II A lül ii m ALG e M E E A zoSdag Li 2 NOVEMBER. ,V. IS23 A I) V E R T E T I E- Recapitulatie. N I E u w s- L A i> B O E W 11 L A D, .1. WINKEL, Ao 1S84. 2Sstc Jaargang, ZELDEN TEVREDEN. rp TE SCHAGEN, Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens aap— en Zaterdagavond. Bij inzending tot s middags 12 ure, worden Adcertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Inoezonden stukken één das vroeger. IX. Na alles, wat we over bovengenoemd on derwerp hebben aangevoerd is de stof nog in geene deele uitgeput, maar er moet ook rekening gehouden worden met het geduld der lezers. Ook zij zijn zelden tevreden en hebben dit met de anderen men6chenkinderen gemeen. Toch moet dit zooveel mogelijk tege moet gekomen worden. Alvorens evenwel voor goed van 't zoo be langrijke onderwerp af te stappen, willen we kortelijk het behandelde herhalen en tot de gewichtige slotsom komen, die een vaderlandsch dichter Kamphuvzen, dezelfde, die de schoon heden der Meimaand heeft bezongen, zijne land- genooten toeriep, namelijk Och waren allen menschen wijs, En wilden daarbij wel, Dan waar' deez' aard een paradijs. Nu is ze meest een hel Nu is het allerlaatste woord wel een weinig kras, maar 't is toch waar, dat menigeen zijn geluk, zijne tevredenheid zelf verwoest en de werkelijke oorzaak van zijn ongeluk is. Wij hebben in eene reeks van opstellen nage gaan hoe 't komt, dat er zoo weinig ware te vredenheid onder de mcnschen te vinden is en Roman van Friedrich Friedrich. (14.) VIL Terwijl Marie hot avondeten opzette en bedrijvig iti het vertick hoon en weder liep, opdat baar vader bij zijn terugkei r van de drukkerij, het eten gereed zou vindon, verleide zij baar broeder van de vriendelijkheid en do mildheid van de oudo Mevrouw. „Ik bob haar lief, als waro zij mijn ei pen moeder,'* zeido zei. „Zij is sedert jaren volslagen blind, maar nooit murmureert zij over haar lot, nooit is zij onge duldig. Wanneer zjj meent, dat bet voorlezen mij vermoeit, dan moet ik naast haar gaan zitien en met baar praten, en zij vraagt naar alles en 6lelt overal belang in." Bruno had zich nedergezet op een stoel in do nabijheid van bet venster en hoorde zwijgend toe. De ontmoeting niet Tilly speelde hem nog altijd door het boold en riep zorgen in hem op, die hij evenwel niet mocht doen blijken. Binnen weinige dagen ontvang ik mjjn eerste maandgeld," vertelde Marie verder, «ik zal het op vaders bord leggen, om hem te verrassen. Ik verheug er mij in, dat ik nu ook iets verdien, want ik geloof, dat het vader toch moeielijk valt, zooveel voor ons te doen, als hij doet'.' Bruno stond op. «Wanneer dit ongelukkige jaar voorbij is, dan zal ik mijn examen doen en hoop dan voor mij zeiven te kunnen zorgen," zeide bij. .Mijn studie heeft hem 'etl gekost, maar het was zjjn verlangen, dat ik studeerde." «Was hot niet uw wcnsch?" vroeg Marie. «Zeker, en toch is reeds meer dan eenmaal de ge dachte bij mij opgekomen, dat het beter geweest zou 2lïn, waDueer ik een ander beroep bad gekozen. Ter- tcheidenen van mijne vroegere schoolkameraden, die jioch door vlijt noch door bekwaamheid uitmuntten, bibben nu als boekhouder in een handelszaak of in ®en 'abriek reeds goede betrekkingen, zij verdienen reeds meer, dan ik in een jaar als onderwijzerzal vei dienen!" »Yerl°kt het geld u dan zoo bijzonder?" vroeg «arie op schertsenden toon. I r^'eem. maar dan had ik vadir niet meer lastig j w allen." UITGEVEB: Laan, Wijk D, No. 5. Trijs per jaar/3.Franco per post /3,C0 Afzonderlijke nummers 0.05. Adcertentiën van één tot vijf regels 0 75, iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. daarbij hadden we niet anders op 't oog, dan verbetering in dien ongelukkigen toestand