Ti s e i Algemeen Advertentie 1l j. wixksx, TE SCHAGEN Laan, Wijk D, No. 5. Bekendmakingen. POLITIE. Nationale Militie. Ao 1885. 2t>?lc Jaarnan£. Jo 1801. 'ffli I L A IX B O W BLAD, Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- ag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's tiddags 12 ure, worden Advertentién in het jrstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken een dag vroeger. UITGEVER: Prijs per jaar/ 3.Franco per post /"3.G(]| Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentien van één tot vijf regels 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Clenttenle Schogen. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich- ngen te bekomen, omtrent een op 25 Febru- j. 1, gevonden boezelaar, en een op 3 Februari j. 1. opgevangen KOüijn. Aankoop Cavaleriepaarden. De Burgemeester van Schagen, brengt ter ennis van belanghebbenden, dat de Commissie ot aankoop van Rijkswege, van Cavaleriepaar- en, te Schagen zal komen op Maandag den 9 laart a. s. De paarden, ook uit de omliggende Ge- leenten, moeten te Schagen ter keuring worden angeboden op genoemden datum des morgens en 9 ure, en ten dien einde geplaatst, aan Jen ringmuur op de Marktplaats. De opgave der vereischten waaraan de paarden ïoeten voldoen, liggen ter lezing ter Gemeente secretarie, zijnde die opgaven ook toegezonden ,an beeren Burgemeesters der Gemeenten |PP jRoman van Friedrich Friedrich. (49.) XXII. 1 De overste von Rüling steeg langzaam do trap op >aar do woning zijner moeder. Het scheen hem hoeielijk te vallen, want herhaaldelijk stond hij st 1 ;n staarde voor zich uit, alsof hij in de uitvoering ■an eeu besluit wankelde. Zijn hoofd dat hij anders oo in de hoogte droeg, was nu naar do borst ';obogen, zijn gelaat was bleek. Eindelijk scheen hij ,ich zelve moester to zijn, want hij steeg de laatste 'reden sneller op- I.'Hij trad het vertrek van zijn moeder binnen, ging «aar haar toe en vatte haar hand, terwijl hij zeide: jgoeden dag, moeder." De blinde hield zijn hand omklemd. Hij geloofde ralm te zijn, maar zij gevoelde toch, dat zijn hand »o.i weinig beefde, en aan haar scherp gehoor ont ging het niet, dat zijoe woorden anders klonken dan gewoonlijk. „Feodoor, or is thuis toeh niets voorgevallen /reeg zij. j „Neen," antwoordde hij zijn stem klonk dof. „Gij zijt gejaagd ik voel het aan uw hand." De overste zweig; langzaam traahtte hij zijn hand glit die zijner mooder terug te trekken, maar zjj hijld «Ijzelve vast. „Feodoor, stelt gij in uw moeder geen vertrouwen >neer vroeg do blinde. De overste wierp zich op een stoel en bodekte „iet gelaat met beide handen. j? „Toch toch riep hij uit. „Ik ben immers tot gekomen, om u te bekennen, hoe ongelukkig ik ben 1" T „Feodoor, wat is er geschied?" riep do oude Jrerscbrikt uit en greep met do hand naar zijn arm. De overste hijgde naar adem. „Er «tafelt zich ramp op ramp," zeide hij, „ik heb Jicproefd, hof alleen te dragen mijne krachten «ójn niet toereikende. Ik heb bij de opvoeding mijner ;sindoren naar vaste grondstellingen gehandeld en nu 'noet ik tot de ervaring komen, dat mijne grond- IcHingen toch niet de juiste waren. Ik was streng /egen Kurt omdat ik dezo gestrengheid noodig Oordeelde, het ongelukkige kind "heeft zich hot leven Ontnomen, omdat het vreesde, dat ik hem verwijten Jou doen." t„Feodoor, hebt gij in dat verlies nog Diet loeren berusten vroeg zijn moeder. IIij schudde langzaam het hoofd. ..