I De Schoone Weduwe. TE SOHAGEN. Laan, Wijk D, No. 5. Ao 1SS5. 29ste Jaar^an^. LGEMEE N VERTELTIE ^^Jf| vV i - -Mk 'tW 1 't al N A Roman van E. II. v. Dedenroth. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens dag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Adverientièn in het, eerstuitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stuiken één dag vroeger,' Uinn en Jan dsch Ni e uius Men schrijft uit Amsterdam-. Maandagavond had bij Bosdriesz een bijeen komst plaats, belegd door een -comité van „burgeressen," met het doel om een vrouwen- afdeeling te stichten van den Sociaal-Demo- 'cratischen bond. De presidente opende de vergadering met een rooden hamer, die aan de groene of roode tafel van hand tot hand was gegaan om bewonderd te worden blijkbaar dus pas nieuwDe voorzitster heette de burgeressen en burgers welkom, en ver klaarde dat de vrouwen, die nog niet wisten wat de socialisten willen, dit thans konden vernemen, „om klaor te sain, als ze gerope worren en de tait daor is om zich aan de spis te stelle." Hierop gaf zij het woord aan burger Fortuyn, die op de hem eigen beschaafde wijze, in netten vorm om een goed voorbeel te geven aan het gehoor zijner keuze het hart der burgeressen stal, door haar te beduiden, (39.) Dertiende Hoofdstuk. T)c beido mannen, graaf Stornbeim en von Ilm, sloegen niet den weg naar het slot in, zij volgdon tle bocht van hot dal. Willi volgde hen voorzichtig, gelijk de jagor het spoor van het wild. "Wederom konen zij een weinig beganon omweg, zij waren niet de rotslrappen naar het tfrras opgeklommen, maar hun dool was de slotberg; zij klommen op langs een stijl, lastig pad, dat langs het terras naar een kleine poort in den buitenmuur van een zij-gebouw voerde. Willi kon beide mannen zien, toen zij door do poort die de inspecteur open sloot, traden, en hot viel hom op, dat noch de inspecteur, noch de graaf de buks droeg, tenminste hij herinnerde' zich later de omstan digheid, dat hij het wapen noch aan den schouder Urn, noch in de hand van den graaf gezien had. Do geheimzinnige omgang van den graaf met lira, hot diefachtige binnensluipen in hot slot, verhoogden de ontroering, waarin Willi door de afgeluisterdo voorden was gebracht. De verklaring, die het meest voor de hand lag, was deze geweest, dat beidon eon aanslag tegen den houtvester beraamden, wie kon anders dio persoon z:jn, die in de nabijheid van het slot rondsloop, en dien de barones betrapt wilde "en; mnar tegen deze verklaring getuigde weder de aanduiding van Ilm, „de man komt niet meer, wanneer jhij zich niet voor nogen uur heeft laton zien". Dat had Awicr betrekking op hem zelve Willi dwaalde 'Diniers ook zoo gaarne in Ella's nabijheid rond; om j^gen uur verliet Ella gewoonlijk het terras, dan hpgon ook hij den terugweg naar huis en verliet hij '1 "f dat punt, vanwaar hij op grooter of kleiner p'Stand den zoekenden blik naar het terras richtte. 1 Maar koti iemand dat verraoedon, kon iemand hem gMpicd hebben? De gedachte scheen ongerijmd, j"i had toch steeds do uiterste voorzichtigheid Eebruikfc en alleen daarom over dag, wanneer hij fheiders of dienaren van het slot tegen kwam, met Cz°n over 't eon en ander gepraat, om zich het fjjorkoraen te geven van een doelloos wandelaar, die ,.e°n door do schoonheid der natuur en der parken 'orheen gevoerd was, inhoud van hot gesprek, zooverre het de barones i doorzichtige plan van don graaf gold, haar alleen e ontmoeten, hield Willi eerst levendiger bezig, toen c,,kele bijzondere woorden bij verder nadenken 'Ortncdo en niot mot don aanslag in verband bracht. !f L_graaf was immers bij machte, op elk uur van dag, zieij ajs cavalier van den prins, bij Ella 'b verschaffen; de gedachte, dat hier aan een hoos plan to denken viel, scheen hem in het .tegen to staan, kon immers een gevolg daarvan 1 dat Y, im misschien de zacht uitgesproken woorden I E L' S- L A IV D B O U W B L A D. U J. T Uii Vh It VVIfVK.EE, dat ze lang genoeg als een bloot genotmiddel" waren gebruikt, als „slavinnen van de hoeren der schepping." Bij de gewone uitroepen be treffende j/uitzuigerij" enz. kwamen ditmaal de bekende phrases van de corypheën der vrouwen—emancipatiemaar deze eerste burge ressen vergadering moest geschorst worden, om dat de burgeressen en burgers achter in de zaal en daar buiten te veel lawaai maakten en gelijk de spreker zelf zei toonden op welk laag peil zij nog stonden. Over veer tien dagen zal de proef herhaald worden, en dan zullen uitsluitend vrouwen toegang hebben, en wel tegen betaling van een gering entrée om „hen die er plcizier in hebben de vergadering te doen mislukken, doch daarvoor geen paar centen over hebben, te weren." Iloe bedroevend het ook zij, dat mannen, die de maatschappij willen hervormen, hun kracht zoeken bij lieden van „laag peil", en in toon en vorm tot hen afdalen in plaats te trachten het peil te verbeteren, zoo mag één denkbeeld van burger Fortuyn toch niet onop- uiet good had vorstnan eon gevaarlijker karakter kreeg evenwel in zijn oog deze zaak, toe.i Willi zich herinnorde, dat Ilm een toeken zou geven. Een inwendige onrust, oon vermoeden, dat Ella eenig gevaar dreigdo, was verklaarbaar door het geheimzinnige voorkomen van nl datgene, wat Willi gezien en gehoord had; doch "Willi moest ook tot zichzelven zeggen, dat hij ook werd geleid door het vooroordeel, dat hij koesterde tegen don graaf en ook tegen den inspecteur, vooral sedert Frelich de over tuiging had uitgesproken, dat hij zich aan grooto bedriegerijen had schuldig gemaakt en een karakterloos mensch was, dien hij tot iedere laagheid in staat achtte- Maar was het denkbaar, dat Ilm, dio geen andere verdediging bezat tegen Frelich, die zijn boekeu had opgsëiseht, dan de eigenzinnigheid der barones om Frolich's bemoeiingen niot to dulden, zich tot een zamotizweering zou laten verleiden, die hom zeker Ella's toorn op den hals zou doen halen In deze beschouwingen verdiept, had "Willi der. terugtocht door het dal ingeslagen. Hij wandelde langs de beek, toen eensklaps een godruisch boven het ruischen van het water uitklonk en hem uit zijne mijmeringen opschrikte. Een man met een buks in do hand, kwam als door furiën opgejaagd, met fladderende haren, verwrongen gelaat, dn van don zijweg afbellende rotsen af. op het gevaar af, bij een misstap in eon afgrond te storten. Maar do man het was do houtvester Zornau had den blik van eon waanzinnige, en gelijk over den nachtwandelaar, die mot starend oog op de daken wandelt, een beschuttende engel waakt, leidde een onzichtbare hand zijn voet; in vliegende vaart legde hij een weg af, diou ecu bergklimmer als Willi ternauwernood zon hebben durven betreden. Nu bemerkte hij Barning en dreigend hief hij do buks op. „Ik verraad u niet, ik hen immers uw vriend!" riep Willi, terwijl hij don man bij den arm nam. Do houtvester staarde hem eon ooeenblik aan, toen liot liij de buks zakken. Had hij Willi erkend, of gaf hij slechts liet plan, om zijn leven te verdedigen, instinktmatig op, toen hij zag, dat hij geen gevaar liep de diep liggende oogen, do hollo wangen, hot verwilderde uitzicht, alles verried oen ziekelijke, zenuw achtige prikkeling, waarvan nu de ontspanning volgdo. Maar bet was iets auders dan Willi's verschijning, wat den man, die nu als verpletterd noderzonk, want reeds in het volgend oogenblik scheen hij diens tegenwoordigheid vergoten te zijn. Hij wenddo hot hootd naar boven, naar den rijweg Men kon dien van deze plaats niet zien, maar de blik van den houtvoster bleef in die richting gevestigd, als hoorde liet oog. „Naar wien ziet gjj vroeg Willi, om oon einde te maken aan deze pijnlijke stilte. „De barones is niet zoo hardvochtig, als gij denkt, zij heeft Ir loofd, u niot te laten vervolgen; waarom vertrouwt gij baar niet? Waarom doolt gij hior rond, en laat vrouw en kind in onrust eu angst F De houtvester keek Willi een poos aan, gelijK P ptp" L ÜilW j Prijs per jaar/3..Franco per post /'3.