te brengen. Aan alle kanten gaan zoovele stem men op ter veroordeeling van het tegenwoor dige, ter ophemeling en betreuring van de voor malige, goede tijden, waarin ook wel ontevrede ne menschen zullen geleefd hebben, dat het waarlijk geen onnut werk kan genoemd worden, wanneer men pogingen, hoe zwak dan ook, aanwendt, om eene betere stemming iu 't le ven te roepen. Zou 't niet een veel edeler werk zijn, onze medereizigers tot geduld aan te manen, hen met bedaardheid neer te zetten, dan hunne hartstochten op te wekken, hen hoe langer hoe ontevredener te maken, en zoodoende oor zaak te zijn, dat ze zich later werkelijk onge lukkig te gevoelen? Men noeme dit geen indommelen. Het te gendeel is waar. Wanneer wij de oorzaken dier ontevredenheid hebben nagegaan, hebben we tevens de middelen aangegeven, om daarin verandering te brengen. Van zoete rust, van indommelen is geen sprake. De mensch moet zijn vrijheid behouden, maar die ook nuttig en net verstand aanwenden. Zich zeiven helpen is eene kunst, die weinigen verstaan noch wil len aanleeren en beoefenen. Is een toestand verkeerd, wel nu, verbeter diensteek dan de handen uit en grijp de middelen aan, die voor de hand liggen. Dat juist willen de meestcn niet. Moedeloosheid maakt zich van 't grootste gedeelte meester. Dat moesten de zoogenaamde „Bruno hjj doet immers zoo gaarne voor u, wat hij kan I" «Ja maar hij kan zich zclven niet do geringste uit spanning toestaanWat heoft bij eigenlijk aan bot loven? Van don vroegen morgen tot don laten avond zit hij in de redactie in zijn eng, bedompt vertrok en leest correcti. s, en bier in buis werkt bij bovoudien nog tot laat in den nacht, om nog iets or bij to ver dienen. Is or dan voor hem ooit een feestdag Heeft bij van bet leven meer dan bet work «Hij heeft ons, en gij weet, hoe gelukkig hij zich gevoelt, wanneer hot ons goed gaat." De deur der woning word geopend, men boordo langzame schreden en eon korten hoest. «Vader!" riep Marie uit en cilde naar de deur om die te openen. Een magere, gebogen gestalte, trad het eenvoudige vertrek binnen. Dc man, die binnentrad was nog maar een vijftiger, dooli zijne haren waren reeds grijs en do ingovallen wangen waren van diepe voren doorploegd. «Goeden avond, vader!" riep Marie uit, terwijl zij hem tegemoet snelde; zij nam zijn hoed en stok aan en schoof voor bem een stoel bij do tafel. «Goeden avond, kinderen,* antwoordde de oude man, en over zijn gelaat gleed een vriendelijk, tevreden lachje. „Ik kom heden avond iels later E n onhandig zetter liet een vorm op den grond vallen, alles geraakte door elkander, bjjna bet grootste gedeelte moest opnieuw gezet worden en ik moest dus wachten om te corrigocren,* „Gij hebt daardoor dubbel werk gehad," zeide Mario roet deelneming. «Kind, wat hindert bet, dat ik een uur werk meer gei ad heb? Maar komaan, laat ons nn eten." Bruno roerde het eten ter nauwerncod aan,bij was stiller dan gewoonljik. Meermalen liet zijn vader den blik onderzoekend op hom rusten. „Wat scheelt or aan vroeg bij eindelijk. ïsiets, vader," gaf Bruno ten antwoord en deed moeite zich zoo opgeruimd mogeljjk voor te doeu. «Gij eet niet," merkte Sottau op. «V ij hebben heden zeer druk gtëxeceerd, daarom ben ik nog al vermoeid.