„Dat zal ik nimmer, al laat ik ook niet zien, 1 oe ""et mij ondermijnt," ing hij voort. „Ik heb mijn ^jou Egon veel makn voorgetrokken, want hij Zijpe, Callantsoog, Sint Maarten, Haringcarspel, V\ armenhuizen, Nieuwe Niedorp, Oude Nie- dorp, Winkel, Barsingerhorn, Wierinjerwaard en Anna Paulowna. Schagen den 3 Maart 1885. De Burgemeester voornoemd: G. LANGENBERG. OFBOEPING VOOR DE 10 fllllllg l Burgemeester eu Wethouders van Schagen Gezien art. 86, 87 en 88 der wet op da Nationale Militie, Gelet op eene Missivo van den Heer Militie-Commis saris in het 3e district van Noord-Holland Brengen ter kennis van de belanghebbenden. Dat de eerste zitting van den Militieraad zal worden gehouden ten Raadhuizo te Hoorn, op Dinsdag den lOen Maart eerstkomende, des morgeus ten 11 ure Dat voor den Militieraad moet verschijnen lo- do vrijwilliger voor de Militie; 2o. de loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of gemis van de gevorderde lengte verstrekt mij tot eer; in hem meende ik mijn evenbeeld 1e zien, hij gevoelde, zooals ik, ook bij hem was de eer het hoogste. En dit gevoel heb ik in hem opgevoed, met de beste bedoeling, en toch heb ik nu de overtuiging gekregen, dat ik te ver ben gegaan en verkeerd heb gehandeld." „Wat is er met Egon geschied vroeg de blinde hem. „Ik moet ver terug gaan, opdat gij mij begrijpt," ging de overste voort. „Ik was er trotsch op, toen Egon naar de residentie weid verplaatst en daar in de voornaamste kringen word toegelaten. Zijne karotraden behoorden bij ia allen tot don besten en rijksten adel, zij verkeerden met hem op de vriend- schappelijkste wijze en ik was daarover des te meer verheugd, omdat mijn broeder don adel verachtte en in de politiek tot zijn tegenstanders behoorde- Egon kwam met zijn soldij niet toe, ik heb hem -zooveel ondersteund, als het iu mijne krachten stond, misschien te veel, doeh ik had hem laten beloven, geen schulden te maken, en hij kon bij zijne kameraden niet te zeer ten achteren staan. Daar liet hij zich in een nood- lottiggen nacht, toen bij bepaald beschonken was, verleiden, aan bet dobbelspel deel te nemen. Hij verloor alles, wat bij bezat; bet verlangen, om het verlorene terug te winnen, dreef' hem er toe, verder te spelen; een vriend leende hem geld hij verloor meer en meer genoeg, zjja verlies bedroeg in dien eenen nacht bijna zesduizend mark, en hij had zijn eerewoord gegeven, do sehuld binnen weinige dagen te betalen. Moeder, ik bezit nog den brief, waarin hij mij alles mededeelde, het was de brief van een vertwij felde. Hij bad mij niet, hem te ie iden; hij smeekte alleen om vergiffenis voor ziiue lichtzinnigheid; tusscheu de regels geloof ik door te lezen, dat hjj besloten was, liever te sterven, dan zijn gegeven woord niot na te komen. Toen wendde ik mij, om hem te redden, tot een woekeraar. Ik ontving het geld tegen wissel en zond het hem. Ik heb hem daardoor gered en weet, dat hij zich nimnjer meer tot zulk enne lichtzinnigheid zal laten verleiden. De spoedig vervallen wissel werd aangeboden en ik kou bom niet betalen. De woekeraar verlengde bem bereid willig, wel is waar moest ik daarvoor weder een groot offer brengen en hooge interesten belaien. Datzelfde herhaalde zich van maand tot maand het heeft mijne gedachten dag en nacht bezig gehou den; mijn schuld vermeerderde bij dou dag; ik wist, dat ik ze niot betalen kon, en dat beeft sedert langen tijd mij ter neder gedrukt, het heeft mij ongenaakbaar gemaakt voor anderen, want ik durfde niemand mijn geheim toe vortrouwen. Mijne vrouw en Ulrike ver moeden niets, zelfs Egon weet niet, hoe zwaar het offer, dat ik heb gebracht, op mij drukt. Datgene wat mij gedurondo maanden heeft tegougegrijnsd, heeft nu plaats, do woekeraar t.ekt denstiop toe, dien hij om mijn hals