Schager kermis 1885.
Kunstnieuws.
Tiet zijn aaangenamc, zeer gelukkige oogen-
blikken in ons leven, wanneer 't blijkt, dat
datgene, 't welk ons zoo dreigend boven 't
hoofd hing, niets meer is dan verbeelding.
Hoe menigmaal gebeurt het niet, dat wij
's nachts een zeer verdacht geluid meenen
te hooren en nu hangt het er maar van af,
of we al of niet zeer vreesrehtig van aard zijn.
Behooren we tot de laatstgenoemden, dan
wordt er dadelijk een onderzoek ingesteld,
en grappig wordt menigmaal de optocht der
huisgenooten, die, gewapend met aller vreem-
ste wapenen, en juist niet altijd geheel en al
in keurig toilet, dan naar beneden gaan en
alle kamers en hoeken en kasten, ja 011 moge
lijke plaatsen, doorzoeken en doorsnuffelen,
terwijl men meestal terugkomt met de gerust
stellende betuiging dat het letterlijk niets is
geweest. Wanneer we eens op een winteravond
bij den gezelligen haard gezeten bij elkander
waren, dan geloof ik, zou menigeen daarvan
een verhaal kunnen opdjsschen en me dunkt,
dat ik het hoor, hoe daar iemand zegtBij
ons is 't eens gebeurd datterwijl een
ander in dien tusschentijd in den schat zijner
herinneringen heeft gezocht en voor den dag
komt met een: Ja! wat u daar zegt, is sterk,
maar wat wij op een zekeren nacht hij ons aan
huis hebben gehad, was toch nog sterker, want
en de avond vliegt om met verhalen
van rachtelijke ontmoetingen die op niets uit
liepen. Ik zeg dit niet, omdat het mij spijt,
dat er niet meer van nachtelijke drama's voor
vallen, integendeel, er worden nog misdaden
genoeg, en veel te veel gepleegd, maar ik haal
't alleen aan, als een beu ijs, hoe men dikwijls
van een niets een iets maakt. Bij zoo'n nach
telijk tooneel spelen gewoonlijk de zenuwen
een voorname rol.
Men moge om die zenuwen zooveel lachen
als men wil, maar 't is toch zoo. Men is
schrikachtig van aard, en nu vermeent men
eenig geluid, hoe gering ook, tehooren.
Nu is er niet meer noodig. Dat geluid
wordt sterker en hoe langer hoe meer ver
dacht! In onze verbeelding hooren we iemand
loopen; ja, zeer duidelijk hooren we't kraken
der voetstappen op de treden van den trap,
en zoo bereikt onze vrees haar toppunt en
't gaat ons als den goeden markies, totdat
ook wij uit de dwaling worden gebracht, en
we tot onze beschaming moeten erkennen, dat
onze ongelukkige angst en die vervelende
zenuwachtigheid ons weer een poets heeft
gespeeld. Altijd zal het dan een weldadig ge
voel in ons verwekken, wanneer die gerust
stellende mare tot ons komt, maar bij sommi
gen kan de doorgestane angst toch nog zeer
onaangename gevolgen achterlaten.
Allernatuurlijkst zijn al die verschillende
aandoeningen weergegeven op de bekende
Engelscne plaat, die ook in elke onzer tijd
schriften een plaats vond. Eerst ziet men een
zeer kalm, rustig gelaat, dan wordt er iets
gehoord, en nu volgt de uitdrukking van schrik
en deze wordt ten toppunt gevoerd, maar als
't zoo is, dan komt er een keer ten goede.
Langzamerhand ziet men den schrik vermin
deren, en 't gelaat tot zijne gewone uitdruk
king terugkeeren, tot dat er zelfs een lachende
plooi zichtbaar wordt, en in de allerlaatste
voorstelling lacht de man naar hartelust en
roept uit: 't was niets; 't was de kat.
Deutinchcm, P. van de Velde Mz.
Gezelschap is spoedig gevonden, en na ecni-
gen tijd gaat men gearmd de kermis op. Hier
en daar ontmoet men een kennis, men bekijkt
alles wat er in de kramen te zien is, de jon
gens koopen misschien de een of andere klei
nigheid voor de meisjes ter gedachtenis, en de
meisjes voorzien zich van het een en ander om
straks als men in de tent van Alber zal zit
ten, eene versnapering te hebben.
Voor de tent gekomen, waarin de vrouwelijke
Simson te zien is die volgens den explica
teur niet alleen monsterachtig sterk, maar ook
nog monsterachtig lieftallig is, wordt schertsen
derwijs gevraagd of rncn er binnen zal treden
om zich van de waarheid te overtuigen?
