DONDERDAG Algemeen Advertentie- Ém 2 JULI. Ao 1885. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en flater dag avond. Bij inzending tot 's middags 12* ureworden Advertentièn in het gerstuitkomend nummer geplaatst. 29ste Jaargang. M 894; A* I E L YV S- L A N D B O L YV li L A I). J. WINKEL, TE 9CHAGEN, Laan, Wijk D, No. 5. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. Kunstnieuws. Ingezonden stukken één dag vroeger SCIAGKB i W 4 V rW> UITGEVER Prijs per jaar/ 3.Franco per post ƒ3.60 Afzonderlijke nummers 0.05. Adverlentiën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. P O L I T 1 E. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtin gen te bekomen omtrent een g'Olliien sloofje, een paardendek en een snuifdoos, alhier gedurende de kermis revonden. De Burgemeester van Behagen, daartoe ontvangen ïcbbende de noodige aanschrijving', brengt, ter vol loenitig aan de bestaande voorschriften, ter algemeene eunis, dat, tegen den 7en Juli a. s. tot de werkelijke ienst wordt opgeroepen, do verlofganger van de ichting 1883, CORNEL1S SCHOORL, behoorende tot iet 4e regiment Vesting-artillerie, ora op den opge- even datum vóór des namiddags 4 ure bij zijn corps Helder present te zijn. Schagen, den 26en Juni 1885. De Burgemeester voornoemd, G. LAiNGENBERG. Ce Schooïie Weduwe. Roman wn E. II. v. Dedenroth. '(IV.) Zesde Hoofdstuk. Toon me,n, eenige ©ogenblikken nadat de prin® illi had ontmoet, hom Ella's boudoir opende, moest j geruimen lijd wachten voor zij verscheen; zij ilde hem niet doen vermoeden, dat zij op zijn komst eds met ongeduld gewacht had. Zjj was in een moedstoosiand, in welken men zelfs op een breuk voorbtreid, maar toch met onrust de beslissing igemoet ziet. Met eeno vriendelijkheid, aan welke ke warmte ontbrak en die alleen hare misnoegdheid ocst verbergen, speelde Ella de aangenaam verraste, 'en zij eindelijk in het boudoir verscheen; zij zeide, it zij geloofd had, dat de prins op do Hochburg irioefde, en zij eerst na verscheidene weken iu erlijn in de gelegenheid zou zijn, zich te veront- kuldigen, dat zij gisteren niet op het bepaalde uur L- v/as gekomen. klla zeide dit op een onverschilligen toon, alsof er irake was van een overeenkomst van geringe krekenis, en toch had de prins, toen hij haar om ue inwilliging smeekte, aangetoond, welke groota aarde hij er aan hechtte, de barones aan diegene J.ner zusters te mogen voorstellen, met wie hij van il'i jeugd af aan in de innigste verhoudingen had eed. Du toon waarop Ella sprak, gat dus eene eedigende onverschilligheid jegens Emil's vurigste ensch te kennen, maar de prins was er reeds aan wend, door haar op eene boosaardige wijze geplaagd "orden, om deze onverschilligheid voor goede "nt aan te nemen. 'er h duS n'e* eens blijde voldoening jt fn' da' tnÜnentwille naar Liebenstein ^gereisd," antwoordde hij, „gij hebt geen woord »v,.?1Jt',dat bet doel dezer reis verijdeld is "orden ueid alsof zij zich over hem verbaasde, 'nes" /BOe'; te8eil0Vt!r u voorzichtig zijn, Hoogheid; 18 re'd njeer dan men u geeft," antwoordde zij. „Ik an. m8 anS van plan eens naar Liebenstein to kun' ,treur bet, dat ik verhinderd weid, decor i^epUon hebben, uw zuster te zien, maar het doel ten arj?9 18 daarom nog niet gemist; ik wil hier chk^j°en' TO,8cbeideno maatregelen nemen en de Ah t, den 20mer geuieten." 'oen zakcn 1" riep de prins uit, terwjjl "en rn lri8,c.b°n loon aausloeg, „zeker met don f.» v,aD.' zooeven hier is geweest?" let Ki 2 zooeven hier is geweest iWat'n6 8Cboot Ella naar hot gelaat. 