A L G E M E E
Advertenti e-
ZONDAG
IV E E t' \V S-
&Landbou W B L A 1).
26 OCTOBEli.
f]
V. tS23
Ao 1884.
28ste Ja.irK.ins:.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EEKSTE BLAD.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
G. LANGENi'BERG
Aan öe Kiezers
J. WINKEL,
TE SCHAGEN»
Laan, Wijk D, No. 5.
i
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
eerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
De Burgemeester van Schagen, brengt ter
kennis van belanghebbenden in die gemeente
dat de handteekeningen op de verklaringen,
welke de verkoopers van vee, bestemd voor
uitvoer naar Amerika en elders betrekkelijk
den oorsprong daarvan enzthans afgegeven,
niet door hem mogen worden gelegaliseerd
tenzij die verklaringen zijn gesteld op een
zegel van vijftien cents hoofdrecht.
Belanghebbenden zullen dus hierop dienen
te letten, ten einde, bij voorkomende leve
rantie, gcene moeielijkheden te ondervinden.
Schagen den 21 October 1884.
Do Burgemeester voornoemd.
~\J 1
inoeielijke tijd, die wij .beleven, maakt
helleren kiezer tot plicht zijne stem uitte-
bren.
ht diezelfde geest van moedeloosheid en
onichilligheid, die de kiezers doet te huis
11
Roman van Friedrich Friedrich.
(1
VII.
UITGEVER:
blijven, is de oorzaak onzer machteloosheid.
Het ontbreekt ons niet aan bekwame man
nen ,niet aan eerlijke, niet aan goedgezinde
en welwillende mannen.
Het ontbreekt ons aan sterke mannen, aan
mannen van karakterwaar is de sterke man,
die de teugels der regeering houdt? Zijn wij
niet reed3 zoover gedaald, dat Heeinskerk's
diplomatenkunst voor kracht geldt?
Waar is de leider in het parlement, wiens
vastheid van karakter de partij in toom en band
houdt! Waar zijn de even-knieën van Thor-
bccke, van van Hall, van Groen? Wij zijn op
den weg, waar koppigheid doorgaat voor ka
rakter, waar men Taks hoogmoedig geloof
aan eigene onmisbaarheid, karakter noemt.
Waar voert ons al die bekwaamheid, al die
welwillendheid, waar voeren ons al die goede
bedoelingen, dat willen zonder kunnen heen?
Wij weten hetnaar een reusachtig kerk
hof van doodgeborene wetsontwerpen, naar
een renperk, waar hoofden van groepjes een
waren /;muizen- en kikvorschenstrijd" voeren,
heid welig bloeit en het gezonde leven verstikt.
De staatkundige strijd wordt politiek gekib
bel, het regeeren een handig leven bij den
da" dat debat in de Kamers een ledig woor
denspel, de schriftelijke voorbereiding in het
parlement eene maculatuurfabriek voor de
D»yorsto was opgestaan en doorliop gejaagd hot
Tertt.
.Ieder, gij zegt mij dat alles alleen, om mij go-
rust i stellon,* riop de overste nit.
D&udo vrouw keerde het blinde golaat naar hem
too.
Bjdoor, heb ik ooit tegen mijn overtuiging ge-
•proin f" vroeg zij. .Ik heb Kart lief gehad, zooals
ik i® eigon kind niet meer lief kan hebben de goed
heid -an zijn kinderlijk hart had iets roerends. Hoe
gaaro luisterde ik naar hem, wanneer hij bij mij
kwamen hier aan mijne zijde ging zitten. Zacht stree-
lend lotkoosde hij dan mijn oude hand. Toen ik blind
Werd, was hij zos jaar oud, en het is eigenaardig, ik
heb nij nooit kuunen voorstellen, dat zijn gelaat ver
anderd isin mijn geest zag ik nog altijd don zes
jarigen knaap voor mij, terwijl ik de veranderingen,
die er met Egon en Ulriko plaats hadden, mij zeer
goed kon voorstollon
,Hij was nog een kind," verzekerde de overste.