* De corrector zweeg. Het antwoord stelde bera evenwel niet tevreden, want de licbaim nli,kc inspanning bad den eetlust moeten verscherpen. Intusseheu verried het gelaat van den jongen man meer ontroering dan vermoeidheid. jBruco", ztide dc oudo Soltuu na ecnig zwijgen, volksleiders inzien. Zij moesten de menschep niet neerdrukken, maar opheffen. Ze hebben den mond vol van de rechten der mcnschen, maar spreken niet van hunne verplichtingen. Volbrengen van verplichtingen moet vooraf gaan en dan hoeft men recht, om zich op zijnq rechten te beroepen. We hebben zooveel mogelijk trachten aap te toonen, dat de toestand van ons, Nederlan ders, waarlijk nog niet zoo heel kwaad is. r/Wanneer ik gevoelde, zegt een schrijver, dat ik ontevreden werd, dan zag ik naar mei s -hen, die 't. veel minder goed hadden, en dan werd ik beschaamd en zweeg." Dat is een probaat mid del, dat nooit veroudert en altijd heilzame kracht bezit. We kunnen waarlijk de vergelij king met andere volken wel doorstaan, en in de laatste jaren werd ons land tengevolge vaq tentoonstellingen, kongressen enz. meer doop vreemdelingen bezocht dan anders, en ten ge volge daarvan kunnen we in buitenlandsche werken meer dan eene beschouwing over ons vaderland en zijne bewoners lezen, en allen uerr.raen daarin overeen, dat de toestand vap ons landje en van ons volk vrij wat gelukkiger is dan die van menig ander. Er is evenwel nog eene omstandigheid, die we niet onaangeroerd mogea laten. Genoeg bekend is de fabel van de kikvorseh, dio jaloersch werd op de grootte en den omvang van 't lichaam van den os, die op het weiland dicht bij de sloot liep. De kikvorseh gevocldo zich zoo bitter klein en nietig en trachtte «ik hob gelezen, dut uwo kameraden heden avo-ul ooi» foost \ieroo. Gjj hadt cr misschien gaamo aan deelge nomen, waarom hebt gij tnjj dat niotgozcd? Ik zou u met genoegen het geld gegevon bobben," «Neon, lader, ik heb daaraan tornauwernood gelacbt," antwoordde de jonge mau, „Ik zou daaraan volstrekt geen doel hebben willon nomen." „Waarom niet?* vroeg Soltau en keek zijn zoju onderzoekend aan. Bruno aarzoldo mot het antwoord. „In doze uniform schiju ik onder mijno kamaradon steods ooii vreemdeling," zeido bij toon. „Er ligt oen dwang op mij, dio mij hindert, vroolijk tc ziju; ik boud mij dus liever cp oen afstand." De corrector liet zijno grooto oogen rusten op zijn zoon, zij schonen to vonkelen, zijne vermoeido en afgematte gelaatstrekken worden levendig, zjjn inge zonken borst bewoog zich heftiger, zjjn lippen openden zich tot een antwoorJ, maar bij zweeg en at voort. Toen hjj korten tijd daarna van tafel opstond, begaf hij zich, gelijk iodoien avond, naar zijn klein vertrek, om te arbeiden. Bijna werktuigelijk nam hij conigo correcties, die nog eens overgelezen moesten worden uit de zak en legde die op tafel neder, lljj trok zjjn jas uit, zotte zicb neder, plaatste zijn lamp goed, nam een pen ter band en begon te lozen- Maar de letters verdwenen voor zijne oogen, want zijno gedachten hielden zich met geheel anderezaken bezig. De woorden van zijn zoon klonken htm nog in do ooren, en altjjd weder herhaalde hij ze; zijn zoon droog de uniform met tegenziu. Een tr. k van inwendige vreugde gleed over zijn gelaat. Hij bad op de be roepskeuze van zjjn zoon geen invloed uitgeoefend/ maar toch had hot bem leed gedaan, toen deze met jcugdigi geestdrift als een-jarig-vrjjwilligcr in dienst was getredon; door geen gebaar bad hjj verraden wat in hem otnging, doch nu sloeg zijn hart met een ge, voel van trots, omdat zjjn zoon meer en mser over helde tot zijne grondbeginselen, die hij evenwel zeeF zorgvuldig verborgon fcield. liet was zijn bloed, dat in liruno's aderen vloeide. Hij hield de pen nog in de band en staarde dromeend voor zich boen. Zjjne herinnering voerde hem een lange reeks van jaren terug en bleef zich bepalen, bij een be.ld, dat hem nog altijd helder voor den geest stond. Hjj was student iu de tlieolo -ie en liet zicb keuren voor den militairen dienst. Hij was er op voorbereid, voor den dienst goedgekeurd te worden, en be-loten, zijn plicht met nauwgezetheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 1