A L G s: 33 E E
A D V E IIT E X TI E -
ZONDAG
II ii il I
N 1 E U 33' S-
U DECEMBER
2Sste Jaar»an£.
L A N D B O E 33" B L D.
NATIONALE MILITIE.
1
Gemeente Schagen.
Bekendmaking.
J. WINKEL,
TE SOHAGEN.
Roman van Friedrich Friedrich.
(26.)
XIII.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens
dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's
liiddags 12 ure, worden Advertentien in het
jerstuitkomend nummer geplaatst.
Ingezonden stukken één dag vroeger.
-iSaytflBKrSc'- -yl-?**-r-Kaf-, pn''
OPROEPING
tot de inschrijving voor het jaar 1885, Volgens de
(vet van 19 Augustus 1861, (Staatsblad Do. 72,)
Burgemeester en Wethouders van Schngen, gelet
hebbende op het bepaalde bij artikel 19 der wet op
de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staats
blad No. 72), herinneren bij deze de belanghebbende
Ingezetenen, aan hunne verplichting tot het doen van
aangifte voor den dienst bij do Nationale Militie, met
verwijzing naar het bepaalde bij de Artikelen 15 en
20, alsmede 16, 17 en 18 der Wet, luidende:
Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschre
ven alle mannelijke ingezetenen, die op den eersten
Januari van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd
ingezeten is volgens de Wet van 28 Juli 1850
[Staatsblad No, 44].
2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, gedu
rende de laatste hchttien maanden voorafgaande
aan den laten Januari van het jaar der inschrij
ving in Nederland verblijf hield;
8o, Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten
was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij
binnnen het rijk verblijf houdt.
Kalinka sprong verschrikt op, terwijl hij den brief,
dien hij nog niet geheel en al had gelezen, met de
rechter baud verkreukelde. Op zijn gelaat ve. toonde
zich een hatelijke uitdrukking.
„Dat ontbrak er nog aan rirp hij bitter uit.
„Hierheen komen 1 Haha 1 De barones zou er misschien
in verheugen, mijn moeder te leeren kennen 1 Moet
door zulk een waanwijsheid mijn gcbeele plan in
duigen vallen Het is tenminste goed, dat de oude
het mij geschreven heeft nog is bet tijd alles te
Voorkomen. Dwaas die ik ben, had ik maar voor
eenige jaren geleden uit Parijs haar het bericht laten
zendeD, dat ik gestorven was dan was alles anders
gekomen dau zou zij misschien nu ook wel dood
Zijn 1"
Hij las den brief van zijn ouden leermeester ten
pinde, toen wandelde bij zijn kamer op en neder.
Met koele bedaardheid overlegde hij, wat bij te doen
had, om de dwaze gedachten van zijn moeder, om
hem op to zoekeD, te verhinderen. Sedert jaren had
hij beloofd, de oude vrouw op te zoeken, en had de
hoop haar Let leven doen behouden, maar hij dacht
er volstrekt niet aan, zijn belofte na te komen. De
herinnering aau zijn jeugd, aan do menschen, in wier
midden hij was opgegroeid, zelfs de herinnering aan
zijne ouders, stootte hem terng. Hij wenschte niets
*an al die menscben weder te zien bet stond bem
t' gen. Zou bij de vuile hut betreden, die aan zijn
vader behoorde, zou hjj zich laten aangapen door de
bekenden uit zijn jeugd eu misschien hunne
vuile handen aangrijpen, wanneer zij hem die
toestaken Met geweid zette bij deze gedacLten van
zich af.
Daarna ging hij bij zijn schrijftafel zitten en
schreef aan zijn mceder. Zij kon dien brief wel is
Waar niet lezen, doch Joseph Potki las haar dien
altijd voor.
Hij schreef:
„Innig geliefde Moeder!
Gij kunt niet gelooven, heemeer mij het berieht
vau uw welzijn mij verheugd heeft, het is een bigde
zoiintstiaal, die mij den arbeid g-makkelijk maakt.
w verlangen, om mij weder te zien, kan niet zoo
*te:k zijn, als het mijne, om de stem van mjju cude,
UITGEVER:
Laan, "Wijk D,' No. 5.
Prijs per jaar/3.Franco per post /3.GQ
Afzonderlijke nummers f 0.05.
Advertentiën van één tot vijf regels 0 75.
iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor
den naar plaatsruimte berekend.