'oornd ?ze scherts beteekonen?" rnd en driftig. vroeg zij - ou onitlg. besni^'0eitto 0n^orweg eer» jongen man, dio zich 26id' d droomGn scheen ovor te geven. met dat.RÜ tohuis waart, maar verzekerde ieti(lon 7enaa,"igen ijver dat hij zich niettotuwo )o oud 00 ,rekoneD-" Afzoekende blik, dion de prins bij dozo wcor- Tot afscheiclsvoorstelling gaf het Holl. Tooneelgezelschap Zondag avond J. 1. het drama //Nelly" naar den roman van dien naam, van Charles Dickens. Waren de drie vorige tooneelvoorstellingen schaarsch en slecht bezocht, ditmaal was de zaal stamp stampvol. Voor hen die den roman gelezen hadden, en den gang der geschiedenis kenden, heeft dit drama moeielijk aan de verwachting kunnen beantwoorden, waartoe o. a. ook bijdroeg, dat Sally Brass het manswijf eene der hoofdtypen van den roman, in het drama volkomen was weggelaten, terwijl in de laatste afdeeling, Nelly niet aan de tering sterft, maar in de armen van haar vader wordt gevoerd. Bij dat slot denken wij onwillekeurig aan het verhaal, waarin medegedeeld wordt, dat bij zekere gelegenheid, door een groot aantal den nieuwsgierig op Ella wierp, verhoogde hot pijn- I jk gevoel, dat hot noemen van Bariiing's naam had teweeggebracht. „Ik wil niet hopen," antwoordde Ella, „dat gij eene contióle houdt over do personen, die bij mij uit- en ingaan, of hebt gij bij mijnheer Barning misschien 9r onderzoek naar gedaan, welke omstandigheden gisteren mijn gang naar L. verhinderden Dan zou ik van de moeite ontslagen zijn, ze te noemen." „Mijnheer Barning?" riep de prins uit, op wien deze naam, trots zijne bevreemding over Ella's opgewon denheid, een vreemden indruk maakte; „men vertelde gisteren in L. van een beroemden oogarts van dezen naam. Is hij misschien een bloedverwant van u?" „Dat is wel mogelijk; ik weet bet niet, er zijn zeer vele Barnings. Gij kiest een onderwerp, Hoogheid, dat mij vormoeit. Hebt gij u gisterenavond goed vermaakt? Vertel mij iets van het gezelschap in L. Ik heb de karlijst nog niet laten ontbieden." Het mengsel van jaloersehen argwaan en nieuws gierigheid, hetwelk den prins aanleiding gaf tot zijn vrageD, kreeg met betrokking tot zijn argwaan voedsel door de blijkbare moeite, dio Ella zich gaf, aan het gesprek eene andere wending te geven, terwijl hare taraenlijke onvriondlijko houding hem nog prikkel baarder maakte- „Ik was bevreemd over uw uitblijven, Ella" reide de prins eensklaps op geheel anderen toon, „ik vernam eerst laat op don avond, dat gij op weg naar L. waart geweest. De hardvochtigheid waarmede gij mij omtrent uw gevoel in het onzekere liet, verwekte bij mij den twijfel, of ik hierheen mocht komen, voor ik eene verklaring had bekomen over nw wegblijven; doch het verlangen naar u overwon don twjjfel; ik ben hier, en gij ontvangt mij, uwe verrassing daar over uitdrukkende, dat ik gekomen ben I Ik boor dat de raadsheer Frelich, uw oude vijand, in de badplaats is, ik tref iemand aan, dien ik nog nooit bij u gezien heb, en gij spreekt van zaken, die gij wilt afdoen; daar vermoeit u de belangstelling, die ik koester voor alles wat u aangaat. Waartoe deze comedie, Ella? Gij weet dat ik u bemin. Waarom speelt gij met mij „Misschion om u te genezen vandoze verbeelding, dat gij mij bemint," antwoordde Ella, dio den blik naar den grond sloeg. „Dat zult gij nimmor, want het is geen verbeelding, gij kunt mij van mijne zoetste verwachtingen berooven, maar gij zult niet bewerkondat ik ophoud, u te beminnen.'' „Men zegt, dat do liefdo blind maakt, en ik zal mij vrijwaren voor het verwijt, u bedrogen te hebben. Ik speel niet met u. Wat gij voor luimigheid en knorrigheid of voor ijdelheid houdt, is mijn gemoeds leven- Al die vleiende huldebetuigingen drijven mij tot spot, want ik geloof niet meer aan eene liefdo, dio langer duurt dan hot oogenblik waarop een zeker dool is°bereikt; ik zou zulk eene, wanneer zij bestond, niot dat^eno kunnen bioden, wat zij verwacht. Ik zie mijn toekomst met nuchtcren blik tegemoet." Spreek niet aldus i" viel de prins haar in derede. Do gloed mijner liefdo zal u verwarmen. Vertrouw mij, Ella- Goef mg l oop, dat gj tenminste beproeven rijke Engelscheu aau Charles Dickens een verbazend groote som gelds is