Algesie e n A V EIIT E AT T I E Ao 1885. De Schoone Weduwe. m I E U TO S- L A X D B O W SLA B. 4 O Cl Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. 2ï)ste Jaargang» H? tOS>S ;9. JT H T I *H y? W w«i M >io li, pit blad verschijnt tweemaal per week Woens- faj- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden Advcrtcnticn in het eerstnitkomend nummer geplaatst. Ingezonden stukken één dag vroeger UITGEVER J. YUMvIX, TE SCH AG EN, Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar ƒ3.Franco per post 3.CO Afeonderlijkè nummers 0.05. Av* trhnliikz vawr 6»n tot vijf-^rgek»-^ 0.75; iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Inkwartiering. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen, brengen ter kennis van de ingezetenen dat de lijst betrekkelijk de inkwartiering, bedoeld bij Art. 17 der Wet van 14 September 1886, (Staatsbl. no. 138) is vastgesteld en ter vol doening aan evengemeld Wetsartikel, gedurende 14 dagen voor een elk ter inzage aan het Raad huis is nedergelegd, en alzoo van af heden tot den 13en October a.s. Wordende tevens ter kennis gebracht dat sij die tegen gemelde Lijst bezwaren hebben n te brengen, zulks schriftelijk behooren te loen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen na het einde der ter visielegging en ilzoo vóór den 26en October 1885. Schagen, den 29en September 1885. Burgemeester en Wethouders voorn., G. LANGEN BERG. de Secretaris, DENIJS. Roman van JE. II. v. IJedenroth. toort. Oert (44.) V i j f t i e n d e Hoofdstuk. Ela was alleen. Zij had haar thee gebruikt, de nistcrnis viel reeds in. Yol verwachting wat het olfcende uur zou brengen, wandelde zij op en neder, errastte zij Barning in hare parken, betrapte zij irm misschien daarbij, dat bij in het geheim at hare nabijheid was doorgedrongen, dan was het oor haar gemakkelijker met hem en Frelich de be dekkingen weder aan te knoopen, dan wanneer zij ich schriftelijk tot dezen laatste moest wenden eze gedachto was haar een welkom voorwendsel, om o onrust te verklaren en te verontschuldigen, waar- oede zij naar deze ontmoeting verlangde. Eensklaps vernam zij snelle schreden. Uit de chaduw van een boschje kwam een mannelijke ge- talie te voorschijn. „ytie is daar vroeg zij mot bevende stem on |lng de gestalte tegemoet. Hot bloed vloog baar wild oor de aderen. Dit terras is sedert hare komst op ^ebonstein voor vreemdelingen verboden. Sluipt er «nand ia hare parken, om uit de verte hare gestalte o zien, hare stem misschien te booren, dan kan dat lato ijdelheid streelen, zij kan een vreemdeling gunnen, ffa' de bedienden var. het landgoed niet ontzegd is, na<ir in hare onmiddelijke nabijheid door to dringen, 't is eene beleedigende driestheid, -een schaamte- °0'o vermetelheid. Acrgiffenis 1" antwoordde een fluisterende stem, .genadige vrouwIk zocht iemand die bij "J u kon aandienen. dot is graaf Sfernheim, dien de barones voor zich let> en koe onaangenaam, hoe hinderlijk baar ook bezoek in dit oogenblik is, stelt zij zich toch ejust, nu er geen vrees bestaat voor eene bolcediging; ruoet wel een buitengewone boodschap zijn, die tn graaf op zulk een laat uur hierheen voert, maar 8 gedachte dat deze een boos plan zou koesteren natuurlijk niet in haar op. barones bloost vcrlegon, zij begrjipt waarom de niemand hoeft ontmoot, maar zij kan hora niet v aren, dat zij dit hooft bovolen en dat hij haar jGij brengt mij toch geen jobstijding? Wat u hierheen vroeg de barones, met moeito ^niisnoegen verbergende. cÈ, °vrouw) ik wilde u .des prinsen vertrek mode- iet T'i 'k ^cc<^ ''Gaas don weg to voet, ik hou in ui verdwaald, ik ben doocl moede". et u dan. Ik zal laten inspannen, opdat gjj naar 0§0 Eeia nuttig werk. Iedere tijd heeft zijne eigenaardigheden, waardoor hij zich bizonder kenmerkt, nu eens door groote aanhoudende rampen, dan weder door uitvindingen op verschillend gebied, lang durige vrede, telkens terug merende twisten en oorlogen, enz. Zoo is onze eeuw er weer bizonder op uit van het grondgebied der landen uit te breiden, minder nog in 't werelddeel, dat we bewonen, dan wel in een ander. Vestigt men zijn oogen op de wereldkaart en meer bepaaldelijk op Afrika, dan staan we verbaasd over het zeer groote verschil dat zich daar aan ons voordoet. In onze jeugd zagen we, bij 't leeren der aardrijkskunde maar zeer weinig namen op de kaart van dat werelddeel en daarom was dit dan ook 't gemakkelijkst van allen te leeren. Neemt men nu eene van de nieuwte kaarten dan kan men zijne oogen huis kant rijden. Gij luidt u dio moeite kunnen sparen, want het is mij zeer onverschillig, of zijne Hoogheid in L. blijft of niet". „Is dat werkelijk waar Dat verheugt mij inderdaad. Daar ik nu het onverwachte geluk bob, u onder vier oogen te ontmoeten, veroorloof mij dan nu ook een vertrouwelijk gesprek. Ik geloof dat zijne Hoogheid zich zeiven heeft bedrogen in zijne gevoelens, wolken do betoovering, die van u uitgaat, in hem opwekte. Zijne Hoogheid. „Bespaar u deze verklaringen, mijnheer de graaf," viel Ella hom ongeduldig in de rede, „daarin stel ik al zeer weinig belang. Zeg aan Zijne Hoogheid, dat hij mij zijn vriendschap moge bewaren, doch vergeten wat luim, of tijdelijke opwellingen anders tusschen ons hebben doen bestaan. Groet dun prins van mij. Gij zult er zelf voor moeten zorgen, dat mijn koetsier inspant ga dezen weg langs, die voert dadelijk naar den bof van het sfot." „Nog een woord, mevrouw. Hot maakt mij onbe schrijfelijk gelukkig, dat hot u zoo gemakkelijk valt, do hulde van den prins naar waarde te schatten. Niet ieder, die u in de cogen heeft gezien, dien uw schoonheid betoovert, is zoo wispelturig in zijno neigingen, als de prins. Ik heb hom to vorgeefsch ge waarschuwd, u niet te compromitteeron „Waar denkt gij aan „Zoudt gij het werkelijk niet weten mevrouw, hoo uwe betrekkingen tol den prins helaas reeds op der gelijke wijze in het publiek besproken werden, dat de plotselinge afreis van zijne Hoogheid uw eer in gevaar brengt, dat het den scliijn beeft, als had hij aanleiding tot een breuk bekomen." „Dat zou laag zijn, hoer graaf; dan zijn er valscho ge ruchten uitgestrooid, dan treft do schuld den prins, of u." „Mij mij ik, die mijn bloed voor u zou willen gevenKlaag den prins aan, maar niet mij." De veranderde toon van don graaf, de hartstochte lijkheid zijDor gebaren maakten Ella onrustig. „Laten wij op een anderen tijd hierover spreken. Kom morgen.'' „Neen ik ga niet, voor gij weet dat ik u bemin dat ik u bemind heb, sedert ik u voor do eerste maal zag. „Verlaat mij, graaf, ik beveel betriep Ella beven de uit- „lk heb do martelingen der jnlouzie verdragen, laat mij nu mijn hart uitstorten Ella. „Mijnbeer do graaf, gij vernedert n en beschimpt mij moet ik mijn bedienden r.oopcn lk li" .hier aan uwe voeten, roep uwe bedienden, ik zal het niot ontkennen, dat ik u mijn naam aanbied, ofschoon men u do versmade minnares van een prins noemt. Vcrho'or mij, Ella nauwelijks gelooven. Iloe verbazend is dat aantal namen niet toegenomen. Tot in de mee:-t onbekende