£nti£.
1S20.
PATENTEN.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
N I E L W S-
J. WINKEL,
TE SCHAGENi
Ia
ii n n en lan dsch TV ie uws
SCHA
Do Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene
kennis, dat de patenten, aangevraagd in de maanden
Mei, Juni en Juli jlM le kwartaal, dienstjaar 1884i85,
ter gemeentesecretarie kunnen wordon afgehaald vanaf
Zaterdag don Hen tot en met Vrijdag don 17en
dezer, des voormiddags van 9 tot 12 ure; den inval
lenden Zondag uitgezonderd.
Schagen, den 10 October 1884.
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
Dr Burgomeester van Schagen
Gelet op de deswege ontvangea aanschrijving van
den Heer Commissaris dos Konings in doze provincie^
Boman van Friedrich Friedrich.
(12.)
VL
De overste Feodor von RQling zat met zijne vrouw,
aan de koffietafel. Hij scheen geheel on al in do courant
verdiept, waut hij sprak geen woord, on alleen greep
bij nu en dan zoekend met zijn rechterhand naar het
op tafel staande kopje, om het aan zijn mond te
brengen.
Zijn gezicht bezat ook nu de ernstige, strenge uit
drukking, die het gewoonlijk in den dienst bezat.
Bovendien ging het huiselijk leven bjj hem in het
dienstleven bijna volslagen op, tenminste hij had de
strenge grondregelen daarvan op hetzelve overgebracht:
strenge discipline en stipte gehoorzaamheid.
Zijn karakter was evenwel taraenljjk duidelijk te
onderscheiden van dat eens huistirans, vrant daartoe
Outbrak hem de noodzakelijkste eigenschap, de zelfzucht;
maar toch gold in zijn buis alleen zijn wil, en zelfs
zijne vrouw, die haar eigen hoofd anders had, volgde
bem schijnbaar zonder tegenspraak.
Hij was soldaat tot in hart en nieren, hij hield
zijn beroep voor het hoogsto en het beste, en al
*oonde er in hem ook een strengen zin naar recht,
zoo was zijn engel toch onwillekeurig blind geworden
voor vele zwakheden van zijn stand. Hij zag ze niet,
zij schenen hem geen zwakheden te zijn, anders zou
bij ze niet geduld hebben.
Zijn hart was inderdaad zacht en week, maar hij
^zgde er angstvallig voor, dit niet te laten blijken,
bn de dienst, waar er voor hem slechts een richtsnoer
de plicht, was daartoe zoer geschiktdoch zijn
^Cilieleven droeg daardoor in zekere mate het
hun pel der hardvochtigheid en koelheid.
Hij had zijne kinderen lief en wilde alleen hun
fluk, ja hij zou in staat geweest zijn zich voor hen
f te offeren, hij deed het ook reeds in zekere
zichten, daar hij zicbzelvon ternaanwernood eenig ge
legen gunde; toch had hij tusschen zich zeiven zijnen
nderen een scheidspaal opgericht, dien hij zelf wel
waar niet zag, maar die zwaar drukte op zijne
nderen. Zij stelden geen kinderlijk vertrouwen in
m vader.
leodor von Ruling had zijn trots daarin gezocht,
hte soldateukinderen van zjjn kindereu te maken»
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentién in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
Burgemeester en Wethouders der Gemoente Schasen;
Brengen naar aanloiding van art 203, alinea 3
der Wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad No- 85) ter
openbare kennis, dat do Begrooting dor plaatselijke
inkomsten en uitgaven voor 1885, zooals zij aan dun
Raad der gemeente is aangeboden, op de Secretarie
der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergologd
tot en met den 21en October a. s. en dat een ieder
daarvan, tegen betaling der kosten, een afschrift zal
kunnon bekomen.
Schagen, den 8en October 1884.
Burgemeester en Wethouders voornd.
De Burgemeester,
G. LANUENBERG.
do Secretaris,
DENIJS.
UITGEVER:
Laan, Wijk D, No. 5.
-
brengt onder de aandacht dor ingezetenen de volgende
bepalingen der op 1 October in werking getroden
wot, regelende hot Staatstoezicht op Krankzinnigen
Art. 2i Ie alinda.
„Het Staatstoezicbt strekt zich uit over alle
Krankzinnigen, met uitzondering vaa hen, dio, zondor
van hunne vrjjhoid te zijn beroofd, iu hunne eigene
woning of in die hunner ouders of echtgeuootön
worden verpleegd.*
Art. 3, le alinda.