Ik heb dikwijls gevreesd, dat zijn krachten niet
toereikende zouden zijn voor de strijden, waarvoor
het leven geen mensch spaart," ging de oude vrouw
voort. Hij zolf scheen dit te gevoelen, want wan
neer ik met hem over de toekomst sprak, dan gaf hij
altijd den wensch te kennon, dat spoedig de leertijd
Voorbij zou zijn. Hij deed dit niet met do godachte
dan vrij to zijn, en naar eigon wil te kunnen hande
len, maar hij verkeerde in het vaste geloof, dat het
leven dan geene inspanning meer van hem zou eischen.
Ik zal er hem geen verwijt van maken, zijn wil was wel
goed, maar hem ontbrak de kracht, en die kon hij
zich zeiven niet geven.
De overste was al dien tijd, dat de weduwe gespro
ken had, met gebogen hootd bet vertrek langzaam
op en neder geloopen, nu bleef hij staan en trad
eensklaps op zijn moeder toe. Hij vatte haar hand
de zijne was koud, ofschoon die van ontroering beelde.
>,Ik dank u, moeder zeide hij, Uwe woorden hebben
mij gedeoltelijk mijn rust wedergegeven. Ik had dit
alles ook tot mij zeiven gezegd, maar ik wist niet meer of
•k mij zeiven moest gelooven. Mijn hart riep mij toe
dat ik te streng was geweost, mijn Yeratand verdedig
de mij wio had er recht?"
.Misschien beiden. Zullen hoofd en hart to zamon
gaan, daar moeten beiden iets toegeven. Eon rocht,
dat men met onverwrikbare gestrengheid doorzet, kan
tot onrechtvaardigheid leidon; een grondstelling, dio
niet woet van toegeven, wordt hardvochtigheid Ik
spreek niet met be.rekking tot het ongelukkige kind,
dat heoft rust govonden en uw rust niet moor zal
verstoren, ik spreek van uwo verhouding tot uw
broeder, tot Albrecbt"
Do overste richtte het hoofd omhoog.
,Van welke verhouding?" herhaalde hij.
.Is er geen middel dat u verzoenen kan P" vroeg
de oude vrouw.
.Heeft hij zich bij u beklnagd?"
.Niet beklaagd. Het doet hom leed, dat allo be-
trekkingon tusschen u en hem zijn afgebroken."
.Zijne beschouwingen zijn daarvan de oorzaak, niet
ikriep de overste.
De wednwe schudde langzaam het hoofd.
.Feodoor, moet gjj hem niet hetzelfde recht toekon»
nen voor zijne beschouwingen, als gij voor douwen in
aanspraak neemt Ook hy handelt uit overtuiging.
Gij houdt zijue beschouwingen voor dwaal begrijpen,
hij gelooft bet zelfde van de uwen."
.Moeder, de toestand der zaken is evenwel geheel
anders. Zijn persoonlijke overtuiging zou mij weinig
belang inboezemenmaar hij strijdt in zijn courant
togen den stand- waartoe ik behoor en, waarop ik
trots ben Dat moet mij krenken."
.Ziet gij bet niet te donker in? Hij strijdt niot
tegen uw stand, maar togen datgene wat hij bij bet
militairisme voor valsch en voor overdreven begrip
houdt."
.Er_^zijn geen overdreven begrippen."
nifj boadt ze er toch toch voor. Wilt gjj zijn vrije
ratitfttng aan banden leggen Beproef liever hem te
genezen van de dwaling zijner inzichten."
De overste haalde even de sebonwders op, niet zon
der eon minachtende uitdrukking.
,Moet ik mij met bemin courant-geechrijfinlaten?
Nimmer!"
.Het is een ongeluk, dat niet alleen ook uwe inzich.
ten, maar ook de wapens, waarmede gij u verdedigt,
zoo zeer verschillend. Albrecht's wapen is het woord."
.Mot dit wapen is al zeer veel onheil gesticht!''
antwoordde de ovesste hierop.
fl3 het zwaard minder eerzaam, omdat de hand van
een roover het kan misbruiken vroeg de oude vrouw.
yGjj moogt niet twijfelen aan Albrecht's oprechten eer
lijkheid; hij is nw broeder!"
J .CJntziet bij mij dan?" vroeg de overste- Hij valt
mij aan, niet ik hem I"
aIk heb nooit gele-.en, dat bij n met een enkel
Prijs per jaar/3.—. Franco per post /8.C0
Afzonderlijke nummers 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels 0 75*
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
staatsdrukkerij.
