Algemeen A d v e r t e n r i e - DONDERDAG a i e e w s- &l l a n b o u w blad. 8 OCTOBER. Ao 1885. 29-ite Jaargang. Jtë 1922 STAATSLOTERIJ. De Schoone Weduwe. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woens- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's m'ddags 12 ure, worden Advertenlièn in het >erstuitkomend nummer geplaatst. J. WINKEL, TE 8CHAGEN, Laan, Wijk D, No. 5. Prijs per jaar/3.Franco per post ƒ3.60 Afzonderlijke nummers f 0.05. Gemeente Schagen Bekendmakingen. Inkwartiering. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen, brengen ter kennis van de ingezetenen lat de lijst betrekkelijk de iakwartiering, bedoeld lij Art. 17 der Wet van 14 September 1886, Staatsbl. no. 138) is vastgesteld en ter vol- loening aan evengemeld Wetsartikel, gedurende 4 dagen voor een elk ter inzage aan het Raad- mis is nedergelegd, en alzoo van af heden tot len 13en October a.s. Wordende tevens ter kennis gebracht dat ij die tegen gemelde Lijst bezwaren hebben q te brengen, zulks schriftelijk behooren te oen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 1 dagen na het einde der ter visielegging en Jzoo vóór den 26en October 1885. Schagen, den 29en September 1885. Burgemeester en Wethouders voorn., G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester on Wethouders van Schagen, engen ter algemeene kennis, dat, bij resolutie den Minister van Financiën, d.d. 15 Septem- j. 1., No. 47, Afd. Registratie, krachtens de artoe door den Koning verleende machtiging vastgesteld, de 320ste Staatsloterij, bestaande t 21000 loten, 10500 prijzen en 2 premiën, ereeukomstig het plan aan gezegde resolutie hecht. Schagen, 6 October 1885. Burgemeester en Wethouders voornoemd; G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. 1 t\8 Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen Brengen naar aanleiding van art. 203, alinea der Wet van 29 Juni 1851, (Staatsblad no.85) ter openbare kennis, dat de begrooting der Plaatselijke inkomsten en uitgaven voor 1886, zooals zy aan den Raad der gemeente is aan geboden, op do Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd tot en met den 20en October a. s. en dat een ieder daarvan tegen betaling der kosten, een afschrift zal kunnon bekomen. Schagen, den 7en October 1885. Burgemeester en Wethouders voorn. De Burgemeester, G. LANGENBERG, de Secretaris, DENIJS. Stinnenlandsch Nieuws. SCHAGEN. Zondag 1.]. hield de „Ver- eeniging tot bevordering der Bouwkunst" hare vergadering in het locaal „Ceres". Van het twintigtal leden waren een zevental ter vergadering opgekomen. Na opening der vergadering werd door den heer Wouters, die als waarnemend secretaris fungeerde, een missieve gelezen van de Ver- eeniging „Bouwkunst en Vriendschap" te Rot- terdam, waarbij deze van hare oprichting ken nis geeft. Door den waarnemend Voorzitter, den heer Vlaming, werd nu voorgesteld, over te gaan, tot de bespreking der op het convocatiebiljet genoemde punten. Allereerst werd dan besproken het bestaan der Teekenschool, welke eene eerste behoefte was, en uit den aard der zaak, juist van deze Veree- niging moest uitgaan- Ook werd besloten dat dit seizoen aan een 6 tal onvermogende leer lingen, kosteloos teekenonderwijs zou worden verstrekt. Bij de nu volgende benoeming van 3 bestuursleden, zijnde 2 vacaturen door afsterven en vertrek en 1 door aftreding van den heer Vlaming, welke laatste bij acclamatie werd herkozen. Met algemeene stemmen worden daarop de h. h. van Dignum en Kramer benoemd tot bestuursleden, welke benoeming zij zich lieten welgevallen. Daarop werd besproken het voorstel tot W erkverschaffing. De heer Vlaming, die