„Hij, die een krankzinnige verpleegt, over wien
het Staatstoezicht zich uitstrekt, is gehouden hiervan
aangifte te doon aan den Burgemeester dor geineento
van zijn werkelijk verblijf, binnen tweemaal vier
en twintig uren na den aanvang dier verpleging.*
Art. 26.
„Wio iemand, die hier te lande woon- of verblijf
plaats boeft, of binnen de laatste zus maanden gobad
heeft, iu eeue buitenlandsche inrichting voor Krank
zinnigen doet opnemen, is verplieht binnou acht
dagen daarvan borioht te zonden aan den officier van
Justitie bij den rechtbank van het arrondissement,
waarin du laatsto woon- of verblijfplaats hier te
lande van dun in da inrichting opgenomen persoon
gelegen is.*
Het verzuimen der bovenbedoelde aangiften is
strafbaar met eene boete van vijftig cent tot drie
honderd galden.
Schagen den 14 October 1884.
De Burg,«meester voornoem!.
G. LANGENBK1U.
Schaden. De heer Rottier, alhier, is benoemd
tot onder wijzer aan een der Tusschenscholen
te Vlaardingen eu aan de O. L. S. te Oudorp,
volgens zijn beschouwing bestond er geen betere
opvoeding. En tijdig was hij daarmede begonnen. Toen
zij nog nauwelijks in staat waren te loopeu, wisten
zjj reeds, dat or voor hen geen andore wil was, dan
die van haren vader. Wannoor hij beval, hadden zij
geen „maar" in te brengen, en mochten zij noch
rechts of links afwijken, zijn commando luidde:
recht uit! en deze richting hielden zij. Zij konden
het ten slotte niet anders. Gehoorzaamheid, strenge
plichtsvervulling, orde en regelmaat, waren bij hen
gewoonte geworden, maar menige teedere bloesem
was daardoor ook in hun gemoed verstikt. Zij kenden
niet dat open, kinderlijk vertrouwen jegens hunnon
vader; zij hadden hom lief, maar de vrees overtrof
groorendeels hnnne liefde.
Egon, zijn oudste zoon, was luitenant en lag in de
residentie. Hij was, zonder dat de overste zich zeiven
dit durfde bekennen, zijn lieveling. Hij geloofdo toch,
zich zeiven in don zoon weder te zien. Dezelfde liefde
voor zijn beroep, dezelfde trota daarop en dezelfde
gestrengheid in den dienst.
„Hij is een soldaat, zooals ik hem verlang," zeide
de overste van hem, en dat was de hoogste lof, die
ooit door den overste werd uitgesproken.
Zijn tweede zoon, Kart, die nu negentien jaar
telde, was ook voor den soldatenstand bestemd ge
weest en had verscheidene jaren doorgebracht op
de Kadettenschool. Doch bij dezen stillen en toeder
gebonwden knaap was de atkeer van dit beroep
steeds grooter en grooter gewoidea. Hij had bet
niet gewaagd dezen afkeer aan zijn vader t« beken
nen; maar het heette dat hij bij al zijne kameraden
ten; achtor was gebleven, omdat hij geen belang
stelde in al hetgeen wat hem moest bekwamen tot
het beroep van officier. Bovendien waren zijne gees
tesgaven tamelijk gering; het leeren viel hem zwaar
en ook ontbrak hem de volharding. Al de goedheid
zjjns harte vermocht niet die gebreken te vergoeden.
Eindelijk had hij zijn vader, die over de slechte
rapporten, die hij geregeld mede bracht, zeer vertoond
was, bekond, dat hij geen neiging gevoelde voor
den militairea stand, maar koopman wenschte te
worden,
De overste was verschrikt, dat zjjn eigen zoon
geen neiging gevoelde, voor het beroep dat hem het
hoogste toescheen; hij was eerst besloten, deze dwaze
neiging met de grootste gestrengheid te bestrijden,
maar bij een kalmer nadenken was hij toch tot de
overtuiging gekomen, dat het hier iets anders gold,
dat etn onherroepelijk gehoorzamen. Het lag niet in
zijn macht, deu knaap den lust op te dwi'gen, eude
Prijs per jaar/3.Franco per post /3.G0
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels f 0.75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
«.V
doch heeft het beroep naar Vlaardingen aan
genomen.
