29 ste Jaargang. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Nationale Militie. De Schoone Weduwe. L A N D B O U W BLAD. J. WINKEL TE SOLT AG EIST m Ao 1885. JU 1880. SCBAUi Algemeen Advertentie DOADERDAG Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- jaj_ en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advertentièn in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één das; vroeger. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich tingen te bekomen omtrent een in het begin dezer maand alhier opgevangen llOIlfl. VERMIST, op de markt alhier van 28 Mei j. 1. 1. een afgewisseld scltaap, niet een touwtje om den nek. 2. een lam, zwart gemerkt tusschen de ooren en blauw op het rechteroor en bij den neus. 3. een SCliaap, met een rood marktmerk onder het rechteroog. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht r ter Secretaire dezer gemeente. cll"o' Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen t"r kennis van do in rlie gemeente verliljfboudeude Verlofgangers der Militie te land, behoorende tot de lichtingen 1881, 1882, 1883 en 1884, voor zooverre vóór den len April 1885, in het genot van onbepaald verlof waren gesteld; dat zij zullen hebben tegenwoordig te zijn bjj het onderzoek hetwelk zal n_r^-i_,-^ j-^-^n.uj.-LTVWUT.-Lr.n. -J-JTJU-j.r JJ I_I- Roman van E. H. v. Dedenroth. (9.) Vierde Hoofdstuk. „Ja, zij was schoonzeide de raadsheer, toon bij bemeikte dat Willi hem gadesloeg, „ik heb haar gekend, hare schoonheid werd haar verderf, want zij misto alle geestkracht. Gij hebt het testament frelezen. De herinnering aan hare moeder stond Heinrich Barning voor den geest, toen hij zijn laatsteu wil vaststelde. De dood had hem twee kinderen ontnomen, die geheel zijn trots waren geweest; hem bleef slechts eene dochter over en voor deze zag hij mot bezorgdheid de toekomst tegemoet. Ella was reeds als kind zeer schoon, «aar zij was ook oven ïjdel; zij beschouwde zich als Je eenigo erfgenarao van den rijksten patriciër von Onder de vele vrijers, die naar haar hand Jongen, lette zij alleen op dezulken, die tot do aris tocratie behoordenzij wilde volstrekt niets weten van iemand, die tot den stand van haar vader be koorde; zij had het vooroordeel, dat elk koopman alleen ''aar geld verlangt. Do baron von Lieben veroverde "aar hart en zij gaf zich aan deze neiging met een ongelooflijk vertrouwen over, ofschoon haar bewezen *«rd, dat Lieben een lichtzinnige verkwister was geweest, die zijn erfgoed moest verkoopen en diep jn schulden stak on door een rijke party zich zocht 'e redden. Alle voorstellingen, alle waarschuwingen haar vader waren vergeefsch, zij verdacht deze, jl en al zijne vrienden van vjjandschap jegens do 'r'stocratie, en meende dat wij haar alleen een koop- ®a" gunden, die den mammon aanbad. «barning gaf eindelijk zijne toestemming, hij be- r Je al de schulden van Lieben, kocht diens land- Rood terug, maar hij zette voor Ella alleen een jaar- I 6 vast en verzekerde haar vermogen door dit anient ook daarvoor, dat het liet in banden van ^kwister kon vallen, wanneer hij deoogenhad I »^at mijn vriend gevreesd bad," ging Frelich na 1 i\ I E E \V S- U TGEVER Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar/3.-Franco per post /3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. Advertentièn van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. plaats hebben te Schagen, op Zaterdag don 13en Juni 1885, des voormiddags ten half tien ure, ten Raadhuize aldaar. Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering gebracht de navolgende bepalingen uit do Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van Krijgstucht voor bet krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der Militie te land, die zieh onder de wapenen bevinden, van toepassing en mot opzicht tot de verschillende gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingolijfden. Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn: lo. zoolang zij zich bij hun corps bevinden; 2o. gedurende don tijd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt; 3o. in het algemeon, wanneer zij in uniform zijn gekleed Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onder zoek in uniform gekleed, en oorzion van de klceding- en uitrustingstukken, hem hij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbijgelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring ot arrest, door den militie commissaris worden opgelegd aan den verlofganger lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige red n, niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3o. wiens kleediug- of uitrustingstukken, bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4o. dio kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont; Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan bij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij, op oen korte pauze voort, „wat iedereen voorzien had, die aan von Lieben's plotselingon omkeer niet geloofde, werd maar al te spoedig bewaarheidde zeer rijkelijk toegekende rente was voor hem niet voldoende, maar hij beheerschte Ella zoo volkomen, dat zij om zijnentwille, reeds toen zij zich nog op hun huwelijksreis in Frankrijk en Italië bevonden, door per brief gestelde eisehen met haar vader in onmin geraakte. Er ontstond toen tusschen vader en dochter een zeer gespannen ver houding, en ic plaats van zich te vestigen op hot slot Liebenstein, dat Barning aan Ella tot bruids geschenk had gegeven, betrok het