IIM Ao 1885. 29sic Jaarling. Algeiïe e .V Advebtextie* DONDERDAG G emeente Scha gen. Bekendmakingen. LOTING Nationale Militie, N E 1" W S- L A A R B O U W 15 L A UARI. J. WINKEL, TE SOHAGEN wmmm NATIONALE MILITIE. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- daq- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, wonlan Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken een dag vroeger. Tweede Heniilsgevii!?, Burgemeostor en Wethoudorsder Gemeente Schagen. Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.), voor de Tweede maal tor kennisse van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1884 voor de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangeno aan schrijving van Zijne Excellentie den Hoer Commissaris dezer Provincie, dato 2 Januari 1885. No. 8(6 M[S. zal plaats hebben op don 20»" Februari a s. des voormiddags ten O» ure, ten Raadhuize dezer gemeente en worden zij, •welke daaraan moeten deelnemen, gelast, om op den bepaalden tijd aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij verhindering zich aldaar door hun vader, moedor of voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet, dadelijk na de trokking van het Nummer, do redenen van vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht hebben, moeten worden opgegeven. Boman van Friedrich Friedrich. (42.1 XIX. „Kalinka, ik vermoedde, dat het zoover zou komon,4 ging de barones voort „Maar gij ontneemt mij door uwe onstuimigheid een genot, oen plan, ja ik wil het een droom noemen. Morgi n is het mijn geboortedag - niemand weet het het feest van hedenavond moot het voorloopige feest zijn ik wilde morgen vroeg zelf beslissen het was een dwaze gedachte maar ik kende uw hartNu komt gij mij voor en vernietigt mjn droombeeld, een vrouwenhootd heeft nu eenmaal wondorljke luimen het antwoord op uw aanzot?k geef ik u morgenochtend vroeg, op mjn verjaardag 14 „En hoe zal dat luiden!" „Zijf gij daarover nog in onzekerheid antwoord de Charlotto lachende. „Noenl noen!" riep Kalinka uit en wilde de harones aan zjn hart drukken. „Nog niet, mjn vriend," antwoordde zij, terwijl zij zich van zijne omarming losmaakte. „Tot morgen vroeg moet gij u beheerschon en moogt gj uw hart niet verraden. Tilly hoopt immers evenals gij, bederf hem dan dezen avond niet. Morgen zal hj u toch wel als zjn vjnnd beschouwen. Wilt gij mjn wensch vervullen „.la!" riep Kalinka. „Tot morgen is voor mj wel is waar een eeuwigheid „Een kleine beproeving van uw geduld, mjn mjn vriend 1" zeide de barones en verliet mot een schelmsch lachje bet vertrek, Kalinka streek met do hand over zjn voorhoofd, h j wilde wel luid9 jubelen, want zijn vurigste wensch was vervuld, dc barones was de zjne en do kleine dwazo luim van deze kon zjn vreugde niet bederven, en toch lag cr iets loodzwaar's op zjn borst. lij twjfelde niet aan Charlotte's liefde, zj had hem immers bekend, dat zj de zijne wilde *jn, en toch scliiikte hj voor de gedachte: „tot morgen I4 Hoeveel kon er in die weinige uren gebeuren, om zjn geluk te vernietigen „Dwaasheid! Dwaasheid 14 riep hij zich zelve toe, om het bange gevoel te bezweren. Hj zocht zich gerust te stellen met de gedachte dat hj aan zooveel geluk nog niet gewoon was. Wat beteokenden die weinigo uron, waarin hj Charlotto nog niet de zjne kon noemen! Hj kon ze immers slapendo, drinkende of droomende doorbrengen! De avond was gekomen Er hcerschte onder het gezelschap, dat bi] do barones vereenigd was, een opgeruimde tooD, die vooral door bet vroolijke humeur van do baronet werd teweeg gebracht. Charlotte von Ortho was togen allen vriendcljk, zij sprak met Kalinka misschien het minst, maar wanneer zij bem ,14 tfSA UITGEVER: Laan, "Wijk D, No. 5. Prijs per jfiar/3.Franco per post /3.CQ Afzon dor! ij kb nummers f 0.05. Adverient'ien van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters worr den naar plaatsruimte berekend. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens broederdiensl of op grond van te zijn eeniqe wetliqe zoon, zal hij op Zaterdag den 21en Pebruari des voormiddags ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten ver schijnen, vergezeld van twee bij den Burge meester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekehen. Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling wegens broed er dienst, zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorteaCte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijn de broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend hebbende broeders. Bjj overlegging van laatstgenoemde stukken zullen door den Burgemeester bij don Kommandant van hot korps waarbij zjne broeders dienen of gediend hebben worden aangevraagd de bewijzen van werkelijke dienst of een uittreksel uit het Stamboek, Schagen, den lOen Februari 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd. G. LANGE NBERG. De Secretaris, DENIJS. voorbijging wierp zj hom een blik van verstandhou ding toe, die hem volkomen geruststelde. Tilly was het vrooljkst, want hij verbeeldde zich, dat deze partj alleen zjnentwege was gegeven, en hij was besloten, de barones, wanneer hom do gelegenheid ook maar eenigszins gunstig was, op dezen avond zjne liefde te bekennen. „Do harones heeft zich over do kleine opmerk zaamheid, die ik haar in het woud bewezen heb, schitterend gewroken," zeido hij tot Kalinka. Op mijn eer, zij brengt m j bijna in verlegenhuid Ik zou dit gaarne in een toast willen te kennen geven maar ik spreek niet in het publiek „Zijt gj zoo van uw zaak zeker, dat deze partij alleen u geldt!" bracht de schilder hiertegen in. Tilly keek Kalinka met oen paar groot oogon aan. „Wien anders?" vroeg hj. „Bespottelijk! Zj heeft het mij immers geschreven 1 Zooals ik zeide, ik spreek niet maar gij, beste vriend, hebt een krachtig orgaan, en gj zoudt mj een dienst bewijzen, wan neer gj de barones in mjn naam wih'et bedanken." „Wat moet ik zeggen?" vroeg Kalinka met een spotachtig lachje. „Dat moet gj zelf weten." „Ik weet het inderdaad niet." „Bespotteljk? De zaak is zeer eenvoudig. Gij begint met ons ridjo naar het meer, schildert de hitte en de vermoeienis der barones, l.iat haar half versmacht zjn, zj snakt naar een droppel water, geen bron, geen beek in de nabijheid daar voer ik haar honderd schreden vorder .4 „Het waren er meer," verbeterde Kalinka. „Bespotteljk! Zeg dan honderd en tien schreden daar bracht ik haar bij een bron f isschen wjn's, die haar dade'jk wonderbaarlijk verkwikto.4 „Gij wenscht toch, dat ik der waarheid getrouw blijf?4 „Natuurlijk! Gj kunt ook zeggen, dat gij mijne verzekering, dat ik de half versmachtte nij een dicht bij zjnde bron zon brengen, niet wildet gelooven, en dat gij zelve zeer verbaasd hebt gestaan „Ik zal dit niet verzwjgen, maar daar ik niet van half werk houd, zal ik ook het slot van ons ridjo mededeelen, ik zal vertellen hoe twee jonge meisjes, waarouder Marie Soltan, die gj bemind bebt, in het meer gevallen zijn on gj er tegen opzaagt, haar te redden, niettogenstnando gij een uitstekend zwemmer zijt dat was immers het slot.4 „BespottoljkDat zult gj niet zeggonl" riep Tilly uit. „Waarom niet? Wie zal mij dat beletten?" vroeg Kalinka kalm. Ik „Waardoor „Ik zou u eenvoudig doch het is bespottelijkriep de luitenant uit en keerde den schilder verwoed den rug toe. Een uur later zat de barones omgeTen door Kalinka, Tilly en nog Benige and-ra heeren, in eene kleine kamer naast het tuinsalen. Da stemming was zeer levendig, want de bedienden brachten onalgebroken roiKlbekstin^. De Burgemeester van Schagen, bréngt, naar aan- leiding van Art. 15, 2e lid dor wet van den 26 Mej 1870, (Staatsblad No. 82), ter kennis van belang: hebbenden, dat hij ter secretarie van de gemeente^ gedurende 30 dagen ter inzage heeft nedorgelogcl. eene opgave van uitkomsten van meting en schatting bedoeld in Artt. 15, 23 en 43 der gemelde wet, Schagen, 3 Februari 1885. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Oproeping? vast Vrijwilliger! voor Re lationale Militie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schagen j Gezien liet Koninklijk Besluit van 17 December 1861 (Staatsblad No 127), en de artikelon 11, 12, 13 en 14 der Wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), Roepen mits dozo op alle Ingezetenen, die ver langen mochten om als Vrijwilliger voor de Nationale Militie in dienst to treden, om zich aan te meidon ter Secretarie aan het Raadhuis, alwaar gedurendg „sekt" aan. Tilly was het luidruchtigst. Daar hj nog altijd in den waan verkeerde, dat do partij oip bem was gegeven, zoo geloofde hj ook verplicht to zijn, al zijn best te moeten doen, om do vrool jkheitj. te vorboogen. Hj gaf zich veel moeite, aardig to zijn, maar daar hij juist daartoe do minste aanleg had, vielen al zijn geestigheden in hot wat. r. Behalve hj zelve, lachte er alleen de barones om. Kalinka was stil. Hij ergerde zich over het luid'- ruchtige gedrag van Tilly en diens drieste vleierijen aan het adres der barones, tu] ergerde zich ook over Charlotte von Ortho, omdat zj volgens zjn meening vee! to vriendelijk tegen don luitenant was. „Kalinka, waarom zijt gj zoo ernstig?" vroeg Tilly. „Geeft gj mj redenen om to lachen en ik zaj gaarne lncnen, antwoordde de gevraagde. De luitenant wierp het hoofd in den nek. „Gij hebt geen smaak voor scherts!" riep lijk, cvon do schouders ophalende. „Ik houd zeer veel van scherts, maar het moot tenminste dragelijk zjn," gat Kalinka ten antwoord. „Hebben die woorden betrekking op m j riep Tilly geraakt uit. „Wj sproken niet van n," antwoordde Kalinka rustig. „En wanneer dit ook oans het gevel was, dan kunt gij toch niet verlangen, dat ik het juist met u eens ben!" „Geen twist, mijno heoron," kwam ds harones op de vriendcljksto wijze tusschonbeide. „Tk zou u wel een voorstel willon doen. De avond is zoo buitenge woon prachtig, zoo rustig on zoo warm, dat wij nog vorschoideno uren bijeenbhjven, dan een unrtjo rusten en morgen vroeg uitrjden moesten naar het meer, want ik hob sedert vele jaren geen zonsopgang gezien.4 „Een goddoijke gedachteI4 riep Tilly uit. „He- melsch! Werkelijk grootsch!4 „Ik laat d deljk nog een wagen bestellon,'' ging de barones voort. „Wie er niet aan wil deulnemenj blijft natuurlpk hier, ik heb kamers genoeg, waar gj op de sofa eenigen tijd. kunt uitrusten, tenzij gj er do voorkeur aan mocht geven, u met sekt wakker te houden. Wio van u zal zich bij mj aansluiten?" „Ik waarde mevrouw ikl" riep de luitenant het eerst. „Een onvergetelijk idéa I Ik rijd mede, al ging de reis ook dadel jk naar de Noordpool I" „Ook de overige heeren bohalve Kalinka gaven gul hun toestemming. De schilder zweog en staarde voor zich uit. „Mijnheor Kalinka, gij schjnt geen lust te hebben?? vroeg Charlotte en wierp deu schilder een blik vap verstandhouding toe. „Hebt gj vergeten, welke dag het morgen is en dat ik beloofd heb, u een antwoord te zullen geven ?4 Tilly had den blik ook home;kt cn was or ongo.- rust over. „Waarde mevrouw, daar wij zeer vroolijk willen zjn, zoo behoeft niemmd er aan dool te nemeu, die het niet gulhartig doet!" riep hj uit. „Zeker zal ik moderjdon,4 zeide nu Kalinka tot do barones. „Ik zweeg, omdat ik meende, u reeds mijne

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1