De kolfwedstrijd laatstelijk te Niedorp
gehouden vindt navolging:
Te Spanbroek heeft de sociëteit de Vier Eenen"
besloten op den 5 en 6 November a s. een Na
tionale Kolfwedstrijd te doen houden, en be
stemde daartoe de volgende prijzen :f 100, 50
25, 15, en 10. Ieder die wil mededingen moet
voor den 290ct. zich bij den secretaris dier
sociëteit, den heer J. Schuitemaker, aanmelden
en het bedrag van f2.50 toezenden, waarvan
hem bij deelneming 1.50 wordt terug gegeven.
Voorts heeft men bepaald dat de prijswinner
uitgeroepen zal worden tot „Kolfkoning" en
na afloop van den wedstrijd zal er een feest
plaats hebben, dat met een gemaskerd bal zal
worden besloten.
Toen Vrijdag 11. te Helder weder zes
trouwlustige paren voor den Burgemeester,
den heer M. K. J. C. Stokman Bosse, stonden,
had het niet onaardige voorval plaats dat op
dezen dag, door Z. E. Achtb., als ambtenaar
\un den Burgelijken stand, voor de 5000ste
maal een huwelijk werd voltrokken. Ter her
denking van dat feit gaf Z. E. Achtb. aan
ieder der zes bruiden een bloemruiker en een
Hacon, terwijl nog een van hen bij loterij een
lamp werd geschonken.
Den 8 dezer werd te Ursem van wege
de afdeeling „Ursem en omstreken" der lloll.
weinige bekwaamheden zouden hem als otficior weinig
in het voordeel geweest zijn. Met zwaar, zoor zwaar
hart, had hij eindelijk toogegeven, mair sedert dien
dag was er onwillekeurig eene klove ontstaan tusschen
vader en zoon. Niemand kon zeggen dat hij onrecht
vaardig tegen hem was, hij zelt wilde dit in het
minste zijn, maar het kwetste zijn trots, dat zijn zoon
koopman wilde worden; het was hem, alsof er op
zijn eer nu ook een vlek was geworpen. Wel zeido
hij tot zich zeiven, dat deze gedachte dwaas was,
want elke eorljjke stand had recht op volle waardee
ring; doch hij kon deze gedachte niet van zich af-
schuddon.
Kurt werd nu op een bijzondere school godaan, om
zoover te komen, dat hij het examen zou kunnen doen,
hetwelk hem het recht zou geven, aan zijn militaire
plichten als eenjarig vrijwilliger te voldoen. Ook in
die school vorderde hij zeer langzaam, ofschoon hij
het niet aan vlijt liet ontbreken. Om zijn krachten
aan te sporen, had de overste hem voor dit examen een
vasten tijd bestemd en er de bedreiging bijgevoegd, dat
hij als gewoon soldaat drie jaar zon moeten dienen,
wanneer hij het examen dan niet mot goed gevolg deed.
Hoe strenger de overste met hem was, des te nauwer
sloten zijn moeder en eene een jaar jongere zuster Ulrike
zich bij hem aan. Hij was do lieveling zijner moeder
en de vertrouwde van Ulrike. Zij beoordeelden ham
anders dan zjjn vader. Zij kenden zijn goed hart en
zijne bescheidenheid; zij zagen zjjn vljjt en wisten,
hoe ernstig hjj arbeidde. Was het zjjn schuld, dat
hjj weinig geestesgaven bezat? Zij gevoelden medelijden
met hem en het deed haar leed, wanneer zjj zagen,
hoe hjj zjjn trouw, blauw oog in zjjn vaders tegen
woordigheid schuchter opsloeg, en hoe de angst, ook
maar iets tot diens ontevredenheid te doen, hem niet
verliet, maar hem nog beschroomder maakte. Door
verdubbelde toederheid trachtten zjj hem daarvoor
schadeloos te stellen.
Om de opvoeding van zijn dochter had de overste
zich minder bekommerd, maar het streelde hem toch,
dat zij tot een schoon meisje was opgegroeid. Ulrike
was de eenige, die voor zjjn ernst en gestrengheid
niet bang was. Zjj waagdo het somtijds, mot hem te
schertsen, en was hjj goed geluimd, dan liet bij dat
lachend begaan.
De overste was in do courant nu aan de familie
berichten gekomen en zjjn oog vloog die door.
„De zoon van mijn broodor is verloofd," zeide hjj.
„Met wie?" vroeg Elfriede, zijne vrouw.
Zwijgend overhandigde Ruling haar het blad oa
stond op.