Blinnenlandsch Niettivs.
Gemengd Nieuws,
Die verschillende menschen ziju 't op *en
punt eeDS, namelijk dat die twee geen laf
aards zijn, maar ze zijn 't niet een of men
hen moedig moet noemen. Zoo zijn er dus
verschillende meenigen aangaande 't al 'of rtiët
aanwezig zijn van moed en daarom willen we
daaraan eenige regels wijden.
In de Rotterdammer courant van heden
staat een verhaal van een jongen Madurees,
die 's morgens vroeg met twee honden uit
gang, om jacht te maken op een varken.
Eensklaps begonnen de honden aan te slaan
als een bewijs, dat ze wild ontdekt hadden,
't Was een zoogenaamde holle weg, waarvan
de bodem met grooto steenblokken was be
dekt. L)e honden slaan hoe langer hoe meer
aan en de jo igen 't wild willende opjagen,
begint, zooals dit daar da gewoonta is, hard
te schreeuwen, 't Gevolg daarvan is, dat het
wild voor den dag komt, maar nu blijkt het
ook tevens, dat hier geen zwijn, maar een
echle koningstijger is, die reeds dadelijk een
bewijs geefc van zijne kracht, door mot éétièn
slag een der honden onschadelijk te maken.
Wat nu te doen? Hij is maar een jongen
en menigeen in zijne plaats zou hier waarlijk
wel de angst om 't hart geslagen zijn. Zoo
was 't bij hem evenwel niet, Voor dat de
gevreesde tijger een sprong kan doen, neemt
(le jongen kordaat zijn lans en steekt daar
mede herhaalde malen den tijger achter in 't
lichaam. IJ ij doet dit zoo ferm en zoo krachtig
dat de tijger neer valt, om niet weer op te
staan.
Dit is geen trek van roekeloosheid, maar
wel degelijk van moed, van eene koelbloedige
bedaardheid te midden van een dreigend ge
vaar, dat door zijne geringe middelen van ver
dediging en zijne nog jeugdige krachten riQg'
des te grooter is. Die jongen durft het gevaar
onder de oogen zien, hij zoekt het niet, trotseert
het niet, maar bestrijdt het, waar hij 't vindt.
Dezulken zullen in den regel als overwinnaars
uit den strijd komen en wees er verzekerd van
dat. die jongen, die reeds op zoo jeugdigen
leeftijd zulke schitterende bewijzen van moed
en onversaagdheid heeft gegeven, als man dien
moed zal behouden.
Zulk een moed verwekt bewondering en
eerbied en zal niet afgekeurd worden, terwijl
de jongen, die zich op 't brooze ijs waagt,
alleen om te k'unnën zeggen en bluffen, dat kij
de eerste was, onze sympathie volstrekt niet
opwekt.
Aan den waren moed schenken we die
sympathie. Hoe komt het anders, dat in
de laatste weken den naam van Gordon op
ieders lippen was? Van waar die onverdeelde
belangstelling in 't lot van den man, die onze
landgenoot niet is, dien we alleen bij name
kennen Hoe zag men eiken dag uit naar
de berichten, omtrent die allerbelangrijkste
onderneming, die ten doel had, hem te redden
uit het gevaar, waarin hij zich bevond Vreemd
genoeg, scheen zelfs bij velen de overtuiging
vast te staan, dat die man, zoó'n man, niet
kon omkomen, dat hij 't winnen moest. Zijn
niet de dagbladen van verschillende natiën
eenparig omtrent den lof van dien éénen man?