Voor ingezetenen wordt niet gehouden, do
vreemdeling Lehoorende, tot eene staat, waar de
Nederlander niet aan den verplichten krijgdienst is
onderworpen, of waar ten aanzien der dienst
plichtigheid het beginsel van wederkeerigbeid is
aan genomen
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zjjn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn
20ste, ingezeten wordt, is verplicht zich, zoodra
dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
waar de inschrijving volgens Art. 16, moet ge,
sehieden.
Art. 16, De inschrijving geschiedt:
lo. Van een ongehuwde in do gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moedor, of, zijn
beiden overleden, do voogd woont;
2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente waar hij woont;
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft,
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
huiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente,
waar hij woont
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van
een Nederlander, die ter zake van 's landsdienst
in een vreemd land woont in de gemeente, waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland
gewoond heeft.
Art 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven
lo. De, in een vretmd iijk achtergebleven zoon va
een ingezeten, die geen Nederlander is
2o. De, in een vreemd Rijk verblijfhoudende ouder-
looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten;
Art. 18. Elk dievolgeng Art. 15 behoort te wor
den ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Bur
gemeester en Wethouders aan te geven, tusschen
goede moeder te booren, haar oog te zien en hare
hand te vatten. Dikwijls bekruipt mij de last, alle ter
zijde te werpen en tot u te snellen, doch dan zege
viert het kalme overleg weder, dat mij zegt, dat ik
nu niot do positie mag opgeven, die ik hier heb
verworvon; gij moet nog een korten tijd wachten
dan dan zal niomand en niets mij terughouden,
dan zal ik tot u komen, zoo spoedig dit mogelijk is.
Mijn lieve, goede moeder, wucht toch zoolang. De
gedachte, dat gij hierheen zoudt kunnen komen, dat
ik u mijn vrienden zou kunnen tooDen eu tot hen
zeggenZiet, deze is mijn oude, lieve mooder
maakte mij bjjna dronken van vreugde, doch ik heb
die ter zijde moeten zetten, want dat gaat nn niet
het is onmogeli)k, ik hen uu van den vroegen morgen,
tot den laten avond bezig, ik heb overeenkomsten
aangegaan en mijn eer hangt er van af, die nauwgezet
na te komen. Ik zou echter niet kunnen arbeiden,
wanneer gij hier waart, want ik zou u geon uur
alleen laten; elke minuut, dio ik niet bjj u dooi bracht,
zou ik voor een ve rlorene achten. Heb daarom nog
eenige dagen geduld. Gjj moogt u niet blootstellen
aan de verre reis; spoedig, ja spoedig snelt iu uwe
armen
Uw Kasimir."
Hij las het geschrevene nog eens over, en een
trek van tevredenheid gleed over zijn gelaat.
Wanneer zijn moeder deze woorden hoorae, zou zij
aan zijn liefde niet meer kunnen twjjfelen. Toch
k»am er een bedenking bjj hem op. Sedert jaren had
hjj in itderen brief beloofd, spoedig tot haar to zullen
komen wanneer hij eens het geduld van zijn
moeder had overschat? De gedachte, hem te bezoe
ken, had zjj zich eenmaal in het hoold gezet, en hij
wist, met welk een volharding de ouderdom een be-
sliut vasthoudt. Zoo iits wordt gemakkelijk een
idcé-fixe, alle gedachten bewegen zieh daarom, dag
eu nacht houdt de jeest er zich mede bezig, cn is
ten slotte niet meer in staat, de bedenkingen, die
er tegen opkomen, nauwkeurig to overwegen.
Wederom liep Kalii ka het vertrek peinzend open
neder. Hij was vast besloten geweest, bij den brief
een som gelds te. voegen, maar was dat niet een
dwaasheid? GaJ hjj zijn moeder daardoor niet zelfs
de middelen in do hand. haar besluit ten uitvoer te
brengen. Wanneer zij niets bezat, dan kon zij de
Terre reis cok niet ondernemen.
Deze gedachte alleen gaf hem evenwel nog niet de
noodige kalmte; hij moest zekerheid hebben, dat zij
de voorgenomen dwaasheid niet uitvoerde.
Hij schitef daarom ook aan den oudeu schoolmeester:
„Beste Mijnheer Potki!