Te verwonderen is liet niet, dat sommig"
kiezers, die uit beginsel gewoon zijn liberaal
te stemmen, den moed op geven, en in ver
zoeking komen te huis te blijven en hun hert
aftetrekken van de zaken van den staat.
Zeker zijn de antirevolutionairen nog die(>cr
gedaald, die de grootsche figuur van den ede
len Groen van Prinsterer, moesten ruilen voor
dr. Kuiper, wiens wang nog gloeit van den
hardhandigen oorveeg, hem met zeemanshui-
heid door Jhr. de Casembroot toegebracht
Zeker hebben de ultramontaansche kiezers
geen recht zich boven ons te stellenbij hen
is de kerkelijke discipline, hoe streng ook, on
machtig om het gebrek aan een grootsH10
gedachte en aan een man om haar uit te
voeren, te bedekken.
Maar schijnbaar maakt gecne enkele pnrtij
het zoo bont als de liberale.
Schijnbaar, want bij ons treedt de verdeeld
heid in de openbaarheid, die bij de andere
partijen binnen.
reikt, die onduldbaar en ondragelijk gewc.r Ie"
Tak tegenover Gleichman, wie heeft gel ij
Indien er in dit district een kiezer is, dio
het weet, dat hij het zegge, want de schuld
aan deze politieke ellende is eene groote schuld»
die niet behoort onverzoend te blijven.
woord hooft aangevallen."
,Wie datgene aanvalt, wat mij heilig is, dio Talt
mij aan!"
Feodoor, uw broeder zijn zijne overtuigingen °ois
heilig I" vormaando de oude vrouw. .Moet bij die v.el"
loochenen, alleen omdat gij zo niet deelt? ¥«Hmet
onrechtvaardig togen hom."
Ik ben hot niet. Ik kan niot mot dongone °'n
gaan, die in al zijue beschouwingen mijn tegeiiat'wl"''r
is en zijne meeningen door do courant in do versta
kringon ingang tracht to doen vindon."
Dat is zijn beroep."
En dat beroop schoidt ons
De oude vrouw zweeg, want hare woorden bleven
zonder de gcwonschte uitwerking. Zij moest d0"
wensch, hare beiden zonen met elkander to verzoe
nen, opgeven.
Laat Ulrike spoedig bij mij komon, zeido *'J c;ln~
dèïijk, zoo doende aan bet gesprek eon andore w ",u"S
gevende. „Het doot mij goed, wanneer het ki 1 "iet
mij praat. Moor dan vroeger herinner ik mij m» mlJ"
eigon jeugd, die jaren, waarin ik zoo oud was a'3 ZU
nu is.
Do overste beloofde dit- nij kustto zijn m<w"er °P
het voorhoofd en verliet haar.
YIU
Den luitenant von Tilly was het niot moei' IUk S°"
vallen, het origineel te vinden van het portret, ?:ik
hem i'n des schildes atelier zoo zeer in YoT*oeT'nS
had gebracht. Hij had terstond den raad v»a do®
schilder opgevolgd, en was uiterst voorzichtig *e w?r.k
gegaan. De inlichtingen, dio hij omtrent he» m'
had gekregeD, hadden hem evenwel niot zeer bfc rodigd.
Zij was hem voorgesteld gewordea als een «efrttektei*
en uiterst teruggetrokken meisje, haar vadc-r aIs eGa
oude strenge zonderling, die alleen voor zii'-
leefde en angstvallig over zijn dochter waa<tG- 11
had vernomen, dat Marie dagelijks naar do m
van den overste ging, om haar voor te lezer 011 h,J
was bij dit bericht Vel wat verbluft geraak*. want
dat paste Diet bij zijn plan- Maar de moeid ikheden,
die zich aan hem voordeden, bekoorden hem, de. moeder
van den oversto en baar voorlezeres behoorden nmt
tot den dienst, en hij bad altijd beweerd, «La malles,
wat niot tot den dienst behoorde, bad ovt?':e hm?
niots te bevelen en vooral niet in zulie kte*13® llot"
desgeschiedenisscn.
Hij had echter de voorzichtigheid gehad. mj Z1J'1
poging om met Mario in konnis te komen, de» "f'1"1111
af te leggen en een burgerkleeding aan to trekken.
Hij wist, wanneer Marie vau mevrouw Ri» og kwam.
het was 's avonds en bij had het reeds lu-den