Ja zelfs natiën, die anders niet zoo bijzonder
veel sympathie voorde Engelschen koesterden,
die zeifs misschien niet ongaarne zouden zién,
dat het aanmatigende, alles willende beheer-
schen Engeland, ook eens duchtig echec
mocht lijden; zelfs zij drukken hun diep
van haar iiea teruggebracht te hebben, want zij Ep.-ak
er niet meer over. Daar was ik door ongesteldheid
verscheidene da;e.i achtereen verhinderd, hot hars te
verlaten en toen ik haar wild - opzoeken, vond ik de
deur van haar hut gesloten. Daar dit den volgendon
dag nog het gev ti was, toen wist ik', dat zij zich
al oen zich op weg had hegeven, om haarizoon op te
zoeken. Ik was uvor haar bezorgd, want rij was
onervaren gelijk e n kind en in haar leven Was zij
nooit verder geweest dan de dichtstbijzijnde
kleine star!. Zij kei de noch do menschen, noch
do middelen van publiek verkeer; wanneer haar een
ongelijk overkwam, dan was zj niet in staat, zich te
helpen. Ik besloot, haar te volgen en begal mij op weg
Dat zij den verren weg te voet zou afleggen, wist ik ta'
melijk juist, ik moest haar dus op dezelfde wijze vol "en
wanneer ik haar niet mis-en wilde. En spoedig vond
ik haar spoor. Ik hoopte haar in te halen, voor zij
bier aankwam, maar zij w is sneller gegaan, dan ik
verwacht hazij scheen door het verlangen naar
haar zoon mror kracht gc k ogen te hebben. Zoo ben
ik nu eenige dagen te laat hier aangekomen. Of
Kasirair haar teruggebracht zal hebben
„Ik weet het niet,'' gaf de barones ten antwoord.
„Ik was heden m-.rgon bij zijn vriend, mijnheer
von Tilly, die mj vertoldo, dat bij zijn moodor ver
loochend had, omdat hij zich harer schaamde."
„Ilobt gij hem ook Kalinka's levensloop verteld?"
vi.d Charlotte von Ortlio hom in do rede.
„Ju, hj v oèg er mij met nadruk na."
Worclt Vervotgd,
leedwezen uit. dat snik oen mm niet is
gespaard gebleven, en hem gte t men zonder
voorbehoud den naam van held!
Waarom trilt het hart van aandoening, van
trotswaarom tintelt het oog van een on
gewoon vuur bij t lezen van de Heldendaden
ontser voorvaderen, zoodra er sprake is van
tragelijken strijd tegen de verdrukking en over-
heersciffng, zoodat zelfs de koudste, de meest
ongevoelige toch iets voelt van een snaar, die
in zijn gemoed wordt aangeraakt? Waarom
anders, dan omdat h<*t hier geldt voorbeelden
van waarachtigen moed, voortspruitende uit een
edel, loffelijk beginsel, vrij van alle grootspraak,
van alle roekeloosheid, van een zondig weg
werpen van een kostbaar leven?
Menschlievendheid is zeer dikwijls eene
drijfveer tot het betoonen van moed. Hoe
menigvuldig zijn niet gelukkig voorbeelden
van menschen, die hun leven waagden, om
dat hunner medemenschen te redden Wan
neer men de geschiedenis van zoo menig
brandweerman in al hare bizonderheden vond
opgeteekend, zou men menigen trek van moed
en zelfopoffering kunnen lezen. Wanneer do
vlammen uit de ramen van 't in brand staand
vertrek slaan, wanneer daar binnen een dichte
rook iedereen met verstikking dreigt, dan
behoort er voorzeker meer dan gewonen moed
en onversaagdheid toe, om daar in te gaan
en alles aan te wenden, niets te vreezen, niets
te ontzien, om een kind uit zijn wiegje of
een zieke van de legerstede te redden. Ia, de
dagbladen vermelden het, maar de indruk is
momenteel, en wordt zeer spoedig door andere
opgevolgde indrukken vau geheel anderen
aard uitgewisclit.
