A L G E 55 E E Ai
A. I> VEBT E X T I E
y
I
Mi A X E> IE O U AV B L A li#
Bekendmaking.
IN ONZEN TIJD!
ZOXDAC
a
r
25 NOVEMBER,
J. WINKEL,
TE SCHAGENi
Laan, "Wijk D, No. 5.
Gemeente Scha gen.
lam (lijst).
vermFst.
Ao 1S84.
2Sstc Jaargang.
itë ifegï.
ft EEUW S-
Dit blad verschijnt tweemaal per week lf oens
dag— en Zaterdagavond. Bij inzending tot 8
middags 12 ure, worden Advertentièn in het
óerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
UITGEVER:
POLITIE.
ïer Gemeentesecretarie alhief zijn inlichtin
gen te bekomen betrekkelijk een onder dezet
gemeente onbeheerd gevonden
op de markt alhier van 20 November j.I.
een ZWART BONT GRASKALF.
Zij die hieromtrent inlichtingen kunnen
geven, worden verzocht zich te vervoegen ter
Sefceretarie dezer gemeente.
i
Wanneer ik achter den titel eón uifrOepings-
teeken plaats, dan bewijst dit eenó verwondering,
dan is de titel een uitroep, die ontsnapt door
iets, dat de verbazing op wekt. Donderde en
duizende malen zullen massa's menschen zich
verbaasd hebban en terecht over de wonderen,
die onze tijd in zoo ruime mate oplevert. Öpr
Iloman van Friedrich Frièdrtch.
(20.) X.
Docter Borchèrs streek den zieke met de reeh-
terhand zacht over het bleeko gelaat en stond óp.
Toen ging hij met Soltau eu Rilling naar het
woonvertrek.
„Wat moét ik doén, wanneer mijn zoon toch naar
het hospitaal moet worden gebracht?" vroeg Soltau
met angstig gelaat.
„Wacht even," zeide de heer Borchers.
Hij zette zich bij. de tafel nedor, scheurde eén'blad
Ait zijn aanteekenboekje eu schreef daarop
„Ik verbiod ten strcncste, dat een vreemdeling
bij den zieke komt of dat bot deze op een of
andere wijze lastig wordt gemaakt. Een overbrenging
van den zieke naar bet hospitaal mag in genn geval
plaats vinden.
Hofarts Borchers."
Hij overhandigde dit briefje den bezorgden vader,
„Zal de militaire overheid uw bevel eerbiedigen?"
Vroeg Rüling.
„Ja. Zij zal het niet wagen, zulke eene zware
verantwoording op' zich to neraon," gaf Borchers ten
antwoord. „Wendt u tot uw broeder, diens recht
vaardigheid, zal ieder onrecht verhoeden."
Over Rulings gelaat gleed een smartelijke glimlach.
„Ik vérzoek mijn broeder niet gaarne iets," merkté
hij op.
„Dus is het waai* dat gij zijn vijand zijt," vroeg
doctor Borchers.
„Neen,- niet zijn Vijand maar onsé uite?n!oopende
inzichten en misschien ook onze maatschappelijke
betrekkingen, hebben ons van elkander vervreemd.
Ik geloof, dat het mijn broeder onaangenaam zon
aandoen, wanneer ik hem dit verzoek deed. Dat zou
ik hem wel willen besparen.'
„Dan zal ik het doen,' ging de hofarts voort.-
„Ilet is misschien ook beter, dan heb ik de verant
woording op mij genomen."
„Weet gij hoe de bloedspuwing is ontstaan vroeg
Büling.
„Neen, ik heb dén zieke daarnaar nog r.iet durven
dragen, want Let is thans de hoofdzaak, zijn lon
gen te ontzien."
„Ik zal u dan vertellen, wat ik reeds gisterenavond
fceb gehoord," ging ftüling voorten deelde mede, wat
tij omtrent Tilly had vernomen.
„Ontzettend!" riep Boicbers uit. yDat zal uw
welk gebied wij ook rondzien, overal treft ona
de vooruitgang in beschaving, in kunsten en
wetenschappen, inontdekkingen en uitvindingen,
kortom, ih alles. I)ót is van zoo algemeene
bekendheid, dat mij in dezen waarlijk geen
uitroep vtin verbazing meer ontsnappen kon.
Dat wits 't dan ook niet. 't VV as geheel iets
anders.