binnenlanden van vroegeron tijd is men doorgedrongen en nog altijd gaat men voort om ontdekkingstochten te doen. Is het alleen met het doel om onze aardrijkskundige 1 O kennis te verrijken en te vermeerderen Op die vraag zouden sommigen antwoorden Weet gij clan niet dat het dient tot uitbrei ding van den handelAnderen zouden zeggen het moet strekken om al die volken, die nog in den nacht der onwetendheid leven, bekend te maken met den godsdienst en de beschaving, opdat ook zij daarvan de heerlijke vruchten mogen plukken. Nog anderen zouden eene geheel andere lezing geven. Zij toch souden u antwoorden, dat de rijken in Europa er naar haken, om hunne bezittingen uit te breiden en daar dit in Europa zelf minder goed gaat, trachten ze hun doel in den vreemde te bereiken. Men heeft ook hiervoor een woord dat reeds zoo geijkt is en liet burgerrecht heeft verkregen, dat iederen het begrijpt. Men noemt dat zeer fatsoenlijk 't Begin van dit woord heeft men reeds lang gekend. Ver zond men por trekschuit of bode een pakje, dan ctond er op 't adres heel deftig met een „Wanneer ik u niot reeds verachtte, dan geschiedt hefc nu. Er is niets zoo laag, als eon man, die van da verlegenheid eener vrouw gebruik maakt, haar to compromitteereu. Deze schurkenstreek was beraamd. Weg, of ik ontzie niets en laat u door mijne lakeien wegjagen S" „Dat is haat gij kondet mij afwijzen, maar gij beschimpt mij. Stoor ik u misschien Waar gij voor een auder hier alleen? Ah, gij bloost! Ik heb hot geraden. De prins had gelijk, zich terug to trekken. Ik verlaat u, maar ik houd uw eor iu mijne handen. Versmaadt gij mijne liefde ter wille van eon vreemden knaap, verwacht dan niot, dat ik u zal ontzien", „Ellendige 1" krjjsckto Ella, bovendo van ontroering, angst, toorn en schaamte, „weg, of ik spuw u in het aangezicht." „En ik kus den mond, die m'j beschimpt. Gij zijt te schoon, vrouw, dan dat ik u nou kunnen haten riep hij uit, en wilde haar met geweld tot zich trek ken, en haar omarmen, doch Ella sohrecuwdo om hulp. „Itoep maarzoide do graaf lachende en wilde de vluchteling achterna snellen, dio zich aan zijne handen had ontworsteld; daar klonk uit do vorte do stem vau den inspecteur: „Wie roept daar?" „Help. bolp!" schreouwdo Ella nogmaals terwijl zij het mes had gegiepen, dat nog op do tafol had gelegen, waarbij zij gegeten had. Had de graaf zulk een ernstigon tegenstand niet verwacht 011 er misschien op gerekend, Ella door do bedreiging, haar eer te compromitteereu, bang to maken, en had hem ook de hartstocht cr toe misleid, verder to gaan, dan hij ooit kon vorantwoordou, zoo zag hij nu, dat deze vrouw tot het uiterste was besloten." Het goroep van don inspecteur dcod hem ontstellon. Het was tussclicu bon afgesproken dat Ilm zich alleen zou vertoonen wanneer een derde hen stoorde. Hij sloeg'den veg in dio van het terras door de par ken naar den rijweg voerde, daar hoorde hij eensklaps naderende schreden, kort daarop knalde er oen schot, weinige minuten later een tweede. „Hierheen!" klonk do kreet van den inspecteur. „Ilallo help een moordenaar De graaf bereikte don inspectour. „Weg weg !'-' fluisterde deze „het is gebeurd." XJit do diepte weerklonk gesteun. „Verdoemd hij leeftmompelde Ilin verbleekend; in liet volgende oogehbük ontstelde hij hevig. „Er komt iemand." fluisterde hij met bevende stem. Hij slingerde-do buks in den.afgrond. Do graaf- bemerkte eerst nu dut Ilm nog eau tweede'geweer bjj zich had. Wordt Vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1