Wanneer de storm huilt en loeit en giert,
de zee het strand beukt, maar ook het schip
heeft doen stranden wanneer de noodschoten
zich doen hooren en de bemanning in bange
vertwijfeling de handen om redding omhoog
heft en zich aan mast en want vastklemt
wanneer de branding het bijna onmogelijk
maakt, om het vaartuig te naderen, dan be
hoort er moed, onversaagdheid, kalme doods
verachting toe, om de reddingsboot in zee te
brengen, niet te denken aan vrouw en kinderen
die men achterlaat, maar alles te wagen, om
die natuurgenooten van een wissen dood te
redden
Zöo zijn er verschillende toestanden, waarin
de moed wordt geroepen, om zijn heerlijke,
hartverheffende kracht te toonen. Maar dit is
niet alles. Over geheel andere toestandeu wil
ik in een volgend artikel spreken.
Deutichem. P v. d. Velde Mz.
Met zekerheid kan thans worden mede
gedeeld dat door eenige ingezetenen van
Schagen, het gebouw der voormalige
vlasschaiij alhier, is aangekocht met het
doel daar een Kaasfabriek op te richten.
Dezer dagen is dan ook ree ds de aanbesteding
gehouden om het gebouw daartoe in te richten
en is het werk daarvoor gegund aan den heer
P. Nornes, van Sint Maarten, die inschreef
voor f 2685.
Tevens hebben de II. H. oprichters, N. Raven
Gz. en Echt.genoote benoemd tot kaasmakers
der fabriek.
De laatste trein van den Rijnspoorweg
van Arnhem naar Utrecht, Amsterdam, Rot
terdam en 's Gravenhage is Donderdagavond
tusschen Veenendaal en Epe dus weer
ter plaatse waar reeds vroeger over den
toestand van den weg is geklaagd ontspoord,
-een belangrijke schade aan materieel en weg
veroorzakende. Het ongeval had helaas den
dood ten gevolge van den conducteur van
Van Gend en Loos, die den trein vergezelde.
De ongelukkige, een knap, jong man, pas
gehuwd, Van Rees geheeten, die in den wagen
was, welke onmiddellijk achter den tender
reed was onmiddelijk dood. Zijn lijk werd,
bijnaonketibaar, den volgenden dag naar Utrecht
overgebracht. Twee conducteurs van den
Rijnspoorweg werden zwaar gekwetst; een
heeft zijn been verloren. De schrik en ont
steltenis waren natuurlijk zeer groot, vooral
daar do duisternis en de onbekendheid met
de omstreken en den weg, de reizigers beletten
zich naar een der naastbijgelegen gemeenten
to begeven. liet duurde zeer lang voor hulp
kwam opdagen; een extra-trein uit Utrecht
verscheen eerst te 12 uren circa 3 uren
na het ongeval 0p de plaats des onheils
en t was half twee voor de reizigers to
Utrecht aankvamen. Zij di# naar Rotterdam
gingen, kwamen daar des nachts te 3 uren
Daar de personenrijtuigen niet of slechts ge'ri
beschadigd waren, vermoedt men, dat"
der reizigers eenig ernstig letsel heeft heken.
De weg was hedenmorgen nog versperd T
Nadere berichten melden, dat de goeder e
wagen geheel uit elkaar geslagen isde stok u
en de machinist bleven ongedeerd. De bei^0
conducteurs der RijnspoorwegraaatscW
die gekwetst werden, zijn te 's Hage woonaclj:1®
tig. De passagiers van 's Hage kwamen alclalj
hedennacht te half drie aan.
Het proefschieten van het gepanserè J
fort de Ilarssens" te Helder is eergisteren i 'e
eenige schoten geslaakt, omdat eene tweed?'
met glycerine gevulde cylinder gesprongeEk
Thans is voldoende bewezen dat deze cylindeti j
te zwak zijn zij moeten door anderen vervat.^
gen worden voor rekening van den aanneme-'»,
den heer Gruson. p
Aangezien er in de richting van //(|(k
Hars" geschoten werd, zijn aan het hoofd u31
Nieuwediep de glasruiten in tal van huizer1'
gebroken of gebarsten.