aangeboden, op voorwaarde, dat hij zijn roman Nelly in het slot zóó zou omwerken, dat Nelly niet stierf, maar in het leven bleef en gelukkig werd, als het welverdiend loon voor haar leven van grootsche opoffering Doch de groote man weigerde dit verleidelijk aanbod. Omtrent het spel der artisten zijn wij meer dan tevreden. Daniël Quilp (de heer Bigot) herkenden wij op het eerste gezicht; hij was werkelijk als geteekend; David Trent (de heer Hesselink) de handelaar in rariteiten en oudheden, Nellys grootvader, speelde met al den ernst, die bij een dergelijk karakter te pas komt; Nelly, zijn kleindochter, (Mejuff. v. Biene) heeft dezo avond uitstekend gespeeld; alleen in het eerte tafereel hadden wij haar gaarne wat meer kind gezien. De zaakwaarnemer Brass (de heer La- geman) gaf zeer juist zijn type terug; de be- wilt, mijne liefdo te beantwoorden." De prins tiad Ella's hand gegrepen, maar zij onttrok hein die. „Dwing mij niet tot eene beslissing," viel zij hem in do rede, „laat niet de hartstocht, maar het verstand bij zulk oen belangrijke schiede het woord voeron. Gij treft mij heden in eene stemming, waarin ik zeer gemakkelijk «ene dwaasheid zon kunnen begaan, want ik gevoel meer dan ooit, dat ik alleen sta. G|j weot dat ik mij genoodzaakt heb gezion, togen mijn vroe- geren voogd een proces te beginnen, daar deze mij ook nu nog do vrije beschikking over mijn vermogen betwist." „Gij moet het proces winnen. Het testament is onzinnig." „Het was opgesteld, om mijn overloden echtgenoot tot grootero zuinigheid te dwingen. Gelijk ik de toestanden nu overzie, moet ik mijn vader en diens raadgever daarvoor dank weten on hot betreuren, dat ik dit niet vroeger heb ingezien. Lieben heeft het wantrouwen maar al te zeor gerechtvaardigd, dat tot maatregelen aanleiding gaf, waarin ik hatelijkhoid tegen mijn echtgenoot zag; do betaling zijnor schulden, waarvoor ik borg gesproken had, heeft mijn vermogen zeer gedund. Maar dat is nog niet alles- Ik hield het voor een voorwendsel van Frelich, om mij de uitbetaling der volle inkomsteu to weigeren, wanneer hij beweerde, dat er bij het testament oen gohoim codicil bestaat, hotwelk de beschikking over een derde gedeelte van de nalatenschap mijns vaders mij ton allen tijde onttrekt; dat is oen aanzienlijk legaat, voor een vergeten broeder van mijn vader ot diens erven vastgesteld. Op den argwaan, dion ik tengevolge van den raad van mjjn advokaat te kennen gaf, dat Frelich mijn vader tot dezo beperking van mijn erfenis had overgehaald, en dat deze het geheele testamenc ongeldig maakte, daar ze wederrechterlijk was, ver- klaardo do raadsheer eensklaps, dat hot een schuld was, die mijn vader moest delgen, geen legaat, en in het geloof, dat do raadsheer mij bedroog en er op rekende dat ik eon proces schuwde, zette ik mijn aanklacht door." „Nu?" vroeg de prins, die met toenemende belang stelling geluisterd had, toen Ella oven met haar verhaal ophield. „Dio mijnheer Barning, dien gjj heden gezion hebt, geeft zich uit voor den zoon van mijn overleden oom. Er bostaat dus een tweede erfgenaam, dien ik voor hot dreigend spook van Frelich had gehouden. Ik word nu bevreesd, dat mjjn advocaat Kitler mij slechten raad hoeft gegeven. Ik zou nooit een proces begon nen hebben tegen den laatsten wil van mijn vader, wanneer ik er ook maar oenigzins aan twijfelde, daarmede alleen de knoeierijen van oen oerJe to ontmaskeron." „Gij vreest het proces te verliezen? Wanneor dat geschiedt, is er dan sprake van een aanzienlijk verlies?" Ella merkte niet op met welk eene levendigo belangstelling do prins dezo vragen deed zij was to zeer met andere gedachten bezig, om daarop te letten. „Het verlies zon het minste zijn," antwoordde zij, „ik heb mij zeker verkeerd uitgedrukt; ik zou niemand, al had hij or ook nog zoo weinig recht op,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1