Maar de een verklaarde, niet van sterke vrouw
lui te houden, een ander had er wel eene in
de familie waarnaar hij zooveel kon kijken als
hij verkoos, en Jan die al beter op dreef be
gon te komen, fluisterde zijn Maartje in het
oor dat zij hem lief genoeg was. Men had
dus ook geen neiging om do schoone Suleika
of la fille merveillouse met een bezoek te vcr-
eeren. Toen er sprake was van een tentje, waar-
vanop het voordoek motgroote letters geschilderd
was: iiKunst en wetenschap" waar men de toe
komst voorspelt, protesteerde eene der jonge da
mes zóó nadrukkelijk dat men besloot er nietbm-
nen te gaan. Geen wonder; zij was er s mor
gens geweest; men had haar voorspeld dat haar
aanstaande rood haar en een bult zou hebben
en nu liep ze gearmd met een vrijer die ge
zien mocht worden. Bewijs genoeg dat daar
alles bedrog was.
Eene der Panorama's diende men echter te
bezichtigen Daar zag men wat men ongeveer
in alle Panorama's zietgezichten op prachtige
steden en landstreken, de tentoonstelling te
Parijs enz. Maar als nieuwste nieuwigheid en
om onder het publiek een heilzame schrik to
onderhouden voor groote misdaden oftenplei-
ziefe van zoovelen die in de grootste akelig
heden het meeste genot vinden, waren daar
ook tentoongesteld de Leidsche giftmengster
tegenwoordig bij het opgraven der lijken van
hare slachtoffers, de driedubbele moord op de
familie van Oppen, en de millioenenjuffrouw
voor het gerecht.
Eene der vriendinnen scheen bizonder
verlangen te hebben naar die tafereelen. Zij
duwde en trapte een oud man, die vóór haar
ging en die met den bril op de neus met de
grootst mogelijke aandacht en onuitputtelijk
geduld door ieder glaasje tuurde, totdat hij
allen goed gezien had, gedurig op deteenen.
Eindelijk kwam men zoover en vond hei
toen verschrikkelijk leelijk. Niet de zaken die
voorgesteld werden, maar de wijze waarop. De
figuren waren buitengewoon slecht geteekend.
Intusschen was het langzamerhand tijd
geworden om zich naar de tent van Alber
te begeven; en men deed alzoo. Hoe verbaasde
men zich over de goocheltoeren en hoe trilden
de jonge dames van angst wanneer de familie
Webson Gymnastische werkzaamheden ver
richtten. Eén misstap toch en er gebeurde een
ongeluk. Doch, dat alles liep uitmuntend af.
I)e werkzaamheden met de geheimzinnige kast
wekten in hooge mate de verwondering en men
lachte zich bijna ziek, toen twee jongens, die men
op het tooneel had laten komen, ieder een rijks
daalder kregen, en die niet eens konden vast
houden. Toen men eindelijk gekomen was aan
die werkzaamheden waarbij het licht in de zaal
noodzakelijk moest worden uitgedaan, om o. a.
met succes de Agioscopische wereldtableaux
te kunnen genieten, gebeurde er iets dat in de
duisternis nog al hilariteit verwekte. Men
hoorde namelijk in de nabijheid van onze jon
gelui plotseling het geluid van een flinke
oud Hollandschen zoen weerklinken, gevolgd
door een goed uitgevoerde oorveeg; wat aan
leiding gat tot de veronderstelling, dat de
bedrijver van het eerste feit iets had onder
nomen waartoe hij gansch niet gerechtigd was.
Deze kleine variatie wekte in zoo hooge
mate de lachlust op. vooral van onzewrouwelijke
feesrgenooten, dat Jan o. a. enkel om haar een
weinig te ondersteunen, de arm om zijn meisje
sloeg en wie weet, als niet spoedig daarop het
licht weer aangestoken was, misschien had hij
de verleiding niet kunnen weerstaan het goede
voorbeeld te volgen. Toen de droom der Na
jaden was uitgedroomd waarbij ter verklaring
van de tableaüx een gedicht werd voorgedragen
met eene zoo harde stem en zóó weinig tact, dat
men zich al verder verwijderd gevoelde van het
ideale waartoe men de aanwezigen trachtte te
brengen, verheugde men zich in het weder
aangestoken licht, want het gezicht op den
diamantengrot en de zilverregen in het rijk der
bloemen mogen prachtig zijn, eindelijk worden
de oogen er pijnlijk van aangedaan.
Nog volgde de pantomime „Blauwbaard".
Men bewonderde de costumes en spande alle
krachten in om in die geschiedenis, zooals die
lner werd voorgesteld, iets belangwekkends te
ontdekkken.
Daarna nog de tableaux vivants die levendig
werden toegejuigd, en men stond op om elders
de kermispret te vervolgen.
Waarheen Voor alle dingen eerst een
dansje. Drie uren achtereen stil te zitten, is
lang genoeg.
Voort gaat dan ons gezelschap en danst,
totdat men verhit en vermoeid, weer omziet
naar eene gelegenheid om eens rustig te
kunnen zitten.