Onder de veranderingen, welke in den laat-
sten tijd ineer en meer op den voorgrond zijn
getreden en langzamerhand meef algemeen tot
uitvoering komen, behoort de afschaffing tfer
kermis., Dier aan vooral is't duidelijk kenbaar,
dat we in een geheel anderen tijd leven. Vraag
het aan ouden van dagen en aan bejaarden,
wat in Vroegcrtijd de^ kermissen waren en
waartoe de kermis diende.
Ze zullen u antwoorden, dat het vooïeerst
Cen tijd was, waarop men bij voorkeur de
dingen kocht, die op de plaats der inwoning
geheel ontbraken of maar middelmatig te be
komen waren. Ilad men 't een of ander nooJig,
dan besloot men, tot de kermis te wachten,
want dan kwamen vele, ja zelfs de allervreemd
ste kooplieden met hunne waar en werkelijk
kostbaar was de inhoud van Zoo menige kraam
en 't bezichtigen ten volle waardig. Men was te
vreden, dat men in de lang bestaande behoefte
kon voorzien en in de gelegenheid was, om
broeder bet meest vertoörnen; hij is onverbiddelijk
streep: in de discipline, maar een beslist tegenstander
van allé mishandelingen. Weet gij, waarom dj luiteuant
den zieke zoó gepijnigd heeft?'
„Neen. Misschien nit overmoed. Gij znlt wel gehoord
hebben, Waarom hij oenigen tjjd geleden zijn paard
dood beoft goschoten- zulle een mensch hóóft met
oen soldaat Ook geen medélijden."
„Ik kan u de oorzaak noemen 1" riep'tMarie eens
klaps uït, terwijl zij uit een hoèk der kamer te
voorschijn sprong, waarin zij gezeten had, zonder
dóór de beide mannen opgemerkt te zijn. Hare
wangen Warén bleek, maat hartk oogen vonkeldon met
een buitengewonen gloed.
„Spreek op," zeide de hofarts tot haar.
Maiie vertelde, op welke wiize de luitenant von
Tilly haar herhaaldelijk vervolgd had. hoe hij haar
zelfs tot in haar woonkamer was nagesneld en boe
haar broeder haar toen van hem bevrijd had.
Marie, is dat waar riep Rüling uit.
Het meisje bevestigde dit.
„Onmenschelijke wraak I*' riep Borchers nit. „Het is
mi) liet dat ik dit vernomen heb ik zal alias aan.
den overste mededeelen. Heer Rüling, gaat gij mede?"
XI.
De otérsta van Rüling liep het vertrek langzaam
op en neder. Wie hem niet nader kenden,- hadden
kunnen gelooven, dat hij zeer rustig was, zoo afgemeten
waren zijne bewegingen. Peinzend had hij het oog op
den grond gevestigd, alleen van tijd tot tijd richtte bij
het hoofd op en dan vertoonde zich op zijn gelaat
een dreigonde trek.
Verbitterd balde hij dó vuist. In zijn binnenste
stormde het
Er was een vriend by hem geweest, die hém had-
verteld, welke geruchten er door de stad gingen
omtrent de mishandeling die de luitenant von Tillv
cen eenjarige had doen ondergaan. Hij had het
gerucht niét willen gelooven,-maar toch "het besluit
opgevat, een streng onderzoek in té stellen. Toen
was do hofarts Borchers gekomen en had hem roede-
deeling gedaan van de ernstige gevolgen der mis
handeling, zoowel als de aanleiding daartoe.
Hij was nog nooit in zjjn leven zoo Opgewonden
geweest.- Aan de waarheid van het gehoorde kon h.j
niet meer twijfelen. Een onoitsprekelijke verbittering
tegen den luitenant von Tilly. Wiens exeniriek gedrag
hem reeds' zoo menige aanleiding tot ontevredenheid
had gegeven, had zich van hem meesier gemaakt.
Het welzijn der soldaten ging hem oprecht ter harte,
bij was den vrijwilligers meer toegedaan, dan hij mocht
laten blijken, omdat hij hun meerdere bescbaviog
erkende; hij. kon Bruuo; en zijn ijver en bescheiden
Prijs per jaar ƒ3.Franco per post 3.-6F
Afzonderlijke nummers f 0.U5.
Advertentièn van één tot vijf regels 075;
iedere regel meer 0.15. Groote lettètS wór'
den naar plaatsruimte berekend.
zeervele nieuwigheden aan te schaffen.
