A d v erte S tIe - e Algemeen K 1883. Nationale Militie. 29ste Jaargang. II g e U \V S- LANDBOVWBLA J. WINKEL TE SCHAGEN Laan, 'Wijk D, No. 5. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. •jWTAAI 1'njj fofio[§ii^w Bs Schoooe Weduwe. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- da(j~. en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentién in het eerstuitkomend nummer geplaatst. UITGEVER Prijs per jaar/3.Franco per post ƒ3.60 Afzonderlijke nummers 0.05. 'Advertentién van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. 'r.-- "vf-' "si', mi POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich tingen te bekomen omtrent een in het begin dezer maand alhier opgevangen liOÏMl. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schagen, tnaken hiermede bekend, dat naar aan leiding van Art. 186 en volgende van het plaatselijk P ditie.-reglnment dezer gemeente, betreffende de dienstplichtigheid bij de Brandspuiten alhier, alie geëmployeerden bij die spuiten den ouderdom van 5b jaren bereikt hebbende en verlangen uithoofde van lichaamsgebreken of zwakke gezondhied hu11 Ontslag te bekomen, wordon opgeroepen, om zich tot dit eind', vóór of uiterlijk op don 30on de/er, van 's morgens 9 tot 12 ure, ter Secretarie der gemeente aan te geyen en hunne herkenningsteekenen, terug te brengen, z ullende na dien tijd, de zich niet aan gemeld hebbende personen, nog voor oen jaar worden gecontinueerd, Schagen den 23en Moi 1885. Burgemues or en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, G, LANG ENBERG, De Secretaris, DENIJS. lil'lil O u Burgemeester en Wethouders van Schagen, brongen ter keunis vau de in die gemeente verbljfhoudemle Roman van E. II. v. Dedenroth. (6) Derde Hoofdstuk, Op de wandelplaats van de badplaats L. heorschte een buitengewone levendigheid. Reeds voor het begin van bet namiddagsconeert bad zich het gerucht verbreid, dat de princts Karoline van T., die op hare doorreis usur Weenen hij haren broeder, den vorst von op diens slot Iloehburg een bezoek bracht, met den vorst en diens andere gasten heden voor korten tijd de badplaats met bare tegenwoordigheid zou vereeren. Tengevolge van dit bericht waren de bewoners der omstreek naar L. gekomen, de badgasten haddon zich in feestcostuum gehuld, de bron-commissaris en de overheid der plaats verschenen in frac; men had het orkest versterkt en in aller ijl zelfs een kleine eore- poort opgericht, het bronhuis met kransen versierd. Terzelfder tijd ongeveer toen Willi Barning de ontmoeting had gehad met do barones in het Lieben stein er dal, waren dan ook een met vier paarden en eenige met twee paarden bespannen équipages van de Hochburg in L. aangekomen; de directeuren van het bad hadden de voorname personen ontvangen, hen bot bezienswaardige aangetoond en ben voorgesteld ain do élite der badgasten de vorsteljke personen, vooral de prinses Karoline, waren zeer luidruchtig geweest en waren langer gebleven dan zj hot aanvankelijk wilden, tenminste de prinses bad langer 'bin een kwartier geaarzeld in haar rijtuig .te stijgen, nadat zij hot voorkomen reeds bevolen, had Te baddircctie zoowel als de gaston, die in d-it Kwartier nog met een onderhoud vereerd werden, hadden zich zeiven verbeeld, de hooge en vriendelijke gast geboeid te hebben; hot was hen ontgaan, Lt de prinses meermalen met haar jongsten broeder, prins Eniil, fluisterende woordon had gewisseld, dat deze eenige onrust on misnoegdheid nauwelijks bon onderdrukken. Prins Emil b'eef dan ook achter, nam van zijn bloedverwanten afscheid en bleef met iemand uit het gevolg in L. Hij deed dat evenwel voljtrckt niet, omdat hot hadgozelscbap of een andere magneet hem boeide; zoodra zijne familie was wog- Kcrcden, trok bij zich met zijn begeleider terug in een bijzonder vertrek van de restauratie .In de Bron"; "U gaf voor hoofdpijn to hobbeD, tenoindo zich to Verlofgangers der Militie te land, behooreude tot de lichtingen 1881, 1882, 1883 en 1884, voor zooverre zij vóór den len April 1885, in het genot van onbepaald verlof waren gesteld; dat zij zullen hebben tegenwoordig te zijn bij het onderzoek hetwelk zal plaats hebben te Schagen, op Zaterdag don 13en Juni 1885, des vooriniddags ten half tien uro, ten Raadhuize aldaar. Wijders wordon aan belanghebbenden in herinnering gebracht do navolgende bepalingen uit do Wet op de Nationale Militie van 19 Augustns 1861 (Staatsolad No- 72). Abt. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der Militie te land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing on met opzicht tot de verschillende govallen van desertie op al de bij de militie te land ingeljfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: lo. zoolang zij zich hij hun corps bevinden; gedurende den tjjd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt in het algomeon, wanneer zij in uniform zijn gekleed Abt. 140. De verlofganger verschijnt bij het onder zoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleoding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakbookjo on van zijn verlofpas. Abt. 141. B ihoudens liet bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, to ondergaan in dj naastbij gelogen provoost of het naastbijzijnde huis van bowaring of arrest, door den militie commissaris worden opgelegd aan den verlofganger; lo. die zonder geldige reden niot bij bet ondorzook verschijnt die. daarbij verschenen zijnde, zonder geldige red m, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; wiens kleeding- of uitrustingstukken, hij het 2o. 3o. 2o. 3o. eenige vrijwaren voor lastige bezoeken, en bestelde ververschitigen. „Wat zegt ge or van, Stcrnheim? Zjj is niet gekomen, en heeft het niet eens de moeite waard geacht, mij eeno afzegging to doen toekomen; zij heeft mij ton spot gesteld." De jonge man, die deze woordon in groote ontroering en bitterheid sprak, liep driftig hot vertrek op en neder; hij had een aangenaam voorkomen en zag er niet zoo fatterig uit als zijn motgezel, graaf Erik Sternhuim; maar men kon het hem toch aanzien.dat het zijn trots en zijne ijdelheid waren, wior kronking hem het bloed meer in gisting bracht, dan de toch niet huiten het bereik der mogelijkheid liggende veronderstelling, dat do barones von Lieben een ongeluk was overkomen, dat baar verhinderd had op het bepaalde tijdstip te L. te verscbjuen. Graaf Sternheim maakt den prins op deze mogelijk heid opmerkzaam, maar op eeue manior, die vermoe den deed, dat hij er zelf aan twijfelde. „Gij gelooft dat zelf niet, graaf," riep do prins uit; „zij zou dan wel een bodo gezonden hebben; neen, dat is weder een harer luimen." „Had zij uwe hoogheid dan een bepaalde toezegging gedaan vroeg de graaf, „Do toezegging lag iu haro afreis naar Liebenstein. Ik had haar gezegd, dat ik het als een bewijs van vriendelijko gezindheid zou beschouwen, wanneer zij mij de gelegenheid aanbood, haar, zonder dat het opzien verwekte, aan mijne zuster Karoline te kunnen voorstellen. Een gunstiger gelegenheid kon er zich nooit opdoon; zij had slechts van Liebonstein hierheen te komen, werd evenals andere gasten voorgesteld, Karoline kon haar zien, kon haar leeren kennon. Ware zij in do residente gebleven, dan had ik haar dat vorgovon, maar doordat zij naar LLbenstoin gaat, geeft zij mij do zekerheid, dat mijn plan hare goed keuring wegdraagt, ik waarschuw mijn zusteren wordt nu door haar beschaamd gemaakt; dat is ongehoord." „Ik ben er van overtuigd, Hoogheid, dat de zaak wel zal opgehelderd wordende barones von Lieben kan onmogelijk zoo onverschillig zijn tegenover uwe gunst, om u door een beleediging te verjagen, en dat zou toch haar onvcroutschuldigd uitblijven zijn." „Zj is daartoe wel in staat," viel de prins hom in de rede; „ik geloof aan geene werkelijke veront schuldiging. anders reod ik dadeljjk naar Liebenstein. /.ij weet, dat ik mij niet van haar kan losrukken, het verheugt