Voor het hof van assises te Savona sionij
dezer dagen een blindgeborene terecht, besclmip
digd van inbraak en diefstal uit offerbiisse»,
enz. Deze persoon, Dalmazzo Breano gehseienv
was sedert zijne jeugd opgenomen in een lic|,
dadig gesticht, waar eene kerk aan verkonde;,
was. Iiij wist het vertrouwen van den aalmoe S
zenier te versterven, die hem een bijzondei®
vertrek in de sacristy aanwees om er 's Daclitj
te blijven en te waken tegen diefstal; wantij
zintuig van het gehoor was in lengte vau tij t
hij Dalmazzo Breano in ongelooflijke mat
verfijnd, en hetzelfde was het geval met k f
zintuig van het gevoel. Wat nu had de bliot
geborene gedaan? Hij betaste de sloten en
zonder eenige hulp van anderen, daarvan aldrul
ken te maken en naar de afdrukken de passend
sleutels te vervaardigen. Eenmaal in hel bet
van deze zijnde, viel het hein gemakkelijk
ollerbussen, de kas van den aalmoezenier ti
den koster- enz. te ledigen. Hoeveel sleutels vai j
deuren, bussen, kasten hij nagemaakt had, i
niet niet zekerheid te zeggen. De koster meili
wel dat er telkens geld aan zijne kas ontbrai
maar zekere vrees hield hem terug daarvan aai
den superieur kennis te geven. De aalmoezmiei
deed er eindelijk aangifte van en nu werd don
een karabier 's nachts een bijzondere svacl
ingesteld. Deze betrapte den blinde, op In
oogenhlik dat hij eene kast met den door hei
vervaardigden sleutel opende. De blinde bekeni
dadelijk, liet hof van assises heeft hem to
zeven jaren tuchthuisstraf veroordeeld.
Een buitenkansje. Een veehandelaar,
een stadje van ons vaderland, had vóór de
laatsten winter, op zekeren dag goede zalf
gedaan.
in de stad had hij veel bankpapier ontvangt
Uit een sigarenwinkel nam hij een ktstjesigart
rneê, op welke sigaren een nagemaakt baid
biljet, »Ue Nederl. bank betaalt 25 sigarn
enz.,« was nedergelegd. Te huis gekomen d»
hij dat valsche biljet bij de echte bankjes, t
telt een en ander nog eens over.
Daar hoort bij zijn knecht, en besluit
een, een grapje met den bals te hebben.
roept de baas en reikt, toen de knecht bint'
komt, hem de sigarenbanki.oot over, met'
woorden. »daar kerel, ik heb t en goeden dag I
had; jij hebt nooit een buitenkansje, bieb!1
aan! 't Gaat tegen den winter.» Jan danl
duizend maal en ging verheugd been.
Toen de veehandelaar den volgenden dag
de stad was, en eenige betalingen moest "C
was bet eerste wat uit zijne portefeuiH"
voorschijn kwam, hel valsche bank noot ja. 1
vergissing had hij zijn krecht een echt |'re#
gedaan.
Wat schrik veroorzaken kan, ^'ef!
Woensdagavond weer in de lacob van Bauf"
straat te Amsterdam. Terwijl een huis"10'
bezig was olie uit te braden voor {jebak, slo|-
de vlam in de pan en verhief zich tot
geweldigen gloed. Op een snerpenden
kwamen de buren haastig toeschieten om I
te bieden en slaagden met de dochter (les
die hij 't onheil tegenwoordig was, er ini
brand te blusschen- Onderwijl had de bnis®0^
hevig verschrikt, zich te bed hegeven.
men eenige oogenblikken later naar haar
zien, lag zij bewegingloos en klopte de pü
even. Kort daarna ontvlood haar c e f
Natuurlijk is de deelneming van gebure"
vrienden groot.
Van een in Australië verblijf'0"^",
Oostenrijker bevat een Hongaarse!) blad e
Spirito Santo geschreven brief, die een
van het land en de bewoners bevat.
vllier ben ik," aldus luidt bel iU !f i
doeld schrijven, «in Spirito Santo, 00