Ditmaal voeg ik voor u er rog een bijzouderen
den 1 steii en don 31 sten Januari;
Bij ongesteldheid, afwezigheid of onsteutenis is
fijn vader, of, is deze overleden, zijti moeder, of,
zijn heiden overleden, zijn voogd tot het doen van
die aangilto verplicht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen te
vens ter kennisse van belanghebbenden: dat tot de
inschrijving gelegenheid zal bestaan van 1 tot 31 Ja
nuari aanstaande, ter Sccreiario dezer gemeente, da
gelijks, uitgezonderd des Zondags, van des voormid
dags 9 tot des namiddags 4 ure.
Schagen, den 9en December 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. Langeuberg.
De Secretaris,
Donjjs.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur dor Gemeente
Schagen, brengt bij deze ter kennisse van de inge
zetenen dier gemeente, dat het kohier van het Patent
recht over liet Tweede Kwartaal van hot dienstjaar
1884|85 op den 5en dezer, door den Heer Provinci
alen Inspecteur in do Provincie Noordholland is exo-
cutoir verklaard en op boden aan don Hoer Ontvanger
der directe belastingen binnen deze gemeente tóe
invordering is overgogeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt
alzoo vermaand op do voldoening van zijnen aanslag
behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechteljjko
vervolgingen welke uit iialatighoid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 10 December 1884.
Het Hoold van het Plaatselijk Bestuur voomoemdj
G. LANGENBERG.
brief bij, van welks inhbud gij mijne oude, liövö
moedor, niets moogt medcdeelun. Hoe ik er naaf
verlang, mijne mooder wedor to zien, kan ik u nigt
zeggen, maar ongunstige omstandigheden hebben
dezen wensch tot nu onvervuld gelaten. Wanneer ïk
haar slechts eenmaal, al ware het ook slechts voof
cenigo uren. kon zien! Het mocht evenwel niet zoo
zijn, en ik moet mij geduldig schikken in hot lot, dat
mij immers in andere zaken zijn vollo gunst heeft
bewezen. Ik kan niet komen, en ook rajjn motdés
mag niet raar mij komen, stel alles in het werk om
haar dit besluit uit het hoofd to praten, Zij die met
het loven cn de maatschappelijke vorhondingon te weinig
bekend is, zij die bijna haar klein dorp nooit heeft verla
ten, zou op reis blootgesteld zijn aan houderdo gevaren*
Reeds de gedachte daaraan doet mij ontstellen. Maar ook
nog om een andere reden mag zjj niet hier heCD komen
reeds binnen weinige dagen moet ik op reis, vóór
maanden, misschien Wel een jaar naar Rome. Een
oervollo opdracht, die misschien voor het geluk
van mijn leven beslissend is, dwingt mij daartoe. Mjn
moeder mag het niet weten, gij moet liet geheim
houden. Reeds de gedachte, dat er dan tusschen haaf
en mjj een nog grootere afstand ligt, dat ik nog
moeiel ijker zou zijn te bereiken, zou haar beangstigen en
verontrusten en het is immers mijn eenige wensch, haaf
ouden dag zoo kalm en aangenaam mogelijk tedoeu zijn*
Uw vernuft zal wel een middel vinden om mijn
goede, oude moeder van haar besluit af te brongotu
Ik zal misschien spoedig nit Rome terugkeereD, houdt
gij in de oade vrouw de hoop wakker, dat ik zelf
spoedig tot haar zal komen. Dat zal baar gerost stellen*
Helaas kan ik ditmaal voor mijn moeder ei niets
bijvoegen, ik hoop echter, haar gold over te küum n
maken. Wanneer gij mjj schrijft zend dan uwe brie
ven aan mijn gewoon adres, en ze zullen zeker terecht
komen. Zorgt gij nn als altijd weder goed voor mijn
moeder, ik hoop u dit eens rijkelijk te kunnen be*
loonen. Na hart-ljjke groete en in steeds dankbare
herrinnering.
„Uw Kasimir.rt
Hij las ook dezen brief nog eens aandachtig OTOr,
toen sloot hij beiden in een eouvert en schreef met
kalme hand het adres er op. Met lachend gezicht
stak hij den brief bij zieh, om dien in de naas(l)ijzi|nd<r
brievenbns te werpen; zette tu een hoed op, trad
nog eens voor den spiegel, cm zich er van te over
tuigen, of er op zjin gelaat ock rog ecnig sj oor was
overgebleven van de ontroering, en verliet teen niet
trotseh opgericht keofd zjjn kamer.
ff ordt Vervolgd*