NABETRACHTING. -O 't Sint Nicolaasfeest behoort alweer tot het verledene. De tijd vervliegt zoo snel en 't een volgt zoo schielijk op 't andere, dat we 't bijna niet kunnen bij houden. Een paar weken geleden deed alles aan dat feest denken. De dagbladen hielden er hunne kolommen voor open en waarlijk, men moest zich verbazen over de vindingrijkheid van de menschen. Iedereen verzon 't een of ander voor een geschenk, als of men het zijn mede- menschen gemakkelijk wilde maken, door voor hen te denken. Boeken, die sedert maanden in 't vergetelboek waren geraakt en zoo rustig sluimerden in hunne vergetelheid, moesten opgewekt en voorgesteld en er voor gespannen worden, om zoo mogelijk van eigenaar te verwisselen en in klinkende munt veranderd te worden. Het drietal weldoeners der lezende mensch- heid wedijverde met elkander in grootmoedig heid maar ook tevens legden ze proeven af van hunne bekwaamheid in 't aanbieden en opvijzelen hunner waar en 't was bijna on mogelijk, om bij 't lezen van zulke aanlokke lijke en verleidelijke aanbiedingen aan den aandrang weerstand te bieden en niet een jK>stwissel te grijpen en dien in te vullen en op te zenden. Maar behalve die boeken was er nogzoo'n menigte zaken, die in 't oog der winkeliers of belanghebbenden, zoo heel geschikt waren voor zoo'n St. Nicolaas-cadeau ln hoeverre bijv. een paar reusachtigen konijnen nu een geschikt geschenk is, wil ik daar laten. Een geschenk en betrekkelijk nuttig is 't, maar 't schijnt zoo weinig in de termen van cadeau te vallen. Dan zou men even zoo goed een kalf of een schaap of een ander gedierte kun nen aanbieden. Daar echter de smaken ver schillend zijn, is er wellicht nog wel iemand geweest, die aan de opwekkende annonce gevolg heeft gegeven. En hoe is dan die avond weer aangebroken evenals in zoovele vroegere jaren, 't Is opmerkelijk, dat dit oude gebruik is blijven bestaan. Wat wordt er tegenwoordig al niet als kinderachtig en te eenvoudig gebrandmerkt, wat onze voorvaderen deden en zeiden; maar hoeveel er ook wordt teniet gedaan, dit feest blijft, en niet alleen, dat het blijft, maar 't krijgt een reusachtige uitbreiding. Natuurlijk zal men nu niet meer aan de kinderen vertellen, dat al die geschenken van den goeden Sint komenDe tijden zijn voorbij, dat de kinderen zoo onnoozel waren, om zulke sprookjes te gelooven. Üf't er beter om is Ik weet het niet. Ik ben 't eens met hen, die de meening zijn toegedaan, dat er in die sprookjes en overleveringen iets bekoorlijks ligt, dat het eene aangename zijde heeft, om die kinderen zoo geheel kind te zien en geen oude menschen, dat het verhalen van zulke «aqeti waarlijk geene verkeerde denkbeelden bij 't kind zal opwekken en dat juist door dat kin- derlijkeenvoudige,menig kind zoo echttevreden en gelukkig was met de kleine giften en paven. En hoe gaat het nu zoo dikwijls Dat kinde ren als 't ware er op rekenen, dat ze over stroomd worden met geschenken, waardoor de waardedikwijlszeervermindert en metdewaarde ook de dankbaarheid en de kinderlijke vreugde. 't Is dus geheel en al geworden eene ge woonte, eene mode, om elkander geschenken te geven en van kleine kinderen is dit in geene geringe mate op de groote kinderen overgegaan. Ook daarin zelfs is een vergrooten- de trap waar te nemen. Men moge honderd maal spreken van malaise, aan de prachtige cadeaux zou men 't niet zeggen en wanneer inen leest, dat te Amsterdam voor pakketpost veertienduizend pakken en pakjes ontvangen zijn, en men die waar onwillekeurig gaat kapi- taliseeren, dan komt men tot eene niet onaan zienlijke som, alleen besteed voor zaken, die tmen wegschenkt. Dan zijn de menschen vrijgeviger gewor den? In zeker opzicht ja, en juist dit opzicht is een verblijdend verschijnsel. Verblijdt u met de blijden! is een heerlijke spreuk, maar daarbij moet men nog dit voegen Wanneer gij zelf blijde