paar een fraaie villa in bet westeinde van Berlijn. Onder voorwendsel, het slot Liebenstein tot Ella's ontvangst in gereedheid te zullen laten brengen, voor hij haar daarheen zou voeren, maakte Lieben reizen, om meubels on huis raad tegen verbazend hooge prijzen te koopen, doch de oude Barning kwam alras tot de wetenschap, dat hij het geld in speelzalen verdobbelde. „De oude heer, die reeds langen tijd sukkelende was, werd tengevolge van het leed en de zorgen zwaar ziek; gelukkig brak toen de oorlog uit, dio Lieben onder het vaandel riephij kon dus Ella niet verhinderen, naar het ziekbed van haar vader te snellen, en zich nog met den stervende te verzoenen. „Lieben sneuvolde in den slag, een kogel bracht hem een snellen, pijnloozen dood. Ik weet het van Bar ning, dat de liefde van Ella tot haren echtgenoot do jonge vrouw dermate verblindde, dat zij Barning's aanklacht tegen Lieben niet ge'oofde, of altijd baar echtgenoot wist te verontschuldigen; haar trotsch karakter zou ook nooit een verwijt geduld hebben tegen iemand, aan wien zij zich met vertrouwen had overgegeven. Des te vreemder en onverklaarbaarder is het mij, dat zij hot verlies van den geliefden man met zulk eeno in het oog looponde kalmte droeg, dat zij, zoodra de gobruikelijke rouwtijd voorbij was eene houding aannam, als had zij sleclits eene blooto vorm vorvuld, en zij opende baar salon oor vrienden en vereerders, als had haar hart geen wonde bekomen. In één ding is zij ziclizelvo consequent gebleven; zij bete iouwt mij als haar vijuud, omd it ik Lieben doorzag en haar vador hielp, haar vermogen vast to zetten. Ik heb te vergeefsch getracht, haar te naderen, haar to overtuigen, dat ik alleen haar belangen op het oog schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, to richten aan den burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder ver okei d geleide naar de naastbijgelegen provoost of bet naastbijzij nde huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld,, is de verlofganger verplicht, op den daartoo door dm militie-commissaris te bepalen tijd en plaais, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht- Art. 144. De verlofganger, die zieh bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub. 4o van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde, in hot geval verkeert, sub. 2o en 3o van art. 141 vermeld, wordt onder do wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen allen wie dit aangaat om, door in achtneming van hunne verplichtingen, zich voor onaangenaamheden en straften te vrijwaren. Schagen, den 22en Mei 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG, Burgemeester. DENIJS, Secretaris. Hot HOOFD van hot PLAATSELIJK BESTUUR der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennissa van de ingezetenen dier gemeente, dat hot kohier No. 7 voor de Belasting op het personeel oior het dienstjaar 1884j85 op den 28 Mei 11. door den Heer Provincialen Inspecteur in do Provincie Noord-Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen dc-ze gemeente tor invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaaud op de voldoening van zijnon aanslag behoorljk acht te geven, ten oinde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voort vloeien, te ontgaan. Schagen, den 2 Juni 1885. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn, G. LANGENBERG. had on dat ik nu niet moer in staat ben, aan bet testament iets te veranderen, wat vóór Lieben's dood rechtskrachtig was geworden. Ik heb tegen boter overtuiging in, ja, tegen mijn plicht toegevend geweest, toen zij geld eischto tot delging dor achtergeblevene schuiden van haar echtgenoot, alleen om haar te bewijzen, dat ik haar vertrouwen wenschte te verwerven; zij eischt vernietiging van het testament on beeft zelfs eon aanklacht ingediend; zj boweert, dat ik haar vader, toon hij reeds sukkelde heb omgepraat en hem valsche voorstellingen heb gemaaktdat het testament bovendien ongeldig is, daar het alleen tegen Lieben was gericht en deze niet meer onder de levenden behoort. Ik vrees," zoo eindigdo de raadsheer, „dat zij wet er in hande.i is gevallen van een minnaar, die r.aar haar geld smacht en haar rijkdom overschat, want buiten mij en u, weet niemand, dat een derde gedeelte der erfenis, zooals die bij opening van het testament aanwezig was, voor Ella onaantastbaar is. Dank zij Lieben's beheer is Ella's vermogen reods tot op do helft gesmolten." Willi had onder verschillende gewaarwordingen geluisterd naar de vertellingen van Frolich, welke een zeer pijnljken indruk op hem maakten. „Ik zie uit uwe verklaringen," zeide hij, „dat gij misschien op mj'n invlood rekent, om eene verklariug tusschen u en do barones te bewerkstelligen, cn dat deze daarop moet berusten, dat ik de aanspraken doo gelden, waartoe het testament mij het recht geeft. Ik betreur het, aan uwo wonschen niet to kunnen voldoen. Het stuit mj tegen de borst, een bloedver wante te begroeten met de verklaring, dat haro erfenis mijnentwege verminderd wordtik zio van mijno rechten af, die eon oud man mij misschien in een voorbijgaande sontimonteele opwelling ten kosto van zijne natuuiljjko erfgenoote heeft aangeboden cn waarom ik misschien nog wol mot mijn bloedverwante oen procos zou moeten voeren. Nccd, mijnbeer de raadsheer, ik bon goddank bemiddeld genoeg, dat ik niot behoef te haken naaroens andera erfdeel." Met Willi. innig welbehagen rustto Frelich's blik op Wordt Vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1