heeft geslagen, hij wil den wissel niet 3o. Hij die voor een loteling als plaatsvervanger of nummer ver wisselaar verlangd op te treden. Schagen, den 27en Februari 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C.de PATER, Wethouder. de Secretaris, DENIJS. IS er ijk. Burgemeester en Wethouders van Schagen Gelet op het besluit van Ileeren Godeputeerdq Staten dezer provincie van den 7 Januari 1885, Nq 2, (Provinciaal Blad No. 2) Gezien het Koninklijk besluit van 27 November 1884, (Staatsblad No. 226), waarbij is bepaald, dat in het jaar 1885 aan den Herijk zijn onderworpen, de maten en gewichten- Brengen ter kennis van do ingezetenen, dat die herijk, .binnen deze gemeente, zal plaats hebben voor de gewichten voor fijnere wegingen, op Zaterdag 21 M .are a. s., des namiddags van 2 tot 4 ure, voor dq overige maten en gewichten, op Maandag 23 en Dinsdag 24 Maart, van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 ure, alles in het lokaal „de Beurs" van W. Rog^ geveen Cz. Wijk F, No 36, ingang aan de Noordzijde, Schagen, den 6den Maart 1885 Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG de Secretaris, DENIJS, moer verlengen,hij verlangt betaling, en dat ban ik niet, Alle beloften zijn vergeetsch en do man heeft mis scliien recht, zoo te handelen, want met iederen dag vergroot zich de önmogelijkbijd, mijne verplichtingen na te komen. Ik bangelijk een ter dood veroordeelde! Hij klemt zich aan het leven vast en toch ruaakt elk uitstel de straf des te pijnlijker Mijn arme vrouw en de arme Ulrike!" Op nieuw bedekte bij het gelaat met beide handen. Zijne mo der had hein zwijgend aangehoord haro magere handen beefden van ontroering, want zij las maar al te duidelijk in het gemaed van haren zoon^ en zij wist alles, wat er in hem omging. „Feodoor, en gij hebt er niet aangedacht, dat gij een broeder hebt zeide zij. De overste richte onwillekeurig het hoofd op. „Moeder, gij vergeet, dat hij mijn tegenstander is; gij vergeet, dat ik tegen zijn eigen zoon hard moest zijn, omdat ik niot anders kon handelen!" „Dat alles weet ik, maar ik weet crak, dat Albrecht uw broeder is, en een tdcl hart bezit." Do overste sprong van zijn stoel op en liep gejaagd het vertrek op en neder. „Moeder, ik kan mij niot tot Albrecht wenden 1" riophijuit „Ik kan niet Daar hem toegaan en hem zeggen, ik hob onrechtvaardig togon u gehandeld, vergeef mij; ik kan hem niet smeekon, mij te helpen! Gij zult mij misschien niet begrijpen, maar er is voor c -n man ceno verootmoediging, die erger is dan de dood J' De blinde bewoog langzaam haar hoofd heen en weder. „Ik begrijp wel, wat gij gevoelt, maar ik meen dat dit niet het juiste is," zeide zij. „Albrecht mag wel uw tegenstander zijn, maar hij isuietuw vijan Ti hij zal nimmer vergeten, dat hij uw broeder zijt." De overste doorliep het vertrek. „Ik kan niet V riep hij hevig ontroerd uit- „Hoe groot is uwe schuld?" vroeg de oude vrouw met bevende stem. „Twaaltduizend mark!" „En wanneer meet gij die betalen „Nog hedeu" „En wat zult gij doen?" De oversto drukte zjjn hand tegen zijn voorhoofd. „Moedor, vraag mij Diet!" riep bij uit. „Deze vraag is het immers, die mij waanzinnig mankt. Nu, dt-ze pijn zal ook wel een eiude nemen 1" „Feodoor, Feodoor, denkt gij niet aan de uwen ?*f vermaande de blinde. De overste zweeg, men hoorde alleen Let zwarq adem halen van zijn borst. „Is het tijdig genoeg, wanneer gij tegen don avoud het geld ontvangt?" vroeg de oude vrouw. „Ja." „G >ed, Feodoor kom dm van avond bij mij." „Moeder, g.j wilt u tot Albrecht wenden 1"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1