zijt, maak dan ook andereu blijde. Ik heb 't altijd een aandoenlijk gezicht gevonden,a wanneer ik in die dagen, die 't feest voor fgaan, en op den avond zelf, arme kinderen voor de winkelruiten zag kijken. Hoe glinsterden dan hunne oogen van eene wel te verdedigen begeerte, om ook wat van daf kende lekkers te proeven, ook wat van dat speelgoed te mogen bezitten, dat h®' ware kinderhart zóó aantrekt. Voor hen ware11 't inderdaad Tantalus proeven. Ziet men die schatten niet, dan wordt men ook niet in verzoeking gebracht. Het niet bezitten wekt begeerten op bij groote menschen en hoe dan bij kinderen. Of zou men misschien van hen eischen, dat zij juist reeds zulke wijsgeeren waren, om te redenerendie schatten zijn voor ons niet weggelegd, want wij zijn arm? Is't reeds niet hard genoeg, wanneer de moeder die daar met haar kroost voor den winkel staat, tot hare kinderen zegt: dat is alleen voor de rijke jongeheertjes en jongejufvrouw- tjes Moeder of vader heeft geen geld omdat voor jelui te koopen. 't Is waar, 't zijn maar kinderen, maar kinderen gevoelen dikwijls zeer fijn, en zoo zouden bij zoo'n feest, dat velen zooveel vreug de bereidt, wel eens zaden kunnen gestrooid worden, waaruit later wrok en nijd, en mor ren tegen het lot en allerlei democratische en socialistische denkbeelden als weelderig groeiende planten zouden opschieten. Wel nu, daarom juist vind ik het een heerlijk verschijnsel, wanneer de menschen meer en meer van een milden geest worden doordrongen en hunne hand niet alleen uit strekken, om tranen te drogen, maar ook om vreugde op 't gelaat der arrae natuurgenooten te brengen. Heerlijk denkbeeld om op dien dag ook de arme kinderen in de algemeene vreugde te doen deelen en hij, die in de gelegenheid is geweest, om getuige te zijn van zoo'n toonesl, zal aangename oogenblikken gesmaakt hebben. Als men daar die kinderen ziet, op gewonden door 't geen er zal komen, dan ziet men onder hen ook zoovele werkelijk lieve gezichtjes en menige trotsche zal tot zijne of hare verbazing erkennen, dat er toch onder die minder door de fortuin bedeelden menigeen is waaraan de natuur hare gaven niet heeft onthouden. Maar als dan 't oogenblik is gekomen, waarop de uitdeeling plaats vindt en de tril lende handjes de gaven aannemen, en die oogen tintelen van vreugde over zaken, die in de oogen van velen nietigheden zijnals men dan die gezichten ziet, dan gevoelt men, dat men mensch is en dan wordt de vonk van 't goddelijke, die bij zeer velen sluimerde, op eens een vuur en eene zee van aandoeningen komt onstuimig in ons hart op en menigeen gaat met een veranderd hart naar zijne woning terug. Zoo hebben weldoeners en beweldadigden reden om zich te verheugen. Zoo heeft de St. Nicolaasavond menige goede daad doen verrich ten en menigeen tot goede, medelijdende men schen gemaakt. Vergeten we evenwel niet, dat de winter, nauwelijks is begonnen, dat er op 't veld der weldadigheid nog veel te doen valt; dan zullen we onze goeddoende hand niet alleen op dit feest openen, maar ze steeds uitstrek ken om natuurgenooten te helpen en hunne, nood te lenigen. Deutichem P. van de Velde Mz. ISinnenlandsch Nieuws. Met genoegen vernemen wij, als dat de heer Bottinga, volgens Advertentie, ten onzen, het nog eens durft wagen, hoe wel voor een paar weken zooals de Nieuwedieper zich terecht uitdrukte, de man hoe verdienstelijk ook op het gebied van uiterlijke welsprekend heid, voor eeue ledige zaal alhier heeft ge staan. Zij, die toen hem zijn gaan hooren, zullen zich stellig die moeite niet hebben beklaagd. De heer Bottinga is een uitmuntend De clamator, die zoowel in de voordracht eener boeiende novelle, als in die van dichtstukken de aandacht zeer weet te boeien, 't Is ons daarom eene verblijdende tijding de heer B. nog eenmaal te kunnen hooren, en ten zeerste bevelen wij een bezoek aan diegenen aan, die met