hare luimen, mij haar macht te dorn gevoelen, mjj to plagenzij heeft guen hart. Zij onderzoek niet iu voldoenden staat worden bevonden; 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont; Abt. 142. Is de verlofganger, wien krachtens hot voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzo >lc tegenwoordig, dan kan hij didehjk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niot aan de hem opgelegde straf, d in wordt hij, op schriftelijke aanvrage van don militie-commissaris, te richten aan den burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naasthijgelegen provoost of bet naastbjjzijndo huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onverminderd de straf, in art 141 Vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op do in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan hot feit, sub. 4o van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschonen zijnde, in het geval verkeert, sub. 2o en 3o van art, 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maand m gebonden. Art. 145. De verlofganger der mili ie, die niet voldoet aau eenc oproeping voorde werkeljko dienst, wtfdd als deserteur be iandpld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, vorraanen allen wie dit aangaat om, door in achtneming van. hunne verplichtingen, zich voor onaangenaamheden eu straffen te vrijwaren. Schagen, den 22en Mei 1885. Burgemeester on Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG, Burgemeester. DENIJS, Secretaris. bespot mij, om m:j te toonon dat het haar onverschil lig is, of een prins dan of een ander de knie voor haar buigt; het paste misschien niet bij haren ijJelen trots, mijne zuster bij een® gelegenheid voorgesteld to wordon. Zij wil mij tot een beslisten stap dwingen; of mijn bloedverw tnten hot goedkeuren of niet „Wanneer uwe hoogheid deze overtuiging hooft, dan hangt alles daarvan af, welke bèslui'en gij hebt gonomen, Is uwe hoogheid genegen, oene dame, dia u niet het kleinste bewijs van toegevendheid voor uwe wonschon wil schenken, do eer van uw hand aan te bieden en mot haar eefi on verbreekbaren band te sluiten, waarbij gij offers brengt, die alleen door een ontwijfelbaar vooruitzicht, oen duurzaam geluk to verwerven, vergoed kunnen worden, dan kan ik u geen raad geven; in het aridore geval twijfel ik or niet aan, dat uwe hoogheid slechts oonige koolhoid uwer zijds behoeft te toonen, om or zeker van te zijn, dat men zich bijzonder de inooite geeft, uw gunst to verwerven." „Dat gelooft gij Sternheim; pij beoordeelt Ella naar het gehalte der gewone vrouwen, m mr ik neef er voor terug zulk een spel to wagon: ik houd haar er voor in staat, dat zij mij voor altijd dan rug toekeert. Zij is achterdochtig, daarom beproeft zij hot goduld mijner liefde; kon ik gelooven, dat zij alleen uit koketterie mij kwelt, dan zou ik boirog mot bedrog vergolden." „Dat is hot, Hoogheid, wat uwe bloedverwanten hopen. Do hartstocht verhlindt u, een vrouw te vergoeden, die waarschijnlijk zeer koel rekent en sluw spoculeorf." „Sternheim, gij giet mij daar een zeer gevaarlijk vergift in; wanneer ik naar u luisterde en gij aeens bedroogt!" „De barones von Lioben is do dochtor van een handelsmanzij heeft tegen de wonschen en verma. ningen van haar vader in don baron von Lieben gehuwd- waarschijnlijk heeft de ijdelheid haar daartoe verlokt. Zij is door den dood van Lieben verlost van een ongelukkig huwelijk; maar de titel, die haar den echtgenoot doet herinneren, werd zelden door de weduwe met zooveel trots gedragen; zjj dringt zich aan do voorname kringen, die zij door haron hoogmoed kwetst, mot zulk oene volharding op, die bewijst, hoeveel waarde zij hecht aan de plaats die zij in de aristocratische wereld hoeft veroverd, en zou zj zich niet gestreeld, vereerd gevoelen, wanneer oen prins haar huldigt? Ik noem do verantwoording daarvoor op mij, dat ik juist oordeel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1