in deze het initiatief nam deelde mede dat het plan bestond om den Ouden dijk te slechten en die hoeveelheid grond in den Wiel te werken. Daartoe zou vergunning moeten worden gevraagd aan het Hervormd Kerkbestuur en aan het Polderbestuur. Zooals de Oude dijk op het oogenblik daar ligt, is hij van weinig voordeel, het gewas er van is van niet veel waarde, om reden dat de grond van den dijk te droog, te rul is, hetgeen daaraan moet worden toegeschreven, dat alle vochtdeelen naar den voet van den dijk afzakken. Werd de dijk tot vlak land verwerkt, dan zou men feitelijk wel aan oppervlakte een weinig verliezen, doch dat verlies zou ruimschoots vergoed worden door de vruchtbaarder strook gronds, dien men dan zou verkrijgen. Om deze redenen verwachtte men dan ook dat de Herv. Gemeente wel hare toestemming tot afgraving zal willen geven. Dat ook het Polderbestuur, aan wien de Wiel behoort, in deze zijne medewerking zal willen verleenen, werd gegrond op het feit, dat de Wiel, eene oppervlakte van ongeveer 12 H. A. beslaande, zooals die nu is, weinig of geen voordeel afwerpt, terwijl door droogmaking, door middel van demping, met in achtneming van een voldoend slootstelsel, deze oppervlakte tot vruchtbaar weiland zou kunnen worden smm Ingezonden stukken één dag vroeger COtlRAN UITGEVER Advertentien van één tot vijf regels f 0.75. iedere regel meer f 0.15. Groote letters wor den naar plaatsruimte berekend. Roman van E. H. v. Dedenroth. (45.) Zestiende Hoofdstuk. De lezer zal de verklaring van het voorgevallene alreeds geraden hebben. De vingerwijzing welke graaf bij het gesprek in L. met de woorden :„Het het best 2iju, wanneer Barning den nek brak," had gegeven, was nu tot een plan gerijpt. De 'kouwelijke omgang met baron von Lioben had Ilm, van nature lichtzinnig was, op den slechten weg tracht. De landheer had zelvo zijn inspecteur er verleid, zijn plicht te verwaarloozen. Ilm was Lie- vertrouwde geweest bij dione bodriegerij, welke Vi had gepleegd tegenover zijne vioaw en haar ^r, dat hij gelden had opgenomen voor de restau- '8 dar heerlijkheid Lieben, om zc tot oen geheel °°r doeleinde te gebruiken. Ilm bad er zich geen "etenszaak van gemaakt na Lieben's dood eveneens zolven te verrijken, gelijk hjj dat vroeger mot dvindon van den landheer had gedaan; hij had voor geweten de verontschuldiging, in zekere mate gesteld te zijn met verlof tot dergelijke onregel- hgheden. Het geweten laat zich immers zeer spoedig slaap wiegen en wordt alras zeer inschikkelijk; eenmaal het pad der ongerechtigheid betreden bevindt zich, voor hij het vermoedt, op den weg Misdaad. °en Ella Liebenstein kwam betrekken, was Hm P voorbereid, om talrijke verduisteringen te ver oorden; tegenover haar was het beroep op Lieben Veiligheidsschild, zijne bekendheid met de fami- heimen zijn wapen, hij had van haar weinig te het minste, toen het gerucht bevestigd word, o barones zich met den prins zou verloven. chl 'dde dat, dan had de hei 'eerder van haar ®gen, Biet wien zij in unmin leefde, niets meer houdliig van Ella tegerro-or Frelich versterkte a zÜo govoel tan veiligheid; zjjne ontnuchtering was daarom te gevoeliger, toen de raadsheer Frelich trots Ella's tegenwoordigheid op Liebenstein, de boeken naar L- opeischte en ook zich verzette tegen het ontslag van den houtvester. Zag Frelich de boeken na, dan kon hij lira in het tuchthuis brengen, en het zag er wel naar uit, dat Frelich zjjn wil tegenover Ella zou doorzettenhij trad immers op in naam van eon onverwachts opgodaagden erfgenaam, van wien noch Ilm, noch iemand anders vroeger ooit iets had vermoed. Deze erfgenaam stond ook den prins in den weg, hij