zijne talenten nog geen kennis hebben gemaakt. Gisterenavond omstreeks 6 uur voerde schipper de Das, uit het Buitenveld, onder de Spoorbrug bij Alkmaar door, met het nood lottig voorval dat zijn knecht met het hoofd beklemd geraakte tusschen de brug en de schuit,waardoor zijn hoofd zwaar gekneusd overleed. dl! t Schijnt een griezellige tijd t* waarin wij leven. In ons kleine landi, geen hoekje te vinden is, waarin men langer dan een enkelen dag zou kunnen stoppen, verdwijnen tegenwoordig bet'* persoonlijkheden, zonder dat een^r4 hen is te ontdekken. Nog vraagt men rf? avond als de krant komt, is er ook iet, mijnheer Stork bekend? en reeds houdt andere verdwijning de gemoederen in ning. De officier van justitie te Arnhem nan>'ü blijft het voor zeer onwaarschijnlijk homk dat de agent van politie J. De Vries te - hem, die nu al zes dagen zoek is, door d moord een einde aan zijn leven zou heb!» gemaakt en verzoekt dringend, dat ieder in deze ook het minste licht kan verspreid» dat licht zal laten schijnen over hem. De Vries had Zaterdagavond van 9 tot l( uur dienst in den wachtpost aan de hJ straat; hij moest daarin blijven, tenzij er a bijzonders gebeurde, of wel zoo hij ter sistentie geroepen werd, Hij is nu echter g zien om ül/4 uur, gaande van het wachthut*; de Utrechtsche straat op, zulks in zeer g gunstig weder. Wat was daarvan de rede; Is wellicht iemand zijne adsisteutie kous vragen Verder is hij gezien te 9s/4 uur aan Oude Kraan, in levendige woordenwissel^ met vier mannen. Wie zijn dat geweest? Ziedaar vragen, welke door bepaalde pa sonen zeer gemakkelijk te beantwoorden zulls zijn, maar als zij beantwoord worden niet meer licht zullen verspreiden, en moei ten de antwoorden meer licht kunnen n spreiden, zeker niet beantwoord zullen word-; Zondag had bij den landbouwer Braber Lz. te Stad aan 't Haringvliet op F kee, terwijl da bewoners afwezig waren, brutalen inbraak plaats. Bij thuiskomst der woners ontvluchtte de inbreker of inbrekers du de schuur, medenemende een 3om geld*, gnx ruim f400. Als een bewijs van brutaalheid geldt, er drie deuren en 't kabinet opengebrob moesten worden eer men bij het geld k< komen. Deze week bevond zich zekere B. 1 boerenknecht in de Beemster, op den Ri; weg, niet ver van Middel -Beemster. In duisternis werd hij onverhoeds door twee nu.* nen aangegrepen. Alleen tegen twee en den schrik overmand, was hij genoodzaakt aanranders tevreden te stellen door zijn horlojj en zijn geld af te geven. Maar men verin is bereids aangifte gedaan bij het gerecht Alkmaar. Een 66-jarig vrouwtje, verpleegd in h Diaconie armenhuis te OudeTonge, heeft dooi verdrinking een eind aan haar leven Het aantal werklieden te Amsterdaa die zich om arbeid hebben aangemeld, bedn>® Woensdagavond 1870. Van de Commissie tot tijdelijke verschaffing te Amsterdam ontving het d. D. het volgende bericht Sinds de mededeelingen- van "oe"5^! zijn recht verblijdende berichten te Het voornaamste is wel, het bewip bijzondere belangstelling, dat de Do®™ mocht ontvangen van H. H. Majesteiten Koning en de Koningin, van wie bil gemeester eene som van tweeduizend inkwam. Maar ook mag met gewezen worden op de lange ^lst *aj°n ajgto. en kleinere gaven, woensdag door penningmeester bekend gemaakt, w weer aangegroeid is. Het bedrag p, is thans ongeveer zestig duizen ^g^dei werkzaamheden zijn reeds voor een aangevangen; doch kunnen nu met n worden voortgezet, nu de Raadt vonden, terreinen voor ophooging s te stellen. Buïtenlandsch Nieuwe De verkiezing van het bestuur e geleerde faculteit van de hooge^c drid was in de tegenwoordige on 5 - i de strijd tusschen de s udMtrn professoren eenerzijds en de J" oot ge*1^ zijds nog voortduurt, een feit gv0|strekt De keuze viel op mannen, Vftbinet beboo^ tot de voorstanders van het ka

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1884 | | pagina 2