Die noodzakelijkheid heeft voor een gróót deef
opgehouden, ook al weder na de invoering
dór spoorwegen, waardoor men googemakkelijk
andere plaatsen kon bereiken en koopen, wat
men verkoos, Werd het aantal kramen boe'
langer boe minder. W inkels verrezen in legic/
en men kon alle uitkomende ïiieuwighederf
verkrijgen zooveel men wilde, bij de inwoner?
der plaats zelve, die om hunnen handel te doen
bloeien, zich op een vlugge en goede bediening
toelegden. De kramers kwamen derhalve ach
teraan. De gewone markten en jaarmarkten,
die een bizonder karakter hadden en uitsluitend
voor vee enz. bestemd waren, bleven daaren
tegen niet alleen bestaan, ïnaarnamérf ielfs' n?
belangrijkheid toe, daar de produkteu ot voor
werpen nu zooveel gemakkelijker konden
worden aangevoerd.
Maar de kermis hing hier van alleen nief
af. Integendeel was ook hier de bijzaak eene
hoofdzaak geworden en het verdwijnen der
bijzaak nam de hoofdzaak niet weg. Métf Jhad'fn1
zeerlang verledene tijden begrepen, dat men h!e'f
koopers en verkoopers aangenaam moest maken;
dat men hen moest trachten te lokken. Doe aan
genamer en vroolijker het op zulk een tijd was, des'
te'grooter was het aantal menschen, die ter markt
verschenen, hetzij om te koopen of te^verkoopeii'
gédrag was hem terstond opgevaHen, en nu was liiji
juist gevallen door deu oavergotfiijkeu overmoói vaü
den luitenant.
Hij had het altijd als oen zaak vaè'der béschoüwdi'dat in'
zijn regement niemand eau rechtvaardige oorzaak tof
klagen had, en nu was hem dit overkomenHij perste*
de tanden op elkander, om zjjn kalmte te bewaren.
Verscheidene omstandigheden kwamen er nog bij,'
om zijne verbittering te vergrooten. Hij kon er niet
aan twijfelen, dat Tilly er vau had kennis gedragen
dat Mario hij zijn moeder in betrekkhig was; °dit'
had den vermetele niet weerhouden, het moisj'o te'
vervolgen.
Het was hem hoogst onaangenaam, dal het gebeurde'
was voorgevallen met den zoon vau een niau, dio
Óp de drukkerij vau zijn broeder corrector was. Hg
vreesdo, dat de mishandohug openlgk iu de courant
zou wordón besproken, en hij beschouwde dit vooruit
reeds als een beschimping van deu militairen stand
waarop bij zoo tiot eti was.
Hij was besloten, op deu luitenant al do gestreng
heid van do wet toe te passen, oh loch uitent lij
niet het góheurde als mishandeling erkeuuou. Tegen
betér wetén in meeudo hij den luitenant tuch nog iu
bescherming te moeten nemen, oin zijn stand een
grievend verwijt te besparen. Het mocht slechts
behandeld worden als oen hetrenrenswasrdig oDgeluk
onder den dienst, hoogstens als eeu al te groote"
gestrengheid.
Dit alles woelde in zijn brein dooreen, en de twee
spalt in zijn biunenste vond géén voldoende oplossing."
Dit eeua stond bij hem vastop zijn stand muest geen
smet vallén.
Hij wachtte nu op luitenant von Tilly, bij had
hem nauwkeurig deu tijd aangegeven, waaróp hij
móest komen, en herhaaldelijk keek" hij naar de
pendule. Hij weuschte iu stilte, dat de luitenant later
mocht komen, opdat bij zijn schuld nog ouwilkwam,
maar ternauwernood had de pendule geslagen, of de
hediende trad binnen en meldde den luitenant vou
Tilly aan.
De overste gaf den dienaar eéo bevestigend teeken
met de band, hij gevoelde, dat hij al zijne kracoteu
moest inspannen, om zijn kalmte tj bowaren.
De luitenant trad gejaagd binnen, liy groette
volgeus voorschrift en bleet voor de deur staan. In
geheel zijn houding lag iets nalatigs, gebla.-eerds,
doch zoo dat men htm daarvan gteh Verwijt kou
maken. Hij wist wat hem te waciitteu stond, des
niéttegeustaande liet hy ziju blik vluchtig dOur et
vertrek zweven, een trék van minacmiug vertoonde
zich om zijn mond, want de geheele iuriehtin - scheen
htm bespottelijk eenvoudig toe.
WORDT VERVOLGD.