had graaf Sternhoim beschimpt; wanneer hij uit den weg geruimd werd, had Frelich volgons Ilm's meeniug geen recht moer, zich met Ella's zaken to bemoeien. Hot vergift eonor booze gedachte werkt snel, werkt met onwoderstaanbaar geweld, verdooft het geweten en verstorkt de duivelsche begeerten. Aan de eene zijde het dreigend tuchthuis, aan de andere zijde de toezegging eener voordeelige betrek king, vorstelijke gunst, daarbij nog gevoegd de de afgunstige haat tegen een avonturier, die misschien zelve naar do hand dor schoone vrouw dong, in wie Ilm het werktuig voor zjjn fortuin zag 1 Ilm was nog te jong, om reeds de rampzalige beslistheid tot een snel waagstuk te bezitten, maar was misschien de gelegenheid niet te vinden, aan den moord het voorkomen van een ongelukkig toeval te geven? Was het zoo moeielijk, iemand te laten verongelukken, die hier in de duisternis op wegen rondsloop, die vlak langs afgronden liepen Het trof zeer gelukkig, dat Ella boden was uit gereden, nu Ilm een rendez-vous met Sternheim had en dat zij om Barning te betrappen, Hm had medegedeeld, dat zjj heden avond alleen zou gaan wandelen. Graaf Sternheim maakte niet zooveel bedenkingen als Ilm. „Het kon niet beter treffen." zeide bij. „Gij schiet hem neder, wanneer hij zich laat zien; in het ergste geval zegt gjj, dat gij hem voor den houtvester hieldt, dat hij u bedreigd had. Wie bij nacht op vorboden wogen wordt aangetroffen, is een verdacht persoon Maar men zal u volstrekt niet verdenken, men zal eerder gelooven, dat de houtvester Barning voor u heeft aangezien, cd bet echot beeft gelost." Die gedachte gaf uitkomst. „Ik moest mij een gowser Tan den houtvester kunnen verschaffen," zeide Hm, „sehiot ik met mijn buks, dan verraadt mij het kaliber van den kogel. De geweren van den houtvester staan in een kamer waarvan het venster op het woud uitziet; ik moet heden avond beproeven, ongemerkt mij oen gewoer te verschaffen." De graaf wist beteren raad; hij bood zich aan, Ilm reeds over dag aan een geweer te helpen, en wij hebbon gezien, hoe hem dat gelukte. Hij liet zich naar de houtvesterij brengen, en terwijl hij do vrouw naar den veestal zond, om voor hem eon glas melk to balen, ging bij in de geweerkamer, wierp een geweer nit hot vonster in een boschje, en toen hij schijnbaar zich van do houtvesterij had verwijderd, haalde hij het gewoer weg. Graaf Sternheim dorstte er naar, oen mcnsch to vernietigen, die hem beschimpt had, dien hij wegons zijn trots niet tot een duel meende to kunnen uit dagen, doch die in de maatschappij niet zoo laag stond, dat de graaf de beleedigrag ongemerkt had kunnen laten voorbijgaan. Hij haatte denmandoode- lijk, eq deze stond hem zeer in den weg gelukte het hom, waarop hij bepaald rekende, de nu door don prins verlatene barones te veroveren, dan kou bij niemand gebruiken, die haar erfenis met hem zou moeten deelen. Het was bem zeer welkom, iemand te hebbon, dien hij als werktuig kon gebruiken, eu hij liot bet dan ook niet ontbreken aan de belofte, die Ilm tot het misdadig voornemen moesten ver lokken. „Bah," zeide hij, terwijl hij met Ilm op diens kamer bij een glas wijn alle mogelijko gevallen over woog, „wie vraagt er naar zulk en weggeloopen Zwitser! Do vorst von is hier het hoofd der politie, ik kon de beeren van het gerecht. Een ieder zal zeggeD, dat Barning zich op verboden terrein hoeft bovonden, dat hij de eer eener alleen staande dame heeft beleedigd, door 's avonds in hare nabij heid rond te sluipen; niemand zal om hem treuren, wanneer hjj gelijk een wilddief te gronde gaat." Wordt Vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1885 | | pagina 1