(i0 Afy- Tdrrlijke mimmers f 0.05. Advetientiën van één tot vijf regels f 0 75. iedere regel meer 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. gemerkt blijven Kr is werk genoeg zei hij al was 't maar tot verbetering van krotten waarin menschen moeten wonen, hoe wel menig rijkaard zo te min zou vinden voor zijn beesten doch men wil geen werk geven het geld is den bezitters to lief." Indien dat waar is, waarom worden er dan geen bonden opgericht van welgeziwlen, met, het doel om die cn meer andere werkelijke grieven weg te nemen? De nette, ordelijke werkman, dio karakter cn gezonde hersens heeft, wordt aan zijn lot overgelaten, terwijl lichtzinnige heet hoofden „het lage peil" ongestoord trachten dienstbaar te maken aan de bereiking van lmn onbekookt doel! Is dat in orde? 11. Is'. - De woeligheid onder den werkenden stand schijnt zoo wat het geheele land door to zitten. Jammer genoeg, te meer, daar al dio zamenscholingen en vergaderingen en werk stakingen den werkman niets baten, integen deel veel schade doen, want ze kosten hem zijn weekloon of bespaarde penningen. iemand dio uit een droom ontwaakt. „Hoe weet pij dit?" vroeg hij en nog had zijn blik iets woests, doch in hetzelldo oogenblik werd zijn oog beneveld en teekende smart en bitter berouw zich op zijn gelaat af. „Ik ben eon ellendig mensch." mompelde Hij, terwijl bij zijn blik nc'dersloeg. „Ik heb ecu visioen gehadwas hot bedrog of werkelijkheid- God weet het, maar ik zou een moordenaar zijn, wanneer God, de lieer, mij daarvoor niet bewaard had." „Zoo, dank God dan daarvoor, en gaat naar do de uwen, doet uw plichtin plaats van op wraak to peinzen, en boozo gedachten na to jagen, moest gij er aan denken, dat gij uw vrouw en kinderen onge lukkig maakt, wanneer gij, om oeno geringe boete to ontloopen, n aan uw hartstochten overgeeft. Een man voegt zich in het onvermjjdoliike, waarvan, hij zelf de oorzaak is, en zoo slim staat hot niet met u, dat gij als oen misdadiger aan uw toekomst zoude moeten twijfelen De houtvester schnddo het hoofd, zijne gelaatstrek ken werden weder onheilspellender. „Ik hol) het lood in do buks geladen," zc'do hij, „en ik zal don eed nakomen, waarmede ik het laadde. Het maakt mij waanzinnig, dat ik den schurk niet aantref', die mij mijn have en goed on eer ontstal. Ik ga niot in do gevangenis, voor ik het hem heb betaald moet ik mijn eer verliezen, omdat ik den gendarme beleedigcie, moot ik mijn huis en hof verlaten, als een oneerlijke, dio gestolen en bedrogen beeft, dan zal de schoft, dio zich rijk gestolen heeft, niet zegevieren cn mjj uitlachen cn mij van do baau schuiven, omdat ik het niet niet hem hield". „Wacht het af; het gerecht zal do zaak onder, zoeken De houtvester liet Willi niet uitspreken. Hij lachte hitter. „Het gerecht!" riep hij verachtelijk, „dat geelt de arme nooit, recht voor dat gerecht wil hij mij hebben, dan kan hij de zaak verdraaien en zijtia leugens met een valschon eed bevestigen. Hij heeft mij ook hot blo> d warm gemaakt tegen do barones en ik heb don lichtmis geloofd. Ik wil niets hooren 1" Oo houtvester stond op; het was bom aan te zien dat eon onheilspellende macht zegonvierdo over zijne hetero gevoolens, dat hij zich door eon gelofte wilde gebonden gevoelen, dio hij zich zelvon had opgelegd. „Ga naar do uwen," zeide Willi, „ziet tenminste uwe kinderen, uwe viouw nog eenmaal in de oogeu en vraagt n zeiven dau af, of het niet beter is, on recht to dulden, dan onrecht te doon. Gij danktct zooeven God, dat gij geen moordenaar waart gewor den. Wilt gij u nu ter wille van een ellendeling met bloedschuld beladen, is hij liet waard, dat gij om zijnentwille uwo kinderen tot weezen maakt De verstoordheid in het uiterlijk van den houtvos. ter was langzamerhand verdwenen, zelfs zijn blik had die waanzinnige uitdrukking verloren. „Gij hebt niets to vreezen," voegde Willi er bij, „wanneer gij wilt, dan vergezel ik u. Gij zijt ziek. Versterk u door spijs en drank, neem rust, cn wan neer uw bloed koeler eu uw hoofd beider j», luiatcï

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1