Om nu in dit opzicht het nuttige met het
aangename te verbinden gaat men naar het
café „de Beurs". Daar is de Haas, de
Hollandschc Komiek, die en dat maakte hem
hier tot een populair man, zijn publiek weet
te vermaken, ja van tijd tot tijd te laten schud
don van het lachen, zonder dat hij zijn toevlucht
behoeft te nemen tot dubbelzinnigheden of
banaliteiten. Is 't eindelijk tijd geworden van
vertrekken dan brengt Jan rijn Ma \Tn
de zijne geworden, naar htus rn crèêff I
't afscheidnemen een flinke kus. laarkij
Waarschijnlijk zal ze daar goed on S1
in haren droom den verloopen avond no»^"'
doorleven, misschien zelfs met eeu vervol/pRtls
bij, en als ze 's morgens haar arbeid hen'
het niet onmogelijk of haar tevreden bliillKj h-S
uitzicht, zal broêr of zuster brengen tot
vermoeden dat ze den „rechten Jozef" j
heeft. °ndeö
Van lmrte hopen wij, dat als vader strak
te weten komt met wien zij kermis hield (r
geen reden moge vinden haar daarover 'v
wijten te doen of b. v. alle verderen onn//
te verbieden. 0 S
Hij kome op den gezetten tijd tem»
weer terug. En wanneer dan deze kennisn/
king mag leiden tot een gelukkig huwelijk'
dan zal hun de Schager kermis van lSbö zeker
onvergetelijk blijven; en zullen zii als ik-
s iJ j 1 "di
neer de dagen komen waarin het Kermisgei^
voor hen de bekoorlijkheid heeft verloren,
weten te verheugen in het genot dat de jeu
smaakt; en niet als zoovelen die na zeiven voW
genoten te hebhen de kermis als een onding
eene oude instelling die hoog noodig vernietioj
moest worden, uitmaken, omdat zij zeiven diuu.
door wel eens in hun rust worden gestoord
Door het Tooneelgezelschap van den
heer A. v. Lier, werden Woensdag en Don-
derdag alhier opgevoerd, „De Orgeldraaier en
zijn Pleegkind" van Charl. Birch-Pfeiffer en
,i Haar Korporaal" naar het Duitsch van 0. Costa
vrij bewerkt door der. heer C. P. T. Briot
lid van bovengenoemd gezelschap.
In eerst genoemd stuk, dat tot de tooneel-
spelen behoort, werd door allen en in het
bijzonder door de hootdpeisonen uitstekend ge
speeld.
De heer Bigot, die de titelrol vervulde,
weergaf die op treffende wijze, en werd waar
dig ter zijde gestaan door Mevr, Hnyzers, als
Martha Stevens en Mej. F. v. Biene, als Rika,
dochter van Steven Balder.
Omtrent: „Haar Korporaal," waarin de
hoofdrollen vervuld werden door Mevrouw
Albregt-Engelman, mej. Louise Kiehl enden
den heer Bigot, die dit stuk zelve in het
Hollandsch heeft overgezet en bewerkt, is
hetzelfde te zeggen, als van.- „Mensch erger
je niet," namelijk: het spel alleen geett dit
stuk zoo hooge waarde. Juist de illustratiën
van dit stuk zijn het voornaamste, terwijl de
hoofdgedachte de gezochte band kan genoemd
worden, die deze groote keur van geestigheden
en bon-mots tot een geheel maakt.
De korporaal, Henri Kippie, de lieer
de Keukelaere, die de titelrol vervulde, was
ons inziens niet genoeg geïnspireerd.
Onder anderen in het begin van zijn op
treden, toen hij bij de famillie Klapman te
dineeren was, vonden wij dat hij, in repliek
op eene vernederende uitdrukking van Treesje
(Mej. K.) aangaande den korporaal, zijne ver
dediging van den militairen stand met te wei
nig bezieling voordroeg. Later in het samen
spel met Treesje (Mej. Kiel) kwam er meer
gloed en leven in zijn spel.
Omtrent den heer Lageman, Wendelaar, neef
van Klapman, waren wij uitstekend te vreden;
werkelijk, hij was geestig in spel en woord.
Dientje, de keukenmeid, (Mej. T. v. Biene)
heeft door haar degelijk spel geen onbelang
rijk aandeel in het welslagen der uitvoering
van dit stuk.
Voor het spel van den heer Bigot, van me
vrouw Albregt en van mej. Louise Kiehl, me's
dan lof en bewondering. Wij genoten en
den door hun spel medegesleept..
Spijtig was het, dat het publiek rlienavon
zoo slecht was opgekomen. Dit gezelschap"8
in allen deelen een overvolle zaal waardig. alJ
de drie voorstellingen die het gezelschap hier-n
heeft gegeven kan niets anders gezegd wor e">
dan dat zij zich zooveel mogelijk beijve1
zich door hun spel naam te maken. Wij Je..
schen hen van barte toe dat Zondagavond, J
hunne opvoering van het beroemd J
„Nelly", de zaal eivol mag zijn en zij daar o
een beteren dunk mogen krijgen van
kunstminnend publick. rif
Op het gebied van Café-ChantaM-g^
schappen, kunnen wij niet nalaten in de c
plaats to noemen, den heer N. de Ha;'a
zijn gezelschap, die o. a. Zondag-avond Vj
weder in het Koffiehuis „de Beuis
optreden, en ons Dinsdag-avond doorzijn
tigen coupletzang ons weder uitstekend